Psychology and behavorial sciences - Theme
- 16773 reads
In dit artikel wordt een overzicht gegeven van het onderzoek wat de afgelopen 30 jaar gedaan is naar het geven van misleidende informatie en de invloed daarop op herinneringen. Ook is gekeken naar de condities waarin deze misleidende informatie invloed heeft op het geheugen en wanneer niet. Wanneer na een bepaalde gebeurtenis verkeerde informatie gegeven werd, werd die verkeerde informatie in bijna de helft van de gevallen herinnerd als deel van de echte gebeurtenis. Het geven van verkeerde informatie zorgt dus voor beperkingen van het geheugen. De neurale activiteit tijdens de gebeurtenis en tijdens het geven van de verkeerde informatie zou het ‘misinformation effect’ voorspellen. Dit effect wijst op de veranderingen in het rapporteren van gebeurtenissen die ontstaan na het krijgen van verkeerde, misleidende informatie.
Bepaalde condities zijn vatbaarder voor misinformatie dan andere. Wanneer er een langere tijdsperiode na de gebeurtenis is en de herinnering wat begint te vervagen, is men vatbaarder voor misinformatie. Wanneer de gebeurtenis al heel lang geleden is, kan het zelfs zo zijn dat de herinnering zo zwak is dat het niet meer herkenbaar is na misinformatie. Als men niet duidelijk meer onderscheid kan maken tussen de herinnering en de misinformatie, kunnen herinneringen gemakkelijker veranderd worden. Dit wordt ook wel het ‘Discrepancy Detection principle’ genoemd. Wanneer na een kort tijdsinterval tussen de misinformatie en een test gevraagd werd of de informatie misinformatie was of dat het echt had plaatsgevonden, gaven de meesten aan dat het zowel uit de misinformatie als uit de echte gebeurtenis kwam. Het tijdelijk veranderen van iemands toestand (bijvoorbeeld teveel alcohol drinken) kan ervoor zorgen dat mensen vatbaarder zijn voor misinformatie.
Het waarschuwen van mensen voor misinformatie heeft effect, maar alleen als dit voor het geven van de misinformatie gebeurt. Een waarschuwing na het geven van misinformatie werkt waarschijnlijk niet doordat de gewijzigde herinnering al in het geheugen opgenomen is. Het waarschuwen na misinformatie heeft alleen nut als het informatie betreft die slecht toegankelijk in het geheugen is. Het maakte niet uit of de waarschuwing in het algemeen gold of specifiek was.
Sommige mensen worden meer beïnvloed door misinformatie dan anderen. Jongere kinderen zijn over het algemeen vatbaarder dan oudere kinderen en volwassenen, maar ouderen zijn weer vatbaarder dan volwassenen. Cognitieve bronnen spelen hierbij een rol, want we weten dat de effecten van misinformatie groter zijn als de bronnen beperkter zijn. Mensen met veel empathie, absorptie en zelfcontrole lijken vatbaarder te zijn voor misinformatie. Mensen zijn vatbaarder voor misinformatie als de misinformatie dichter naar het laatste testmoment gegeven werd dan wanneer het snel na de originele gebeurtenis gegeven werd.
Misinformatie kan invloed hebben op mensen die zich de echte gebeurtenis niet goed kunnen herinneren. Echter, er wordt ook gepleit voor het feit dat mensen zich de informatiebron wel herinneren, maar na overweging de misinformatie als juiste informatie zijn gaan zien.
Bij het omschrijvingen van valse herinneringen dekten mensen zich vaker in, waren de beschrijvingen langer, werd minder zintuiglijke informatie gegeven en werd vaker verwezen naar cognitieve handelingen. Soms gaan mensen zich dingen voorstellen die ze niet echt gezien hebben, dit wordt wel het ‘source misattribution effect’ genoemd.
Uitgebreide valse herinneringen (‘rich false memories’) zijn misinformatie met betrekking tot een hele gebeurtenis. Soms geven mensen kort na de verzonnen gebeurtenis aan dat ze zich dit niet of nauwelijks kunnen herinneren, maar na verloop van tijd wordt de ‘herinnering’ gedetailleerder en gaan mensen er zelf in geloven. Deze sterke vorm van suggestie wordt ook wel de ‘bekende informant verkeerde verhaalprocedure’ genoemd of de ‘lost-in-the-mall’ techniek (omdat het vaak gaat om een verzonnen verhaal over verdwalen in een winkelcentrum als kind). Ongeveer 30% van de mensen vormt als gevolg hiervan een (gedeeltelijke) valse herinnering. Dit gold ook wanneer de verzonnen gebeurtenis onmogelijk of onwaarschijnlijk was.
Misinformatie kan ervoor zorgen dat mensen iets geloven wat ze nooit gezien hebben. Dit geldt zelfs voor uitgebreide valse herinneringen. Deze valse herinneringen kunnen gedetailleerd zijn. Neurologisch onderzoek naar dit fenomeen wijst uit dat er meer sensorische activiteit is bij een waargebeurd verhaal dan bij een verzonnen verhaal. Ook is zijn de hippocampus en andere nabijgelegen gebieden actiever bij een verzonnen gebeurtenis. Misinformatie kan zowel bewust als onbewust gegeven worden.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1497 | 2 |
Add new contribution