Jetblast II HvJ NA 18 maart 2005, NJ 2005, 302 - Arrest

Jetblast ll

Onderwerp

Gevaarzetting, bijzondere zorgplicht terreinbeheerders
 

Casus
Jetblast II is een voortzetting op Jetblast I. In Jetblast I is door de HR de rechtsregel gemaakt met betrekking tot gevaarzetting en de vraag of een waarschuwing kan worden beschouwd als een afdoende maatregel ter bescherming. In Jetblast II wordt op basis van die rechtsregel een uitspraak gedaan door het hof.
Mevrouw Hartmann stond achter een hek net buiten de luchthaven (PJIAE) te kijken naar opstijgende vliegtuigen. Bij dit hek hing alleen een bord met daarop ‘Warning, low flying and departing air craft blast can cause physical injury’. Door de kracht van een opstijgend vliegtuig is mevrouw Hartmann op rotsen bij het strand geblazen. Het hof moet beoordelen of het plaatsen van waarschuwingsborden in dit een afdoende maatregel was.

Rechtsgang
Hof: Het hof stelt dat het niet voldoende is dat het publiek door middel van een waarschuwing op de hoogte is van het gevaar, maar of verwacht kan worden dat zij hiernaar zal handelen.
In casu is er een grote waarschijnlijkheid dat er niet op de borden zal worden gelet. De gevolgen van een jetblast kunnen ernstig zijn. En een verdergaande maatregel is in casu niet dermate bezwaarlijk dat dit niet van PJIAE verwacht kon worden. Er wordt dan ook geconcludeerd dat PJIAE aansprakelijk is uit hoofde van een onrechtmatige daad.
In casu is er geen sprake van eigen schuld van Hartmann. Op de borden werd niet voldoende aangeven van welk soort ‘physical injury’ er sprake is. Hartmann heeft dan ook niet willens en wetens een waarschuwing in de wind geslagen door toch bij het hek te gaan staan. Daarnaast is het geen algemene kennis dat een opstijgend vliegtuig een jetblast kan veroorzaken.
Er is geen sprake van eigen schuld en de vordering wordt toegewezen.