Samenvatting week 3 Inleiding Strafrecht

Week III 

Culpa betekent in het Latijns schuld. Met culpoos handelen wordt dus steeds bedoeld het niet-opzettelijke, onvoorzichtige handelen. Aanmerkelijke onvoorzichtigheid, handelen in strijd met de normen van zorgvuldigheid (Verpleegster-arrest). Als opzet of met het oogmerk op in de delictsomschrijving is opgenomen dan noemt men ze de subjectieve delictsbestanddelen, dan doet het er noodzakelijkerwijs toe met welke intentie de dader gehandeld heeft. Dit is altijd bij misdrijven. Dit is echter wel moeilijk te bewijzen. Porsche-arrest wordt gebruikt voor het bewijs van subjectieve bestanddelen. Als hem in de tenlastelegging verweten wordt dat hij een doodslag heeft gepleegd, dan zal gezien de delictsomschrijving van doodslag bewezen moeten worden dat hij heeft gehandeld met opzet op de dood. Aldus, de dader moet de dood van de ander hebben nagestreefd. 
Bij misdrijven treft men altijd subjectieve delictsbestanddelen aan. Bij overtredingen achtte de wetgever het minder van belang om een onderscheid te maken tussen opzettelijke en culpoze gedragingen. 

Opzettelijke handelen betekent: willens en wetens. De ader die opzettelijk handelt, weet waar hij mee bezig is en hij wil het ook doen. Graden van opzet: 

  1. Opzet met bedoeling: Dit is de hoogste vorm van opzet. Het doel van de dader is het verrichten van de strafbare handeling. Er is sprake van willens en wetens handelen.  

  1. Voorwaardelijk opzet: Laagste opzetvariant, synoniemen zijn mogelijkheidsbewustzijn en kansopzet. De daders zijn soms zo zeer gericht op hun primaire doel, dat zij de aanmerkelijke kans voor lief nemen dat door hun gedraging ook een ander gevolg zal intreden (Bus rijdt hard over de snelweg en raakt een andere auto die overlijden). Het criterium voor voorwaardelijk opzet kwam terug in het Cicero-arrest. De toneelvereniging voerde een toneelstuk op maar er was niet aan de auteursrechtelijke voorwaarden voldaan. De Hoge Raad oordeelde: Als het voor de toneelvereniging niet duidelijk is of zij gerechtigd zijn om het stuk op te voeren en zij het in weerwil van deze onzekerheid toch doen, zij zich dan willens en wetens blootstellen aan de geenszins als denkbeeldig te verwaarlozen kans dat zij een inbreuk maken op het auteursrecht van een ander. Er was dus sprake van opzet op de overtreding van de auteurswet. 
    Als iets ‘dood ten gevolge heeft’ en iemand zegt dat hij daar geen opzet bij had (zoals mishandeling, met de dood te gevolge) heeft het verweer van geen opzet geen zin. Voorwaardelijk opzet geldt hier niet, want opzet op de dood is niet vereist. 

Criteria voor voorwaardelijk opzet: 

  • Wilscomponent --> houdt in dat op de koop het gevolg wordt toegenomen 

  • Kenniscomponent --> houdt in dat bewust de aanmerkelijk kans is aanvaard 

Bewust aanvaarden van de aanmerkelijk kans. Drie componenten: 

  • Kans component (aanmerkelijk kans dat onwenselijk gevolg intreedt) 
    - Algemene ervaringsregels (je kan het aanvoelen) 
    - Alle feiten en omstandigheden van het geval (ernst van het gevolg niet belangrijk. Puur naar de gedraging. Is er sprake van een aanmerkelijk kans) 

  • Kenniscomponent (was de verdachte bewust van de aanmerkelijke kans) 
    - Feitelijk op te halen uit de casus (door bv iets wat hij heeft gezegd) 
    - Objectiveren/normaliseren (zou een derde het als een gevaar kwalificeren) 

  • Wilscomponent (heeft de verdachte de aanmerkelijke kans aanvaardt of voor lief heeft genomen) 
    - Kijken naar de casus 
    - Objectiveren/normaliseren (in Porsche-arrest is de vraag is hier sprake van opzet. Hier is sprake van contra-indicaties. Ook al in eerste instantie sprake is van opzet. Je moet ook zien dat er ook sprake was van indicaties die ervoor zorgen dat willens er niet was, omdat hij telkens zijn inhaalpoging afbrak --> objectiveren/normaliseren
    Bij het Bumperkleven-arrest gaat een persoon vlak achter een andere rijden. En de man zegt tegen de brouw dat ze haar gordel om moet doen, omdat hij hard gaat remmen. Dit remmen zorgt voor opzet omdat hij het wist. Ook heeft hij dit aanvaardt. Er is dus wel sprake van opzet 

