Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
TentamenTests bij Human factors in simple and complex systems van Proctor en Van Zandt - 3e druk
- Wat zijn de historische funderingen van human factors? - TentamenTests 1
- Welke menselijke fouten zijn in systemen te vinden? - TentamenTests 3
- Welke aspecten spelen een rol in de visuele waarneming van de mens? - TentamenTests 5
- Meer TentamenTests - Hoofdstuk 6 t/m 9, 13 & 17 (Exclusief voor wie volledige online toegang heeft)
Wat zijn de historische funderingen van human factors? - TentamenTests 1
Vragen bij hoofdstuk 1
Vraag 1
Wat is het verschil tussen mensen die werkzaam zijn onder ‘human performance’ en mensen die werkzaam zijn onder ‘human factors’?
Vraag 2
Welke andere twee termen kunnen worden gebruikt voor human factors?
Vraag 3
Welke periode had een grote invloed voor de human factors discipline?
Vraag 4
Leg de overeenkomsten en verschillen uit tussen de mens en computer in een ‘human-computer system’.
Vraag 5
Benoem de drie contributies die Taylor (1911/1967) maakte aan de verbetering van de productiviteit op de werkvloer.
Antwoordsuggesties bij hoofdstuk 1
Vraag 1
Onderzoekers die werkzaam zijn onder ‘human performance’ zijn geïnteresseerd in het karakteriseren van de processen binnen de menselijke component van een systeem. Ze zijn dus alleen geïnteresseerd in het opdelen van het gedrag van mensen in subsystemen. Specialisten in ‘human factors’ zijn betrokken bij het ontwerpen van mens-machine interfaces om zo de verwezenlijking van het doel van een systeem te optimaliseren. Ze zijn dus geïnteresseerd in de interactie tussen de menselijke component en de machine component van een systeem.
Vraag 2
Human factors wordt ook aangeduid als ergonomie of als mens-machine interactie. Ergonomie wordt voornamelijk gebruikt in Europa en human factors in de VS.
Vraag 3
Beide hebben subsystemen die verantwoordelijk zijn voor input, verwerking en output. De mens krijgt voornamelijk zijn input door het visuele systeem en de computer krijgt input via een keyboard en andere apparaten. De centrale verwerkingsunit van de computer (machine operaties) is analoog aan de cognitieve capaciteiten van het menselijke brein.
Vraag 4
De Tweede Wereldoorlog had een grote invloed op de human factor discipline. Er werd gekeken naar hoe de omgeving kon worden aangepast worden aan de mens.
Vraag 5
De mens produceert output via fysieke reacties, zoals het drukken op een knopje, terwijl de computer-output presenteert op een display scherm:
Taak analyse. Hiermee werden de componenten van een taak bepaald. Een techniek die valt onder taakanalyse is ‘time-and-motion study’.
Pay for performance. Hierbij is de compensatie die een werknemer krijgt afhankelijk van de hoeveelheid delen die hij voltooid heeft.
Personeelsselectie. Hierbij wordt de persoon uitgekozen die het beste bij een taak past.
Welke menselijke fouten zijn in systemen te vinden? - TentamenTests 3
Vragen bij hoofdstuk 3
Vraag 1
Benoem twee implicaties die belangrijk zijn voor het evalueren van menselijke betrouwbaarheid en fouten.
Vraag 2
Er bestaan twee verschillende soorten systemen. Beschrijf deze systemen en geef van elk systeem een voorbeeld.
Vraag 3
Meister (1989) identificeerde een aantal variabelen van eigenschapen van een systeem die voor een deel bepalen wat voor eisen een operator nodig heeft om een systeem efficiënt te kunnen bedienen. Deze variabelen kunnen onderscheiden worden in twee types. Beschrijf deze twee types.
Vraag 4
Gebreken aan het design van een systeem vallen in drie groepen. Welke groepen zijn dit?
Vraag 5
Er bestaan verschillende standpunten over wat de oorzaak is van menselijke fouten. Menselijke fouten kunnen bijvoorbeeld herleid worden tot gebreken in het ontwerp van het systeem. Beschrijf zo nog twee andere standpunten.
Vraag 6
Het is handig om verschillende soorten menselijke fouten te categoriseren aan de hand van een taxonomie. Beschrijf de taxonomieën van actie, mislukking, verwerking en intentie.
Antwoordsuggesties bij hoofdstuk 3
Vraag 1
- Menselijke prestatie moet bestudeerd worden in relatie tot het systeem dat werkt in een operationele omgeving.
- Een systeem wordt ontwikkeld om een doel te bereiken. Als dit doel niet bereikt wordt, heeft het systeem gefaald. Evaluatie van alle aspecten van een systeem moeten dus in relatie tot de doelen van het systeem geëvalueerd worden.
