Psychology and behavorial sciences - Theme
- 16773 reads
Media vormen een belangrijke kennisbron voor de fysieke, sociale en emotionele aspecten van dating, romantiek en seks en kunnen invloed hebben op seksuele houdingen, waarden en gedrag. De media presenteren echter een vrij onrealistisch beeld van romantiek en seksualiteit. Ze ontwikkelen stereotype schema’s voor sekserollen, wat negatieve gevolgen heeft. Het is daarom van belang om het verband tussen enerzijds blootstelling aan media en voorkeuren voor media en anderzijds seksuele houdingen van adolescenten.
Er is een gebrek aan kennis over de rol van de media bij de ontwikkeling van seksuele houdingen en gedrag van adolescenten. Er is weinig empirisch bewijs voor de aard en mate van media invloeden. Daarnaast is veel onderzoek enkel gericht op TV. Bovendien is er weinig bekend over de unieke of gecombineerde effecten van blootstelling aan verschillende soorten media en over de effecten van internet. Tevens is de focus vaak gericht op blootstelling aan media. Er moet meer aandacht worden gegeven aan voorkeuren voor media, omdat adolescenten een actieve rol spelen en kiezen aan welke media zij worden blootgesteld.
Dit onderzoek doet onderzoek naar zowel blootstelling aan als voorkeuren voor TV, muziek en internet en bestudeert het verband hiervan met vier soorten seksuele attitudes en stereotypes (SAS). De definitie van SAS die in dit onderzoek wordt gehanteerd, richt zich op:
Permissieve seksuele houdingen
Stereotypes van mannen als primair door seks gedreven
Stereotypes van vrouwen als (seksuele) objecten
Het belang van uiterlijk voor mannen
Het doel van het onderzoek was om te bestuderen of verschillende soorten mediablootstelling en -voorkeuren gerelateerd zijn aan SAS en welke mediafactoren de sterkste voorspellers zijn van SAS. Tevens wordt onderzoek gedaan naar sekseverschillen in mediavoorkeuren, seksuele houdingen en de verbanden tussen media en SAS.
Media vormen een belangrijke kennisbron voor de fysieke, sociale en emotionele aspecten van dating, romantiek en seks en kunnen invloed hebben op seksuele houdingen, waarden en gedrag. De media presenteren echter een vrij onrealistisch beeld van romantiek en seksualiteit. Ze ontwikkelen stereotype schema’s voor sekserollen, wat negatieve gevolgen heeft. Het is daarom van belang om het verband tussen enerzijds blootstelling aan media en voorkeuren voor media en anderzijds seksuele houdingen van adolescenten.
Er is een gebrek aan kennis over de rol van de media bij de ontwikkeling van seksuele houdingen en gedrag van adolescenten. Er is weinig empirisch bewijs voor de aard en mate van media invloeden. Daarnaast is veel onderzoek enkel gericht op TV. Bovendien is er weinig bekend over de unieke of gecombineerde effecten van blootstelling aan verschillende soorten media en over de effecten van internet. Tevens is de focus vaak gericht op blootstelling aan media. Er moet meer aandacht worden gegeven aan voorkeuren voor media, omdat adolescenten een actieve rol spelen en kiezen aan welke media zij worden blootgesteld.
Dit onderzoek doet onderzoek naar zowel blootstelling aan als voorkeuren voor TV, muziek en internet en bestudeert het verband hiervan met vier soorten seksuele attitudes en stereotypes (SAS). De definitie van SAS die in dit onderzoek wordt gehanteerd, richt zich op:
Permissieve seksuele houdingen
Stereotypes van mannen als primair door seks gedreven
Stereotypes van vrouwen als (seksuele) objecten
Het belang van uiterlijk voor mannen
Het doel van het onderzoek was om te bestuderen of verschillende soorten mediablootstelling en -voorkeuren gerelateerd zijn aan SAS en welke mediafactoren de sterkste voorspellers zijn van SAS. Tevens wordt onderzoek gedaan naar sekseverschillen in mediavoorkeuren, seksuele houdingen en de verbanden tussen media en SAS.
De schematheorie stelt dat schema’s van sekserollen uitgebreid en verfijnd worden. Deze schema’s zijn sociaal dominante definities van mannelijke en vrouwelijke rollen. De gehypothetiseerde effecten van de media in het huidige onderzoek zijn gebaseerd op een combinatie van aannames van de volgende theorieën:
‘Priming’ theorie: stimuli kunnen cognitieve schema’s activeren en een herhaaldelijke activering leidt tot versterking en een snelle beschikbaarheid van deze schema’s. Als media een beeld uitdragen van stereotype seksuele rollen, kan dit de ontwikkeling en activering van schema’s met overeenkomstige stereotype kenmerken versterken.
Sociaal-cognitieve theorie: mensen leren van en imiteren anderen, waaronder ook mediamodellen. Sociaal leren gebeurt eerder als de vertoonde houdingen en gedragingen relevant zijn, als de rolmodellen aantrekkelijk zijn en een hoge status hebben en als de houdingen en gedragingen positieve effecten lijken te hebben. Tevens moet er enige mate van overeenkomst zijn wat betreft de houdingen en gedragen die de rolmodellen vertonen. Als er smalle en goedgedefinieerde houdingen en seksuele sekserollen worden vertoond, wordt de kans op imitatie groter.
