Pedagogy and education - Theme
- 12655 reads
Jeugdwet is ingesteld met als doel het jeugdstelsel te vereenvoudigen en efficiënter en effectiever te maken.
In de eerste evaluatie is na 3 jaar onderzocht hoe de inwerkingtreding in de praktijk wordt uitgevoerd en of de resultaten zich in de richting van de beoogde doelen van de wet bewegen. Vier deelstudies: juridische knelpunten, empirisch onderzoek naar het perspectief van gemeenten, cliënten en zorglandschap inclusief het veiligheidsdomein.
Aanleiding: de eerdere Wet op de Jeugdzorg bleek onvoldoende om de bestaande knelpunten in de jeugdzorg op te heffen. Er was sprake van medicalisering, tekortschietende samenwerking > hoge kosten. De Jeugdwet moest leiden tot een eenvoudiger, efficiënter en effectiever jeugdstelsel. Transformatie van ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en gezinnen. Hierbij moest meer ingezet worden op preventie en eerder bieden van juiste hulp op maat > uitgangspunt bij eigen kracht van gezinnen. Ook moest er een betere samenwerking zijn, integrale hulp. Randvoorwaarde voor de transformatie was de decentralisatie van de verantwoordelijkheid voor alle jeugdhulp naar gemeenten (transitie). Dit ging tegelijkertijd met een bezuiniging op jeugdhulp.
In veel gemeenten zijn wijkteams die bepalen welke jeugdhulp een jeugdige nodig heeft. Er zijn geen wettelijke voorschriften voor. Dit zorgt voor landelijke verschillen zowel in toegang tot jeugdhulp als het jeugdhulpaanbod. De voormalige bureaus Jeugdzorg zijn opgegaan in GI’s en voeren alleen nog jeugdbeschermings- en jeugdreclasseringsmaatregelen uit.
Uit de wetsevaluatie blijkt dat de transitie is afgerond, maar dat de transformatiedoelen nog niet zijn behaald. Er is nog geen sprake van een verminderd beroep op gespecialiseerde hulp. Als het gaat om meer integrale hulp aan gezinnen, lijkt er sprake te zijn van toenemende samenwerking tussen gemeenten en jeugdhulpaanbieders en jeugdhulpaanbieders onderling. Hoewel de Jeugdwet meer beleidsvrijheid op gemeentelijk niveau biedt, ervaren professionals deze ruimte niet (toename administratieve lasten).
Vanuit juridisch perspectief is een van de belangrijkste zorgpunten dat de rechtsbescherming van cliënten bij jeugdhulp tekortschiet. Vooral kwetsbare gezinnen blijken de grootste moeite te hebben hun weg te vinden in de jeugdhulp. Ook de informatievoorziening schiet tekort.
De gemeente is verantwoordelijk om jeugdhulpvoorzieningen te treffen voor jeugdigen en ouders die hulp nodig hebben i.v.m. opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen. De gemeente kan daarvoor zowel collectieve als individuele voorzieningen treffen. De gemeente hoeft alleen een voorziening te treffen, indien de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen van het gezin onvoldoende zijn. De gemeente moet ervoor zorgen dat er kwalitatief en kwantitatief toereikend aanbod van jeugdhulp is. Aan deze verplichting blijkt in de praktijk niet altijd voldaan. Het budget blijkt niet te voldoen aan de vraag. Daarnaast handelen gemeenten bij de bepaling of een individuele jeugdhulpvoorziening noodzakelijk is vaak in strijd met de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Daarbij hanteren gemeenten soms een te beperkte uitleg van het begrip jeugdhulp of oordelen ze te snel dat de eigen kracht van ouders voldoende is.
In de praktijk blijken gemeenten een individuele jeugdhulpvoorziening lang niet altijd in de vorm van een beschikking vast te leggen. Ook de aanvraagprocedure die de Awb wordt door veel gemeenten niet nageleefd. Gemeenten gaan ervan uit dat burgers zelf zullen verzoeken om een beschikking (dit is maar de vraag). Cliënten blijken niet goed op de hoogte te zijn van hun rechten en plichten, waaronder de mogelijkheid van bezwaar en beroep.
