Oude tentamens Statistiek 1A RUG

1. Welke van onderstaande maten komt niet voor in de five number summary?
a. Het 25ste percentiel
b. Het 50ste percentiel
c. Het 75ste percentiel
d. Het 95ste percentiel

2. Van de scores op een variabele X zegt men dat die op nominaal niveau zijn gemeten. Dan is X
een
a. afhankelijke variabele
b. kwalitatieve variabele
c. kwantitatieve variabele
d. normaal verdeelde variabele

3. Een onderzoeker heeft een stemplot gemaakt van scores van mensen op een test voor
psychisch welbevinden.
5 | 1 5
6 | 2 4
7 | 1
8 | 2 4 5 5
9 | 1 1 1
10 | 2

Welke van de volgende uitspraken betreffende bovenstaande stemplot is juist?
a. De mediaan van de scores is 82.
b. De modus van de scores is 91.
c. De mediaan van de scores kan niet bepaald worden op basis van de gegeven informatie.
d. De modus van de scores kan niet bepaald worden op basis van de gegeven informatie.

4. Met behulp van welke figuur in SPSS kun je het beste zien of scores op twee variabelen
scheef verdeeld zijn?
a. Met een histogram
b. Met een line plot
c. Met een staafdiagram (bar chart)
d. Met een taartdiagram (pie chart)

5. Van een groep van 450 Psychologiestudenten zijn de tentamencijfers voor Intuïties van de
Psychologie bekend. De five number summary van de tentamencijfers is als volgt:
5 6 7 8 10
Welke van onderstaande conclusies met betrekking tot de five number summary is juist?
a. De scores boven de mediaan zijn meer gespreid dan de scores onder de mediaan
b. De scores boven de mediaan zijn minder gespreid dan de scores onder de mediaan
c. De gemiddelde absolute afwijking is 2
d. De gemiddelde absolute afwijking is 5

6. De verdeling van scores op de variabele IQ in de populatie Nederlanders is door middel van
een boxplot weergegeven. Uit deze grafiek kan worden afgelezen
a. de mediaan
b. het gemiddelde
c. de gemiddelde absolute afwijking
d. het gemiddelde absolute verschil

7. Om met de bootstrapprocedure een 95%betrouwbaarheidsinterval op te stellen voor de
mediaan gaat men als volgt te werk:
a. Trek veel steekproeven uit de populatie, bereken in al die steekproeven de mediaan, en
vat de 95% middelste waarden op als een 95%betrouwbaarheidsinterval voor de mediaan
b. Trek veel steekproeven uit de steekproef, bereken in al die steekproeven de mediaan, en
vat de 95% middelste waarden op als een 95%betrouwbaarheidsinterval voor de mediaan
c. Trek veel steekproeven uit de populatie, bereken in al die steekproeven het gemiddelde,
en vat de 95% middelste waarden op als een 95%betrouwbaarheidsinterval voor de
mediaan
d. Trek veel steekproeven uit de steekproef, bereken in al die steekproeven het gemiddelde,
en vat de 95% middelste waarden op als een 95%betrouwbaarheidsinterval voor de
mediaan

8. We hebben het derde kwartiel berekend voor de scores van een variabele X voor een random
steekproef uit de populatie van alle Nederlandse vrouwen. Er is vervolgens een 90%
betrouwbaarheidsinterval opgesteld voor het derde kwartiel. Dan weten we dat in dit interval
a. de laagste 75% van de scores van X in de steekproef liggen
b. de laagste 75% van de scores van X in de populatie liggen
c. de waarde van het derde kwartiel van X in de populatie ligt
d. de waarde van het derde kwartiel van X in de steekproef ligt

9. Bij een ‘block design’ worden
a. in een random volgorde metingen verricht aan blokken van proefpersonen
b. bloksgewijs metingen verricht aan een random steekproef van proefpersonen
c. in elke groep, proefpersonen random toegewezen aan condities van een experiment
d. proefpersonen in even grote blokken toegewezen aan condities van een experiment

10. Een groot aantal stimuli is op een bepaald kenmerk beoordeeld door twee beoordelaars (X en
Y). De oordelen van de twee beoordelaars zijn gegeven als scores op de variabelen X en Y.
Om Kendall’s tau uit te rekenen tussen X en Y wordt gewerkt met concordante en
disconcordante paren. Wat is een disconcordant paar?
a. Een paar scores die onderling ongelijk zijn
b. Een paar stimuli waarvoor geldt dat volgens X de ene stimulus hoger scoort dan de
andere, terwijl volgens Y de andere hoger scoort dan de ene.
c. Een paar beoordelaars die de stimuli ongelijke scores geven op een bepaald kenmerk
d. Een paar variabelen waarvoor geldt dat de correlatie tussen de scores op die variabelen
negatief is.