- Een systeem kan opgebroken worden in kleinere subsystemen. Een mens-machine systeem kan opgebroken worden in mens en machine subsystemen die verder opgebroken worden.
- De input en output van elk systeem in subsystemen kan geïdentificeerd worden.
- De componenten van een systeem zijn zo georganiseerd en gestructureerd zodat ze een doel kunnen bereiken. Het hele systeem heeft dus eigenschappen die voorkomen uit de som van zijn onderdelen.
- Tekortkomingen in de prestatie van een systeem kunnen toegeschreven worden aan gebreken aan componenten van het systeem.
- Een systeem opereert in een omgeving. Deze omgeving kan invloed hebben op hoe een systeem functioneert.
Vraag 2
- Mission-oriented systemen. Deze systemen zijn ondergeschikt aan de behoeften van het personeel die het doel van de missie proberen te bereiken. Voorbeelden zijn wapen en transport systemen die worden gebruikt in het leger.
- Service-oriented systemen. Deze systemen “verzorgen” het personeel of gebruikers. Voorbeelden zijn supermarkten en kantoren.
Vraag 3
- Fysieke systeem variabelen. Een fysiek systeem onderscheidt zich door zijn organisatie en complexiteit. Hieronder vallen o.a. de variabelen: hoeveelheid subsystemen, taken en functies die uitgevoerd worden door het systeem, hoeveelheid doelen en soort output.
- Operator variabelen. Hier valt de geschiktheid en opleidingsniveau van de operator onder. Variabelen zijn o.a.: hoeveelheid ervaring en vaardigheden, motivatie, stress en grootte van een team.
Vraag 4
- Taak complexiteit. Dit kan een probleem worden als de eisen van een taak de capaciteiten van een mens overschrijden.
- Error-likely situaties. Een situatie waarin mensen vatbaar zijn voor het maken van fouten.
- Individuele verschillen. De attributen van een persoon kunnen bepalen hoe goed iemand een taak kan uitvoeren.
Vraag 5
- Fouten kunnen ontstaan vanuit de cognitieve processen die nodig zijn om een taak uit te voeren. In de hersenen wordt informatie verwerkt via een serie aan stadia, van perceptie naar verwerking naar controle over een actie. Fouten ontstaan wanneer een van deze processen een foute output produceert.
- Fouten kunnen toegeschreven worden aan onderliggende fysiologische condities. Vermoeidheid en stress kunnen de prestatie negatief beïnvloeden.
- Psychosociale fouten kunnen onstaan wanneer de communicatie tussen leden van de groep misloopt.
- Organisatorisch kunnen medewerkers fouten wanneer hun manager of supervisor taken niet goed uitvoert.
Vraag 6
- Actie classificatie. Sommige fouten kunnen toegeschreven worden aan een actie of gebrek aan actie van een operator. Hierbij onderscheiden we error of omission en error commision.
- Mislukking classificatie. Een fout kan leiden tot het falen van een systeem. Hierbij kunnen herstelbare en niet-herstelbare fouten onderscheiden worden. Systeem fouten die door de mens veroorzaakt worden kunnen ontstaan door fouten in de bediening, ontwerp, montage of installatie/onderhoud.
- Verwerkingsclassificatie. Fouten kunnen gelokaliseerd worden binnen het menselijke informatie verwerkingssysteem. Hierin bestaat een onderscheid tussen input, mediatie, output en communicatie fouten.
- Intentionele classificatie. Fouten kunnen geclassificeerd worden als slips of vergissingen (mistakes), naargelang iemand een actie uitvoerde die wel of niet bedoeld was. Lapses kunnen hierbij ook onderscheiden worden.
Welke aspecten spelen een rol in de visuele waarneming van de mens? - TentamenTests 5
Vragen bij hoofdstuk 5
Vraag 1
Uit welke drie onderdelen bestaat het focussysteem?
Vraag 2
Zet de volgende onderdelen in de goede volgorde van wat het licht als eerste tegenkomt. Pupil - zenuwcellen - lens - retina - cornea (hoornvlies) - receptorcellen - staafjes en kegeltjes.
Vraag 3
Hoe komt het dat we het bijna nooit merken als een beeld in de blinde vlek van het oog valt?
Vraag 4
Benoem twee problemen die ouderen ervaren met hun ogen.
Vraag 5
Beschrijf het verschil tussen het parvocellulair en het magnocellulair systeem.
Vraag 6
Waarom heeft het staafjes systeem een lagere acuity en een hogere sensitiviteit dan het kegeltjes systeem?
