Een naar ouders gerichte taalinterventie voor kinderen van lage sociaal-economische status - Suskind et al - Artikel
Introductie
De taalontwikkeling van kinderen voor voor een groot deel door hun omgeving beïnvloed; de belangrijkste factor hierbij zijn hun ouders. Onderzoek wijst uit dat het tempo van taal leren door kinderen positief beïnvloed wordt door ouders die al vroeg taalkundige input geven. Ouders met een hoge SES en lage SES geven echter verschillende input. Mogelijke factoren hierbij kunnen zijn: ideeën over de ontwikkeling van kinderen/ verbale vaardigheden/ algehele spraakzaamheid. Uit een onderzoek van Rowe bleek dat de eerste factor een mediator was tussen SES en kindgerichte spraak. De ouders van wie de ideeën overeen kwamen met die uit de pedagogiek praatten meer, gebruikten meer variëteit in woorden en langere uitdrukkingen. Het lijkt erop dat de kennis van ouders rondom de ontwikkeling van kinderen van invloed kan zijn op hun spraak tegen kinderen. Op andere gebieden is al gebleken dat de kennis van ouders over de ontwikkeling van kinderen van invloed is op hun opvoedgedrag. Des te meer kennis, des te meer ze ook in ouderschap investeren en des te beter ze het gedrag van hun kind kunnen interpreteren. Vaak hebben ouders met een hogere SES meer kennis van de ontwikkeling van kinderen en bijbehorende ouderschapsvaardigheden. De verschillen qua kennis zijn mogelijk van grote invloed op manier waarop ouders met een lage SES en hoge SES met hun kind praten.
Eerdere interventies die gericht waren op het veranderen van het taalgedrag van ouders leidden niet tot een aanhoudende verandering bij ouders of positieve lange termijnuitkomsten bij kinderen van een lage SES. Het zou kunnen dat eerdere interventies niet succesvol waren doordat de overdracht van kennis niet gepaard ging met noodzakelijke strategieën voor gedragsverandering. Mogelijk is het zo dat door op theorieën gebaseerde gedragstechnieken mee te nemen in de ontwikkeling van interventies de kans op succes groter wordt. Kennisoverdracht is essentieel, maar de techniek van gedragsverandering faciliteert het omzetten van kennis in actie.
Het doel van de huidige studie is het ontwikkelen en onderzoeken van de effectiviteit van een nieuwe interventie gericht op het verhogen van de taalontwikkeling in ouders met een lage SES en om hen te ondersteunen in hun taalkundige input richting hun kinderen. Hierbij maakten de onderzoekers gebruik van gedragsveranderingsstrategieën uit de literatuur, namelijk het stellen van doelen en zelf-monitoring, en effectieve strategieën rondom modeling, die bij veel gedragingen succesvol zijn. Het onderzoek bevatte 2 componenten uit de literatuur rondom gedragsverandering, namelijk:
kwalitatieve feedback (ouders voorzien van numerieke data m.b.t. de mate waarin zij met hun kind praten)
video-modeling (met strategieën gericht op het verhogen van de kwantiteit en kwaliteit van de spraak van ouders richting hun kinderen)
De effectiviteit van de interventie werd onderzocht door de verandering in kennis bij de ouders te toetsen, net als hun taalkundige gedrag, en, voor zover mogelijk, het taalgebruik van kinderen.