12. Het gemiddelde absolute verschil geeft aan in hoeverre
a. de scores op twee variabelen ongelijk zijn
b. de absolute waarden van de scores op twee variabelen verschillen
c. er een verschil is tussen de rangordeningen van de scores op twee variabelen
d. er absoluut zeker een verschil is tussen de scores op twee variabelen

13. Om weer te geven in hoeverre twee beoordelaars overeenkomen in hun rangordeningen, kan
men het best gebruik maken van
a. het aantal concordante paren
b. het aantal discordante paren
c. Spearman’s rho
d. Gower’s coëfficiënt

14. Welke van de onderstaande uitspraken met betrekking tot Kappa is waar?
a. Kappa geeft een correctie op de proportie overeenstemming, en kan negatief worden.
b. Als twee beoordelaars het over alle beoordeelden eens zijn hoeft kappa nog niet gelijk
aan 1 te zijn.
c. Kappa is gelijk aan −1 als twee beoordelaars het over geen van de beoordeelden met
elkaar eens zijn.
d. In Kappa wordt rekening gehouden met de proportie verwachte overeenstemming voor
de situatie waarin twee beoordelaars hun oordelen geheel willekeurig zouden geven.

15. Gegeven zijn onderstaande scores voor een steekproef van 5 personen op twee variabelen. De
correlatie tussen X en Y wordt berekend. Vervolgens wordt een groot aantal bootstrapsteekproeven getrokken om een betrouwbaarheidsinterval op te stellen voor de correlatie
tussen X en Y.
pp. X Y
1 1 2
2 4 3
3 4 4
4 9 7
5 8 6
Welke van onderstaande steekproeven kan geen goede bootstrapsteekproef zijn geweest?
X Y X Y X Y X Y
1 3 4 4 1 2 4 3
4 2 4 3 1 2 9 7
4 4 4 4 1 2 1 2
9 7 4 4 1 2 1 2
8 6 4 4 1 2 1 2
a. b. c. d.

16. De cijfers op het tentamen Statistiek 1A zijn ongeveer normaal verdeeld met een gemiddelde
van 5 en een standaarddeviatie van 1.5. Welk percentage studenten zal meer dan 3 punten
hoger of lager dan het gemiddelde hebben gescoord op het tentamen? (Gebruik de ’68-95-
99.7 rule’ om dit te schatten)
a. 10%
b. 5%
c. 2.5%
d. 0.3%

 

1 D
2 B
3 B
4 A
5 A
6 A
7 B
8 D
9 C
10 B
11 B
12 A
13 C
14 A
15 A
16 B
17 D
18 D
19 B
20 B
21 C
22 C
23 C
24 C
25 C
26 A
27 A
28 B
29 A
30 B
31 C
32 C
33 C
34 B
35 D
36 B

 

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!

Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Check: concept of JoHo WorldSupporter

Concept of JoHo WorldSupporter

JoHo WorldSupporter mission and vision:

  • JoHo wants to enable people and organizations to develop and work better together, and thereby contribute to a tolerant tolerant and sustainable world. Through physical and online platforms, it support personal development and promote international cooperation is encouraged.

JoHo concept:

  • As a JoHo donor, member or insured, you provide support to the JoHo objectives. JoHo then supports you with tools, coaching and benefits in the areas of personal development and international activities.
  • JoHo's core services include: study support, competence development, coaching and insurance mediation when departure abroad.

Join JoHo WorldSupporter!

for a modest and sustainable investment in yourself, and a valued contribution to what JoHo stands for

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Check more: related and most recent topics and summaries
Check more: institutions, jobs and organizations

Image

Follow the author: Amber Kroon
Share this page!
Statistics
2849 1
Submenu & Search

Search only via club, country, goal, study, topic or sector