Society and culture - Theme
- 2559 reads
Hierin wordt verteld hoe dit boek tot stand is gekomen.
De ‘Marjorie Shostak Prijs’ werd uitgereikt voor excellentie en menselijkheid in etnografisch schrijven. Dat jaar werd de prijs gewonnen door Sarah. Zij handelde als een nieuwsgierige buitenstaander tijdens haar onderzoek in Corsica. Ze schreef alsof ze naar haarzelf keek van binnen en van buitenaf tegelijkertijd, en natuurlijk ook naar de mensen van daar kijkend. Ze beschreef haar ervaring in een zelfverzekerd en openhartig verhaal. Sarah schreef met autoriteit, niet arrogantie. Ze schreef niet op een manier van ‘Jij en ik in de geheime gemeenschap van sociale wetenschappers, zijn we niet speciaal!’ maar juist op een manier van ‘Jij, ik en de mensen waarover ik je probeer te informeren, zijn in de mensen-familie, is het niet opvallend hoeveel we begrijpen?’.
Een paar maanden later deelde Sarah haar idee met Melvin om antropologen waarvan zij de geschriften over veldwerk en reizen het best vond uit te nodigen, om de essays over hun ontmoetingen met ‘hun mensen’ te bundelen. Deze bevatten dan niet hun theorieën, methoden, resultaten of interpretaties, die ze al gepresenteerd hebben in de academische wereld, maar enkel hun ervaringen. De proza is idealerwijs transparant en persoonlijk: de emoties van een vreemdeling in een vreemde wereld. Met de gedachten gedempt of afwezig, zoals ze zijn tijdens de eerste ontmoeting, voor de analyse.
De essays in het boek zijn opmerkelijke menselijke documenten, vastgelegd door het binnendringen van waarnemers in fijne proza. Degene die wil zien en begrijpen hoe het is om uitgenodigd te zijn in de ongewone levens van uitzonderlijke mensen, op plaatsen ver van hier die toch dicht bij het hart blijken te zijn, kan het best beginnen met het omslaan van deze pagina.
Toen Sarah voor het eerst het boek ‘Nisa’ van Marjorie Shostak las, zag ze dat het niet enkel ging over de levensgeschiedenis van !Kung vrouwen, maar ook over Shostaks persoonlijke relatie met de vrouwen. ‘Nisa’ is een ontdekking van een ander echt menselijk beeld van de wereld. Deze bundel van essays is geïnspireerd op Marjorie Shostaks benadering over het denken en schrijven over cultureel verschil, een benadering die niet bang is om het culturele verhaal incompleet achter te laten.
In 2007 vertrok Sarah met haar man en zoon naar Corsica. Ze ging hierheen voor antropologisch onderzoek naar nationalisme en etnische identiteit. Al snel bleek dat onvoldoende beheersing van de Franse taal en verschillen tussen hun gewoontes en die van lokale bewoners voor verwoestende verwijten kon zorgen.
Wanneer we in een andere cultuur wonen, weten we vaak niet hoe we ons moeten uitdrukken en behoren te gedragen. De ervaring van cross-cultureel leven herinnert ons eraan dat we weinig weten over wat schaamte, hoop, teleurstelling en lachen werkelijk is.
Binnen de antropologie is er veel discussie geweest over hoe je zelfreflectie moet integreren in antropologische geleerdheid. Het is belangrijk om te onthullen hoe onze ideologische vooroordelen onze vragen en conclusies beïnvloeden. Aan de ene kant zoeken we naar een dynamische en genuanceerde visie van wat cultuur is. Aan de andere kant heeft deze uiting van de positie van de etnograaf zijn eigen ideologische beperking. De focus komt meer op antropologie en de antropoloog te liggen, dan op de mysteries van cultureel verschil in bepaalde kwesties.
Shostak drukte zich niet uit in een theoretisch raamwerk zoals in veel zelf-reflexieve antropologie, maar in alledaagse woorden vanuit het hart. Dit is een bundel van essays waarin antropologen, die gewoond en gewerkt hebben in culturen van over de gehele wereld, zich losmaken van het academisch jargon. Zij vertellen simpelweg hun verhaal, de traditionele geleerdheid alsook de extreme zelf-reflexiviteit achter zich latend.
Ruth Behar vertelt over hoe het is om ervan beschuldigd te worden een lokaal kind kwaad te hebben aangedaan. Alma Gottlieb en Philip Graham delen hoe het voelde wanneer een lokale mentaal instabiel geworden man zich fixeerde op hun familie en hun zoon in gevaar bracht. M. Cameron Hay beschrijft haar worsteling toen ze werd geconfronteerd met de culturele norm van het goedpraten van diefstal, die haar begrip van waarheid ondermijnt.
Een antropoloog verschijnt niet simpelweg, zoals Chris Boehm schrijft in zijn essay. Louise Brown arriveert niet enkel in Pakistan om eer te bestuderen in de prostituerende onderklasse door jonge prostituees te zoeken om te interviewen, hun antwoorden op te nemen uit te werken - het is niet zo simpel. Jessica Gregg leert snel dat als ze meer wil weten over de relatie tussen ziekte, dood en armoede onder vrouwen in Brazilië, ze de onderzoeksbijeenkomsten in het lokale ziekenhuis achter zich moet laten en naar de kartonnen krotten in een dichtbij gelegen sloppenwijk moet gaan. Liza Dalby ontdekt dat betekenisvolle antwoorden zich altijd net buiten de categorieën bevinden die ze van te voren bedacht.
Om tot relevante culturele informatie te komen moeten we onze grenzen, concepten van realiteit, verwachtingen en geloven verleggen.
Culturele verschillen en misverstanden worden in toenemende mate gezien als oorzaak van mondiaal conflict, van gewoonten, tot religieus verschil, tot verschillende visies van moraliteit en gerechtigheid. Dit is ook te zien in ‘ons’ eigen land (Engeland): scheuren in het politieke landschap worden dieper. Beleidsmakers werken hard om de gaten tussen groepen te overbruggen. In deze essays wordt gesuggereerd dat het belangrijk is om in onze eigen oplossingen te betrekken dat het confronterende culturele verschil nooit logisch of redelijk kan zijn.
De zestien essays vertellen elk op hun eigen wijze over manieren hoe we ons weer kunnen verbinden, om mens te worden voor degene die we onderzoeken en hun mens te laten zijn voor ons - een moeilijke maar niet onmogelijke uitdaging.
Abu-Loghod heeft onderzoek gedaan naar de Haj en zijn familie in El Alamein in Egypte. Een aantal jaren later kwam ze er terug, daarover schrijft ze dit hoofdstuk.
De Haj is ziek en ligt in het ziekenhuis, hij had een beroerte. Hij wil geen medicijnen, enkel verse melk. De dokters zeggen dat hij een zware tong heeft. Hoewel hij er op stond dat hij een dag naar huis zou gaan, om Lila te zien, moest hij toch in het ziekenhuis blijven.
Pas heeft hij nog een conflict bemiddeld, wat zwaar was. Hij is al zevenennegentig en wordt voortgeduwd in een rolstoel.
Haj is een titel die je verwerft door een pelgrimstocht naar Mekka. Hoewel meerderen de tocht hebben gemaakt, is hij (de Haj) de enige met deze titel.
De intense dagen na Lila’s aankomst herinnerden haar aan het feit dat in deze gemeenschap families erg verbonden zijn. De Haj werd gerespecteerd voor zijn gaven als rechter, prater en charismatische leider.
Toen Lila zesentwintig was, was ze nog verlegen maar had ze sterke gevoelens: een wanhopige drang om de wereld te begrijpen van degenen die ze onderzocht.
De vrouwen van de Haj waren bezig met het opvoeden van kinderen en de omgang met een man die ingewikkeld en speciaal was. De Haj stond in het aandachtspunt en reisde over het territorium van Bedoeïenen voor handelsonderhandelingen. Vroeger had hij een zwaarder leven met smokkelen van goederen over landsgrenzen, het herstellen van landmijnen van de tweede wereldoorlog en het beheren van zijn kudde kamelen. Toch is hij nog jong genoeg om liefde te herinneren.
De relatie tussen de Haj en Lila was echt, ondanks de verschillen in cultuur en religie. Hoewel Lila leefde op een manier die vreemd voor hun was, accepteerde de Haj haar om haar Arabische en Islamitische achtergrond. Religie was belangrijk voor de Haj en zijn Bedoeïenengemeenschap, in elk aspect van hun leven. Voor Abu-Loghod zelf niet: ze kronkelt tussen verschillende geloven. Ze heeft nooit de gewoonte van religie gehad, maar de gewoonte van humanisme. Wel participeert ze zoveel mogelijk wanneer ze in de wereld van de Haj is - zo praat ze bijvoorbeeld over Gods macht.
Er was een tweede onderscheid tussen haar en de Haj. Een kwetsende scheiding die karakteristiek is voor de onoverbrugbare relaties tussen de tussen het geciviliseerde en de barbarische, de verlichting en het achtergestelde: de scheiding tussen degenen die zijn voor vrouwenrechten en gelijkheid en degenen die dat niet doen. Dit is terug te zien in het feit dat de Haj haar altijd wilde beschermen als zijn dochter. Een keer zocht hij naar zijn portemonnee, maar kon hem niet vinden - hij wilde haar geld toestoppen, al was ze een succesvolle academicus. Zijn dochters zijn niet naar de universiteit gegaan, er kan immers wat gebeuren zo ver van huis. Hij is een man die meerdere vrouwen heeft. De vrouwen bedekken zichzelf als ze in publiek treden en behouden een respectvolle afstand van mannen. Wel ondersteunt hij zijn vrouwen en kinderen.
Nieman kende het VN-Vrouwenverdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen of wilde hier mee te maken hebben. Gender gelijkheid was geen onderdeel van hun vocabulaire. Feministen zouden deze samenleving patriarchaal noemen door te wijzen naar de manier waarop vrouwen genesteld zijn in de familie, hoewel dit ook voor mannen geldt.
Toch waren Lila en de Haj verbonden, door een soort verwantschap en wederzijdse herkenning van complexiteiten. Zijn spelende affectie met zijn kinderen deed haar denken aan haar vader. Lila hield van zijn dochters.
Verspreid over dertig jaar, hebben ze veel gedeelde belevenissen, waarvan een paar jaar intens. Dit overbrugde de verschillen. Elke intieme relatie bevat ook overbruggingen. Door zulke persoonlijke ervaringen leren we over het mens-zijn, over een soort verwantschap dat zich ontwikkelt door intens samen te leven, het samenleven dat deel kan zijn van antropologisch veldwerk.
Toen de Haj overleden was, bezocht Lila Egypte nog eens en bracht ze foto’s mee. De foto’s zaten vol nostalgische geschiedenis. Lila was niet de enige die hun hun geschiedenis gaf; de Bedoeïenenfamilieleden hadden hun eigen geheugen, poëzie, documenten en foto’s.
Ze keken naar de foto’s die ze had meegebracht. De foto’s met degenen erop die al overleden waren. Ze voelde toen hoe sterk ze verbonden waren door de gedeelde herinneringen van degenen die een groot deel van deze familie waren maar niet langer leefden. Samen voelden ze hun afwezigheid.
De Haj bracht een paar maanden voor zijn staking alle mannen van zijn extended family bij elkaar om hen het belang van het verbonden blijven en samenwerken te vertellen. Hij vertelde wie familiehoofden zouden zijn en hield zich zo bezig mijn zijn eigen dood.
Nu bleek dat hij haar die ene keer niet gewoon geld wilde toe stoppen, als een generiek beschermende gulheid, van een vader richting een dochter. Hij wilde haar Amerikaanse dollars toe stoppen, haar soort geld. Het was een gebaar van gulheid die inzag wie zij specifiek was. Zij was de afwijkende dochter die tegelijkertijd wel en niet was als zijn andere dochters. Ondanks dat Lila kwam van een andere plek op de wereld, zijn ze onderdeel geworden van elkaars leven.
La Negrita en de incidentele katholiek
Maureen verteld dat haar moeder katholiek is, maar dat ze niet weet hoe ze dat geworden is.
In juli 2003 zit Russel bij Maureen thuis in Puerto Limon, Cosa Rica. De hitte is er altijd beklemmend. De moeder van Maureen komt van Jamaica, maar is al vroeg naar Costa Rica gebracht. Ze was alleen en ging naar de katholieke kerk. Iedereen van hun is opgegroeid in de katholieke kerk.
Russel leerde Maureen kennen in 1997 toen Russel begon aan zijn onderzoek naar de esthetiek van assimilatie onder Caribische migranten in Centraal Amerika. Russel huurde een kamer bij de zus van Maureen. De kamer bevond zich in de buurt die bekend stond als de Jamaica Town, omdat de oorspronkelijke bevolking van deze buurt bestond uit arbeidsmigranten afkomstig uit Jamaica.
Limon is uitgevonden door United Fruit Company. Maureens moeder groeide op in Limon gelegen aan de treinrails, aan de andere kant van de rails lag het hoogland Central Valley, waar het grootste deel van de nationale Costa Ricaanse bevolking woonde. Costa Rica veranderde zijn unieke nationalistische zelfbeeld op een schoon gewassen geschiedenis van Europese nederzetting. De Caribische arbeidsmigranten waren een bedreiging voor de gefabriceerde puurheid en werden verboden door de wet om Central Valley binnen te komen.
Maureen werd geboren na de grote staking van bananenarbeiders in 1934, wat de positie van de United Fruit Company verzwakte. Maureen herinnert enkel de turbulente tijd van de jaren ‘70 wanneer de Afro-Costa Ricaanse arbeiders bleven worstelen voor aandacht in een land dat hen als buitenlanders bleef zien. Niet veel later werd de carretera gebouwd, een tweebaansweg.
Hierover heeft Russel al veel geschreven, hij keerde terug voor een andere reden.
“Heb je ooit La Negrita bezocht in je jeugd?” vroeg Russel. “Nee” antwoordde Maureen op een droevige manier.
Russel is katholiek opgevoed maar is gestopt met geloven, ergens in de liminale ruimte van de jeugd. Het was meer een pauze dan een volledige stop. Op de middelbare school merkte hij dat hij geen katholiek was maar een christen. Wat dit met de esthetiek van assimilatie onder Caribische migranten naar Centraal Amerika te maken heeft? Niets, nam hij aan.
Rosita vertelt even gepassioneerd over geloof als Maureen. Ze vertelt over de Maagd zonder kleding: er waren twee vrouwen die als enige kleding voor haar mochten maken. Nu komen mensen uit het hele land met kleding van het icoon. Door middel van applaus wordt dan bepaald welke kleding ze aanhoudt. Ze beschrijft het ritueel dat deel is van de viering van La Negrita, de titel voor La Virgen de Los Angeles.
La Negrita is een verschijning en icoon van Maagd Maria. Ze verscheen echter niet zoals bekende verschijningen in een lichamelijke vorm die een relikwie achterlaat voor toewijding. La Negrita verscheen als een relikwie, een icoon van rond de twintig centimeter hoge vulkanische steen uitgebeiteld in de vorm van Maria met kind gewikkeld in een mantel. Ze heeft meer verschijningen gehad en is de patrones van het onafhankelijke Costa Rica. In de tijd van de staking is er een nieuwe basiliek gebouwd om haar te eren. Hier komen nog steeds duizenden pelgrims op af. Op twee augustus is haar feestdag, de dag ervoor wordt de Vesticion genoemd. Dan worden de jurken één voor één aangetrokken bij Maria en elk kledingstuk dat de icoon heeft aangeraakt word als gezegend beschouwd. De interesse van Russel in La Negrita was echter enkel academisch.
Russel leerde Rosita door de jaren heen steeds beter kennen. Ondanks dat Russel afstond van het katholicisme, verbond het hen wel. Hij ging mee naar de basiliek en liep twee pelgrimstochten mee. Hij merkte dat door Rosita te kennen, hij La Negrita kende. La Negrita bleek de sleutel te zijn tot een diepere geschiedenis van raciale politiek in Costa Rica.
De gemeenschap van volgers die zich rondom het icoon organiseerde, werd geïdentificeerd als pardo, Afrikaans, tot in ieder geval 1780. Dat lijkt nu vergeten. Russel begon te onderzoeken wat de connectie was tussen La Negrita en de geschiedenis van ras.
De meest bevredigende momenten waren voor Russel wanneer hij met Rosita en haar groepje vrouwen in de basiliek was en ze de kleding van het altaar veranderden. Door zijn jaarlijkse bezoek werd hij een soort mascotte van deze heilige altaar vereniging. Het hielp dat hij hoger kon rijken dan de meesten, wanneer rond de icoon gestoft moest worden.
Toen Russel op een keer naar het altaar liep, merkte hij dat hij zijn hoofd boog en het kruis sloeg. Dat voelde vreemd omdat hij niet in dit icoon geloofde. Hoewel hij technisch gezien een katholiek was, was hij een christen. Nu leek dit opeens niet meer zo ver uit elkaar te liggen, maar leek het meer een dunne lijn.
Het is juli 2005, Russel zoekt Maureen in de basiliek. Zij is hierheen gekomen omdat er een speciale mis is voor Puerto Limon. De priester die rond liep met hosties kwam nu op hem afgelopen. Russel dacht na over wat hij zou doen, hij kon hem weigeren, hij was niet bang voor gêne. Russel maakte zich eerder druk om wat het zou betekenen als hij het wel accepteerde. Op het laatste moment zou hij een stap naar de priester moeten doen om een hostie aangeboden te krijgen, maar dat deed hij niet. De priester liep door.
