Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema
- 17209 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Mevrouw Van Geest koopt een tweedehands auto. Zij is ondeskundig op het gebied van auto’s. Na de koop wordt een ANWB-keuring uitgevoerd en daaruit blijkt dat de auto betrokken is geweest bij een botsing waarvan de gevolgen slecht zijn hersteld. De auto bevindt zich in slechte staat. De verkoper Nederlof was hiervan op de hoogte, maar heeft hier niets tegen Van Geest over gezegd. Van Geest doet een beroep op de vernietigingsgrond dwaling (6:228 BW). Meer specifiek betoogt zij dat Nederlof zijn mededelingsplicht in de zin van art. 6:228 lid 1 sub b BW heeft geschonden. Ter verweer voert Nederlof aan dat Van Geest haar onderzoeksplicht heeft geschonden. Voor een succesvol beroep op art. 6:228 lid 1 sub b BW en dus een spreekplicht voor de wederpartij, gelden de volgende vier vereisten: a. De betrokkene is van de ware stand van zaken op de hoogte, althans hij mag geacht worden daarvan op de hoogte te zijn. b. Hij beseft of moet beseffen dat het punt in kwestie voor de ander van belang is. c. Hij moet er rekening mee houden dat de ander dwaalt. d. De betrokkene behoort naar redelijke, in het verkeer gangbare opvattingen de ander uit de droom te helpen.
Welke waarde moet in het kader van een beroep op dwaling ex art. 6:228 lid 1 sub b BW gehecht worden aan een schending van de mededelingsplicht door de ene partij en een schending van de onderzoeksplicht door de andere partij?
De Hoge Raad stelt in dit arrest voorop dat wanneer een partij haar mededelingsplicht heeft geschonden, de goede trouw zich er in het algemeen tegen zal verzetten dat zij, ter afweging van een beroep op dwaling, aanvoert dat de wederpartij het ontstaan van de dwaling aan zichzelf heeft te wijten. De door de Hoge Raad tot uitgangspunt genomen regel geeft aan dat, wanneer een spreekplicht bestaat, de betrokkene zijn wederpartij gewoonlijk van de ware stand van zaken op de hoogte zal moeten stellen. Dat de andere partij haar onderzoeksplicht heeft geschonden, doet daar niets aan af. Art. 6:228 lid 1 sub b BW strekt er juist toe ook onvoorzichtige kopers te beschermen tegen een dwaling die is veroorzaakt doordat de andere partij relevante gegevens verzwijgt. Het feit dat een koper ondeskundig is en niet voor de koop door een deskundige de auto laat onderzoeken brengt niet mee dat de koper het recht om zich op dwaling te beroepen verliest. In het algemeen bepaalt de Hoge Raad dus dat een schending van de mededelingsplicht in de regel zwaarder weegt dan een schending van de onderzoeksplicht.
Arresten en jurisprudentieVolunteering: WorldSupporter moderators and Summary Supporters
Volunteering: Share your summaries or study notes
Student jobs: Part-time work as study assistant in Leiden


There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourism & Sports
Main study fields NL:
Add new contribution