‘Media practice’ model: mediablootstelling heeft invloed op consumenten, maar deze consumenten zijn geen passieve slachtoffers. Mediakeuzes zijn een reflectie van de behoeften en voorkeuren van consumenten en consumenten vormen actief hun eigen media-omgeving.
In dit onderzoek wordt rekening gehouden met de actieve rol van adolescenten bij het consumeren van media door ook onderzoek te doen naar mediavoorkeuren.
Sommige media benadrukken het belang van wederkerig respect en seksuele gezondheid in seksuele relaties, terwijl andere media worden gekenmerkt door beelden van ‘casual’, zelfs uitbuitend, en stereotype seksueel gedrag en relaties. Deze laatste media besteden geen aandacht aan seksuele gezondheid en de mogelijke negatieve gevolgen van het hebben van seks. Uit onderzoek lijkt te kunnen worden geconcludeerd dat de meeste belangrijke (Amerikaanse) media voor de jeugd, zoals TV, muziek en internet, doordrenkt zijn met seksueel expliciete geluiden en beelden.
Als jongeren frequent aan dergelijke media worden blootgesteld of hier actief naar zoeken, kunnen zowel meisjes als jongens bevestiging krijgen dat permissieve seks de norm is, dat uiterlijk van belang is voor vrouwen en dat men door seks gedreven wezens zijn.
Elke dag consumeren Nederlandse jongeren Amerikaanse media. Op basis hiervan lijkt te kunnen worden geconcludeerd dat zij in dezelfde mate worden blootgesteld aan stereotype boodschappen als peers in de Verenigde Staten. Mogelijk bestaan er echter cross-culturele verschillen in de interpretatie van deze boodschappen. Het kan zijn dat deze stereotype boodschappen in de Nederlandse context minder relevant of betekenisvol zijn, omdat seksedifferentiatie geen grote rol speelt in de bredere sociaal-culturele context. Echter, zelfs in deze context kunnen media worden beschouwd als factor die stereotype sekserollen en seksuele houdingen bevordert.
In de adolescentie worden media vaak alleen geconsumeerd, in de privacy van hun eigen kamer. Het consumeren van media zonder toezicht van ouders vergroot de kans dat jongeren worden blootgesteld aan seksuele inhoud, wat ertoe leidt dat jongeren meer intenties hebben om seks te hebben en dat ze eerder seksueel actief worden.
Media hebben niet alleen invloed op gedrag, maar ook op ideeën van adolescenten over romantiek, seks en relaties. Bovendien wordt blootstelling aan seksuele inhoud geassocieerd met meer stereotype seksuele attitudes, zoals het idee dat mannen door seks worden gedreven en het idee dat vrouwen seksuele objecten zijn.
In de meeste onderzoeken is geen aandacht besteed aan sekseverschillen. Hoewel uit onderzoek blijkt dat jongens en jonge mannen vaker naar seksuele inhoud zoeken dan vrouwen, is er geen consistent bewijs voor de verbanden tussen enerzijds seksuele media-inhoud en anderzijds seksuele attitudes en stereotypes.
In dit onderzoek wordt niet alleen blootstelling aan media in aanmerking genomen, maar ook mediavoorkeuren. Onderzoek heeft aangetoond dat mediakeuzes en seksuele attitudes en stereotypes samenhangen met persoonlijke factoren als spanningsbehoefte, seksuele ervaring en achtergrondkenmerken, zoals opleidingsniveau. Om te bestuderen in welke mate mediablootstelling en –voorkeuren gerelateerd zijn aan SAS, worden opleidingsniveau, spanningsbehoefte en seksuele ervaring in de analyses opgenomen als verstorende variabelen. Ook wordt onderzocht of het verband tussen media en SAS hetzelfde is voor meisjes en jongens.
Zie figuur 1 op bladzijde 849 voor een vereenvoudigd model van mediablootstelling en –voorkeuren (linkerkant van de figuur) en seksuele attitudes en stereotypes (SAS; rechterkant van de figuur). Dit onderzoek bestudeert het relatieve belang van verschillende soorten media voor de bekrachtiging van seksuele houdingen en stereotype schema’s van sekserollen. Hierbij wordt gecontroleerd voor verstorende variabelen die invloed hebben op seksuele houdingen, zoals sekse en seksuele ervaring.
Het onderzoek probeert drie vragen te beantwoorden:
Zijn verschillende soorten mediablootstelling en –voorkeuren gerelateerd aan seksuele attitudes en seksestereotypes in de adolescentie?
Welke mediafactoren zijn de sterkste voorspellers van seksuele attitudes en seksestereotypes?
Worden verbanden tussen enerzijds mediablootstelling en –voorkeuren en anderzijds seksuele attitudes en seksestereotypes gemodereerd door sekse?