SES gerelateerde ongelijkheden in de vroege taalomgevingen
De SES van een huishouden is een voorspeller voor de mate waarin kinderen klaar zijn voor school en voor hun schoolprestaties. Gemiddeld stromen kinderen met een lage SES op de kleuterschool in met lagere vaardigheden op het gebied van taal en geletterdheid en dit verschil houdt vaak aan gedurende de schooltijd. Er zijn allerlei verschillen tussen huishoudens met een lage en hoge SES, maar veel studies duiden erop dat SES-gerelateerde verschillen in de taal waaraan kinderen worden blootgesteld in de vroege kindertijd een kritieke factor zijn in hun verschillende manieren van het leren van de taal. Overigens zijn er meerdere definities van SES; gericht op onderwijs, onderwijs en inkomen of onderwijs en beroep. Ongeacht hoe de SES is gemeten, hangt het in onderzoek samen met de taalontwikkeling van kinderen. Moeders met een lage SES gebruiken bijvoorbeeld minder spraak en gebaren en ook de kwaliteit is anders: de zinnen zijn korter, de complexiteit is lager, er zijn minder open vragen en meer instructies. Deze kwantitatieve en kwalitatieve verschillen in de taal van moeders mediëren de relatie tussen SES en de uitkomsten van taalgebruik van kinderen.
Onderzoek naar interventies op het gebied van ouderschap
In veel onderzoeken ging het hierbij vooral om algemene gedragingen als verzorgen en discipline, en als component kindgericht gedrag. Dit soort interventies hebben vrij positieve effecten op het gebied van het gedrag, sociaal-emotioneel, taalgebruik en cognitief. Interventies met taalkundige elementen zorgen moedigen ouders vaak aan om boeken met hun kind te lezen, wat leidt tot een grotere woordenschat en verder ontwikkelde taalvaardigheden. Onderzoek naar taalvaardigheid bij kinderen met een beperking lijkt bovendien aan te geven dat de taalkundige input van ouders veranderd kan worden, ook bij ouders met een lage SES.
De interventie uit dit onderzoek
Op basis van de genoemde literatuur werd een oudergerichte interventie ontwikkeld die beoogde om de kwalitatieve en kwantitatieve aspecten van de vroege taalomgeving thuis van kinderen te verrijken. Deze interventie bestond uit 8 onderwijsmodules op de computer die gebruik maakten van gedragsveranderingstechnieken. De modules borduurden steeds op de vorige verder. Het doel ervan was om de interacties tussen ouder en kind te vergroten, wat ervoor zou zorgen dat een kind meer klaar voor school zou zijn. Het idee was niet alleen dat er meer thuis gepraat werd, maar ook dat de interacties zouden veranderen, zoals bijvoorbeeld om de beurt praten en activiteiten met gedeelde aandacht. Bij de interventie werd wel rekening gehouden met verschillen in ouderschapsstijl. Binnen het onderzoek was veel aandacht op het versterken van de kennis van ouders m.b.t. de taalkundige ontwikkeling van hun kind. Daarnaast was er ook aandacht voor de ideeën van ouders over de vormbaarheid van de taalkundige en cognitieve vaardigheden van hun kind.
Empowerment voor ouders en zelfvertrouwen zijn belangrijke onderdelen in ouderschapsinterventies, maar niet voldoende als ouders niet geloven dat de intelligentie van hun kind beïnvloed kan worden.
Binnen dit onderzoek werd ook gebruik gemaakt van videomodeling, waarbij ouders opnamen wat ze aan interactie met hun kind hadden, waarna ze deze video bespraken met de trainer. Daarnaast kregen ouders kwantitatieve linguïstische feedback, waarbij gekeken werd naar het aantal woorden dat ouders tegen hun kind gebruiken. De resultaten hiervan kregen ouders te zien, waarna ze ook concrete feedback kregen.
Methode
Het onderzoek was een klein RCT, gericht op de haalbaarheid en werkzaamheid van een interventie gericht op het doen toenemen van de kennis van ouders over de taalkundige ontwikkeling van hun kind en de kwaliteit/kwantiteit van de interacties tussen ouder en kind. Veranderingen in het gedrag van ouders werden gemeten door metingen van voor de interventie te vergelijken met die na de interventie. Het idee is om hierna een longitudinaal onderzoek te doen.
De deelnemers kwamen uit Chicago, het waren allemaal moeders; uiteindelijk deden er 37 gezinnen mee. Ze werden random toegewezen aan een controle of experimentele conditie. Doordat er daarna nog wat uitvallers waren, zijn er uiteindelijk van 23 gezinnen scores over. In totaal was 39% meisje en de leeftijden lagen tussen 1.5 en 3 jaar.