Later trof hij Maureen, haar kleindochter Michelle en de huishoudster Rosa, in een restaurant. Maureen had hem gezien gedurende de mis maar zei niks over zijn ontmoeting met de priester. Maureen is een toegewijde katholiek, maar haar interesse in La Negrita is nooit zo geweest als die van Rosita.
Na de lunch liepen ze door de menigte van voornamelijk blanke Costa Ricanen, de Afro-Costa Ricanen zijn nog steeds in de minderheid. Ze liepen naar het nieuwe museum dat aan La Negrita geweid is. In het museum staan de relikwieën en is tevens het verhaal beschreven waarin het meisje dat het icoon vond als Indiaans wordt aangeduid.
Een vrouw voor hen vraagt aan Michelle hoe laat het is. Omdat Michelle geen horloge heeft, vertelt Russel hoe laat het is. Hij wordt echter genegeerd. Uiteindelijk verteld Rosa hoe laat het is, de vrouw antwoord met ‘Bedankt Negrilla’. Het blijkt dat dat veel voorkomt, bijgeloof onder de blanke Costa Ricanen dat een ontmoeting met een donkere huidskleur geluk brengt. Russel dacht dat dat iets van het verleden was, maar toen hij de massa’s blanken wachten om de rots aan te raken waarop La Negrita verscheen, om flesjes te vullen met bronwater en om te zien of hun jurk gekozen wordt voor het icoon, bedacht hij zich dat dit het bijgeloof was op grote schaal. De vrouw die de tijd had gevraagd droeg zelf een horloge.
Russel heeft geholpen met de voorbereidingen, nu wacht hij op de priester die de jaarlijkse ceremonie opent. Door het overweldigende aantal jurken, heeft de priester de avond ervoor de zes mooiste jurken uitgezocht. Eén voor één trekt hij de jurken over het icoon. De winnaar wordt duidelijk door het applaus. De winnaar is Iris, een lid van de altaar vereniging. Het was een diepe uiting van toewijding. De priester geeft de jurk van het voorgaande jaar aan Iris. Vervolgens doen de vrouwen moeite om de jurk aan te raken. Een vrouw pakt de jurk en maakt het teken van het kruis en knuffelt het tegen haar borst. Een volgende pakt de jurk, en zo gaat het door. Uiteindelijk pakt de priester de jurk en neemt hem mee.
De belangstelling voor een jurk voelt vreemd voor Russel. Daarbij de context van wijdere raciale politiek, had hij echt gedacht dat hij door kon gaan als een echte gelovige? Wilde hij dat überhaupt?
Toch kon hij een zekere verwantschap met Maureen, Rosita en de rest van de altaar vereniging niet ontkennen. Vroeger sliep hij ook met een terracotta kruis om zijn nek, hij gelooft in dezelfde God. Hij denkt hieraan terwijl hij met de menige mee loopt. Dan opeens staat hij oog in oog met de bisschop. Hij houdt een hostie voor Russel. Russel aarzelt maar neemt hem aan; ‘amen’.
Jaren later denkt hij nog aan dit keerpunt, het keerpunt in zijn onderzoek en in zijn vrede met het katholiek zijn. Hij balanceert nog steeds tussen het christendom en het katholicisme en gaat nu vaker naar een episcopaalse kerk. Als hij mensen ver weg wil kunnen begrijpen, moet hij eerst zichzelf begrijpen. Als zij hem daarbij kunnen helpen, des te beter.
In een kast op mijn werkkamer staat een plastic flesje in de vorm van La Negrita gevuld met water van bij de basiliek. Hij gebruikt deze in zijn colleges. Hij gelooft niet werkelijk in de Heilige Maagd. Maar ernaast bevind zich het terracotta kruis. Je kunt nog steeds de barsten erin zien waar hij hem terug aan elkaar heeft gelijmd.
Alma en Philip waren met hun zoontje Nathaniel op veldwerk in een Beng dorp van Ivoorkust. Ze keken naar een voetbalwedstrijd van kinderen. Een man kwam naast hen zitten en groette hen in het Frans. Ze lieten blijken dat ze Beng spraken, maar de man bleef doorgaan in het Frans. Zijn naam is Emmanuel, maar iedereen noemt hem Matutu, al vind hij dat geen mooie naam.
Philip keek op van zijn werktafel, daar stond Matutu. Hij stond te dichtbij, lachend, Philip raakte al gewend aan het feit dat mensen in zijn persoonlijke ruimte stonden. Ze wisselden de ochtendgroeten uit. Philip wilde verder typen. Toen bracht Matutu een sigarettenpakje naar zijn gezicht dat hij had omgeknutseld tot een fototoestel, en maakte een klik geluid. Philip speelde mee en trok bekken zoals Beng mensen dat doen op foto’s. Ze speelden het spel van culturele omkering. Hij ging lang door en Philip wilde weer verder typen. Matutu keerde zich naar Alma en Nathaniel, maar gaf al snel op. Matutu ging naast Philip zitten en wilde dat Philip naar zijn zelfgemaakte fototoestel keek. Nathaniel bekeek ook het fototoestel en maakte zelf een foto. Matutu was hier niet blij mee, het spel van culturele omkering was verbroken. Hij wilde zijn camera terug en vertrok. Ze snapten er niks van.
Amenan, de roddeltante, kwam al snel en vertelde dat Matutu gek is. Hij was de stadskapper, en is inmiddels een jaar gezond. Maar sinds zij naar Asagbé zijn gekomen zegt hij weer dat hij de premier is. Wat ze dachten dat een act was, bleek dus tragisch te zijn.
Antropologen willen altijd denken dat ze onzichtbaar veldwerk kunnen doen, nu lijkt het er zelfs op dat zij de gekte van de man weer hebben aangewakkerd. Was hun aanwezigheid wel zo simpel? In een stad zonder elektriciteit en water, waarheen zij hun caravan met westerse spullen brachten.
Die avond kwam Matutu weer langs. Ze nodigden hem uit voor het avondeten, hij schudde zijn hoofd. Vervolgens zette hij zijn tas neer en begon ananassen en sinaasappels uit te delen. Dit was erg vrijgevig, ze bedankte hem. De zaklantaarns op tafel trokken zijn aandacht, vervolgens een boek en daarna Alma’s horloge. Matutu gaf hier complimenten over. Vervolgens liet hij een kaart zien, hierop stond ‘demonstratie van psychose’. Wist hij wat erop stond?
Hij haalde andere dingen uit zijn tas en vroeg bij alles om bevestiging dat het mooi was. Na deze vraag en antwoord uitwisselingen, begon hij een blikje sardientjes leeg te eten. Ondertussen vertelde hij over zijn rijkdom. Philip moest de neiging onderdrukken om de ogen van haar zoon te bedekken voor deze vreemde vertoning.
Een menigte mensen verzamelde zich, de gebruikelijke reactie van het drop wanneer er iets vreemds gebeurt. Er werd iets geroepen naar Matutu, hij werd boos en vertrok.
Iemand vertelde dat hekserij Matutu gek heeft gemaakt. Philip dacht bij zichzelf dat zij de onbedoelde beoefenaars bleken te zijn.
Ze stonden vroeg op, binnen een paar minuten waren Philip, Alma en Nathaniel klaar om te gaan. Vrouwen van het dorp waren al bezig met het voorbereiden van het ontbijt. Amenan vroeg of ze niet wilden blijven voor het ontbijt. Ze vertelden uiteraard niet dat ze eigenlijk het liefst weg wilden voor Matutu wakker zou worden en gingen naar Abidjan om medicijnen en eten te halen. Ze wilde voorkomen dat Matutu weer een scène ging maken en mee zou willen. Ze hadden hem daarin al eens eerder teleurgesteld.
In Abidjan kreeg Philip het bericht dat zijn vader overleden was. Het bericht kwam echter laat, waardoor het niet meer mogelijk zou zijn om op tijd bij de begrafenis te kunnen zijn. Ze bedachten dat het misschien goed zou zijn om een Beng begrafenis te houden. Terug in het dorp begon Amenan meteen de begrafenis te regelen.
Amenan vertelde later dat kort nadat zij vertrokken waren naar Abidjan, Matutu vroeg waar zij waren. Toen Matutu hoorde dat ze naar Abidjan waren, wilde hij hen volgen. Toen hij echter niet de fiets van zijn broer mocht lenen, werd hij boos en viel hij hem aan. De familie van Matutu bond hem vast aan een stuk hout aan de andere kant van het dorp. Daar zit hij nu een paar dagen, proberend om zichzelf vrij te maken. Philip en Alma schrokken van dit nieuws: waar zou deze obsessie met hun familie toe leiden?
Gedurende het aantal ceremonies van zijn vaders dorpsbegrafenis, heeft Kokora hem ‘s ochtends opgezocht om te vertellen over zijn dromen. Philips Amerikaanse vader kwam nu voor in het Beng hiernamaals. De geest van zijn vader zweeft nu door hun dorp.
Matutu’s vader kwam langs met de vraag of ze medicijnen voor zijn zoon wilden kopen. Het leek Alma echter geen goed idee om medicijnen te geven, de vorige keer hadden ze ook niet geholpen. Een healer leek haar een beter idee.
Ze vonden een healer in Asagbé, het zou een goede zijn. Een week later reden ze met deze healer in de auto. De weg zat vol gaten waardoor Philip gefocust moest blijven op de weg. Na vier keer de auto uit een gat geduwd te hebben, begon Philip te vloeken en kon hier niet mee stoppen. Al het opgehoopte verdriet van het overlijden van zijn vader kwam naar boven.
Alma begon met de healer te praten, met Nya Kofi als tolk. Nathaniel mengde zich. De healer had met de heksen gesproken, ze zou Matutu genezen door klein geld te geven aan kinderen van het dorp en aan Matutu een kruidenmengsel. De heks verantwoordelijk voor de gekte van Matutu bleek zijn moeder te zijn. Beng hekserij gaat via de maternale lijn.
Toen Philip achter zijn typemachine zat hoorde hij Matutu. Philip hoopte dat hij ongestoord verder kon gaan, zonder weer een scène mee te maken. Misschien ook juist wel als inspiratie voor zijn boek. Toen hoorde hij dat Matutu boos was, Matutu bedreigde iemand met een schaar. Matutu begon vervolgens een doosje in stukjes te knippen, terwijl hij ‘Djenu’ zei. Philip realiseerde zich dat dat Nathaniels naam is in het Afrikaans. Philip schrok hiervan. Opeens waren Nathaniel en Alma niet zo veilig meer.
Niemand voelde zich veilig, ze waren het eens dat Matutu weer naar het psychiatrische ziekenhuis moest. Toen Matutu dit hoorde maakte hij zoveel opstand dat hij weer werd vastgebonden, maar ontsnapte.
Amenan vertelde dat er meer mannen in de buurt gek zijn. Mannen die zichzelf premier verklaren en je vervloeken als je ze beledigt. Toch hadden Alma en Philip het idee dat de gekte samenhangt met moderniteit. Ze kwamen daar met al hun spullen, elke dag werd er benadrukt hoe arm Matutu is en zal blijven.
Alma klikte het lampje aan, klikte haar pen open en begon met schrijven.
De vrouwen van Mexquitic
David en Ruth verhuisden naar Mexquitic, Mexico. David ging erheen om de agrarische reformatie te bestuderen. Ruth ging mee met David, hij was immers ook met haar meegegaan toen zij onderzoek deed in Spanje.
Ze waren net getrouwd en erg verliefd. Ze maakte hun patio samen mooi. Ruth bleef binnen, druk aan het typen voor haar thesis terwijl David met de mensen sprak. Er werd gegrapt dat David zijn vrouw binnen hield omdat hij niet wilde dat de mannen naar haar keken.
Als ze in een stad waren geweest, zou niemand bezig zijn met deze buitenlandse vrouw. Ruth was geen gringa of Mexicaanse, het was niet duidelijk wat ze was.
Op een avond kwam een groep vrouwen naar hun poort, geleid door Sylvia, een lerares. Ze waren benieuwd naar Ruth. Ruth nodigde hen uit naar binnen. Ze wisten dat Ruth het druk had en wilden weten waarmee. De vrouwen hadden tamales meegebracht, een warm gerecht. Hoewel Ruth hen uitnodigde om mee te eten, wilden ze niet meer van haar tijd roven. Ruth genoot juist van het gezelschap, maar toch gingen ze. Ruth genoot van de tamales. Ze proefde de smaak van Mexico en was banger dan ooit om klaar te zijn met haar thesis en naar buiten te komen.
Een paar maanden later ging Ruth van huis tot huis om de vrouwen te leren kennen. Allen hadden ze kinderen, veel kinderen. Wanneer een vrouw geen kinderen kon hebben, kreeg ze er een van een zus of nicht om op te voeden. Om een vrouw te zijn, moest je moeder zijn.
Sylvia vertelde dat ze zwanger was maar niet wilde dat iemand het wist. Ze was al achtendertig, ze voelde zich te oud en had niet meer verwacht zwanger te worden. Aan het einde van de zomer werd haar jongste dochter geboren. Nog steeds was er genoeg ruimte, voedsel en liefde voor ieder.
De meeste vrouwen waren niet zo gelukkig. Hun man schreeuwde en was hardhandig. De mannen accepteerden geen anticonceptie. Het was een teken van mannelijkheid om vader te zijn van veel kinderen.
Er was een jonge dokter in het dorp, zij kwam van een andere plek. Ze was alleen, voelde zich net als Ruth een buitenstaander en ze werden bevriend. Maar ook de doctora vond dat je als vrouw kinderen moet baren. Drie kinderen, want één is zielig, als je er twee hebt en een overlijd, heb je er nog maar één. Als je er drie hebt en één overlijdt heb je er in ieder geval nog twee. Ze had een Mexicaanse gevoeligheid voor de kwetsbaarheid van het leven.
Op een avond werd Ruth geroepen door een jongen, ze moest naar de doctora gaan. Daar moest ze helpen bij een geboorte, het dertiende kind van een vrouw. Twee maanden later werd ze weer zwanger maar had problemen met de geboorte. In het ziekenhuis werden zonder te vragen haar eierstokken doorgeknipt. Ze baarde al kinderen sinds haar vijftiende.
De man van deze vrouw was woedend, vervloekte en schopte haar. Hij dacht dat het een samenzwering was en verliet haar.
Ruth zelf was midden twintig en wilde nog niet denken aan kinderen. Hoe meer ze echter omging met de lokale vrouwen, hoe vreemder het voelde om geen kind te hebben. Zelf had ze een leven gecreëerd met haar hoofd, haar thesis, maar ze kon geen manier vinden om dit uit te leggen. Van verschillende kanten kreeg ze te horen dat het de goede tijd was voor het krijgen van kinderen, waar wachtte ze op? Ruth raakte geïnteresseerd in het moederschap en begon boeken te lezen over vruchtbaarheid.
Er was een healer in het dorp die Ruth wilde leren kennen. De healer wilde echter niet geïnterviewd worden. Ruth besloot daarom om naar haar toe te gaan met een vraag; ze was onzeker over haar toekomst. De healer hielp haar en vertelde dat Ruth snel antwoord zou krijgen door witte bloemen onder haar matras te leggen. Een paar weken later was ze de bloemen vergeten.
Ruth ging langs bij Dona Magara. Er lag een baby te slapen, haar kleindochter. Toen de baby wakker werd, begon ze vreselijk te schoppen en te zoeken naar aandacht. Dona Magara zei dat als de moeder terug was, zij de baby op zou pakken. Ruth kon het niet meer aanzien en begon de baby te wiegen en kietelen. Het kindje kalmeerde en lachte. Toen de moeder thuis kwam, nam ze het kind over zonder te bedanken voor haar zorg.
De volgende dag kwam een andere kleindochter aan de deur bij Ruth. Het meisje vertelde haar dat haar oma met Ruth wilde spreken. Ruth volgde het meisje. Eenmaal daar wachtten Dona Magara en de moeder van de baby op haar, beide keken ze somber. De moeder van de baby vertelde dat de baby de hele nacht heeft gehuild. Ze denken dat Ruth de baby ojo heeft gegeven. Ze verzochten Ruth om het hoofd van de baby vast te houden en haar schoon te vegen met Ruths blouse, om te bewijzen dat ze geen kwade bedoelingen had.
Ruth schok van dit verzoek, hoe had ze iets slechts bedoeld kunnen hebben voor de baby? Ze vond dat ze nog bedankt had moeten worden voor het vermaken van de baby. Het bleek echter het omgekeerde, ze dachten dat ze het kind het boze oog had gegeven. Toch deed Ruth wat haar gevraagd werd. Gelukkig herstelde het kind de volgende dag.
Niet lang na het incident ging Ruth naar Dona Magara om haar post op te halen. De post werd altijd bij Dona Magara afgeleverd, iedereen haalde het bij haar op. Als je geen goede band met haar onderhield vertelde ze je dat er geen post was. Daarom kocht Ruth regelmatig wat bij Dona Magara.
Ruth had een brief ontvangen waarin stond dat ze was aangenomen voor twee postdoctorale fellowships. De bloemen hadden haar het antwoord gegeven, ze zouden niet voor altijd expats zijn. Er was een leven, een doel, dat hen terug riep naar de andere kant van de grens.
In Baltimore waar Ruth was voor haar fellowship voelde ze zich slecht, hongerig en duizelig. Bij de dokter bleek dat ze niet ziek was maar zwanger. Ze was achtentwintig, de vrouwen in Mexquitic hebben hun magie op haar uitgeoefend. Gedurende haar zwangerschap werd ze vrolijker en kreeg meer energie, ze werkte productiever.