 
Ook bij het Aanmerkelijke kans-arrest werd over voorwaardelijke opzet gesproken. Invoering van heroïne is verboden door de Opiumwet. Een man had twee koffers ‘geleend’ van een man, die een dubbele bodem bleek te hebben voor heroïne smokkel. De koffers hadden een abnormaal gewicht en opvallend dikke deksels en bodems. Volgens de Hoge Raad heeft de man zich willens en wetens blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat in beide koffers verdovende middelen waren verborgen. Er was dus sprake van voorwaardelijk opzet. 
Schieten in de kroeg arrest. De verdachte schiet in een kroeg op iemand waarmee hij een geschil heeft. Kroegbezoekers trachten het pistool van de dader af te nemen. Het lukt de verdachte om met de hand waarmee hij het pistool vast heeft los te komen. Achtereenvolgens gaat het pistool nogmaals af en wordt een willekeurige omstander geraakt. De verdachte wordt vervolgd voor tweemaal poging tot doodslag. Hij beroept zich echter op het verweer dat het tweede schot per ongeluk werd gelost en dat er dus geen sprake kon zijn van tweemaal poging tot doodslag. Kan de verdachte voor twee keer poging tot doodslag worden vervolgd, of was er bij het tweede schot geen opzet? Het hof stelde dat de verdachte had kunnen voorzien dat, als hij in een kroeg op iemand zou schieten, andere kroegbezoekers zouden proberen te voorkomen dat de verdachte nogmaals op die persoon zou kunnen schieten. Omdat de verdachte het pistool bleef vasthouden toen aanwezigen het pistool van hem wilden afpakken, heeft hij zich willens en wetens blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat het pistool nogmaals zou afgaan en dat hierbij een ander geraakt zou worden. Er was bij het tweede schot dus sprake van voorwaardelijk opzet en derhalve van opzet. Het hof veroordeelde de verdachte dus voor twee keer poging tot doodslag. De Hoge Raad sluit zich bij het oordeel van het hof aan en verwerpt het cassatieberoep van de verdachte. 
Bumperkleven-arrest. Verdachte heeft plotseling hard geremd, nadat hij zijn vriendin heeft gewaarschuwd haar riem om te doen, toen het slachtoffer was aan het bumperkleven. Beide auto’s reden op zeer korte afstand van elkaar met snelheden boven de 100 km per uur (waar maar een maximumsnelheid van 80 km was toegestaan), op een tweebaansweg waarlangs bomen stonden. Ten gevolge van dit handelen is het slachtoffer overleden, omdat deze de auto van verdachte probeerde te ontwijken, de berm is ingereden en vervolgens tegen een boom tot stilstand is gekomen. De Hoge Raad overweegt dat het handelen van de verdachte gericht leek te zijn op het ernstig in gevaar brengen van het slachtoffer. Op basis van de bewijsmiddelen (de verklaringen van o.a. verdachte, zijn vriendin die bij hem in de auto zat en getuigen: met name de verklaring dat hij zijn vriendin had gewaarschuwd haar riem aan te doen) was het hof terecht overtuigt van het feit dat de verdachte door bewust onverhoeds te remmen,‘…zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat het slachtoffer zou verongelukken en dat derhalve het opzet van de verdachte in de zin van voorwaardelijk opzet op de dood van het slachtoffer was gericht 

  1. Opzet met noodzakelijkheidsbewustzijn: Hierbij heeft de dader een bepaald doel voor ogen, maar hij weet dat het noodzakelijk is een bepaald, niet primair beoogd gevolg, in het leven te roepen om dat doel te bereiken. Er is nu dus geen sprake van slechts een aanmerkelijke kans. De kans dat het gevolg optreedt is 100%. Er wordt daarom ook wel gesproken van zekerheidsbewustzijn. Een voorbeeld is een man die zijn boot wil laten zinken door een tijdsbom aan de boot vast te plakken. De dood van de bemanningsleden is onvermijdelijk, terwijl zijn doel het innen van de verzekeringsgelden.  

In de meeste gevallen waarin opzet een bestanddeel is worden deze in het opzetdelict genoemd. Bijvoorbeeld bij doodslag staat: “Hij die een ander opzettelijk van het leven berooft” (art. 287 Sr). Soms wordt er echter gebruik gemaakt van: 

  • Wetende dat (art. 363 Sr) 

  • Wist (art. 416 Sr) 

  • Oogmerk (art. 310 Sr) 

  • Bij andere delicten is het besloten in de wettelijke terminologie, oftewel ingeblikte opzet: Mishandeling, opruien, verzetten, seksueel binnendringen 

Het opzet zegt echter nog niks over de verwijtbaarheid. Een dader kan opzettelijke handelen, terwijl dit niet verwijtbaar is. Hier is sprake van strafuitsluitingsgronden en zal daardoor worden ontslagen van alle rechtsvervolging. 

