Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema
- 17305 keer gelezen
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Partijen zijn op 26 augustus 1980, huwelijkse voorwaarden overeengekomen, waarbij ze iedere gemeenschap van goederen hebben uitgesloten. In de voorwaarden zijn onder meer de volgende bepalingen opgenomen:
Artikel 2 (lid 1) ‘De kosten van de huishouding in de ruimste zin des woords, komen ten laste van de man en de vrouw naar evenredigheid van hun zuivere inkomsten, waarbij onder zuivere inkomsten worden verstaan: a. winst uit onderneming; b. zuivere inkomsten uit arbeid, uit vermogen of in de vorm van bepaalde periodieke uitkeringen en verstrekkingen; c. winst uit aanmerkelijk belang;’
Artikel 4 (lid 1) ‘Iedere echtgenoot heeft het recht na afloop van een kalenderjaar van de andere echtgenoot te vorderen, dat ter verdeling bij helfte wordt bijeengevoegd, wat van hun zuivere inkomsten, na aftrek van de in artikel 2 bedoelde kosten van de huishouding, resteert.’
In de procedure die volgt staat het beroep op het vervalbeding centraal. De vrouw beriep zich op de onredelijke termijn van het beding “indien binnen drie maanden na het einde van het kalenderjaar geen vaststelling en betaling van de verrekeningsvordering heeft plaatsgevonden, vervalt de vordering”.
De Hoge Raad gaf aan dat de echtgenoten vaak niet weten wat de gevolgen van zo’n beding zijn als zij het periodieke verrekenbeding niet naleven. Dus zou een beroep op het vervalbeding onaanvaardbaar zijn, als een van de partijen verrekening vordert van de overgespaarde inkomsten. Dit is echter anders als de echtgenoot die beroept doet op het vervalbeding, ook bewijs heeft die het beroep kan rechtvaardigen.
De Hoge Raad heeft overwogen dat een beroep op een vervalbeding terzake van een periodiek verrekenbeding onder omstandigheden in strijd kan zijn met de redelijkheid en billijkheid. De Hoge Raad oordeelde: "dat een beroep op een vervalbeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar moet worden geacht in een geval waarin een van de gewezen echtgenoten na hun echtscheiding verrekening vordert van in het verleden overgespaarde inkomsten, tenzij blijkt van, door de echtgenoot die zich op het vervalbeding beroept te stellen en zo nodig te bewijzen, omstandigheden die een beroep op het beding rechtvaardigen".
De Hoge Raad verwees het geding ter verdere behandeling naar het Hof van ’s-Hertogenbosch.
Conclusie: de Hoge Raad heeft bepaald dat een beroep op een vervaltermijn naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar moet worden geacht, tenzij blijkt van omstandigheden die een beroep op het beding rechtvaardigen.
Arresten en jurisprudentieVolunteering: WorldSupporter moderators and Summary Supporters
Volunteering: Share your summaries or study notes
Student jobs: Part-time work as study assistant in Leiden


There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourism & Sports
Main study fields NL:
Add new contribution