Ruth en David vertrokken naar Ann Arbor. Hier werd Ruth elke ochtend huilend wakker. Misschien waren het de hormonen, of wellicht angst voor wat zou volgen? Zou ze nog kunnen lezen en schrijven wanneer het kindje er was, of zou ze het al haar tijd moeten geven? De wereld zat vol gevaar, slim verborgen uit het zicht. Wist ze hoe ze haar kind tegen het kwade oog kon beschermen?
Na de bevalling voelde Ruth zich naar en had ze pijn. Ruth was boos, op het universum, op God, voor het lichaam brekende werk dat een vrouw moet verzetten.
Toen ze haar zoon in haar handen had, kreeg ze energie. Hij keek haar aan, zijn ogen leken te zeggen dat hij het wist. Wist wat zij had doorgemaakt en dat hij dat vervelend vond. Hij was een boodschapper uit een andere wereld. De vrouwen van Mexquitic hadden hem gezonden, het was een gift, deze engel. Ze zouden haar graag meer kinderen gestuurd hebben, maar Ruth besloot het bij één kind te houden.
Hun zoon, Gabriël, groeide op en toen hij oud genoeg was nam Ruth hem mee naar Mexquitic. Ze vertelde aan de vrouwen in Mexquitic dat ze naast moeder ook een profesora was: ze onderwees studenten en schreef boeken. De vrouwen probeerden het te begrijpen maar in ieder geval was ze moeder. Ruth was niet langer een bedreiging, ze zou niet naar hun baby’s kijken met wolvenogen.
Ruth schrijft boeken en leest nog steeds. Haar zoon is haar trouwe lezer en criticus. Maar toen hij geboren werd wist ze nog niet hoe dingen uit zouden pakken. Ze wilde zeker zijn dat hij een gift was, een engel. Daarom noemde ze hem Gabriël.
Melvin heeft twee beelden van Marjorie in zijn hoofd. In het ene is ze twintig en zitten ze in een restaurant. Hij gelooft niet dat het liefde op het eerste gezicht was, maar hij had zeker een positief gevoel.
In het tweede bestuurt ze een Jeep in Noordwest-Botswana. Ze proberen zich de omgeving eigen te maken, voor zover dat mogelijk is voor twee jonge stedelijke Amerikanen in een lege zandvlakte met doornstruiken. Een thuis voor giraffe en leeuwen, Herero kudde herders, Tawana boeren en de !Kung of Bosjesmannen. Deze drie groepen mensen waren fascinerend, maar Melvin en Marjorie waren alleen geïnteresseerd in de Jun/twasi, zoals ze zichzelf noemen en wat ‘de echte mensen’ betekent.
De Jun/twasi leefden zoals ze dat al millennialang deden, met kunde, moed en een blik gericht op de toekomst. Ze klaagden voortdurend, proberen om boos te lijken maar meestal kunnen ze een spoor van een glimlach niet verbergen. Dit klagen was voor Melvin en Marjorie de cultuur shock.
Wanneer je je in een andere cultuur bevindt, wil je deze cultuur niet veranderen. Maar ben je deze mensen niet iets verschuldigd door hen te bestuderen? Bovendien zijn we vaak rijk in vergelijking met hen en is gierigheid een grote zonde.
Door hun voorgaande onderzoek wisten ze dat de mensen niet hongerig waren, maar dat klagen, bijvoorbeeld over honger, hun cultuurstijl is. Net als oudere mensen in New York die lamenteren over hun pijn. De shock van het contact was niet cultureel, maar economisch.
Ze waren van een slecht appartement in Cambridge gegaan naar een tent in Afrika, waar ze opeens de rijkste waren.
Wanneer Marjorie en Melvin spullen kwijt wilden, was zowel wegdoen als weggeven op een manier een slecht idee. Ze waren rijk en gierig. Ze probeerden een weg te vinden tussen het kopen van goederen en diensten waarop hun eigen cultuur gebaseerd is. En nu te leven in het web van reciprocale verplichtingen van de cultuur waar ze zich in bevonden. Het zou ze nooit lukken om in dit web verweven te raken, maar dat kwam niet doordat ze het niet probeerden.
Toen Marjorie en Melvin hun veldwerk begonnen woonden ze in een tent in een ander dorp, tien minuten verderop. Dit hadden meerdere antropologen voor hen ook gedaan en leek verstandig om zo hun impact te verkleinen. Ze wilden echter wel dichterbij komen en na een paar maanden hadden ze het gevoel de Dobe mensen goed genoeg te kennen om te vragen of ze ook een hut voor hen wilden bouwen.
Hun grashut werd twee keer zo breed en lang als de traditionele. Ze hadden hier niet om gevraagd, maar de bouwer vond het geschikt voor zulke belangrijke gasten. Deze constructie bleek echter niet sterk genoeg te zijn. Er werd opnieuw een hut gebouwd, dit keer kleiner. Ze waren blij er te kunnen wonen en voelden zich er veiliger dan op de vorige plek.
Marjorie en Melvin spraken met hun Dobe vrienden over dit tijdelijke verblijf in hun midden en visten naar complimenten over hun leven in de grashut. Ze kregen echter te horen dat ze wel op een matras sliepen. Deze deden ze daarom weg. Later kregen ze echter weer commentaar. De boodschap leek te zijn; ‘wie ben jij om te denken dat je zoals ons kunt leven en onze uitdagingen kunt ervaren?’ Dus stopten ze met doen alsof.
Na een paar maanden werd Melvin een leerjongen in transdans, waarschijnlijk omdat hij inmiddels vertrouwd werd.
Muziek, dans en trans was het centrale en oude religieuze ritueel van de Dobe. De vrouwen zaten rond het vuur en klapten gesyncopeerde ritmes en zongen liederen. De mannen bonden dansrammelaars rond hun onderbenen en vormden een cirkel rond het vrouwenkoor.
De mannen die probeerden in trans te raken stampten monotoon. Er was ervaring voor nodig om in trans te kunnen komen door in het vuur te staren en op de muziek te focussen.
Er was geen twijfel over de authenticiteit. De eerste keer dat Melvin een man flauw zag vallen, dacht hij dat de man een hartaanval had. Het bleek echter het doel van een transdans te zijn om gecontroleerd gevaar te ervaren. Wanneer de ziel het lichaam verlaat gedurende de trans, is er een kans dat deze niet terug komt.
Om in trans te kunnen raken had je hulp nodig van een ervaren healer. Melvin kreeg hulp van !Khoma, dezelfde man waarvan hij dacht dat hij een hartaanval had. !Khoma was zijn beste vriend onder de mensen. Hij was daarnaast de enige met de wijsheid en humor die de golven van cultuur en wrok kon overstijgen. Ook behandelt !Khoma hen als echte mensen; als vreemd maar menselijk. !Khoma schudde vaak zijn hoofd en zei dat ze goden waren.
!Khoma behandelde Melvin als een leerling toen hij vroeg om naast de details van de taal en cultuur ook de basis van trans te leren. Melvin moest over het lichaam van !Khoma gaan hangen en werd gedeeltelijk gedragen wanneer !Khoma rees en viel en in trans raakte. Op deze wijze kon Melvin zijn kracht opnemen.
Die nacht ervoer Melvin iets nieuws, iets sterkers dan voorheen. Toen hij mocht staan en dansen alleen in het midden van de vreemde muziek naast het rijzende vuur in het donker, werd hij bang. De trans vereist compleet vertrouwen en hij moest zichzelf in !Khoma's handen plaatsen. Maar !Khoma had hem laten gaan, Melvin moest het zelf doen.
Melvin begon bang te worden voor Marjorie zonder een reden. Wanneer de angst een hoogtepunt bereikte, rende hij weg van het vuur, sprong in de auto en reed weg in topsnelheid.
Melvin reed tegen een boomstronk. Normaal renden mensen het bos in, hij had nu een westerse variant gedaan. Toen de mensen wisten dat hij veilig was, ging de dans verder.
De volgende ochtend werden er grappen gemaakt over hem, maar er was ook een nieuw soort respect in de ogen van sommige vrouwen. Melvin was echt begonnen om in trans te komen.
Marjorie deed het goed in Afrika. Mensen begonnen haar Chi-ho te noemen, wat ding-zien betekende. Deze naam kreeg ze omdat ze vaker de glimp van een wild dier spotte nog voor de anderen het zagen. Maar hoe erg de natuurwereld haar ook prikkelde, de mensen waren haar grootste fascinatie. Ze was geen antropoloog maar ze had er meer dan genoeg instinct en gaven voor. Marjorie was nieuwsgierig en stelde vragen die mensen ongemakkelijk maakten. Hier in Afrika glimlachte ze op een manier die mensen open stelde. Ze lachten om de culturele kloof, om haar en dan om zichzelf, haalden hun schouders op en begonnen te praten. Marjorie was het meest gericht op het leven van de vrouwen. Na een jaar kon ze bijna alles aan hen vragen zonder schaamte.
Nisa kwam van een ander gebied met haar man, neef en nicht. Ze hoopte op werk of iets anders dat zou voortvloeien uit de aanwezigheid van de blanke bezoekers. Nisa was strijdlustig. De eerste ontmoetingen waren bijna conflicten. Toch begon Marjorie haar te interviewen. Deze waren aangrijpend. Nisa was de meest dramatische, spontane en serieuze verteller. Ze vertelde graag verhalen over haar leven, het waren levendige en grappige verhalen.
Marjorie twijfelde of ze de verhalen moest geloven. Melvin vertelde haar dat de dingen die mensen vertellen feiten zijn, of het nou waar is of niet. Als je erover schrijft kan je je commentaar erbij zetten. Marjorie begon aan het schrijven van een boek over Nisa. Nisa accepteerde de pseudoniem maar wilde haar echte naam, N!guka, in het boek hebben. Hun namen werden deel van de geschiedenis van antropologie en vrouwenstudies.
Melvin en Marjorie hadden drie kinderen. Marjorie gaf les. Ze verhuisden van Cambridge naar Atlanta, dachten misschien terug naar Botswana te gaan, maar vonden hier geen tijd voor. Zoals Nisa zou zeggen: we leefden en leefden.
Marjorie voelde een bobbel in haar borst en voelde dat haar leven bedreigd werd. Ze wilde niet gescheiden worden van haar kinderen maar wilde graag nog een keer naar Afrika. In haar kwetsbare staat zocht ze Nisa's compassie en genezende hulp. Niemands helende kracht hielp, maar Marjorie werd er ontspannen van. Het boek ‘Return to Nisa’ werd gepubliceerd na het overlijden van Marjorie.
Voor dertig jaar ging Melvin niet terug naar Nisa's mensen. Tot zijn dochter met haar man een maand naar Afrika wilde en voorstelde dat Melvin hen kon introduceren bij de !Kung. Het was goedkoper om de reis van Melvin te betalen dan een tour boeken en bovendien was dit echt.
Ze vertrokken naar Botswana. Melvin hield een speech waarin hij vertelde wie hij was, wanneer hij er geweest was en wat er met Marjorie was gebeurd. Overal waar ze gingen werd Melvin herkent wanneer hij zijn !Kung naam zei. Hun ogen en lach klaarden op en wanneer ze herinneringen ophaalden namen ze een moment om hun verdriet om Marjorie te uiten.
Met zijn drieën gingen ze op zoek naar Nisa. Toen ze Nisa eenmaal vonden en Melvin tegen haar begon te praten vrolijkte ze op, ze herkende Melvin. N!guka ging mee terug naar het dorp. Ze begon te vertellen en meteen luisterde iedereen. Het was roddelen en herinneringen ophalen, maar het was leven. Het was bijna transcendentaal hoe ze sprak. De vrouwen deden hateh, de gewoonte van het onderbreken met de herkenning "eh, mama" of "Ching/ twa" (waar ding). Of het herhalen van de laatste woorden. Dit liet zien dat je actief luisterde en was een uiting van respect. Nisa vertelde kort wat over Marjorie maar niet te veel, want het maakte haar droevig.
Voor vertrek slachtten ze een koe en hielden een groot feest. De transdans begon, twee vrouwen begonnen de dans. Het was nieuw voor Melvin dat vrouwen de transdans deden.
De volgende dag brachten ze de fragiele N!guka naar huis.
Thuis bezoekt hij af en toe het graf van Marjorie. Hoewel ze er niet is, is hij er en de plek kalmeert en raakt hem. Het is veertien jaar geleden dat ze overleed. Vijf jaar geleden tilde hij de tengere N!guka naar haar huis. Nisa is een overlevende, maar dat zou ze niet lang volhouden. Als Melvin afreist naar Afrika en ze is overleden zal hij geen graf vinden. Ze markeren de plek niet waar ze begraven. Wel zien ze haar ogen tussen de sterren. Maar zelfs in het zonlicht hoeft hij niet naar haar te zoeken, ze is overal.
Noord Brazilië is een klemmende plek: het is er heet en rumoerig. Jessica haatte het meteen. Alles leek er in extreme vorm te zijn; super mooie mensen, erge armoede en verschrikkelijke gangs. Ze voelde zich niet op haar plaats, had moeite om haar emoties een plek te geven en om zichzelf een houding te geven.
Jessica wist niet hoe ze zich in deze context moest gedragen. Haar eerste probleem was dat het in dit land draait om plezier, vooral wanneer het een beetje vreemd is. Terwijl zij juist meer te weten wilde komen hoe er met kanker omgegaan werd. Om het nog erger te maken is ze gereserveerd, eerlijk en gefocust; niet erg leuk. Door haar onzekerheid verloor ze haar nieuwsgierigheid in het leven van anderen.
Jessica werkte hard, haar eerste paar maanden waren niet desastreus, ze waren saai en zielig. Toen ontmoette ze Graça. Met hulp van Dr. Djalma bezocht ze favelas om te zien hoe arme vrouwen omgingen met kanker. Ze moest de context waarin de vrouwen leefden begrijpen. Het voelde als een plek waar een echte antropoloog zou leven. Graça woonde in een favela dichtbij het ziekenhuis voor kanker. Graça maakte regelmatig het kantoor van Dr. Djalma schoon. Graça hing van hem af voor werk.
Jessica ging bij Graça en haar familie wonen. Graça vroeg meteen of Jessica niet aan Dr. Djalma wilde vertellen dat ze een televisie heeft. Hoe armer ze leek, hoe meer hij wellicht zou helpen. Maar Dr. Djalma hing ook van haar af. Ze stond ver genoeg af van zijn sociale kring en had genoeg inzicht en eerlijkheid om advies te geven over zijn privé leven.
Dr. Djalma had verwacht dat wanneer Jessica zou zien hoe Graça leefde, ze niet meer in een sloppenwijk wilde wonen. Jessica vond Graça echter meteen aardig en bewonderde haar. Graça deed dingen nooit lief of mild. Toen Graça een tour door de stad gaf aan Jessica antwoordde ze op elke vraag die mensen aan haar stelde “Your asshole”. Jessica vond het leuk, Graça deed dingen op een andere manier dan zijzelf.
Na een week sinds Jessica bij Graça woonde, ging ze mee op bezoek bij Filha. Filha lag in het ziekenhuis omdat ze stemmen hoorde die haar zeiden dat ze zichzelf moest doden. Toen Filha uit het ziekenhuis mocht, kwam ze grote delen van de dag bij Graça. Ze hielp met de afwas of keek televisie. Ze was altijd welkom en nooit vertroeteld. Als er gezelschap langs kwam trok Graça de grote onderbroeken van Filha tot haar enkels en sprak vaak over het seks leven van Filha. Filha keek Jessica dan smekend aan vol afschuw en plezier. Hier voelde Filha zich het meest normaal en het minst ziek. Ze kreeg te horen wat iedereen kreeg: “your asshole”.
Jessica wilde graag een echte antropoloog zijn, maar heeft nu toch vrede met het feit dat ze graag thuis is, omringd door bekende dingen. Dit verklaart waarom Graça zo belangrijk voor haar was. Graça was niet iemand aan wie ze moest wennen of langzaam de relatie mee op moest bouwen. In plaats daarvan nam Graça risico’s, greep haar vast, misbruikte haar, had haar lief en zorgde voor haar. Dat deed Graça op dezelfde manier als ze dat bij anderen deed. Jessica voelde zich menselijk en op haar plaats bij Graça en haar familie.
Graça’s vrienden werden haar vrienden. Jessica leerde het plezier van alcohol drinken en tegelijk het eten van gedroogd goedkoop vlees, dat zeer vet was. Ze genoot van die avonden.
Graça was ook erg dapper. In die tijd was Jessica aan het daten met Ray, een lieve man die helaas meer van drugs hield dan van haar. Toen hij een keer langs kwam werd hij aangehouden door de politie omdat hij drugs bij zich had. Een grote donkere man gepakt op het meenemen van drugs in een favela; er zijn maar een paar alternatieve einden op dat verhaal in Brazilië. Toen begon Graça zich ermee te bemoeien. Ze regelde dat Ray werd vrijgelaten, ook al wist ze dat hij schuldig was. Ze gingen allemaal terug naar hun bed alsof er niets was gebeurd.
Jessica verhuisde naar Oregon en beiden gingen door met hun leven. Jessica spreekt niet meer dagelijks met Graça. Ze heeft nu een man en kinderen. Ze houd van Graça, maar heeft haar niet meer nodig zoals eerst, ze hebben elkaar niet meer nodig. Een jaar geleden is Graça gediagnosticeerd met een progressieve hersenziekte. Langzaam zou ze minder kunnen slikken en ademen. Nu had Graça haar nodig, ze wilde dat Jessica kwam en Jessica keerde terug naar Brazilië.