Binnen de experimentele conditie ontvingen gezinnen wekelijks huisbezoeken van een uur, door een van de getrainde huisbezoekers. Het ging hierbij om een onderwijscomponent, gedragsfeedback, de mogelijkheid voor moeders om nieuwe vaardigheden te oefenen en een activiteit om doelen te stellen. Na het bezoek kreeg het gezin steeds een bij de leeftijd passend boek. De modules werden gepresenteerd op een laptop en er was sprake van een semi-gestructureerd script, waarbij ruimte was voor discussie en input van ouders. Er werd gekeken naar interacties tussen ouders en kinderen en ouders kregen de resultaten hiervan teruggekoppeld, waarbij gefocust werd op sterke punten, zodat moeders een gevoel van eigenwaarde kregen en wisten waar ze nog aan konden werken. Daarnaast werd er bij het videomodeling steeds een gewenst gedrag voorgedaan door de trainer, waarna de moeder dat na moest doen, opnam en vervolgens met de trainer nabesprak. Tot slot werden er ook doelen opgesteld met de moeder. Dit ging bijv. om het taalgebruik van de moeder en interacties, maar ook om het verminderen van tv-tijd.
De controleconditie kreeg in dezelfde tijd ook 8 huisbezoeken, waarbij informatie gegeven werd over voeding. Daarnaast werden de bovengenoemde metingen wel gedaan, maar ontvingen de gezinnen geen boeken.
Procedure
Er waren 3 metingen; bij de baseline, vooraf dus, na 1 week en na 4 maanden. Hierbij vulden ouders een vragenlijst in over hun kennis en ideeën over de ontwikkeling van hun kinderen. Daarnaast werd er elke sessie een half uur gespeeld met het kind, wat ook opgenomen werd en later gecodeerd werd.
Resultaten
Hieronder volgt een beschrijving die puntsgewijs de kennis onder de verschillende kopjes samenvat.
Kennis van ouders over de taalontwikkeling van hun kind + taalgedrag van ouders en kinderen: de interventie had significante impact na 1 week; ouders scoorden hoger op de vragenlijst, aantal woorden, aantal woordtypes door ouders, en het aantal woordtypes dat door kinderen gebruikt werd. Marginaal significant was het effect op het aantal uitingen van ouders en het aantal woorden gebruikt door kinderen. Na 4 maanden waren de effecten lager. Significant was nog steeds de vragenlijstscore van ouders en marginaal significant het aantal woordtypes dat door kinderen gebruikt werd.
De vragenlijst werd door ouders uit de experimentele conditie na 1 week en na 4 maanden significant beter ingevuld dan bij de baseline meting en dan door de controlegroep gedaan werd. Vooruitgang werd o.a. geboekt op alle punten, voor de specifieke punten zie pagina 28.
Alledrie de thuisobservatiepunten waren na de interventie beter dan ervoor (dus: aantal woorden door de volwassene gebruikt, om de beurt praten, en het aantal vocalisaties door kinderen. Het effect was overigens tijdelijk: Vroeg in de interventieperiode had deze impact op deze punten en ze hielden eerst aan tijdens de interventie, maar na het stoppen van de interventie zwakten de effecten af.
De interventie beïnvloedde de ideeën van moeders over de cognitieve ontwikkeling van hun kind, wat tot positieve patronen in moeder-kindinteracties leidde.
Op pagina 31 t/m 33 worden een aantal scores uit het onderzoek vergeleken met percentielen. Het woordgebruik door ouders scoorde rond de 25; in de interventie nam ruim de helft van de scores een of meer percentiel toe. Het effect zwakte later wat af, maar was toch beter dan bij de controlegroep. Vrij vergelijkbare effecten vonden er plaats m.b.t. om beurten praten en vocalisaties van kinderen.