Je hebt twee vormen van schuld: 

  1. Schuld als element --> verwijtbaarheid 

Het kan aan de dader worden toegerekend, zoals de definitie van een strafbaar feit: een menselijke gedraging, die valt binnen de grenzen van een wettelijke delictsomschrijving, die wederrechtelijk is en aan schuld is te wijten. 

  1. Schuld als bestanddeel --> culpa 

Bijvoorbeeld: Conducteur vergeet perron te checken voordat de deuren dichtgaan. Vrouw raakt beklemt en overlijdt.” Hiervan is sprake van een aanmerkelijke onvoorzichtigheid. Het is dus een strafbaar feit plegen door gebrek aan beleid, door onvoldoende zorg, door gebrek aan nadenken waar dat eigenlijk nodig was, door onachtzaamheid. Of, culpa is een verwijtbare aanmerkelijke onvoorzichtigheid. Voorbeeld als bestanddeel: 

“Hij aan wiens schuld (schuld is dus bestanddeel en culpa) de dood van een ander te wijten is, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie” (art. 307 lid 1) 

Bij culpoze delicten staat het woord ‘wederrechtelijkheid’ niet in de delictsomschrijving. Het zijn immers andere vormen van schuld. Daarom ligt de wederrechtelijkheid besloten in het woord ‘schuld’. De onvoorzichtigheid van de culpa impliceert dat er iets gebeurd is dat niet toegestaan is. Het feit dat zowel de verwijtbaarheid als de wederrechtelijkheid deel uitmaakt van de culpa brengt met zich dat bij een culpoos delict de verwijtbaarheid en de wederrechtelijkheid deel uitmaken van de delictsomschrijving. Bij het vierlagenmodel is dus alleen menselijke gedraging en delictsomschrijving (wederrechtelijkheid/verwijtbaarheid) nodig.  

Verwijtbare, aanmerkelijke onzorgvuldigheid. Onderscheid tussen: 

  • Objectieve zijde: Is er sprake van aanmerkelijk onvoorzichtig handelen? 
    - Feiten en omstandigheden 
    - Welke normoverschrijdingen en hoeveel? 
    - Garantenstellung (voor sommige functies of mensen ligt de norm anders. Een kickbokser weet bijvoorbeeld hoe hard hij mag slaan. Bij een verpleegkundige wordt geacht gefocust te zijn. Verpleegster-arrest was oververmoeid en wordt gevraagd te assisteren bij de operatie en geeft het verkeerde flesje om in te spuiten. Is er sprake van onachtzaam handelen? Hoge Raad zegt dat zij een opleiding heeft gehad en desnoods moet navragen bijvoorbeeld. En dus is door Garantenstellung dood door schuld 
    - Geoorloofd risico? Een voetballer weet dat hij tot op zekere hoogte letsel kan verwachten. In de gang van de universiteit zou dat gek zijn. Dit is dus de andere kant van Garantenstellung. Er is dus wederrechtelijk gehandeld 

  • Subjectieve zijde: Is er sprake van verwijtbare onzorgvuldigheid? Kon de verdachte anders handelen? 
    - Exceptionele omstandigheid (kan de dader zich beroepen op schulduitsluitingsgrond. Bijvoorbeeld een klant richt een pistool op een taxichauffeur waardoor hij te hard moest rijden. Er is dus sprake van verwijtbaarheid 

Evenals opzet kent culpa graden: 