Jessica stelde voor om leuke dingen te doen, maar Graça wilde niet gezien worden in een rolstoel. Het was een moeilijk en heet bezoek, in het kleine huis dat ze niet verlieten. Graça huilde vaak van pijn en frustratie. Er was niks positiefs aan wat er met Graça gebeurde. Toch leefde ze een waardevol leven, ondanks de armoede en het geweld.
Tijdens haar bezoek kwamen er steeds buren langs, zonder medeleven. Vrienden en familie kwamen met eten en roddels. Filha kwam nog steeds elke dag. Graça vertelde ook nog steeds leugens over het seksleven van Filha.
Jessica had geen contact meer met Ray, Graça wel. Ray zou langs komen, kort nadat Jessica weg zou zijn.
Een van Jessica’s favoriete momenten in Brazilië is dat ze met Graça aan het wandelen is. Graça legde haar hand op de arm van Jessica en leunde een beetje op haar. Wanneer Jessica zich zorgen maakt om Graça, houdt ze zich vast aan die herinnering. Ze zal altijd Graça herkennen aan het comfort en een gedeeld lot, ook als Graça niet meer kan spreken of haar vast houden met de kracht van haar persoonlijkheid.
Antropologie onder Navajos, Servië-Montenegro en wilde chimpansees
Als je mensen vindt, vind je politiek. Alle antropologen moeten zich gedragen als politici wanneer ze een weg zoeken in samenlevingen die soms onbekend zijn. Sommige van hun politieke problemen komen in de vorm van etiquette, een andere gevaarlijke kant van het lokale politieke leven is dat het invloed kan hebben op hun verblijf in het veld. In dit hoofdstuk wordt verteld over verschillende ervaringen in twee verschillende contexten.
Chris ging met zijn familie naar de Navajo om concepten van mentale ziekten te onderzoeken. Hij zou medicijnmannen interviewen over hoe mensen gek worden en waarom. Dit bleek lastig omdat er elementen van donkere krachten betrokken waren. Navajos praten niet over bepaalde onderwerpen, zelfs niet onderling.
Er was een goed onderwezen man genaamd Howard, met wie Chris nog steeds bevriend is. Hij was de eerste Navajo die naar een oosterse middelbare school ging. Na een maand samenwerken vertelde Howard dat Chris het goed deed voor een buitenstaander. De Navajo deelden blanken in twee categorieën in: missionarissen die het oude geloof wilde breken of mensen die de codetaal wilden breken. Chris deed het zo goed vanwege zijn geduld. Wanneer je naar iemand ging voor vragen of bezoek, moest men wachten voor je overging op zaken. Dit deed Chris erg goed.
Howard had een oom die medicijnman was. Chris wilde hem graag spreken. Toen ze hem voor het eerst spraken had hij het over iets dat hij ‘berg manier’ noemde. Dat leek veelbelovend, ook al dacht Howard dat het te maken had met heksen. Dit is het engste onderwerp voor Navajos. Oom Joe nodigde hen uit om nog eens te komen. Chris was hier uiteraard erg blij mee.
Voor ze Joe nog eens bezochten, kochten ze een grote watermeloen. Deze wilde ze aan hem geven, het is namelijk een zeer gul cadeau. Ze waren bijna bij Joe aangekomen, maar hielden een respectvolle afstand van het huis. Ze wachtten tot iemand hen op zou merken en uit zou nodigen. Toen ze naar binnen uitgenodigd werden, lieten ze de tijd rustig voorbij gaan en kletsten wat. Na een tijd bedacht Chris dat de watermeloen nog in zijn auto lag, en omdat het zo’n grote gift was, haalde hij het meteen. Chris bracht de watermeloen, hier werd weinig aandacht aan besteed. Howard sprak in Navajo met zijn oom en zei op een gegeven moment dat het tijd was om te gaan. Chris snapte er niks van. Later vertelde Howard dat hij de watermeloen had moeten geven als er tijd voor was, na het interview. Als een teken van waardering. Door meteen met het cadeau te pronken, had hij de rol van een opdringerige buitenstaander ingenomen.
Nog een paar keer zijn ze naar het huis van oom Joe gereden, elke keer kregen ze te horen dat hij niet thuis was. Dit betekende dat hij hen niet wenste te zien. Nooit is Chris erachter gekomen hoe Navajos ervaren dat iemand gek wordt.
Drie jaar later ging Chris met zijn familie naar Montenegro om de berg-Serviërs te onderzoeken. Ze kozen voor een geïsoleerde stam die op vier en een half uur loopafstand van de dichtstbijzijnde weg lag. Na de tocht over een steil pad over de berg kwamen ze in hun stenen huis zonder elektriciteit.
De Serven bleken heel anders dan de Navajos, ook al waren ze beide egalitaire strijders geweest. De Navajos leken stil, op zichzelf staand en niet gewelddadig in relaties met anderen. De Serven waren snel met het starten van een gesprek en agressief op een bepaalde manier. Je moest erg duidelijk zijn, bijvoorbeeld als je genoeg had gegeten, want anders blijven ze je eten geven. Hun humor was ook agressief. Als je als antropoloog een taal leert, blijkt het begrijpen van grappen erg lastig. Vooral het zelf maken van grappen, omdat deze gepaard gaan met een gevoeligheid voor eer - mensen zijn vermoord in het verleden om hun beledigende grap.
Montenegro’s hebben een enorme stem omdat ze van bergkant tot bergkant schreeuwen wanneer ze schapen herden. De scheldnamen waren verre van grappen, obsceen en kleurrijk. Ruzies werden nooit fysiek omdat beide partijen in dezelfde mate beledigden.
Tegen het eind van twee jaar veldwerk voelde Chris zich beperkt door zijn voorzichtigheid in het maken van grappen. Op andere velden paste hij goed in de cultuur. Wanneer een grap aan hem gericht was, grijnsde hij en ging er niet op in.
Op een dag richtte een erg agressieve weduwe een grap op hem. Ze was gewelddadig en onvoorspelbaar, niet een goed persoon om zijn culturele vaardigheid op uit testen. Toch koos Chris ervoor om eens wat terug te zeggen. De grap viel in de smaak, de groep vrouwen die aanwezig waren barstte in lachen uit. Deels omdat hij na twee jaar wat terug zei. Hier zou veel over geroddeld worden. De weduwe was sprakeloos en kleurde rood. Uiteindelijk lukte het haar een soort lach te vormen. Hij was opgelucht. Achteraf kreeg hij complimenten van mensen die hem vertelde dat hij op de goede manier de grap had terug gekeerd.
De volgende anekdote over het cultureel vreemd zijn binnen de Montenegro gaat over politiek. Toen Chris deze stam selecteerde voor zijn veldwerk, werd hem verteld dat hij de gevaarlijkste plaats had gekozen om naartoe te gaan. Met een sterke controle door de overheid, was er echter niet veel om zich zorgen over te maken. Er waren de afgelopen twee decennia geen homicides meer geweest.
Chris voelde zich meer bedreigd door het idee te verdwalen of door een sneeuwstorm, dan dat hij zich er echt onveilig voelde. Toen hij op een dag op pad zou gaan zag het stamhoofd dat hij een jagersmes onder zijn shirt droeg. De man vertelde hem dat hij nooit moest vertellen aan iemand dat hij een mes droeg wanneer hij ging reizen. Het bleek dat iedereen dacht dat hij een Amerikaanse spion was. Ze namen aan dat hij een wapen droeg waardoor niemand hem durfde aan te vallen. Als ze wisten dat hij enkel een mes droeg kon het gevaarlijker worden. Chris schrok ervan dat hij als spion gezien werd, hij had er twee jaar fijn geleefd en mensen geïnterviewd over onschuldige onderwerpen.
Na zijn veldwerk in Montenegro besloot Chris naar Oost-Afrika te gaan om wilde chimpansees te onderzoeken. Hij ging elke dag met Jane Goodall mee, samen observeerden ze moeders en hun jongen en vervolgens legde Jane hun gedrag aan Chris uit. Chris vond het werk leuk maar keek ernaar uit om grotere groepen met mannetjes te bestuderen.
Uiteindelijk mocht Chris de groepen mannetjes volgen. Het alfa-mannetje liet dagelijks zijn macht zien door anderen te intimideren, het was een driftige show. Stil raasde de grote aap rond over de grond. Hij gooide met alles wat hij tegen kwam en viel chimpansees aan die niet schreeuwend naar een boom renden om erin te klimmen. Als dit gebeurde moest je als mens een boom vasthouden, dan werd je met rust gelaten.
Wanneer Chris deze groepen van dichtbij observeerde voelde hij zich een vreemdeling, een onzichtbare observator van een andere planeet. De volwassen chimpansees besteedden geen aandacht aan hem. Wanneer Chris bomen knuffelde merkte hij dat het alpha mannetje hem met zijn vingers aanraakte. Hij voelde zich veilig maar wist dat hij niet echt onzichtbaar was.
Na een paar weken vroeg Chris zich af of het dagelijks vastpakken van bomen nodig was. Op een dag besloot hij te blijven staan, met als gevolg dat hij door de lucht geslingerd werd. Hij had de chimpansee regel geleerd. Hij had enkel een waarschuwing gekregen van het alpha mannetje, want anders zou hij aangevallen zijn. Sindsdien zorgde Chris nauwkeurig dat hij respect toonde.
Alle mensen zijn net als chimpansees bezig met het regelen van competitie door dominantie en onderschikking. Maar mensen zijn veel inventiever met hun vernuftige cultuur. Zo zijn er gemeenschappen die zo egalitair zijn dat ze dominante personen vermoorden.
Antropologen doen hun best om zich in de sociale- en machtsstructuren te voegen, wat gepaard gaat met beginners incompetentie. Dit kan gevaarlijk zijn voor iemands reputatie of fysieke welzijn.
De inheemse gastvrijheid is de bescherming voor antropologen. Daarnaast zijn alle mensen op een manier antropoloog; ze maken tegemoetkomingen voor de culturele blunders van buitenstaanders. Antropologen zijn onschuldige vreemden.
Cameron deed tweeëntwintig maanden veldwerk onder de arme Sasak boeren van het eiland Lombok. Ze woonde met een familie van elf mensen. Het hoofd van de familie was Amaq. Hij is een religieuze leider (kiayi), Cameron mocht zijn rituelen bijwonen. Ze was dol op hen en ze leefden in harmonie, tot de dag dat ze de waarheid zocht over een gebeurtenis tijdens een besnijdenis-ceremonie.
De alledaagse armoede van de platteland Sasaks contrasteerde met de uitgebreide besnijdenis-ceremonies. Van meisjes wordt symbolisch een lok haar afgeknipt, bij jongens wordt ook een lok haar afgeknipt maar ook wordt de voorhuid besneden. Een huishouden betaalt de helft van het jaarlijkse inkomen voor de besnijdenis van een kind.
Toen er een besnijdenis-ceremonie kwam wilde Hay die graag bijwonen en vastleggen. Ze vroeg een fotograaf om die dag foto's te maken van alles wat er gaande was; het koken, de bandjes, de vele mensen. Zelf kon ze weinig bijwonen omdat Amaq bezorgd was over haar veiligheid; er zouden te veel onbekenden komen.
Toen de fotograaf er was, gaf hij zijn portemonnee en twee foto's aan La Nan, zij zou deze opbergen in een kluisje. Aan het einde van de dag kreeg hij zijn portemonnee terug. Hij vertelde aan Cameron dat de foto's en de helft van het geld miste. Hij maakte zich er niet druk om, maar wilde wel dat Cameron het wist.
Cameron wist dat La Nan het gestolen had. La Nan stal vaker dingen van haar, maar ze deed er niks tegen. Dat nu de fotograaf bestolen werd, vond ze niet kunnen, ze vond het beschamend. Ze ging met La Nan praten. La Nan zei meteen dat haar stiefdochter, La Ani, het waarschijnlijk gedaan had en dat ze met haar moeder zou gaan praten. Cameron liet het varen.
Een maand later verschenen de foto's, La Nan had ze op de weg gevonden zei ze. Ze had ook met haar stiefdochter gepraat en zij had alles bekend.
Anderhalf jaar later was er weer een besnijdenis-ceremonie. Cameron vroeg de fotograaf om weer te komen. De stiefdochter bleek echter ook te komen. Cameron wilde niet dat er weer gestolen zou worden en besloot te praten met La Ani. Ze vroeg eerst aan La Nan of het een goed idee was om er over te praten. Ze kreeg te horen dat ze het moest doen als ze dat wilde. Ook vroeg ze het twee keer aan Inaq. Weer kreeg ze te horen dat ze het moest doen als ze het wilde.
Cameron had de waarschuwingen gemist. Ze zeiden 'als je het wilt' alleen als ze het ergens niet mee eens waren, maar niet het gevoel hadden dat ze 'nee' konden zeggen. In dit geval hoorde Cameron enkel dat ze het kon doen, het meisje confronteren.
Cameron ging met La Ani te praten. Ze geloofde niet echt dat La Ani het had gedaan, maar ging mee in het spel van La Nan. Ze vroeg of La Ani wist wat er gebeurt was met het geld van de fotograaf. Ze wist er niks van, ook had La Nan niet met haar gepraat. Toen kwam de grootmoeder binnen, het plan om dit gesprek geheim te houden was mislukt.
La Ani vertelde meteen angstig dat Cameron haar beschuldigde van diefstal. De grootmoeder sprak meteen luid dat La Ani geen dief is. Cameron wilde haar onderbreken maar het lukte niet. De grootmoeder riep anderen erbij. Iedereen bevestigde dat La Ani een goede meid is en geen dief. Cameron bood haar excuses aan.
Later vroeg Amaq wat Cameron wist over het incident. Hij riep La Nan erbij. La Nan zweeg, het leek erop dat La Nan het geld gestolen had. Inaq bood haar excuses aan, ze schaamde zich (malu) voor haar dochter. Op dat moment kwam er een buurman binnen. Toen begon Inaq tegen Cameron te schreeuwen. Dit zou niet moeten gebeuren in haar huis, het is nooit eerder gebeurt, nooit tot Cameron kwam. Er kwamen twee andere buren ook op de grond zitten. Inaq ging verder met dat ze Cameron had opgenomen als haar eigen kind, ze kookte voor haar en liet haar bij hen wonen. Nu zegt Cameron dat dit gebeurt is. Er is nooit wat gestolen. La Nan heeft een goed hart. Maar Cameron is niet beleefd: ze heeft nooit iets gegeven, nooit hebben ze geld van haar gekregen.
Cameron antwoordde dat het niet waar was, ze heeft hen veel geld gegeven. Zo zette de discussie voort. Cameron moest zwijgen. Ze kwamen tot de conclusie dat waarschijnlijk twee onbekende mannen het geld hadden gestolen. Uiteindelijk dwaalde het onderwerp af en verdween de spanning.
Het was belangrijk dat dingen privé besproken werden. Hoewel idealerwijs conflict vermeden werden, riepen mensen argumenten naar elkaar.
Diefstal werd als verkeerd gezien. Toch was het een normaal onderdeel van hun leven. Grote diefstal gebeurde niet onderling, op kleine schaal was het een ander verhaal. Niet eens vreemd gezien hun armoede.
In het Indonesisch betekent malu schaamte, grote vernedering. Sasaks vermeiden situaties waarin ze zich malu kunnen voelen. Iemand zou extreem malu zijn als ze van gasten zouden stelen.
Inaq was in eerste instantie malu, maar toen de buren erbij kwamen en het publiekelijk werd, ging het over in boosheid. Haar familie-eer stond op het spel.
Cameron was geraakt en geschokt van dat Inaq zich zo tegen haar keerde. La Nan liet zich verdedigen en deed zelf niks, terwijl zij er wel degelijk mee te maken had.
Door de crisis van eer en schaamte hadden ze een nieuwe waarheid nodig die de gebeurtenis zou verklaren.
De volgende ochtend werd er niet meer over gepraat, Cameron had verwacht dat ze nog woede over zich heen zou krijgen, maar dat was niet het geval. Inaq vertelde dat ze zich ziek voelde dat ze zo tegen haar tekeer was gegaan. Ze zag Cameron niet als verantwoordelijk voor haar armoede.
Een week later wandelde Cameron met een groep vrouwen. Ze hadden het erover dat Inaq rijk is geworden door Cameron, dat ze eerst niks hadden. De vrouwen zeiden ook dat La Nan een slecht hart heeft, ze steelt vaker dingen. Maar Cameron moest hier niks over zeggen, anders zou ze Inaq malu maken en dat is niet toegestaan.
De eerste keer dat Melissa Oost-Afrika bezocht, in November 2001, werd ze gebeten door een aap. Ze reed door Ethiopië met een taxi chauffeur en haar toekomstige dochter Helen. Ze waren op weg naar een hete bron resort in Sodere, honderd kilometer van Addis Ababa vandaan. Het was erg heet in de auto, na een lange rit kwamen ze aan in Sodere. Er was water en schaduw; het leek een oase. Melissa was opgelucht toen ze gezonde kinderen zag spelen.