Vraag 7
Hoe komt het dat licht dat valt in de periferie van de retina feller wordt waargenomen?
Vraag 8
De donker-adaptatie functie toont de sensitiviteit voor licht als functie van tijd in het donker. Hoe komt het dat er een klik zit in deze functie?
Vraag 9
Beschrijf wat de Purkinje shift inhoudt.
Vraag 10
Wat is het verschil tussen brightness en lightness?
Antwoordsuggesties bij hoofdstuk 5
Vraag 1
Het focussysteem bestaat uit de lens, cornea en pupil.
Vraag 2
De goede volgorde is: cornea - pupil - lens - retina - zenuwcellen - receptorcellen - staafjes en kegeltjes.
Vraag 3
Ten eerste zal het gebied van de afbeelding die in de blinde vlek van het ene oog valt, op een ander gebied van de retina van het andere oog vallen die wel receptoren bevat. Ten tweede zorgt het perceptuele systeem ervoor dat missende informatie opgevuld wordt, zodat altijd een continu beeld waargenomen wordt.
Vraag 4
Ouderen ervaren problemen met het dichtbij zien en accommoderen. ‘Verziendheid of ‘hyperopia’ wordt veroorzaakt door een te kort oog, waardoor het focuspunt achter de receptoren valt. Dit veroorzaakt de moeite met het zien van dichtbij. Bij ouderen wordt dit ‘prebyopia' of oudziend genoemd. Als mensen ouder worden, gaat de snelheid en mate van accommodatie geleidelijk achteruit. De problemen met accommodatie worden 'accommodative excess' genoemd.
Vraag 5
Het parvocellulair systeem is belangrijk voor de perceptie van patronen en vormen terwijl het magnocellulair systeem belangrijk is voor de perceptie van beweging en verandering. Het parvocellulair systeem bevat cellen die kleine cellichamen hebben (p cellen). De cellen vuren constant in de aanwezigheid van een licht stimulus en zijn geconcentreerd rondom de fovea. Ze zijn sensitief voor kleur, hebben een lage overdrachtssnelheid, hebben een hoge spatiële resolutie maar een lage temporale resolutie. Het magnocellulair systeem bevat cellen met grote cellichamen hebben (m cellen). Ze reageren kort in reactie op licht stimuli en zijn gelijk verspreid over de retina. Ze zijn niet sensitief voor kleur, hebben een hoge overdrachtssnelheid, hebben een lage spatiële resolutie en een hoge temporale resolutie (zijn sensitief voor beweging).
Vraag 6
Hoe minder receptoren convergeren tot een zenuwcel hoe hoger de acuity. Veel meer staafjes convergeren met elkaar tot een zenuwcel dan kegeltjes en hierdoor hebben ze een lagere acuity. Hoe meer receptoren convergeren tot een zenuwcel hoe hoger de sensitiviteit. Elke keer als een receptor in aanraking komt met een photon, zal de zenuwcel hierop reageren. Omdat bij de staafjes de receptoren veel meer convergeren, zullen de zenuwcel van het staafjes systeem veel sneller reageren op licht dan het kegeltjes systeem en zijn ze dus sensitiever.
Vraag 7
Vele staafjes convergeren op één enkele zenuwcel en hierdoor zijn staafjes beter in het detecteren van kleine hoeveelheden licht dan kegeltjes. De periferie van de retina bevat meer staafjes dan kegeltjes en hierdoor lijkt licht dat gepresenteerd wordt in de periferie van het gezichtsveld feller.
Vraag 8
Wanneer je het donker betreedt zijn veel van je receptoren ‘gebleekt’ (zowel de staafjes als de kegeltjes). Ze hebben fotonen geabsorbeerd uit de belichte omgeving waar je vandaan kwam en ze moeten nog nieuw fotopigment aanmaken. Kegeltjes maken het snelst nieuw fotopigment aan, en dit resulteert in de eerste verbetering van het zicht. De lijn in de grafiek hiernaast die als eerste afbuigt is de sensitiviteit van de kegeltjes. Na 3 minuten zijn de kegeltjes klaar met het aanmaken van hun pigment, maar kegeltjes zijn niet echt goed voor het zien in het donker (hiervoor heb je de staafjes nodig). Om het zicht te verbeteren, moeten de staafjes mee gaan helpen. Het duurt echter 8 minuten voordat de staafjes genoeg fotopigment aangemaakt hebben en de activiteit van de kegeltjes over kunnen nemen. De onderste lijn in de grafiek is dus de sensitiviteit van de staafjes en de knik in de functie wordt veroorzaakt omdat het langer duurt voor de staafjes om fotopigment aan te maken dan de kegeltjes.
