GRONINGEN-RAATGEVER - Arrest

Groningen - Raatgever, HR 17 december 1999, NJ 2000, 87

Relevante artikelen

BW art. 6:96, 6:162; Awb art. 8:73, 75

Rechtsvraag

Kan, wanneer door de bestuursrechter een besluit wordt vernietigd, de burgerlijke rechter ook de voorbereidingshandelingen van het besluitnemend orgaan onrechtmatig achten en kunnen de kosten voor de door de voorbereidingshandelingen vereiste juridische bijstand derhalve op het besluitnemend orgaan worden verhaald?

Feiten

Mevr. Raatgever ontvangt bijstand van de gemeente voor behandeling van haar gehandicapte zoon. De gemeente besluit dat zij deze bijstand verliest omdat zij aanspraak kan maken op vergoeding via de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet. Raatgever dient bezwaar in, waarbij zij hulp krijgt van een advocate.

Zij vordert, nadat het bezwaarschrift gedeeltelijk gegrond wordt verklaard, de juridische kosten van de gemeente terug. Dit wordt geweigerd.

Vervolgens dient zij een vordering bij de kantonrechter in, die de vordering toewijst, waarna in hoger beroep de gemeente stelt dat ze niet-ontvankelijk is omdat ze bezwaar en beroep kon instellen tegen de weigering van de gemeente om de juridische kosten te vergoeden. De rechtbank verwerpt het beroep op niet-ontvankelijkheid en bekrachtigd het vonnis van de kantonrechter.

Conclusie

Ja, de burgerlijke rechter moet in dit geval de voorbereidingsprocedure onafhankelijk van de vernietiging van het besluit door het college van B&W op rechtmatigheid toetsen. Indien de voorbereidingsprocedure onrechtmatig bevonden wordt kan, indien er causaal verband tussen schade (kosten juridische bijstand) en o.d. bestaat, deze schade voor vergoeding in aanmerking komen.

Dus ook al komen volgens art. 8:75 Awb de kosten van juridische bijstand in de voorprocedure in principe voor rekening van de belanghebbende, toch is het mogelijk deze kosten indien de voorprocedure onrechtmatig (6:162 BW) was te verhalen op het besluitnemend orgaan.