In de bomen en tussen de picknicktafels sprongen veel vervetapen. De chauffeur had gavanoten bij zich. Melissa was opgewekt door het briesje en door de wil om de apen te ontmoeten. Ze plaatste de noten op haar handpalm en spoorde Helen aan om hetzelfde te doen. Helen was wat verlegen. Ze had haar ouders verloren aan AIDS en Melissa was gekomen om haar te ontmoeten. Daarnaast kwam ze om een verslag te schrijven over AIDS-weeskinderen in Afrika. Melissa speelde met weeskinderen die HIV-negatief waren zoals Helen, maar ook met HIV-positieve kinderen die langzaam achteruit gingen. Er waren geen levensreddende medicijnen in Afrika en de levensverwachting van deze kinderen was dus kort.
Helen stapte achter Melissa, weg van de apen. De apen pakten de noten van Melissa’s hand. Opeens kwam een grote vervet uit de boom, keek recht in haar ogen en beet haar hard in haar arm. Hij beet door haar blouse en huid, greep de noten en ging terug de boom in. Melissa werd bang, kon ze hier ziek van worden? AIDS? De chauffeur vertelde haar dat de apen geen ziekte met zich droegen. Helen begon te huilen.
In het badhuis kocht Melissa een stuk zeep en ging baden. Als mensen hier gebeten werden en overleden, zou Soldere niet zo’n populair resort zijn, zei ze tegen zichzelf.
Twee dagen later vloog ze richting het Westen naar gezondheidszorg, terwijl miljoenen zieke en geïnfecteerde mensen dat niet konden.
Melissa belde een vriend die een top arts was, om informatie te krijgen over haar beet. Hij zou meteen gaan praten met mensen die veel van apen afwisten. Hij belde terug om te vertellen dat Melissa inentingen moest krijgen tegen hondsdolheid. Hoewel het haar niet waarschijnlijk leek dat de aap hondsdol was, nam ze toch de inentingen.
In het weeshuis van Helen werd Melissa ‘de vrouw die gebeten werd door een aap’ genoemd. Melissa schaamde zich dat ze helemaal naar Ethiopië was gevlogen om gebeten te worden door een aap.
Melissa begon heen en weer te reizen naar Addis Ababa, ze nam de manieren over, de kleding en voedselgebruiken. Met name ‘s nachts leek haar blanke gezicht toch erg op te vallen, ze wou dat de zich kon mengen in de menigte.
Melissa ging door met het onderzoek naar de individuele impact, de persoonlijke tragedie, van de HIV/AIDS epidemie. Op een dag sprak ze met Getachew, ze vroeg of ze een keer langs mocht komen. Hij was verbaasd, verward en overweldigd. Hij boog diep en verzocht haar meteen mee te komen. Getachew woonde in een sloppenwijk, met huizen van hout, metaal, karton en jute. Trots liep hij voorop, verbaasde kinderen en volwassenen staarden naar hen, naar haar. Een grote menigte begon hen te volgen naar het modder hutje van Getachew.
Melissa zat op de enige stoel in het kleine kamertje van Getachew. Hij had zijn vrouw verloren aan AIDS en woonde met zijn gezonde grote zoon van zeven. De jongen schudde Melissa’s hand en staarde naar haar. De muren waren bedekt met stukken tijdschriften en kranten. De vader en zoon bezaten bijna niks en deelden dezelfde vuile kleding.
Getachew had in het leger prostituees bezocht, terwijl zijn vrouw en kind thuis waren. Toen hij terugkeerde had hij AIDS. Zijn vrouw overleed aan AIDS, die hij had overgedragen. Zijn familie wilde niks meer met hem te maken hebben.
In hun hut stond een haan in een kooi, Melissa vroeg naar zijn naam. De vraag werd niet begrepen. ‘s Avonds bedacht ze dat ze een domme vraag had gesteld, het was geen huisdier maar voedsel. Getachew vergaf haar dwaasheid. Trots had de zoon zijn huiswerk laten zien en Melissa gaf hem complimenten.
De reden dat we reizen, journalisten, antropologen en toeristen, is niet enkel om te genieten van het vreemde maar om te verbinden met wat hetzelfde is. Men reist niet om te oordelen maar om te leren en te herkennen.
De vrouwen in Sub-Sahara Afrika deden er alles aan om hun kinderen niet te laten verhongeren. Vrouwen die Hiv-positief waren gaven borstvoeding aan hun baby’s, ze hadden geen andere keus. Kus-voeding bleek ook gebruikelijk te zijn. De moeder kauwt dan op bijvoorbeeld bonen en spuugt ze vervolgens in de mond van haar kind.
Zelf had Melissa vier kinderen van haarzelf en adopteerde er op den duur vier uit Ethiopië. Ze wist veel van het moederschap, maar in Ethiopië leerde ze dingen die ze had gemist: wat je moest doen als je kinderen verhongerden of als je dakloos was. Getachew was ziek, buitengesloten en had geen geld, toch had hij een zoon die slim en beleefd was.
Melissa was dankbaar dat al deze mensen voorbij haar zwaktepunten keken, zoals dat ze gebeten werd door een aap en zichzelf voorstelde aan gevogelte. Ze keken naar haar zoals zij naar hen, naar wat het diepst menselijk was en helemaal niet zo ongewoon.
Twee keer verlieten Robert en Bradd hun huis voor onbekende plekken.
Bradd ging bij het Vredeskorps na zijn studie. Naar een vreselijke oorlog. Hij leerde te leven op Samoa, een plek waar het heet is.
Zo’n veertig jaar later ging de zoon van Bradd, Robert, bij de Vredeskorps. Hij vertrok naar Battsengel, Mongolië. Hij leerde te leven op een plek waar het negen maanden per jaar zeer koud is. Het leek bevroren in tijd, maar bleek verwarmd door menselijk leven.
Groots is wellicht het meest gebruikte woord in reisverslagen over Mongolië. Westerlingen worstelen om de uitgestrekte steppe, winter en de tijd die eeuwig door lijkt te gaan, te verwerken. In het Mongools is het woord voor klok hetzelfde als voor uur. Tijd is de eindeloze uitbreiding van het daglicht.
Robert zat op de vloer bij een lerares Engels. Ze verwelkomde hem in Battsengel. Robert had alles verteld wat hij kon bedenken, maar na een uur zaten ze in stilte. Ze leek daar vrede mee te hebben, maar hij vond het ongemakkelijk. Toen vroeg hij of ze zich verveelde. Ze snapte hem niet. Hij legde uit dat dat is wanneer je niks te doen hebt. De lerares zei dat ze dat rusten noemde, of bedoelde hij verdrietig? Het lukte Robert niet om uit te leggen wat hij bedoelde. De vrouw merkte de frustratie van Robert en zij dat ze zich niet verveelde.
Samoa heeft zijn eigen tijd: itula; het uur, letterlijk ‘een kant van de zon’. Pa’ia’aua zat inactief door de hete namiddag voor zich uit te staren. Af en toe sloeg hij een vlieg weg. Hij is het hoofd van Bradds nieuwe Samoa familie. Pa’ia’aua gebruikte zijn macht om een van de eerste Amerikaanse vrijwilligers in zijn familie te krijgen. Elke familie met wat aanzien wilde een ‘Pisikoa’.
Af en toe keerde Pa’ia’aua in de richting van Bradd en zei dat het zo heet was. Niemand was geneigd om wat te doen, behalve Bradd. Hij raakte van streek door het idee van een lege tijd. Hij bleef proberen het te vullen. Het was echter te vroeg om te slapen en voor lezen had hij niet genoeg concentratie. Hij wilde alles doen behalve niks.
Robert wilde de auto nemen om te zorgen dat hij op tijd op de markt was. Mendee, een vriend en chauffeur, riep dat Robert in moest stappen: hij zou nu vertrekken.
Bradd werd ‘s nachts wakker gemaakt omdat de bus eraan kwam. In de bus zocht hij naar een plek, het gangpad lag vol met matten, varkens en dozen haring. De bus zou naar de kade gaan, waar hij de boot zou nemen naar Apia. De afstand naar de haven was niet zo groot, maar de wegen waren onverhard en de bus reed van stadje naar stadje. Op een gegeven moment stopte de bus. Het was donker en ze stonden zeker een uur stil, maar niemand leek zich eraan te storen. Toen kwamen er muggen, Robert was verheugd om te zien dat een vrouw daar niet blij mee was. De bestuurder viel op zijn stuur in slaap. Opeens stapte er een man in, de buschauffeur werd wakker en langzaam reed de bus weer verder. Zou Bradd ooit op tijd bij de haven zijn?
Robert maakte voortdurend berekeningen over hoe lang auto’s over een rit zouden doen, afhankelijk van de conditie van de auto, het aantal stoelen, de hoeveelheid goederen en de gender samenstelling. Een snelle scan leidde ertoe dat Robert de auto van Batjargal koos. Volgepakt met Russisch bier en vrouwelijke passagiers. Robert gaf Mendee een hand en vertelde dat hij al met Batjargal mee zou reizen. Robert wist dat hij zou moeten wachten, ze zouden onvermijdelijke stops maken voor wodka, WC of wagenziekte. Hij zou geïrriteerd raken, maar ook zou hij bevrediging voelen voor het feit dat hij het systeem doorhad. Elke minuut die hij zou besparen zou zijn individuele overwinning zijn.
Uiteindelijk kwam Bradd aan op de centrale markt waar hij op de volgende bus moest stappen. Pas na een uur leek de bus vol te raken en vertrokken ze. De bus reed rond de stad, op zoek naar meer passagiers. Ze zaten erg dicht op elkaar, maar toch was er altijd nog wel plek voor iemand. Iedereen lachte en praatte, mensen in Samoa leken het fijn te vinden om tegen andere lichamen aangedrukt te zitten.
Robert zat op de voorste stoel en kreeg de baby op schoot. Hij dacht na over de tijdverdrijvende technieken; muziek luisteren, lezen en praten. Batjargal had zijn eigen methodes, voornamelijk achterover leunen en roken. Op een gegeven moment besloot Batjargal dat het tijd was om te vertrekken. De zes vrouwen propten zich op de achterbank. In Mongolië kan vertrekken elk punt op het continuüm zijn. Er moesten nog voorbereidingen getroffen worden en mensen opgehaald worden, maar ze waren op weg. Onderweg kregen de vrouwen honger en ze vroegen of Robert mee dineerde. Het was niet de vraag óf ze stopten, maar met hoeveel ze zouden gaan. Robert besloot in de auto te blijven, in de hoop dat ze dan eerder terug zouden zijn.
Na anderhalf uur ging Robert eens kijken in het restaurant, de vrouwen zaten aan het bier. Ze vroegen of hij mee ging drinken. Robert vroeg of ze al bijna klaar waren. Ze vonden hem een boos persoon. Robert ging terug naar de auto. Batjargal moest lachen en vertelde dat de vrouwen rust hebben omdat hun mannen er niet zijn. Roberts auto selectie had gefaald, het aantal vrouwen had blijkbaar enkel invloed als er ook mannen bij waren. Doordat de vrouwen hun tijd namen, verspilde ze zijn tijd. Maar in Mongolië is het hun tijd.
In Samoa doet tijd er misschien niet zo toe, maar horloges wel, het is een statussymbool.
Toen Bradd een bruiloft bijwoonde viel het hem op dat het echtpaar zes keer dezelfde grote elandenhoofd koekoeksklok kregen. Iedereen leek hiervan te genieten. Hij ervoer dit als een mysterieuze ervaring, een transcendentale blik op tijd. Het kost tijd, wellicht koekoeksklokken, om de Samoa te begrijpen.
Toen de vrouwen na een paar uur de auto instapten, vroegen ze wat er zo moeilijk was. Robert vertelde dat hij gewoon erg moe was.
Toen ze een lekke band kregen, vroeg Batjargal waarom Amerikanen altijd zo’n haast hebben om ergens aan te komen. Moest hij werken of had hij een afspraak met een geheime vriendin? Robert vertelde dat Amerikanen het fijn vinden om te kiezen en als je moet wachten in een auto kun je niet kiezen. Batjargal vroeg welke keuzes hij had willen maken. Robert antwoorde dat hij met vrienden had kunnen zitten of een boek lezen. Batjargal keek hem aan in geamuseerde verwarring, ze hadden samen gezeten en hij had een boek gelezen.
Eenmaal thuis was het midden in de nacht, hoe lang zou hij nog kunnen slapen? Hoeveel eerder zou de auto van Mendee aangekomen zijn?
Veertig jaar later gingen Bradd, zijn vrouw en Robert op bezoek bij de Mongoolse familie van Robert. De jeep die hen op zou halen was een paar uur te laat. Er was een worstel competitie die werd afgesloten met een arend dans. Er werd een schaap geslacht voor het diner. Het was een warm welkom. Toen ze een kommetje gestoomde schaapingewanden kregen, loog Bradd dat het goed smaakte. Het hart, dat was iets onvergetelijks.
Een decennium voor Roberts trip naar Mongolië, ging hij met zijn vader naar zijn vaders Samoa familie. De middaghitte was beklemmend. Er was weinig te toen, de conversaties waren eenvoudig. Robert begon in te dommelen. Bradd keek naar hem en vroeg of hij verveeld was. Nee, hij ervoer de drukte van de dag met drie maaltijden, huiswerk en had lange tijdsspannen doorgebracht met mensen. De tijd had eerst leeg geleken, maar nu leek zijn dag vol. Samoa was zijn eerste ervaring van tijdreizen, hij had het moeten leren. Maar hij was jong en de tijd haalde streken uit.
Een onderzoeker met schaamte
Mariam was niet het mooiste meisje van Heera Mandi. Net als de beste nachnewalli, danseres, gebruikte ze veel make-up. Ze stampte met haar voeten met de energie van een authentieke kathak danseres, maar zonder een spoor van klassieke training. Mariam en haar familie staan bekend als de dorpse familie, wat geen compliment is. Ondanks hun accent en haar dunne figuur, is Mariam goed in wat ze doet. Ze beklimt de hiërarchie van Heera Mandi’s sekswerk snel.
Op een namiddag keek Louise naar hoe Mariam zich klaarmaakte om een promotor te bezoeken. Hij brengt meisjes naar de Golf staten waar ze dansen en seks verkopen. Mariam verdiende er goed aan, dit was te zien aan haar bezit.
Mariam droeg een boerka en niet enkel een sjaal, omdat ze een prostitué met eer is. Eer wordt meestal niet geassocieerd met de bewoners van Heera Mandi. Schaamte was iets dat vooral voorkwam in Lahore, de hoerenbuurt. De vrouwen die in dit getto woonden, werden als het allerlaagste gezien. Veel vrouwen zijn gescheiden of weduwe en zien geen andere manier om geld te verdienen. Enkel geschoolde vrouwen kunnen onafhankelijk zijn. Veel andere sekswerkers zijn geboren in de handel: de dochters van prostituees worden zelf vaak ook prostituees. Het is een cyclus die moeilijk te doorbreken is.
In de samenleving staat de reinheid van de vrouw hoog en seks buiten het huwelijk kan gestraft worden met de dood. Het is dan ook niet verwonderlijk dat prostitués worden zwartgemaakt. Toch lukt het ze om betekenis te geven aan hun leven, met plezier en vernedering.
Binnen het bordeel heerste een statushiërarchie, wat Louise had verwacht. Wat ze niet had verwacht is dat binnen de eerrollen, zijzelf met schaamte werd bestempeld. Louise was gescheiden en gebruikte haar seksuele vermogen niet om geld en status te verkrijgen.
Louise realiseerde zich dat de meest interessante en inzichtgevende dingen die we leren, dingen zijn waar we nooit over na hadden gedacht. Dit omdat ze buiten ons referentiekader liggen.
Seks zelf is altijd maar een klein onderwerp van onderzoek naar prostituees. De context, het leven met rituelen, status en sociale interactie geven het onderzoek zijn waarde. De prostituees maakten zich klaar voor klanten, maar wachten vooral veel op de klanten, die al dan niet op kwamen dagen.
Het was niet moeilijk om toegang te krijgen tot deze wereld en Louise bleef er tien jaar. Ze werd voorgesteld aan vrienden, familie en klanten als ‘de vriendin uit Amerika’ - haar Engelse identiteit had minder prestige.
Door participerende observatie wordt je ondergedompeld in een nieuwe omgeving, maar het zal nooit lukken om de status van een insider te krijgen. Hoewel Louise een boerka en een sjaal droeg, konden de mensen aan de manier van wikkelen en haar manier van lopen zien dat ze een buitenstaander was.
Weinig banen zijn zo onvergeeflijk als het verkopen van seks in Heera Mandi.
De meisjes zijn op hun best als ze achttien zijn en te oud op hun vijfentwintigste. Het is een competitieve markt, de aantrekkelijkste vrouw weet dat er altijd een jongere vrouw klaar is om te beginnen.
Wanneer een prostituee veel geld verdient, is dat makkelijk in stand te houden door zich rijker te kleden en meer spullen te kopen. Als ze er duurder uitziet, willen rijkere mannen haar betalen.
Sociaal kapitaal is zeer belangrijk voor de carrière van de vrouwen. Zonder toegang tot sociale netwerken nemen de juiste mensen haar niet aan. Het is van belang hoeveel de klant voor haar wil betalen.
Het kopen van een mooie jonge vrouw is een statussymbool voor mannen uit de Pakistaanse elite. Ze houden privéfeestjes waar ze alleen met mannen en de sekswerkers zijn. De prostituees doen er alles aan om die avond de rijkste man te krijgen.
