Vraag 1
Wat is het voordeel van ANOVA boven t-toetsen?
Vraag 2
Welke toets wordt gebruikt om de homoscedasticiteit te toetsen?
Vraag 3
Wat zijn de drie aannames voor het uitvoeren van een ANOVA?
Vraag 4
Hoe kan de F-waarde berekend worden uit een gegeven t-waarde?
Vraag 5
Bezie onderstaande stellingen over de ANOVA, en geef aan welke stelling(en) juist is/zijn.
I. De sterkte van een bepaald effect in de ANOVA is R².
II. De F-waarde in een ANOVA tabel is te berekenen door de gemiddelde kwadratensom van het model te delen door de gemiddelde kwadratensom van de error.
- Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist
- Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist
- Beide stellingen zijn juist
- Beide stellingen zijn onjuist
Vraag 6
Uit een ANOVA tabel zijn de volgende gegevens bekend. Wat is de F-waarde?
SS between groups: 400
SS within groups: 150
df between groups: 4
df within groups: 16
Vraag 7
Uit een onderzoek naar het effect van therapie op depressie is het resultaat in onderstaande ANOVA-tabel gepresenteerd. Patiënten zijn door middel van toevalsmatige toewijzing in drie verschillende groepen ingedeeld. De patiënten uit groep 1 kregen gedragstherapie, de patiënten uit groep 2 kregen cognitieve gedragstherapie en de patiënten uit groep 3 kregen geen therapie (controle groep). De afhankelijke variabele is angstklachten na afloop van de therapie.

Blijkt uit bovenstaande tabel dat de therapieën significant verschillen in effectiviteit bij α = . 05?
Vraag 8
In een ANOVA wordt onderzocht wat het effect is van 4 typen compost op de groei van rozen. Voor elk type compost zijn er 10 rozenplanten gekweekt en gewogen. Wat is het aantal vrijheidsgraden voor behandeling?
Vraag 9
Waarvoor worden post-hoc toetsen gebruikt bij ANOVA?
Vraag 10
Wat houdt het in als contrasten orthogonaal aan elkaar zijn?
Vraag 1
T-testen kunnen alleen gedaan worden als er twee behandelingen vergeleken moeten worden. Met ANOVA kunnen er meer dan twee behandelingen met elkaar vergeleken worden.
Vraag 2
Levene’s test
Vraag 3
Vraag 4
De F-waarde bereken je door een t-waarde te kwadrateren.
Vraag 5
B
Vraag 6
De F-waarde is 10.667
Vraag 7
Ja, de therapieën verschillen significant, want Fobs > Fkritiek
Vraag 8
Het aantal vrijheidsgraden voor behandeling is 3, want er zijn 4 behandelingen. Het aantal vrijheidsgraden voor de residuals is (totaal aantal waarnemingen) - (aantal behandelingen) = 40 - 4 = 36. Het aantal vrijheidsgraden voor SS total is (totaal aantal waarnemingen - 1 = 39.
Vraag 9
Als de nulhypothese verworpen wordt middels de F-ratio, betekent dat dus dat er een significant verschil bestaat. Maar waar zit dat significante verschil dan? Met post-hoc testen kan nagegaan worden waar de significante verschillen zitten. Post-hoc testen worden altijd na ANOVA gedaan. De nulhypothese moet eerst verworpen worden en er moeten drie of meer condities zijn om een post-hoc test te doen.
Vraag 10
Dat betekent dat de producten van de contrastcoëfficienten bij elkaar op geteld nul zijn.
Add new contribution