Brandstichting Frieslandhal - Arrest

Brandstichting Frieslandhal (HR 25-04-2008, NJ 2008, 262)

Casus

Partijen worden ‘eiser’ en ‘de ouders’ genoemd. Er is brand ontstaan in het veemarktcomplex in de Frieslandhal. Deze brand ontstond door een klein brandje dat niet was geblust en was gesticht door minderjarige kinderen van de ouders. De kinderen zijn veroordeeld ter zake van medeplegen. Eiser had een horecaonderneming in de Frieslandhal en moest verder in een noodvoorziening. Na een half jaar kwam er geen nieuwe huurovereenkomst tot stand tussen de eiser en de Frieslandhal en is de onderneming van de eiser opgeheven. Eiser heeft de ouders als wettelijke vertegenwoordigers hiervoor aansprakelijk gesteld. Het gaat nu alleen nog om de hoogte van dit bedrag daar de verzekeraars van de ouders aansprakelijkheid hebben erkend. De rechtbank kwam uit op €174.150,62 en het hof op €83.887. Hierbij zijn verschillende periodes gebruikt, resp. tweeënhalf jaar en ruim één jaar. Het hof overweegt dat de schade die voortkomt uit het feit dat er tussen de eiser en de verhuurder een huurgeschil is gerezen waardoor de onderneming niet wordt voortgezet niet voorzienbaar is. Er is wel sprake van een conditio sine qua non verband, maar dat is volgens het hof niet voldoende voor een schadepost (het niet kunnen uitoefenen van de onderneming onder dezelfde identieke zeer gunstige voorwaarden) die zo ver van brand verwijderd is. Daarom is volgens het hof de schade vergoedbaar tot het moment dat de onderneming weer zou kunnen verdergaan op de oude manier als er geen problemen waren ontstaan met de verhuurder. En dat is ruim één jaar.

Hoge Raad

De Hoge Raad volgt het hof niet. De gedachtegang van het hof is namelijk dat de ouders een risicoaansprakelijkheid hebben en deze brand enerzijds in de privé-sfeer (brandje stichten door de kinderen) is veroorzaakt en anderzijds dat de schade bestaat uit vermogensschade bestaande uit verlies omdat het bedrijf niet op dezelfde lucratieve wijze kan worden voortgezet. Dit geeft volgens de Hoge Raad blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Door de brand is de huurovereenkomst geëindigd. De gevolgen daarvan dienen volgens de Hoge Raad aan de ouders te worden toegerekend. Het feit dat er een huurgeschil is gerezen kan niks afdoen aan de omvang van de plicht van de ouders tot schadevergoeding. De inkomensschade is juist een heel voorzienbaar gevolg van de brand aldus de Hoge Raad.

 

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Promotions
verzekering studeren in het buitenland

Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
WorldSupporter Resources
Arresten & Jurisprudentie: leren, studeren en kennis delen - Startpagina