Vraag 9
De Purkinje shift ontstaat door een verschil in piek sensitiviteit tussen staafjes en kegeltjes. Staafjes zijn sensitiever voor korte golflengtes (blauw en groen) en kegeltjes voor lange golflengtes (rood en geel). Het Purkinje effect is duidelijk zichtbaar tijdens de schemering. Overdag lijken rode en gele objecten feller dan groene en blauwe objecten. Echter wanneer het donker wordt en het staafjes systeem overneemt lijken blauwe en groene objecten feller dan rode en gele objecten.
Vraag 10
Brightness is het perceptuele attribuut dat geassocieerd wordt met de algemene licht intensiteit. Lightness refereert naar het perceptuele attribuut dat geassocieerd wordt met reflectie. Lightness beschrijft hoe donker of licht een object lijkt op een schaal van zwart tot wit.
Meer TentamenTests - Hoofdstuk 6 t/m 9, 13 & 17 (Exclusief voor wie volledige online toegang heeft)
- Ben je aangesloten bij JoHo, log dan in en lees hieronder verder voor de vragen bij hoofdstuk 6, 7, 8, 9, 13 & 17
- Nog niet aangesloten, sluit je dan eerst hier aan.
Tentamens: oude tentamens voor Biopsychologie en neuropsychologie, oefenmateriaal en tentamentips
- TentamenTests bij Brain and Cognition van Goldstein e.a. - 4e Custom UU druk
- TentamenTests bij Brain and Cognition Custom edition UU van Kalat e.a. - 3e Custom UU druk
- TentamenTests bij Cognition: Exploring the Science of the Mind van Reisberg - 7e druk
- Tentamentest bij de 3e druk van Cognitive Development and Learning in Instructional Contexts van Byrnes
- TentamenTests bij de 2e druk van Cognitive Psychology van Goldstein & Van Hooff
- TentamenTests bij Human factors in simple and complex systems van Proctor en Van Zandt - 3e druk
- TentamenTests bij Klinische Neuropsychologie van Kessels - herziene 1e druk
- TentamenTests bij Klinische Neuropsychologie van Kessels - 1e druk
- TentamenTickets Biopsychosociale perspectieven op psychopathologie (BPOP) - Universiteit Utrecht
- Tentamens: startpagina voor oude tentamens en tentamentips per vak bij psychologie en gedrag
Tentamens: oude tentamens voor Cognitieve psychologie, oefenmateriaal en tentamentips
- TentamenTests bij Brain and Cognition van Goldstein e.a. - 4e Custom UU druk
- TentamenTests bij Brain and Cognition Custom edition UU van Kalat e.a. - 3e Custom UU druk
- TentamenTests bij Cognition: Exploring the Science of the Mind van Reisberg - 7e druk
- Begrippenlijst van Cognition: exploring the science of the mind van Reisberg
- Tentamentest bij de 3e druk van Cognitive Development and Learning in Instructional Contexts van Byrnes
- TentamenTests bij de 1e druk van Cognitive Psychology van Gilhooly, Lyddy & Pollick
- TentamenTests bij Consciousness: An Introduction van Blackmore en Troscianko - 3e druk
- TentamenTests bij Consciousness: An Introduction van Blackmore - 2e druk
- Begrippenlijst bij Consciousness: An Introduction van Blackmore - 2e druk
- TentamenTests bij Critical Thinking van Moore en Parker - 13e druk
- TentamenTests bij Human factors in simple and complex systems van Proctor en Van Zandt - 3e druk
- TentamenTests bij de 2e druk van Human Factors in Simple and Complex Systems - Proctor & van Zandt
- TentamenTests bij Understanding Motivation and Emotion van Reeve - 7e druk
- Tentamens: startpagina voor oude tentamens en tentamentips per vak bij psychologie en gedrag
Work for WorldSupporter?
Volunteering: WorldSupporter moderators and Summary Supporters
Volunteering: Share your summaries or study notes
Student jobs: Part-time work as study assistant in Leiden

Contributions: posts
Spotlight: topics
Tentamens: oude tentamens voor Biopsychologie en neuropsychologie, oefenmateriaal en tentamentips
Oude tentamens voor Biopsychologie en neuropsychologie, oefenmateriaal en tentamentips
Tentamens: oude tentamens voor Cognitieve psychologie, oefenmateriaal en tentamentips
Oude tentamens voor Cognitieve psychologie, oefenmateriaal en tentamentips
Tentamens: oude tentamens voor Sociale psychologie, oefenmateriaal en tentamentips
Oude tentamens voor Sociale psychologie, oefenmateriaal en tentamentips
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourism & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden, Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden







Add new contribution