In de elite prostitutiewereld zijn sekswerkers merkgoederen: niemand wil ze meer kopen wanneer hun waarde afneemt. Maha was mooi en populair, toen ze ouder werd bestelden de rijke mannen haar niet meer. Haar ‘man’, een vaste klant, had een huis voor haar gekocht maar zette haar hier nu uit. Ze had jaren van overvloed gehad, maar moest nu met haar vijf kinderen rondkomen van een dollar per dag.
Nena is de veertien jarige dochter van Maha, ze is erg mooi. Maha betaalde haar training in kathak dans, hoewel ze dat niet kon betalen. Het was een investering in de carrière van haar dochter. Meerdere dalal bezochten het appartement, ze relaxten op de matrassen en keken toe of Nena al rijp genoeg was voor de handel. Nena zou gezonden worden naar Dubai om te trouwen met een van de machtigste mannen in de Arabische regio. Louise had moeite om dit te accepteren, het lukte niet om het cultureel te relativeren. Het ergst vond ze nog dat Maha en haar familie blij waren dat Nena’s maagdelijkheid verkocht werd, niet enkel om de betaling. Het zou een stijging zijn van hun status. Louise was te nauw verbonden met de mensen om objectief te blijven.
De sekswerkers amuseren honderden mannen, sommige vrouwen vertellen trots dat het er duizenden zijn. Louise merkte dat ze er zelf niet eens geschikt voor zou zijn, ze leefde niet volgens de acceptabele standaarden van vrouwelijk gedrag. Ze had contact met mannen, wat ze beschouwde als vriendschap. Maha vertelde dat je als je getrouwd bent legitieme seks hebt of wanneer een man je betaalt om te compenseren voor het stigma. Om hier tussenin te gaan zitten is verkeerd. Louise heeft de vrouwen teleurgesteld door met mannen te daten maar niet met iemand te trouwen. Daarnaast droeg ze geen sieraden, alsof ze geen eer had.
Louise werd als goedkoop bestempeld omdat de status van een vrouw wordt bepaald door de man die ze trouwt. Ze had ook te veel vriendjes gehad. Het stelde Maha en haar familie dan ook teleur dat toen de dochters van Louise vijftien en zestien waren, deze nog geen man hadden. Nog erger was dat ze vriendjes mochten hebben, die zelfs jong waren en dus nog geen geld hadden.
In Heera Mandi was er geen twijfel mogelijk dat Maha de juiste keuze had gemaakt voor haar dochter, en niet Louise. Louise blijft een toerist, ze leefde volgens haar eigen standaard en regels.
Familie, samenwerking en een levenslange etnografie in Canyon de Chelly
Jeanne Simonelli
Twintig jaar geleden was Jeanne bij de Navajo in Canyon de Chelly. Margarita en zijzelf waren beiden oma. Jeanne volgens het Euro-Amerikaanse verwantschapssysteem; haar kinderen hadden kinderen. Margarita was grootmoeder volgens de Diné (Navajo) verwantschap; de kinderen van haar zus zijn ook haar kinderen, en de kinderen daarvan, haar kleinkinderen.
Jeanne en Margarita waren zussen in de complexe en verbonden paden van hun leven. Al de kleinkinderen op beide continenten waren van hun.
Het verhaal begint bij de dochter van Jeanne, Rachel. Zij was op jonge leeftijd dol op paarden. Ze woonden in een kleine gemeenschap op het platteland in New York. Jeanne begon te werken als een parkwachter in Canyon, bij het nationale monument. Hoewel ze niet als antropoloog gekomen was, was ze gefascineerd door de worsteling van haar Navajo vrienden om een balans te vinden tussen de twee culturen.
De Nationale park dienst is te gast bij het Diné volk, het land is van hen. Ieder jaar komen er meer bezoekers. Canyon de Chelly is een nationaal monument, maar er wordt benadrukt dat de bezoekers de privacy van de Navajo moeten respecteren.
Jeanne werkte samen met Margarita. Van iedereen met wie ze werkte, was Margarita het meest betrokken bij het in balans houden van traditie en verandering.
Op de universiteit van New York had Jeanne samengewerkt met Charles Winters aan een foto-etnografie. Dit boek ging over de tijd van verandering en conflict voor de zuivelboeren in New York.
Jeanne vroeg aan Margarita of zij interesse had in een soortgelijk project, over de verandering van het Navajo leven. Ze stemde in en zes maanden later begon Jeanne het project met Charles.
Het vragen van toestemming voor het project betekende bewegen door een federale bureaucratie. Dit werd lastig gemaakt door de ingewikkelde relatie die het park heeft met de mensen. Het vragen van toestemming aan de familie had zijn eigen nuances van culturele complexiteit. Hierin moest het verwantschapssysteem begrepen worden.
Jeanne was verbaasd over de hoeveelheid zussen die Margarita had. Het bleek dat zussen andere moeders konden hebben. Ze zijn een van de laatste generaties van het sororale polygynie. Volgens dit systeem kunnen zussen met dezelfde man trouwen. Dit wordt het Crow verwantschapssysteem genoemd.
Margarita voorzag het manuscript van commentaar en corrigeerde het. De uitgever veranderde de tekst ook. Na enkele wijzigingen maakte Magarita weer nieuwe observaties. De uiteindelijke fotoselectie werd gemaakt door de op de foto afgebeelde mensen. De laatste beslissing werd gemaakt door Irene, de moeder van alle moeders. Zij was erg blij met het boek, het zou dienen als een document voor de kleinkinderen in een snel veranderende wereld.
Toen het boek gepubliceerd was, deelden ze de boeken uit aan degenen die in het boek voorkwamen. Sommige van Charles’ beste foto’s waren niet in het boek gekomen. Deze brachten ze geprint ook mee naar de familie. Dit was belangrijk voor hen. De reputatie van voorgaande fotografen en etnografen was er niet goed. De familie klaagde over de fotografen die niet betaalden voor de foto’s die ze namen.
Op een dag kwamen ze allen bijeen. Ze aten en bekeken het boek. De mensen wezen elkaar foto’s aan, ze kletsten en ontspanden. Die dag maakte Charles en Jeanne betere foto’s dan in al de jaren veldwerk. Margarita vertelde dat het speciaal was dat biligáana (niet-Navajo) eindelijk een goede belofte maakte.
Over de jaren hielpen er studenten met onder andere het leggen van een irrigatie systeem.
Jeanne en Charles vernieuwden hun boek, maar nu waren veel ouderen al overleden. Konden ze hun foto’s nog gebruiken in de nieuwe versie? Ze vroegen het aan ‘hun’ moeder Karen. Zij vertelde dat het het beste was om voorruit te kijken, naar een betere toekomst.
Karen dicteerde de introductie van het tweede boek. Ze vertelde dat het haar schoonheid bracht, het haar verleden verhelderde. Ze voelde dat haar grootmoeders tevreden zijn.
Ouderen hadden gezegd dat de natuur anders is dan vroeger, maar de toekomst is van hun kleinkinderen en ze houden van hen.
Het hebben van familie die trouwt is altijd een kritiek facet geweest van de Diné overleving. Verwantschap impliceert verantwoordelijkheden, maar het is onzeker of de toekomstige generaties in staat zijn om deze verplichtingen na te komen, als de bewakers van het heilig land en heilige verhalen. Ouderen hebben het gevoel dat hun benen hangen over de dode wereld.
Irene voelde haar sterfelijkheid wanneer ze tekende voor de boekpublicatie. Ze had diabetes, zoals de meesten van het Diné volk. Dit komt door de verschuiving van het traditionele dieet naar fastfood.
Wanneer het volk moest stemmen, stemden ze voor dieren; de olifant of de muilezel. Ze kozen voor de olifant, dat was een harde werker. Toch besloot Karen voor de muilezel te stemmen. Die lente werden er acht muilezels geboren. Het leek dus een goede politieke keuze voor de toekomst.
Karen kreeg nooit de kans om voor de muilezel te stemmen. Toen Jeanne vertrokken was, werd ze gebeld. Hun moeder is overleden - het is ook de moeder van Jeanne. Waarom was Jeanne altijd aan de andere kant van de wereld als ze haar nodig hadden?
Toen Jeanne later Canyon de Chelly weer bezocht, plantten ze verschillende kleuren pitjes: de zaadjes van de geschiedenis. De tranen van de twee culturen mixten. Het was een goed bezoek. Het was niet voor veldwerk, hun relatie was een diep verweven uitwisseling van kennis en emotie.
Magarita wilde als rouw vier seizoenen in stilte doorbrengen, om Karen met elke draai van de aarde te herdenken. Jeanne vertelde dat het een Joodse gewoonte was om na een jaar bijeen te komen om de grafsteen te onthullen. Dit vond Magarita een goed idee. Dit is een voorbeeld van hun over tijd samenkomende en veranderende culturele tradities .
In culturele systemen die het verloop van tijd als cyclisch zien, waarin het verleden, heden en toekomst niet lineair zijn, kom je steeds terug bij het begin. Het punt waarop je terugkomt is echter niet hetzelfde, het is in een andere omgeving.
Jeanne werkte voor de campagne van Barack Obama. Karens woorden waren bij haar. Jeanne legde het stemproces uit aan de democraten en de republikeinen; de muilezels en de olifanten. Net als wat ze geleerd had van haar veldwerk bij de Zapatista’s. ‘We verwelkomen onze vijanden, zodat ze de volgende keer wellicht twee keer nadenken voor ze ons wat aan doen’.
Jeanne heeft meer geleerd van de mensen met wie ze werkte, dan over hen.
Op de bruiloft van Carla dansten alle generaties, inclusief iedereen die een eeuw geleden nog een vreemdeling was. Alle voeten bewogen op het ritme rond de groter wordende cirkel van verwantschap, vriendschap en begrip.
Liza deed haar eerste veldwerk bij een rurale eilandengemeenschap in de Japanse eilandenzee en vond het verschrikkelijk. Hoewel ze de taal beheerste liep ze tegen een onuitgesproken sociaal begrip aan. Ze maakte niet duidelijk aan de bewoners of zij een onderzoeker, een bezoeker of gast was. Succesvol veldwerk is een onderhandeling hiertussen, en meer. Je blijft een buitenstaander, maar tegelijkertijd moet je hen begrijpen en je vaak gedragen als een insider.
Jaren later deed Liza haar doctorale thesisonderzoek naar geisha. Nu was ze zich bewust van de balans tussen insider en buitenstaander. Ze was dit keer aangetrokken tot de gemeenschap en werd uitgenodigd om zelf deel te nemen als geisha. Ze kon het ervaren als insider en tegelijkertijd vragen stellen van een buitenstaander.
De eerste veldwerkervaring 1970
Het eiland waarop Liza veldwerk deed had twee dorpen, elk aan het andere eind van het eiland. Het bleek wat Durkheim noemde een mechanische solidariteit. Het is een kleine samenhangende groep die het geloof, activiteiten en verwantschapsverbindingen delen. Voor een buitenstaander lijken de twee gemeenschappen homogeen.
Elke familie had zijn eigen groentetuin. Mannen en vrouwen werkten samen, er was geen stereotypische Japanse mannelijke autoriteit.
Liza ontdekte het dilemma van de eerstgeborene zoon. De oudste zoon is de erfgenaam van de familievelden. Ze waren de uitverkorene. De jongere zoons en de dochters werden verwacht te vertrekken en hun eigen weg te gaan. Maar toen Liza er was, was de optie van de vakschool of zelfs de universiteit en het krijgen van een witte-boorden-baan, aantrekkelijker dan op de boerderij blijven. Toch voelde de oudste zich verplicht om de boerderij over te nemen.
De boerderijmeisjes gingen nu ook het liefst naar de stad en wilden niet meer de oudste zonen trouwen. Deze jongemannen waren wanhopig.
Liza interviewde ieder die tijd had om me haar te praten. Een jonge man, een oudste zoon, wilde altijd graag geïnterviewd worden. Op een moment suggereerde hij zelfs dat hij blij zou zijn om haar een leven als boerin aan te bieden. Zijn moeder vond het ook een goed idee. Zij zag Liza’s interesse in oude gewoonten, in tegen stelling tot alle andere meisjes. Hij wist dat ze waarschijnlijk ‘nee’ zou zeggen, maar hij wilde het proberen.
In de zomer ging ze naar de buurtbegraafplaats voor de Boeddhistische feestdag van Obon. Mensen nodigen dan hun voorouders uit om naar hun huis te komen. Die avond was er een kampvuur waarbij gedanst en gedronken werd. Liza kwam erachter dat het bezoeken van de begraafplaats voor de voorouders gelijk was aan een bezoek aan je familie om de hoek; een dagelijkse bezigheid.
Een vrouw vertelde dat de mensen kleine paarden en ossen maken van komkommers en aubergine door middel van tandenstokers. De Japanse geesten hebben geen voeten, daarom geven ze hen dieren om op te rijden. Vervolgens vroeg ze hoe vaak Liza haar voorouders bezocht en of de geesten armen en voeten hebben. Liza realiseerde zich dat het contact hebben met een sociaal individu, het opbouwen van een relatie is, een wederkerige (reciprocale) relatie.
Liza had hier beter op voorbereid moeten zijn. Bovendien werd duidelijk dat de vragen die ze stelt gevormd worden door haar eigen referentie kader, deze vormen de antwoorden die je krijgt. De resultaten reflecteren niet per se iets betekenisvols. Liza merkte dat meestal de belangrijke dingen buiten de vragenlijst lagen.
Terwijl Liza met mensen bleef praten en aantekeningen maken, merkte ze niet dat haar gastgezin steeds stiller werd. Op een middag explodeerde Meneer H. Mevrouw H. was gefrustreerd dat Liza maar eens per week haar was deed, in plaats van elke dag. En dat ze dan de wasmachine en de waslijn de hele avond in beslag nam. Als ze keurig zou zijn, dan zou ze dat begrijpen zonder dat het haar verteld moest worden. Het ergst was nog dat ze met mensen van het andere dorp had gepraat. Nu is Meneer H. in een positie van verplichting geplaatst tegen over die mensen.
Liza was vernederd. Ze hield haar tranen in, pakte haar spullen en nam de laatste boot die avond. Later hoorde ze dat Meneer H. verbaasd was dat ze vertrok. Als ze keurig was, wist ze dat ze zich had moeten verontschuldigen en smeken om vergeving. Mechanische solidariteit is niet zo harmonieus als het lijkt. De onzichtbare grens van sociale kennis in dit dorp is zo nauw getekend dat een stedelijke Japanner wellicht op een zelfde manier zou struikelen.
Liza had erger spijt van dat ze niet stijlvoller was vertrokken. Waarschijnlijk heeft ze op deze manier juist geleerd over de onuitgesproken grenzen.
Veldwerk als een blauwogige geisha
In 1975 ging Liza terug naar Japan voor haar PhD. Ze deed onderzoek naar de plaats van de geisha in de moderne Japanse gemeenschap.
Liza interviewde zoveel mogelijk geisha’s. Na zes maanden was het haar nog niet gelukt om een manier te vinden hoe ze de geisha kon observeren wanneer ze geisha was. Toen ze aangeboden kreeg om zelf mee te doen, als geisha, kon ze dit aanbod niet afslaan. De geisha vonden het een goed idee.
In de media werd Liza de blauwogige geisha genoemd. Liza had geen blauwe ogen, maar dit stond voor westerling.
Het Geisha-zijn begon als een soort spel.
Een Kyoto geisha gemeenschap is verbonden door de taal van verwantschap. Ze zijn allen ‘zussen’ van elkaar. Degene met de autoriteit wordt de moeder genoemd. Kiyo was zo’n moeder. Zij kende al de geisha, belangrijke zakenleiders en politici. Kiyo nam Liza onder haar hoede.
Liza woonde in een klein appartement aan het huis van Kiyo. Als een dochter was het makkelijk om te leven in de vrouwenwereld. Voor zoons was het lastig. Kiyo had een twintigjarige zoon, voor hem was het niet eenvoudig om te leven zonder rolmodellen. Liza kreeg eenvoudig de plek in het leven van Kiyo waar een dochter natuurlijkerwijs zou zijn.
Liza leerde veel, Hasui-San (Kiyo) vertelde over haar leven, de concurrentie en samenwerking van verschillende gemeenschappen. Liza ging overal mee naar toe. Ze hielp de dienstmeisjes met het brengen van eten en drinken naar de gasten die naar de geisha kwamen kijken. Liza werd ook geïntroduceerd aan de muziekleraar.
Op een avond bedacht Hasui-San dat Liza zelf een geisha kon zijn. Liza had dezelfde maat, dus kon kleren lenen en bovendien speelde ze shamisen. Ze kreeg de naam Ichigiku, de jongere zus van Ichiume.
Liza nam het serieus en kopieerde elke beweging. Haar geisha moeder en dochter hadden haar groot vertrouwen laten zien om haar mee te laten doen.
De dingen die Japanse meisjes het moeilijkst vonden, waren voor haar juist het makkelijkst. Bovendien had ze het geluk dat als buitenstaander veel fouten worden vergeven. Ze hoefde niet een culturele verlegenheid af te leren om met oudere mannen te kunnen praten. Het enige verschil was dat ze het in het Japans moest doen.
Echt blauwe ogen zouden het moeilijk hebben gemaakt en blond haar onmogelijk. Ze had geluk met haar donkere haar en tevens dat ze goed tegen alcohol kon. Geisha willen klanten het idee geven dat ze samen drinken, terwijl ze proberen zo min mogelijk alcohol binnen te krijgen.
Liza leerde het traditionele ideaal van vrouwelijke schoonheid te waarderen. De make-up als een suggestief, intrigerend masker. De kimono die de contouren van het lichaam verhuld, als een mooi ingepakt pakketje.