Er zijn drie hypothesen geformuleerd:
Meer frequente blootstelling aan media hangt samen met een sterkere bekrachtiging van permissieve seks en meer seksestereotypes.
Voorkeuren voor specifieke mediatypes (muziekvideo’s, heavy metal en hiphop muziek) is gerelateerd aan een sterkere bekrachtiging van permissieve seks en meer seksestereotypes.
Voorkeuren voor seksueel expliciete inhoud op TV of internet is de sterkste voorspeller van permissieve seks en seksestereotypes, als gecontroleerd wordt voor andere factoren.
Mediablootstelling en –voorkeuren zijn gerelateerd aan SAS. Met name voor meisjes zijn hoge niveaus van blootstelling aan TV gerelateerd aan meer goedkeuring van permissieve seks en sterkere stereotypes. Op basis van voorkeuren voor verschillende programma’s kan verder worden gespecificeerd welke inhoud geassocieerd wordt met SAS. Bij meisjes worden stereotypes bekrachtigd door het hebben van voorkeuren voor soaps en romantische films. Jongens die van romantische films houden, beoordelen permissieve seks positiever en denken dat mannen gedreven worden door seks. Voorkeuren van jongens voor sport en erotische TV inhoud is nog sterker gerelateerd aan SAS.
Veel blootstelling aan muziek en muziekvideo’s wordt geassocieerd met het goedkeuren van permissieve seks. Voorkeuren voor hiphop, R&B, dance en hard-house muziek zijn gerelateerd aan SAS, zoals ideeën dat vrouwen er sexy uit moeten zien en dat mannen er stoer uit moeten zien.
Frequente blootstelling aan internet hangt positief samen met SAS, met name bij meisjes. Voor jongens hangt chatten met potentiële romantische partners en het zoeken naar erotische inhoud positief samen met SAS. Meisjes die voor hun plezier surfen of op internet naar informatie zoeken, lijken minder attitudes en stereotypes te hebben.
Uit het onderzoek kan worden geconcludeerd dat mediavoorkeuren belangrijkere indicatoren zijn van SAS dan blootstelling aan media op zich. Eerder is een hiërarchisch patroon gesuggereerd in het verband tussen mediafactoren en SAS, waarbij expliciete erotische inhoud meer samenhangt met het idee van vrouwen als seksobjecten dan minder expliciet materiaal. Dit onderzoek ondersteunt deze benadering: voorkeur voor expliciete erotische internetinhoud was de belangrijkste indicator van SAS, met name onder jongens. Mogelijk heeft internet door de makkelijke toegang tot expliciete seksuele inhoud meer invloed dan seksuele inhoud in traditionele media.
Ook voorkeuren voor hiphop en hard-house muziek zijn sterke voorspellers van bepaalde seksestereotypes. Voorkeur voor klassieke muziek is daarentegen negatief gerelateerd aan SAS. Mogelijk wordt dit verschil in het verband tussen muziekvoorkeuren en SAS verklaard doordat hiphop en hard-house muziek gerelateerd zijn aan het nachtleven, terwijl er geen associatie bestaat tussen klassieke muziek en uitgaan.
Het is bovendien opmerkelijk dat sommige genres die een slechte reputatie hebben met betrekking tot een seksuele afschildering van vrouwen, zoals heavy metal, niet (meer) gerelateerd zijn aan SAS.
De verbanden tussen muziekvoorkeuren en SAS zijn hetzelfde voor jongens en meisjes. Een associatie tussen media en SAS lijkt specifiek voor jongens te zijn: als er bij jongens sprake is van een voorkeur voor erotische inhoud, denken ze vaak dat mannen primair worden gedreven door seks. Dit verband geldt echter niet voor meisjes. Dit resultaat duidt erop dat expliciete seksuele inhoud op internet bij jongens bij kan dragen aan de ontwikkeling van seksestereotypes.
Ook worden er sekseverschillen gevonden als gekeken wordt naar de intensiteit van blootstelling aan verschillende soorten media. Meisjes geven meer dan jongens de voorkeur aan het luisteren naar hiphop en R&B muziek, waardoor muziek voor hen een belangrijkere bron van SAS kan zijn dan voor jongens. Jongens zoeken daarentegen vaker dan meisjes naar expliciete erotische inhoud en voor hen kan het internet belangrijker zijn bij het vormen van SAS.
Kortom, muziek lijkt op jongens en meisjes dezelfde invloed te hebben, terwijl expliciete internetinhoud jongens meer beïnvloedt dan meisjes. Ten tweede is voor jongens erotische inhoud meer relevant bij de ontwikkeling van SAS, terwijl populaire muziek hiervoor meer relevant is voor meisjes.
Het onderzoek heeft een aantal beperkingen:
In het onderzoek is aangenomen dat voorkeuren invloed hebben op blootstelling aan media. Het is echter niet bekend of dit inderdaad het geval is.
Het is een cross-sectioneel onderzoek, waardoor het niet mogelijk is om conclusies te trekken over de (mogelijke) causale richting van verbanden tussen mediavoorkeuren en seksuele houdingen.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1138 | 1 |
Add new contribution