  • Onbewuste culpa (lichte culpa) --> onvoorzichtigheid niet erg groot (man rijdt in auto terwijl het erg warm is in de auto en hij de hele dag heeft gewerkt. Hij rijdt onbewust door rood en rijdt een man aan).  
    Hier is het Verpleegster-arrest van belang. Een verpleegster hield een flesje met de verkeerde vloeistof voor aan een andere verpleegster, die daarmee een injectiespuit vulde. Vervolgens diende de chirurg de vloeistof aan de patiënt toe. De patiënt overleed ten gevolge van toediening van een overdosis van de verkeerde vloeistof. Aan de verpleegster wordt dood door schuld ten laste gelegd. De Hoge Raad oordeelt dat van een opgeleide operatiezuster als verdachte gezien de aan haar bekende risico’s, te allen tijde voldoende zorgvuldigheid verwacht kan en moet worden en dat het niet voldoen aan deze elementaire eis haar in het algemeen als grove schuld moet worden aangerekend. Het blijkt dus dat medeschuld van iemand anders niet de schuld van de verdachte hoeft weg te nemen. Garantenstellung (voor sommige functies of mensen ligt de norm anders. Een kickbokser weet bijvoorbeeld hoe hard hij mag slaan. Bij een verpleegkundige wordt geacht gefocust te zijn. Verpleegster-arrest was oververmoeid en wordt gevraagd te assisteren bij de operatie en geeft het verkeerde flesje om in te spuiten. Is er sprake van onachtzaam handelen? Hoge Raad zegt dat zij een opleiding heeft gehad en desnoods moet navragen bijvoorbeeld. En dus is door Garantenstellung dood door schuld 

  • Bewuste culpa (zwaardere culpa) --> onvoorzichtigheid groter (man is ervan bewust dat hij door rood rijdt maar dacht dat er niks zou gaan gebeuren.) 

Twee componenten: 

  • Onvoorzichtigheid: had de verdachte anders moeten/behoren handelen gelet op de situatie (objectieve culpa component) --> Verpleegster-arrest wordt geacht drie keer te controleren of het flesje de goede is, of badmeester die moet opletten.  
    Hier is wederrechtelijk belangrijk 

  • Verwijtbaarheid: had de verdachte anders kunnen handelen (subjectieve culpa component). Hier is verwijtbaarheid belangrijk 

Bij rechtvaardigingsgronden is er geen sprake van wederrechtelijkheid. Hierdoor kan de objectieve culpa component niet worden bewezen en dus vrijspraak. 
Bij schulduitsluitingsgronden kan de verwijtbaarheid niet worden bewijzen. Hierdoor kan de subjectieve culpa component niet worden bewezen en dus vrijspraak 

Belangrijk is wel de grens vast te stellen tussen voorwaardelijk opzet en bewuste culpa. Voorwaardelijk opzet is zich willens en wetens blootstellen aan de aanmerkelijke kans dat het strafbare gevolg van het handelen zich voordoet. Bewuste culpa is zich bewust zijn van het gevaar, maar vertrouwen op een goede afloop. Hier is dus het hoofd van de verdachte noodzakelijk. Als de gevolgen hem koud lieten is er sprake van voorwaardelijk opzet. Geloofde hij echter vast en zeker in een goede afloop dan is het bewuste culpa. Dit is moeilijk vast te stellen en daarom gebruiken rechters twee redeneringen door het Porsche-arrest
In de eerste plaats kunnen soms aanwijzing voor opzettelijk van wel culpoos handelen worden gevonden in de door de rechtbank vastgestelde gedragingen. Dat wordt wel objectiveren genoemd. Zoals getuigenverklaringen of deskundige die hebben vastgesteld dat er bijvoorbeeld een mes werd gebruikt. 
In de tweede plaats wordt vaak de vergelijking gemaakt met het gedrag van normale mensen: wat weten normale mensen en welke risico’s zouden zij aanvaarden? Zo weten normale mensen dat ze geen pakketjes van vreemden moet aannemen als zij met het vliegtuig vertrekken. Dit heet normaliseren.  

Hier is het Porsche-arrest van belang. In man rijdt onder invloed van alcohol op een tweebaansweg. De man in de Porsche wil een andere auto inhalen, maar moet deze inhaalmanoeuvre keer op keer afbreken. Op een bepaald moment zet hij door waardoor hij vol op een andere auto knalt. De inzittenden van de andere auto en de passagier van de Porsche komen om het leven. Is hier sprake van voorwaardelijk opzet of van bewuste culpa? Heeft deze bestuurder willens en wetens de aanmerkelijke kans genomen dat door zijn gedrag de anderen om het leven zouden komen? Of is de man onvoorzichtig of roekeloos geweest, zodat er sprake is van culpa? Hier gebruikte de Hoge Raad zowel het objectiveren als het normaliseren om tot een beslissing te komen. De verdachte heeft meerdere keren een inhaalpoging afgebroken (objectiveren), waardoor hij bewust is geweest van het risico op een aanrijding en bovendien dat hij dat risico kennelijk niet heeft aanvaard. Verder overweegt de Hoge Raad dat een normaal mens zijn eigen leven niet op het spel zou zetten bij een inhaalmanoeuvre (normalisering). Er is dus geen sprake van voorwaardelijk opzet, maar slechts alleen van culpa en dus dood door schuld i.p.v. doodslag 

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Abel-Jan Scheffer
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
3293