Moderne Japanse vrouwen hebben een afkeer tegen het woord geisha, als een belichaming van een stereotype van gehoorzame slaafsheid. Tegelijkertijd is dat hun redding. De geisha werd een kleine elite niche in Japan, met een mythische status in de rest van de wereld.
Liza veranderde door haar ervaring van geisha veldwerk. Hoe ouder ze werd, hoe meer ze moest denken aan de oudere geisha die elegant blijven en interesse houden in mensen en het leven.
John ontmoette hem voor het eerst bij de Maikona waterputten in Kenia. De man gaf zijn kamelen water. In het droge seizoen, wat bijna het hele jaar is, moeten nomaden hun kudde naar de waterputten brengen om ze te laten drinken.
Volgens het gedetailleerde schema gaat elk kamp er om de vijf dagen heen met zijn gieten en schapen en elke twaalf dagen met kamelen. Dat komt omdat er tientallen kampen zijn met duizenden dieren en maar dertig waterputten.
Wanneer je nomaden tegen wil komen kun je het beste weten wanneer ze hun vee komen water geven, omdat ze rondtrekken. Bij de waterputten vindt je vee kopers, vrienden, familie, regelaars voor huwelijken enzovoort.
John stond naast een van de putten toen er een man naar hem toe kwam. De man had steeds water in een plastic emmer gedaan, nu klom hij uit de waterput en gaf de emmer aan John. De man glimlachte, het leek alsof hij Johns gedachten kon lezen. Thuis was John een zwemmer, hij miste de beweging. Water tillen uit de waterput, het nat worden en nuttig zijn was precies wat hij wilde.
John hielp de emmerbrigade. Na een uur waren de kamelen klaar met drinken. Het was tijd om aan de kant te gaan voor een ander kamp dat haar kudde wilde laten drinken. De mannen rustten uit in de schaduw van een boom. Ze dronken water met melk, wat erg verfrissend bleek te zijn.
Pas een paar maanden was John bezig met dit project en zijn taal was matig. De man die geglimlacht had, bleek Engels te spreken. Het komende uur beantwoorden ze elkaars vragen. Zijn nieuwe vriend vertelde dat ze terug zouden komen. John beloofde dat hij dan weer zou helpen.
Veldwerk betekend ergens heen gaan, oude relaties achterlaten en nieuwe opbouwen. Je keert je rug toe naar het thuisfront en later ook weer naar de nieuwe relaties. Het de rug toekeren ziet John als verraad, een terugtrekking van een sociale verplichting.
Het Engelse woord voor verraad, trait, komt van het Latijn tradere; geven. Een verrader geeft zijn volk aan de vijand, mensen geven hun traditie over aan de volgende generatie. Een man die water haalt voor zijn kamelen, geeft de emmer aan de volgende persoon in de rij.
Het is vreemd dat er niet veel over verraad gepraat wordt door antropologen. Velen hebben geprobeerd informanten te overtuigen om geheimen te vertellen. Dit vraagt informanten om hun traditionele kennis te verraden.
Hoewel hij schrijft over de onvermijdelijkheid van verraad, vind John niet dat we moeten stoppen met veldwerk.
Verraad is een deel van het mens-zijn, we moeten de schade proberen te beperken. Ondanks zijn beste intenties heeft hij een vriend verraden.
De volgende keer dat John de man weer zag, bracht hij een ororo mee voor John. Dit is een staf voor mannen, gemaakt van hout. Alle volwassen mannen dragen er een bij zich. Net als de leidinggevenden in Amerika die een stropdas dragen. Gabra mannen krijgen de ororo bij hun huwelijk. Mannen vroegen constant aan John waarom hij geen staf bij zich droeg, hij was toch getrouwd?
Toen de mannen in de schaduw onder de boom zaten, had John gevraagd waar hij een goede boom kon vinden om een ororo van te maken. De man had gezegd dat hij er een voor John zou snijden. John had verwacht dat hij een stuk hout zou krijgen, en had zich verheugd op het zelf bewerken ervan. In plaats daarvan kreeg hij een ororo die af was.
In de opvolgende weken bezocht John vaker het kamp van de man, wat maar een uur lopen bleek te zijn. De man slachtte een geit voor hem. Vervolgens sneed hij een stuk vel af, dit geeft een gastheer aan zijn gast om te dragen. Deze medicha laat zien dat de gast verwelkomd is.
Op een dag kort nadat John de medicha had gekregen, was zijn nieuwe vriend niet bij de Maikona waterputten. John bleef de medicha dragen als een teken van dat hij Gabra vrienden had.
Iemand vroeg hem wie de medicha aan hem gegeven had. Toen John het vertelde, waren de mannen verbaasd dat dat zijn vriend was. Vervolgens werd hem gevraagd wat hij zijn vriend had gegeven. John schrok van deze vraag, het impliceerde dat vriendschap is gebaseerd op materiële uitwisseling. Hij realiseerde zich dat hij meerdere dingen had gekregen van zijn vriend, maar niks gegeven had. De volgende keer zou John zijn zakmes geven.
Hun vriendschap bleef over de tijd dat hij naar de Maikona waterputten reisden, gedurende tien jaar. Door mobiele telefonie en internet bleven ze met elkaar in contact.
Wanneer ze elkaar zagen, spraken ze urenlang. De man wist veel over de Gabra cultuur en was geletterd. Hij was een in- en outsider, een klassieke informant. Bovendien was hij geduldig met het geven van informatie en interpretatie. Hij begon met het aan John leren van de namen van dingen. Later nam hij hem mee naar fora, het kamp van de kamelen van zijn familie. Ze liepen met zijn tweeën, dronken melk en bloed van de kamelen en zongen ’s avonds met de anderen in het kamp.
Zijn vriend was een alcoholist, als hij dronk werd het onverdraaglijk. Als hij geld had dronk hij, anders leende hij geld en stond enorm in de schulden.
Na twintig maanden ging John terug naar Amerika. Zijn vriend wilde liever dat hij bleef, als geld het probleem was, dan kon hij wel wat lenen van anderen. Maar John en zijn vrouw wilden naar huis.
Thuis schreef John een boek over Gabra rituele ouderen. Hierin kwam een hoofdstuk over twee totaal verschillende mannen: Galgalo; een belangrijke, individuele en wijd gerespecteerd man. De andere man was zijn vriend, die hij het pseudoniem Wario gaf.
Toen John terugkeerde naar de Chalbi voor verder onderzoek, nam hij kopieën van zijn boek mee voor de ouderen. Zijn vriend herkende zich echter in het boek, ondanks de wijzigingen. John had al met Wario gepraat over het plan om over zijn leven te schrijven. Maar praten is abstract en een boek voor je is echt, en dat deed hem pijn.
Wario voelde zich verraden. Hij was boos en was bang dat mensen hem in het boek zouden herkennen. Er waren weliswaar meer alcoholisten, maar velen wisten dat zij bevriend waren. Maar de mensen die Wario zouden herkennen in de tekst, zouden al weten van zijn drinkgedrag en het zou dus niks nieuws onthullen.
Wat Wario het meeste raakte was dat de tekst leek te zeggen dat John geen vertrouwen had in zijn vriend, dat hij ooit zou stoppen met drinken. Ze praatten hier lang over, uiteindelijk gingen ze te voet naar een andere vriend. Wario stopte te praten over het boek, maar John schaamde zich.
Nog vaker keerde hij terug voor onderzoek en steeds bezocht hij Wario. Ze bleven vrienden, maar niet meer zoals voorheen. Wario bleek al tien jaar nuchter te zijn, een vrouw en kinderen te hebben. John had hier niet aan moeten twijfelen.
John schreef nog een boek over verraad waar een antropoloog en zijn vrouw bij betrokken zijn. In het verhaal gaat de vrouw mee met veldwerk, ze krijgt een via bloed overdraagbare ziekte en overlijdt een paar jaar later. Het verhaal volgt de antropoloog met de consequenties, de terugkeer naar het veld, waar hij de familie van een man bezoekt die op Wario lijkt. De antropoloog bezoekt hier de plaats van misdaad, waar zijn vrouw de ziekte kreeg.
Johns vrouw is ook mee geweest op veldwerk, maar is in leven. Het koppel in het boek zijn zij niet. Het verhaal is een poging om te laten zien dat de tijd dat ze in de woestijn waren, dat meer vanuit zijn interesse kwam. Er waren tijden dat het voelde als verraad. Het is lastig om een getrouwde antropoloog te zijn, vooral wanneer je partner niet een antropoloog is. De verwachtingen komen vaak niet uit.
Om een individu te zijn, moeten we een deel van onze individualiteit overdragen aan anderen. Het is een paradox van een sociaal wezen zijn. John’s vrouw ging mee, ook al waren de omstandigheden niet goed.
Het laatste verraad gaat over de lezer. Deze verwacht feiten, geen fictie. Waarom zou hij een verhaal verzinnen en details verwisselen? Een reden hiervoor was dat het verhaal over de effecten van veldwerk op een huwelijk geschreven is vanuit zijn herinneringen. Om een coherent verhaal te kunnen vertellen, moest hij de gaten opvullen. Bovendien kon hij zijn ervaringen vertellen zonder alle details hoeven te onthullen. In het verhaal over Wario heeft hij niks verzonnen, toch is het een fictie. Het is gevormd door samenstelling en selectie.
Clifford Geertz benoemde dat een etnografie een soort fictie is, het is gemaakt of zelfs verzonnen. Niemand vertelt alles en wat we vertellen is gevormd door de vragen die we stellen en onze interpretatie.
Verraad betekent iets overhandigen. Aan zijn vrouw overhandigde John zijn verantwoordelijkheid als partner om met haar keuzes te maken over dingen die op hun beiden invloed zou hebben. Aan Wario gaf hij zijn verantwoordelijkheid als een vriend die vertrouwen in hem heeft.
Binnen de antropologie ligt de nadruk op relaties. Zowel verraad als relatie impliceren vasthouden, meebrengen en overhandigen. Het verschil is dat je bij een relatie niet iets overhandigt aan een ander, maar dat je iets terug geeft aan de plaats van oorsprong. Het doen van veldwerk betekent verlaten en soms het pijn doen van mensen waar je om geeft. Hoewel verraad onvermijdelijk is, kunnen we het proberen te beperken. Veldwerk kan ook betekenen dat je terugkeert naar het veld, het teruggeven.
Sarah ging met de boot naar Bastia, een eiland van Corsica. Ze stond op de boot met haar man, David, en haar zoon, Jackson. Vol verwachting keken ze naar de oever die hun nieuwe thuis zou zijn. Ze zagen grijze huizen, de steile berg en een grijze lucht. Toch raakte Sarah hierdoor gekalmeerd, het zag er natuurlijk en rustig uit.
In Washington had ze haar paper over de Corsicaanse traditionele zangkunst gepresenteerd . Dit had haar anderhalf jaar geleden naar het eiland getrokken. De zelfverzekerdheid die ze had over de conclusies van haar paper maskeerde de angst die ze had over haar vertrek.
Als antropoloog is ze gefascineerd door de transformatie die het leven in een andere cultuur teweeg kan brengen. Maar als moeder en vrouw vindt ze het moeilijk te accepteren dat ze haar zoon en man zou meeslepen in de beproeving van de cultuurshock, waarin haast alles wat je doet verkeerd is.
Na een paar uur rijden over het eiland kwamen ze in het donker aan bij het dorp. De nacht ervoor had de nicht van de huurbaas aan de telefoon verteld dat als ze de smalle weg naar het appartement niet konden vinden, ze de weg moesten vragen in het dorpscafé. Sarah had geen straatnaam gekregen. Nu moest ze de duistere kroeg in. Binnen vroeg ze aan de mannen de weg. De mannen keken echter weg en gingen verder met hun gesprek. Uiteindelijk wees een man in de richting van een steile helling, hij zei dat hij het niet wist, maar dat het misschien de goede richting was. Later bleek dat ze allen hadden geweten waar ze heen moest.
Het non-dit, hetgeen dat niet gezegd wordt, weegt zwaar. De stilte regelt de relaties en reputatie. Het was een grote uitdaging voor Sarah om hier mee om te gaan. Sarah probeerde te begrijpen hoe het werkte, maar bovenal probeerde ze zich thuis te voelen. Deze sociale spanning was verhoogd voor buitenstaanders, het is dan nog moeilijker om opgenomen te worden.
Constant is men bezig de sociale wereld te stabiliseren om de individuele en familie-eer te beschermen. Eer is erg belangrijk. Je mag iemand of niet, er zit niets tussen in. Daarom zijn begroetingen van groot belang. Als je je vrienden niet begroet, wordt je mal (slecht) met ze. Sommige ruzies gaan terug tot de grootouders. Maar vriendschap kan even diep en langdurig zijn.
Het dorpsplein ligt aan hun appartement. Het is een plek waar de sociale dynamiek wordt vastgesteld. Hoewel er jeux-de-boules gespeeld wordt door de mannen en vrouwen in groepjes kletsen, is het geen vredige plek voor ontspanning.
Twee kussen worden gegeven aan familieleden waar je niet mee samenwoont, aan goede vrienden en vrouwen. Anders wordt een hand geschud. Begroetingen worden daarnaast afgemeten aan degenen die toekijken. Mensen kunnen aardig doen wanneer er geen anderen bij zijn, maar in het zicht je niet groeten.
Aan het begin bij het opbouwen van relaties, renden Sarah en David naar huis om te vertellen dat ze een kus of een glimlach hadden gekregen. Later werden deze begroetingen uitgebreid door gesprekjes en uitnodigen voor koffie of zelfs diner. De relaties bleken echter niet stabiel. Op een ander moment werden ze niet eens begroet.
Het voelde als het sociale spel dat tieners spelen. Wat maakte het Sarah uit wat anderen van haar dachten? Eer en reputatie deden haar niet zoveel. Naast haar frustratie probeerde ze deel te worden van de groep.
Na een paar maanden besloten Sarah en David te verhuizen. Dit huis was te gevaarlijk voor Jackson. Letizia, de huisbaas, had vanaf het begin veel met ze gepraat, als enige. Nu was Sarah bang haar te vertellen dat ze zouden vetrekken. Letizia reageerde dan ook niet vrolijk toen Sarah haar opbelde met het nieuws. Sarah werd zich bewust dat dit de enige echte relaties die ze hadden opgebouwd zouden verstoren. Sarah vertelde haar dat ze over twee maanden zouden verhuizen en dat ze twee weken langer de huur zouden betalen.
Sarah dacht dat het vooral om het geld zou gaan. Ze realiseerde zich niet dat het vertrek van de Amerikanen een kwestie was van reputatie, eer en gastvrijheid. Het zou geholpen hebben als ze naar Letizia waren gereden met giften, de huur en een uitnodiging voor een toekomstig diner.
Op een dag belde Letizia op om te vertellen dat ze de vijftiende zou komen en graag in haar appartement wilde slapen. Sarah antwoorde dat dat uiteraard goed was, maar dat ze wel precies op die dag zouden verhuizen. Het appartement zou dan niet opgeruimd zijn. Letizia zei dat ze dat begreep.
De dag na dat ze waren verhuisd, vertrok David naar Engeland voor zijn werk. Het was lastig voor Sarah om zonder partner daar te zijn. Vooral omdat ze in het nieuwe dorp nieuwe mensen moest leren kennen. Om Jackson huilend achter te laten bij de crèche was hartverscheurend. In deze samenleving waar familiebanden en connecties alles waren, waren zij van weinig betekenis.
Een dag later belde Letizia, ze vroeg Sarah om te komen voor lunch en haar te helpen met het schoonmaken van het appartement. Letizia klonk niet vrolijk. Sarah vertelde dat ze graag kwam, maar dat ze er na twee uur kon zijn en tevens om vijf uur terug moest zijn om Jackson op te halen. Letizia ging hiermee akkoord.
Net onderweg werd Sarah weer gebeld door Letizia, ze schreeuwde. De bedden waren niet klaar en er was nauwelijks schoongemaakt vertelde Letizia boos. Sarah was hier al bang voor. Ze voelde zich fragiel en bedacht dat ze nog met Letizia moest gaan lunchen.
Eenmaal bij het appartement gaf Letizia haar twee zoenen. Vervolgens liet ze alles zien wat Sarah niet schoongemaakt had. Wat Sarah ook zei, Letizia accepteerde niet dat het niet schoon was, ook al betaalde Sarah nog de huur.
Sarah was verward door de tegenstrijdigheid van de gastvrijheid en de uitgebreide lunch enerzijds en de beschuldiging anderzijds. Ze lunchten samen, Letizia praatte tegen haar haar, niet met haar. Uren zaten ze aan tafel, Letizia bleef maar praten en tussendoor benoemde ze steeds het huis.
Het werd tegen vijf uur, tijd om Jackson op te halen. Sarah begon zenuwachtig te worden, ze kwam niet tussen het gepraat. Ze voelde zich machteloos en begon boos en gefrustreerd te worden. Ze moest er iets aan doen.
Toen kwam een vriendin van Letizia binnen. Ze keken minachtend naar Sarah en praatte over het huis en het gebrek aan respect. Toen de vriendin eindelijk weg was ontplofte Sarah. Ze betaalde Letizia tot het eind van de maand, dus heeft Letizia geen recht tot klagen. Sarah stond op, bedankte voor de lunch en liep boos weg.