Verwijst een arts door naar een jeugdhulpaanbieder, dan moet de gemeente zorgen dat de benodigde hulp aanwezig is. Ook na verwijzing van een arts, moet een verleningsbesluit worden opgesteld namens de gemeente. Dit gebeurt in de praktijk niet standaard bij gemeenten.
Drang, ook wel preventieve jeugdbescherming, is ontwikkeld als de laatste fase van hulpverlening in het vrijwillige kader. In veel gemeenten bestaan multidisciplinaire gesprekken waarin besproken wordt of de jeugdige/gezin nog buiten het gedwongen kader kan worden geholpen. Hoe komt drang hierin voor? De GI moet ouders bewegen (al dan niet met lichte drang) tot vrijwillige medewerking. Verder wordt genoemd dat het niet is geoorloofd om te dreigen met korting op iemands uitkering of een OTS, wanneer de vrijwillige hulp niet wordt geaccepteerd.
Uit de wetsevaluatie blijkt dat in de praktijk behoefte bestaat om drang te gebruiken in de jeugdhulp. Zowel uit wetenschappelijke hoek als uit praktijk is hier kritiek op omdat zo de rechtsbescherming niet is gewaarborgd. Reactie Minister: drang kan helpen een doorbraak te bereiken in vrijwillig kader, maar mg nooit gebruikt worden als pressiemiddel. De GI zou niet langer een rol moeten spelen in deze fase, aangezien dit leidt tot rolonduidelijkheid vanwege hun wettelijke taak om maatregelen in gedwongen kader uit te voeren.
Sinds de Jeugdwet worden deze maatregelen uitgevoerd door GI’s, die zijn gecertificeerd door het Keurmerkinstituut. Zorgen over kwetsbaarheid GI’s: financiële positie is moeilijk, certificeringsproces heeft tekortkomingen. Wat als een GI niet goed is? Wie dient verzoek bij de rechter in?
Een ander knelpunt is de toegang tot de jeugdhulp in het gedwongen kader. De aanwijzing wordt bepaald door de kinderrechter, het OM, de GI of de JJI. De gemeente is vervolgens verplicht de benodigde jeugdhulp te leveren. De gemeente betaalt de GI, de GI moet overleggen met de gemeente over de in te zetten jeugdhulp, maar er hoeft geen overeenstemming te worden bereikt. In de praktijk blijkt dat gemeenten soms ook mee willen denken > GI’s durven daar niet tegenin te gaan, en ook ouders zullen niet snel procederen> is er wel voldoende aandacht voor belang van het kind?
De benodigde jeugdhulp blijkt niet altijd (tijdig) beschikbaar. Gemeenten wijzen erop dat het jeugdhulpbudget ontoereikend is en dat de bezuinigingen die tegelijkertijd met invoering van de Jeugdwet zijn doorgevoerd het inzetten van passende jeugdhulp ernstig bemoeilijken.
De Jeugdwet bevat specifieke bepalingen voor de uitwisseling van persoonsgegevens in het kader van de Jeugdwet. Er zijn klachten over de manier waarop gemeenten omgaan met privacygevoelige informatie. Verder bleek meteen na de inwerkingtreding van de Jeugdwet dat de wettelijke grondslag voor de verstrekking van persoonsgegevens door jeugdhulpaanbieders aan de gemeente ondeugdelijk was. Dit laatste is opgelost.
Het belangrijkste knelpunt t.a.v. privacy is de gegevensverwerking in het licht van gemeentelijke ondersteuning van jeugdigen en gezinnen met een integrale en domeinoverstijgende aanpak. De uitwisseling van persoonsgegevens die voor verschillende doeleinden zijn verwerkt binnen de gemeente, mogen niet zonder toestemming van de jeugdige/diens ouders geschieden. Gemeenten, cliënten, zorgaanbieders, GI’s en Veilig Thuis maken zich geen grote zorgen over mogelijke onzorgvuldige uitwisseling van persoonsgegevens.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1911 | 1 |
Add new contribution