Werkcollege week 2 Inleiding Strafrecht

Opdrachten 

  1. Het gronddelict is diefstal (art. 310 Sr), maar omdat het een poging tot een misdrijf is (art. 45 Sr) is dit een gekwalificeerd misdrijf en dus wordt de verdachte beschuldigd met art. 311, diefstal onder strafverzwarende omstandigheden 

  1. 1. Misdrijf, want artikel in boek 2. Bij misdrijven altijd ‘gevangenisstraf’ en overtredingen ‘hechtenis’ 
    2. Bestanddelen: 
    Hij 
    Die iets wegneemt 
    Dat geheel 
    Of ten dele aan een ander toebehoort 
    Met oogmerk wederrechtelijk toe te eigenen 
    Wordt gestraft 
    3. Wederrechtelijkheid is een bestanddeel en schuld een element. “Schuldig” is geen onderdeel van de delictsomschrijving dus geen bestanddeel. 
    4. Dit is een commissiedelict, er wordt namelijk iets verboden 
    5. Art. 310 --> Een formeel omschreven delict, in de wet staat een concrete handeling die strafbaar 
    Art. 307 lid 1 --> een materieel omschreven delict, de handeling wordt niet strafbaar gesteld maar het veroorzaken van een gevolg. 
    6.  Gronddelict 
    7. Bezit van roerende zaken beschermen 

Vraag 1 

In welk artikel is de strafbedreiging van dood door schuld in het verkeer te vinden? 

a) Artikel 9 Sr; 

b) artikel 307 Sr; 

c) artikel 6 Wegenverkeerswet 1994; 

d) artikel 175 Wegenverkeerswet 1994. 

D  

Vraag 2 

In een tenlastelegging moeten alle bestanddelen worden opgenomen, de elementen niet. 

a) Dit is juist; 

b) dit is onjuist. 

Vraag 3 

Zowel bestanddelen als elementen moeten worden bewezen. 

a) Dit is juist; 

b) Dit is onjuist. 

B  

Vraag 4 

Waarom wordt door de wetgever in bepaalde delictsomschrijvingen het bestanddeel wederrechtelijk opgenomen? 

a) Omdat het opnemen van wederrechtelijkheid in de delictsomschrijving de mogelijkheid opent een beroep te doen op een rechtvaardigingsgrond; 

b) omdat de delictsomschrijving onvoldoende zou onderscheiden tussen strafwaardig en niet-strafwaardig gedrag wanneer dit bestanddeel niet zou zijn opgenomen; 

c) omdat zonder het opnemen van wederrechtelijkheid in de delictsomschrijving de tenlastelegging niet bewezen zou kunnen worden; 

d) omdat wederrechtelijkheid een algemene voorwaarde voor strafbaarheid is, waaraan altijd moet worden voldaan. 

B

Vraag 5 

Welke van de volgende stellingen is niet juist? 

a) De vier voorwaarden voor strafbaarheid zijn cumulatief; 

b) Wanneer het ten laste gelegde is bewezen en het feit kan worden gekwalificeerd, worden de elementen verondersteld aanwezig te zijn; 

c) Wanneer het bestanddeel opzet is bewezen, dan is daarmee tevens het element verwijtbaarheid vervuld; 

d) Wanneer wederrechtelijkheid in de delictsomschrijving is opgenomen, moet worden bewezen dat aan deze voorwaarde is voldaan. 

 C

Vraag 6 

Wat is van doorslaggevend belang voor het antwoord op de vraag of een strafbaar feit een misdrijf of een overtreding is?  

a) De strafsoort; 

b) de wet; 

c) de ernst van het feit; 

d) de aanwezigheid van een subjectief bestanddeel. 

B

Vraag 7 

Welke van de navolgende stellingen is juist? 

a) Geprivilegieerde delicten en gekwalificeerde delicten hebben altijd een gronddelict; 

b) geprivilegieerde delicten hebben altijd een gronddelict, gekwalificeerde delicten hebben nooit een gronddelict; 

c) geprivilegieerde delicten hebben nooit een gronddelict, gekwalificeerde delicten hebben altijd een gronddelict; 

d) geprivilegieerde en gekwalificeerde delicten hebben nooit een gronddelict. 

Vraag 8 

Wat is een gekwalificeerd delict? 

a) Een delict dat is omschreven aan de hand van het strafbare gevolg; de aard van de gedraging die tot dit gevolg leidt, is niet relevant; 

b) een delict dat enkel strafbaar is indien dit gevolg intreedt; een gelijke gedraging waarbij het gevolg ontbreekt, is niet strafbaar; 

c) een delict dat een lagere strafdreiging kent dan het gronddelict, in het geval dat dit gevolg intreedt; 

d) een delict dat een hogere strafdreiging kent dan het gronddelict, in het geval dat dit gevolg intreedt. 

 D

Vraag 9 

Welke bewering over artikel 192 Sr is juist? 

a) Dit is een commissiedelict; 

b) dit is een gekwalificeerd delict; 

c) dit is een geprivilegieerd delict; 

d) dit is een omissiedelict. 

 D 

Vraag 10 

In de APV van de gemeente Deurne is de volgende bepaling opgenomen: 

“Artikel 2:18 - Rookverbod in bossen en natuurgebieden 

Het is in bossen, op heide- of veengronden verboden:

a) te roken gedurende de door het college aangewezen periode;

b) vuur te stoken gedurende de door het college aangewezen periode.” 

Welke stelling is niet juist? 

a) Deze bepaling kan worden gekarakteriseerd als een commissiedelict; 

b) deze bepaling kan worden gekarakteriseerd als een regel van strafvordering; 

c) deze bepaling kan worden gekwalificeerd als een materieel omschreven delict. 

d) deze bepaling kan worden gekwalificeerd als een formeel omschreven delict. 

 B 

Vraag 11 

Aan Eric wordt ten laste gelegd dat: 

Hij op of omstreeks de periode van 19 maart 2017 tot en met 20 maart 2017 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen het schilderij 'Zelfportret' van Vincent van Gogh, althans een schilderij, althans enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het Van Gogh museum, althans aan een ander dan de verdachte en/of zijn mededader(s). (artikel 310 jo. 311 lid 1 sub 4 Sr) 

Hoe kan dit delict het best worden omschreven? 

a) Als een ommissiedelict; 

b) als een door het gevolg gekwalificeerd delict; 

c) als een materieel omschreven delict; 

d) als een formeel omschreven delict.

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!

Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>

Check: concept of JoHo WorldSupporter

Concept of JoHo WorldSupporter

JoHo WorldSupporter mission and vision:

  • JoHo wants to enable people and organizations to develop and work better together, and thereby contribute to a tolerant tolerant and sustainable world. Through physical and online platforms, it support personal development and promote international cooperation is encouraged.

JoHo concept:

  • As a JoHo donor, member or insured, you provide support to the JoHo objectives. JoHo then supports you with tools, coaching and benefits in the areas of personal development and international activities.
  • JoHo's core services include: study support, competence development, coaching and insurance mediation when departure abroad.

Join JoHo WorldSupporter!

for a modest and sustainable investment in yourself, and a valued contribution to what JoHo stands for

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Check more: related and most recent topics and summaries
Check more: institutions, jobs and organizations

Image

Follow the author: Abel-Jan Scheffer
Share this page!
Statistics
2964
Submenu & Search

Search only via club, country, goal, study, topic or sector