Stichting Afwikkeling Maror-gelden Overheid - Arrest

Stichting WEW (ABRvS 17-12-2014, ECLI:NL:RVS:2014:4602)

Casus

Stichting WEW is volgens artikel A3 lid 1 onder c, van de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht 2005 in beginsel bereid de vordering ter zake van deze betaling niet bij de geldnemer te vorderen, indien zij:

• Als borg een betaling heeft gedaan aan de geldgever

• Mits en voor zover naar het oordeel van Stichting WEW is gebleken dat de geldnemer ten aanzien van het niet kunnen betalen van de lening te goeder trouw is geweest

• De geldnemer zijn volledige medewerking heeft verleend om tot een zo goed mogelijke terugbetaling van de lening te geraken.

In casu vindt Stichting WEW dat er niet aan deze criteria is voldaan. Dus stichting WEW heeft aan de appellant medegedeeld dat hij niet in aanmerking komt voor kwijtschelding van de aan de geldverstrekker uitbetaalde verliesdeclaratie.

Rechtsvraag

Is de Stichting WEW een bestuursorgaan in de zin van art. 1:1 Awb?

Raad van State

Organen van privaatrechtelijke rechtspersonen die uitkeringen of financiële voorzieningen verstrekken, zijn bestuursorganen als aan twee eisen voldaan is:

• De overheid moet in beslissende mate de criteria voor het verstrekken van die uitkeringen of voorzieningen bepalen (art. 1:1 lid 1 onder a Awb)

• De overheid moet die in overwegende mate financieren (art. 1:1 lid 1 onder b Awb)

De geldmiddelen van Stichting WEW worden nagenoeg geheel gevormd door borgtochtprovisies die niet afkomstig zijn van de overheid, dus Stichting WEW voldoet niet aan het financiële vereiste. Stichting WEW kan alleen daarom al niet langer als bestuursorgaan worden aangemerkt. Beslissingen die Stichting WEW neemt, zijn geen besluiten waartegen bezwaar kan worden ingediend bij Stichting WEW zelf of waartegen beroep kan worden ingesteld bij de bestuursrechter, omdat Stichting WEW geen bestuursorgaan is.

Omdat deze uitspraak een breuk betekent met jarenlange vaste rechtspraak, is er sprake van rechterlijk overgangsrecht.