Discussie
Een interventie die de taalkundige interacties van ouders met hun kinderen bevordert ontwikkelen, vereist een systematische aanpak. In dit onderzoek werd gekeken naar het veranderen van taalgedrag van ouders, omdat dit impact heeft op het taalgebruik van kinderen en daarmee ook op de mate waarin ze klaar zijn voor school. Belangrijk in dit onderzoek was het onderzoeken of een ouderschapsinterventie de kennis van ouders over ontwikkeling en hun input kan veranderen.
Door de interventie nam de kennis van ouders over het belang van (hun eigen) taalkundige input naar hun kind significant toe. Deze kennis was mediator in de toename in de labuitkomsten rondom woorden en woordtypes én de thuisobservatie rondom het om de beurt praten.
De interactie leidde tot meer interacties van ouders met hun kinderen (ze praatten meer, gingen meer om de beurt, en de diversiteit en kwantiteit van ouderlijk taalgebruik nam toe). Dit duidt erop dat taalkundig gedrag van moeders met een lage SES te vormen is, in ieder geval op de korte termijn. De interventie was kort en met weinig deelnemers, vandaar dat het de vraag was of er effecten bij kinderen gevonden zouden worden. Deze werden gevonden: ze hadden meer vocalisaties en woordtypes. Dit lijkt erop te duiden dat taalgebruik van kinderen en hun schoolprestaties positief beïnvloed kunnen worden door ander taalkundig gedrag van ouders. In ieder geval op de korte termijn zijn er dus effecten. Uiteindelijk is het doel natuurlijk verandering op de lange termijn. Van de labuitkomsten hielden er ook aan bij latere metingen. Het zou kunnen dat dit kwam doordat ouders zich ervan bewust waren dat ze gevolgd werden. Daarnaast is het makkelijker om even in een lab weer goed op je taalkundige interacties te letten dan thuis 10 uur lang. De interacties werden dan misschien minder, de kennis bleef aanwezig. De interventie was dus effectief in het bijbrengen van kennis, een essentiële voorspeller van taalkundige interacties tussen ouders en kinderen. Op zich mooi, maar kennis is dus makkelijker te beïnvloeden dan gedrag. Alleen kennis is dus niet genoeg voor een aanhoudend effect. Wellicht is het goed om ernaar te streven dat ouders meer korter durende taalkundige interacties met hun kind hebben. Dat is misschien haalbaarder dan lange interacties.
Beperkingen, implicaties en vervolgstappen
Deze studie was erg klein en de follow-upresultaten ware niet optimaal. Uiteindelijk is er een longitudinaal onderzoek met meer deelnemers nodig om echt te kunnen toetsen of veranderingen in oudergedrag aan kunnen houden en of dit ook positieve impact heeft op de mate waarin kinderen klaar zijn voor school. Het is goed vervolgonderzoek te doe. Een volgende interventie kan dan beter bestaan uit 12 in plaats van 8 modules. Daarnaast is het goed om thuisobservaties ook af en toe na de interventie te doen, zodat ouders kunnen blijven monitoren hoe hun taalkundig gedrag is. Als ouders dit wekelijks telefonisch met een trainer zouden kunnen bespreken, zou dat helemaal goed kunnen zijn. Daarnaast moet verder onderzocht worden wat nu precies essentieel is in het beïnvloeden van gedragsverandering.
Al met al zijn er allerlei factoren betrokken bij het verschil in prestaties van kinderen met een lage en hoge SES, maar de rol van taalgebruik thuis bij jonge kinderen is niet te ontkennen. Deze studie was een eerste stap naar het ontwikkelen van een oudergerichte interventie die het taalkundig leergedrag van kinderen met een lage SES beïnvloedt. De resultaten duiden erop dat interacties en leertraject beïnvloed kunnen worden. De uitdaging daarbij is het behoud van resultaten op de lange termijn.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Contributions: posts
Spotlight: topics
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1330 | 1 |
Add new contribution