Sarah voelde een golf van empowerment, voor het eerst. Het was zo onrechtvaardig hoe ze behandeld werd. Vervolgens merkte ze dat ze bang was voor haar familie eer. Ze glimlachte bij het idee dat als ze veel familie had op dit eiland, dat ze haar verhaal nu zou vertellen met passie, schuld en boosheid. Om mensen om zich heen te verzamelen die de onrechtvaardigheid inzagen. Haar familie zou mal worden met Letizia’s familie. Voor het eerst zag ze hoe het was om binnen in te leven, ze begreep nu iets wat eerder zo ver van haar afstond.
Normaal vermeed ze confrontatie, nu werd haar huid dikker. Ze leerde hoe ze begroetingen kon eisen zonder spijt en om cadeaus te geven als teken van respect. In hun nieuwe dorp maakte ze goede vrienden, ze werden hun Amerikanen.
Het was een opluchting om terug naar huis te gaan, waar elke interactie niet voelt als een mogelijkheid haar te breken. Maar op de momenten dat ze zich bedreigd voelde op Bastia, voelde ze zich empowered, op een manier die ze thuis niet voelt. Op dat moment weet ze dat familie-eer belangrijk voor haar is.
Marjorie zit in een kring met !Kung San vrouwen. Het geluid van de genezingsdans vult de lucht. De vrouwen klappen complexe ritmes en mengen hun lichamen met de muziek. Midden in de cirkel is het vuur. Achter de vrouwen staan de mannen. Zij dansen op blote voeten in het koude zand. Ze beschermen de vrouwen voor het onbekende.
Achter de mannen, in het donker, zitten de geesten van de voorouders, zij kijken toe. Een speurder schreeuwt naar de geesten, hij waarschuwt ze dat ze geen problemen moeten veroorzaken. De speurder legt zijn hand op degenen die ziek zijn om ze te genezen. Terwijl Marjorie daar zit merkt ze dat ze zich goed voelt, vredig, een gevoel van rust midden in een lange en ingewikkelde reis.
In juni 1989 vertrok Marjorie uit Atlanta voor een maand naar Botswana. Ze was er tweemaal eerder geweest, maar dat was al veertien jaar geleden. Gedurende haar eerste verblijf had ze de !Kung taal geleerd, die beheerste ze goed genoeg om onderzoek te kunnen doen naar de !Kung vrouwen. Marjorie gebruikte het kader van de levensgeschiedenis voor het interviewen van acht vrouwen. Er sprong één vrouw uit, een vrouw die opener was en een goede verbale expressie had. Die vrouw kreeg het pseudoniem Nisa.
Na veertien jaar keerde Marjorie terug, met een zekere urgentie. Nisa was nu zesentachtig, ver boven de !Kung levensverwachting van vijfenvijftig. Marjorie’s eigen leven had een omslag gemaakt naar een vroege sterfte; ze had borstkanker.
Marjorie is getrouwd en een moeder van drie kinderen en zou nu voor drie maanden vertrekken. Al haar acties waren een stap richting het verwijderen van zichzelf van haar kinderen en man. Ze wisten niet hoe ze gedag tegen elkaar moesten zeggen. Nu was ze alleen en op weg.
De beslissing om te gaan, kwam vanuit de noodzaak om terug te keren, om te zien, proeven en wellicht te genezen. Ze wilde Nisa weer zien, wiens kijk haar inspireerde.
Geleidelijk vormde ze een krachtig geheel van interne krachten die haar in staat stelde om haar familie te verlaten. Als haar leven abrupt zou eindigen, had ze in ieder geval opnieuw een van de meest intense en mysterieuze hoofstukken geconfronteerd.
Marjorie en Nisa liepen naar het vuur om de anderen te vergezellen. Marjorie had veel vragen aan Nisa. Op welke manier had het boek Nisa’s leven beïnvloed? Hoe was het gegaan met het geld dat Nisa had gekregen om koeien van te kopen? Was haar perspectief veranderd over tijd? Als ze haar verhaal opnieuw zou vertellen, zou het dan hetzelfde zijn? Ze zou de vragen bewaren voor als ze alleen waren.
Marjorie hoopte ook genezen te worden door !Kung healers. Hoewel ze niet geloofde in de geestenwereld die de ziekte gezonden zou hebben, of dat de healer in samenwerking met de geesten de ziekte uit je kreeg, was de kracht van de traditie adembenemend.
In het donker, achter de kring van iedereen die aanwezig was bij de transdans, zitten de geesten van de doden. Zij zijn gekomen om te kijken en wellicht kwaad te doen. Enkel degenen in trans kunnen de geesten zien. Zij hebben de kracht om te genezen, soms gooien ze stokken en schreeuwen ze tegen de geesten. De healers riskeren hun leven. Ze kunnen in een coma-achtige toestand komen, waarin hun geest het lichaam verlaat en niet meer terugkomt.
De healers halen eerst de ziekte uit het lichaam van degene die ze genezen. In het lichaam van de healers zit een substantie of medicijn genaamd nlum. Door het energieke dansen wordt de genezingskracht steeds warmer. Wanneer het kookt raakt de healer in trans.
De melodieën en het getrommel waren opzwepend. De nachtlucht was koud. Naast Marjorie zat Nisa. Nisa haalde het verband van Nai’s duim, en hield de geïnfecteerde arm vast. Ze legde haar handen erop, gooide de ziekte eruit, gewelddadig spugend in het donker, haar verdriet eruit schreeuwend. Nisa gebruikte haar zweet, een krachtige vorm van nlum, en wreef het op Nai’s borst. Nisa ging verder de kring rond. Even stopte ze met genezen om dieper in trans te raken. Dansend stampte ze in het hete zand rond het vuur, ze staarde in het vuur en zong. Toen viel ze opeens richting het vuur, maar iedereen beschermt de healers, en handen van alle kanten hielden haar tegen.
Een schreeuw kwam van binnen uit Nisa en ze ging verder met genezen. Uiteindelijk kwam ze bij Marjorie. De vrouwen zongen en Nisa echode de melodie. Haar armen gingen van Marjorie’s borst naar beneden en stopten boven haar heupen. Marjorie sloot haar ogen, haar zintuigen alert op het geluid, de geur, de aanraking. Haar genezing kwam snel met een schreeuw van Nisa. Vervolgens ging Nisa verder de kring rond.
Tranen rolden over Marjorie’s wangen. De tranen voelden reinigend, de spanning van afgelopen tijd was zwaar. Ze voelde zich dankbaar om door al deze mensen omringd te worden. Omgeven door het geluid van de dans, de geur van het vuur, de cadensen van taal waar ze van hield. Ze kon hier gewoon zitten, zonder te hoeven lachen of te voldoen aan andere sociale verplichtingen. Ze kon gewoon huilen zonder dat iemand het merkte.
Nisa ging nog eens de kring rond. Toen Nisa bij Marjorie kwam, vertelde Marjorie zachtjes dat ze ziek was, in haar borst, ernstig ziek. Nisa liet niet blijken of ze het gehoord had en ging verder met de ronde.
Later kwam Nisa nog eens langs, die keer met twee andere vrouwen. Steeds wanneer Marjorie aangeraakt werd, wilde ze meer. Rond twee uur ’s nachts wilde Marjorie gaan slapen. Bo, de zoon van Nisa, bracht haar naar het kamp.
Bo was Marjorie dankbaar voor het geld voor de koeien en de trui die ze hem gezonden had. Marjorie voelde zich diep verbonden met Bo en Nisa.
Nisa was sterk, ze leek onuitstaanbaar met haar eindeloze eisen. Haar stem eiste aandacht. Marjorie had haar verteld dat zij de grootste reden was voor haar terugkomst. Graag zou Marjorie weer samenwerken.
Toch waren de eerste dagen in Dobe lastig, het was moeilijk om verbonden te raken.
Nisa en Marjorie verlieten het kamp en vetrokken naar het oerwoud. Hier gingen ze tijdelijk wonen. Marjorie was met de dag meer van Nisa afhankelijk.
Na een aantal dagen keerden ze terug naar het kamp. Marjorie was uitgeput. Ze hadden veel gelopen de afgelopen dagen. Haar pijn voelde zwaar. Het idee om terug naar Dobe te gaan, met het stadsleven, de dieren, de macht van de bewapende soldaten, was moeilijk. Het oerwoud was vrijheid, ruimte. Nergens vond ze zo’n haven voor haar geest wanneer ze pijn had. Terugkeren naar de stad was terugkeren naar het leven dat ze achter zich wilde laten. Hoe zou ze ooit terug moeten keren naar haar oude vrienden en haar familie? Welke verbinding had ze nu met hen? Hoe kon ze zo blij zijn op zichzelf? Ze was zo blij met haar kinderen en toch wilde ze nu niet terug.
Nisa en Marjorie praatten weinig tijdens hun rit terug naar Dobe. Maar toen ze tegen elkaar aan schommelde in de auto, vermelde Nisa dat Marjorie’s borst tegen haar aan drukte. Marjorie vertelde dat het niet echt een borst was. Ze vroeg of Nisa al wist dat Marjorie ziek was.
Nisa vertelde zonder emotie dat ze het gehoord had. Ze vertelde dat ze zelf ook ziekte in haar borst had gehad. Het concept kanker kenden ze er niet, dus had Marjorie het gevoel dat het niet hetzelfde was. Marjorie legde uit dat ze er dood aan kon gaan. Nisa liet weten dat zij en Chuko hun handen op haar borst zullen leggen en kijken wat er zit. Dat waren de woorden waar Marjorie naar verlangd had.
Hoe langer Marjorie in Dobe woonde, hoe persoonlijker haar interesse werd in de genezende transdans. Ook hield ze hoop dat ze fysiek genezen zou worden. Ze had Kxoma, een healer, verteld over haar ziekte, waarover hij ook al van anderen gehoord had. Ze vroeg of hij haar zou willen genezen.
Samen organiseerden ze een feest waarin Kxoma de hoofd-genezer zou zijn. Een geit werd geslacht en gekookt. Iedereen at en toen het donker was begon het zingen. Marjorie zat bij de vrouwen, klappend en zingend.
Kxoma bleef lang in zijn tent, toen hij er eindelijk uit kwam werkte hij zichzelf in een lichte trans. Hij ging de cirkel rond en legde één voor één zijn handen op ieder. Kxoma raakte iedereen kort aan, ook Marjorie. Marjorie wachtte op een teken dat hij voor haar zorgde. Zoals Nisa dat bij Nai had gedaan. Na vier rondes kwam hij naar Marjorie toe en vertelde hij dat hij klaar was. Hij had weinig kracht omdat hij zelf ook ziek was.
Marjorie voelde zich verlaten. Toen kwam Kumsa-de-jager in een lichte trans, Kxoma had blijkbaar een vervanger geregeld. Kumsa raakte buiten bewustzijn waardoor Kxoma gehaald moest worden. Kxoma kwam in trans en wreef over Kumsa’s lichaam met zijn handen en zweet. De vrouwen zongen door. Kumsa kwam uiteindelijk bij en ging de cirkel rond. Marjorie wachtte op zijn korte aanraking. Het zou nog lang duren voor ze hier weg ging.
De volgende ochtend wilde Kxoma met haar praten. Hij vroeg haar wat ze ging betalen voor de genezing van afgelopen nacht. Marjorie vertelde dat ze een geit geofferd had. Kxoma vond het niet genoeg, het was maar een kleine geit en ze hielp het kamp er weinig mee. Hij wilde tien pula. Marjorie ging akkoord, ook al was ze het er niet mee eens. Het ging haar niet om het geld, bovendien was de geit genoeg en hij had maar weinig gedaan. Het ging erom dat hij naar geld vroeg. Ze voelde zich een buitenstaander in zijn ogen, waar hij zoveel mogelijk van wilde hebben. Ze dacht dat Kxoma haar vriend was.
Marjorie moest een stap terug doen, de situatie interpreteren in de culturele context. Ze was veertien jaar weg geweest, ze kwam terug wanneer ze wilde en had veel geld. Ze wilde iets van de !Kung en was bereid veel te betalen voor de reis. Waarom zouden ze niet alles proberen te krijgen voor ze weer wegging?
Kxoma luisterde naar haar. Ze vertelde dat ze verwonderd was dat hij geld vroeg. Ze dacht dat ze gaven vanuit hun hart. Kxoma vertelde dat hij niet wist dat zij dat zo voelde. De volgende keer zou hij het goed maken.
De transdans was niet genoeg geweest, ze vroeg aan Nisa om een drumdans te organiseren. Nisa stelde voor om met Chuka aan Marjorie te werken. Ze zouden er twee pula minder voor vragen dan normaal, omdat Marjorie zo erg hielp. Ironisch genoeg had Marjorie haar vele giften gegeven met zeer hoge waarde. En nu kreeg ze twee pula korting. Hoewel het haar raakte deed het ook pijn.
De tijd verstreek, ze had nog maar zeven dagen in Dobe. Op sommige momenten gingen de interviews goed. Nisa vertelde mooi en waardevol. Toch leek het meeste onbelangrijk, zelfs het interview over haar als healer.
Marjorie was niet geheel ontevreden over haar komst, maar ze was het zat dat iedereen haar spullen vroeg. Ze maakte er maar het beste van.
Op hun rit terug naar Dobe, zat Nisa naast Marjorie. De volgende avond zou de drumdans zijn. Marjorie zei dat dat Nisa’s laatste kans was om haar handen op Marjorie te leggen om haar te helpen. Want als ze dood zou gaan… ‘Dan ga ik ook dood’ onderbrak Nisa haar. Het was twee dagen voor vertrek en Marjorie voelde zich nu dichtbij Nisa.
Marjorie was haar spullen aan het pakken, al zou ze weinig meenemen. Het meeste zou ze weggeven. Morgen zou een gekkenhuis worden met iedereen die wilde zien wat anderen kregen. Onbekenden die van mijlenver komen om te zeggen dat ze niks gekregen hadden. Marjorie had zin om naar huis te gaan, al voelde ze zich hier beschermd en thuis kwetsbaar.
De volgende ochtend bezocht ze Nisa en Bo. Het was koud. Marjorie vroeg of de trommeldans nog door zou gaan met dit weer, ze had ermee ingestemd om zes vrouwen te betalen om te zingen, twee trommelaars en twee healers. Bo voegde eraan toe dat Besa betaald wilde krijgen voor het gebruik van zijn trommel. Marjorie schrok hiervan; ze heeft zoveel voor hem gedaan, hem overal heen gebracht met de auto. Al de vragen, teleurstellingen en beledigingen werden haar te veel. Ze vertelde dat het pijn deed in haar hart, ze heeft iedereen geholpen maar op deze manier kan de dans voor haar niet doorgaan. Als mensen haar de dans willen geven, zal ze vrijgevig zijn, maar ze zal niemand betalen. Als de dans niet doorgaat is dat ook goed, ze vertrekt toch de volgende dag.
Nisa en Bo luisterden meelevend. Ze vroeg aan Nisa of zij begreep dat ze haar niet zou betalen, ze is immers nooit gierig geweest. Nisa accepteerde dit, als dat is wat Marjorie wil.
Vervolgens vroeg Marjorie of Bo mee wilde gaan naar Besa en de vrouwen, om voor haar te spreken. Marjorie had geleerd dat als ze de passie van het moment zou volgen, en zelf op hen zou afstappen, ze de trommel niet zou mogen lenen. Door Bo te vragen om te spreken maakte ze meer kans: dit was de manier hoe ze onenigheden oplosten, met name wanneer er sterke emoties bij betrokken zijn.
Met Bo naast haar verzwakte haar woede en voelde ze zich sterker. Bo praatte met Besa, hij sprak goed maar loste niks op. Besa bleef erbij dat hij het recht had om geld te vragen. Marjorie besloot voor zichzelf te praten. Ze vertelde dat ze voor het eerst als een buitenstaander behandeld wordt, dat ze dacht dat ze vrienden waren die elkaar helpen. Toch wilde hij er geld voor. Ze zei dat hun harten ver uit elkaar lagen en dat ze een andere trommel zou zoeken. Ze wilde weggaan, Bo sloot het gesprek af. Toen werd ze geroepen, ze mocht de trommel lenen.
Bo en Marjorie gingen langs twee andere dorpen, waar ze de nieuwe regels uitlegden. De zangeressen en trommelaars zouden alsnog komen.
De wind waaide stevig terwijl iedereen zich verzamelde in Marjorie’s kamp. De zang begon, gevolgd door de trommels. De healers gingen de cirkel rond en besteedden veel aandacht aan Marjorie. Na twee uur waren ze klaar. Nisa vertelde dat ze wat ziekte zagen in haar borst en dat ze dat eruit hebben gehaald, en dat ze wat nlum in haar hadden gestopt om haar beter te houden tot ze terug komt. Iedereen verliet het kamp, het was erg koud. Nisa vertelde over de conversatie met de Goden, ze zouden haar met rust laten, Marjorie was genezen.
Het is zes jaar geleden dat Marjorie in Afrika was. De reis had haar goed gedaan, ze had de zorgen achter zich gelaten. Ze heeft veel geleerd van de !Kung, dit merkt ze in haar opvattingen. Haar kinderen zijn geboren zonder medicatie, omdat Marjorie wilde begrijpen wat de !Kung vrouwen vertelden over de geboorte.
Marjorie publiceerde een boek en gaf les. Haar doel was altijd om het exotische bekend te maken. Mensen over de hele wereld worstelen met dezelfde dingen. De reis naar Afrika was een van de mooiste ervaringen van haar leven.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
3761 | 1 | 2 |
Add new contribution