Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?
De verhouding tussen centrale en decentrale overheden
Vandaag de verhouding tussen de centrale en de decentrale overheid. De vraag die centraal staat is: wie is nou eigenlijk de overheid? Die overheid is eigenlijk een totaalpakket van allerlei organen.
Een vraag is hoe het algemene belang behartigd kan worden. Daarvoor hebben we een overheid. Maar dan komen er vragen opzetten:
- Is iets een publieke of een privaatrechtelijke taak? Je hebt publieke taken met een private vorm en private taken met een publieke vorm.
- Hoe wordt de uitvoering van die publieke taak organisatorisch vormgegeven? De vraag is wie dat moet doen en of er wel of geen ministeriele verantwoordelijkheid moet zijn.
- Hoe is de legitimatie van en de controle op de publieke taakuitoefening georganiseerd? Is de controle democratisch of rechterlijk en wie praten er mee, wat is de positie van derden.
Als we alles op een rijtje zetten, praten we over twee problemen:
- In welke vormen doet de overheid zich voor (horizontaal)
- Hoe is de verhouding tussen de bestuurslagen (verticaal) Rijk, provincie en gemeente.
Hoofdstructuur
De bestuurlijke hoofdstructuur bestaat uit rijk, provincie en gemeente. Alle overige organen zijn hulpstructuur. De hoofdstructuur is het belangrijkst. Rijk, provincies en gemeenten zijn openbare lichamen; een publiekrechtelijk gemeenschap van personen met een eigen publiekrechtelijke taken- en bevoegdheidssfeer en met een bestuur, waarop die personen direct of indirect invloed kunnen uitoefenen.
Er zijn twee dingen typisch zowel het rijk, de provincies en de gemeenten
- Alle drie hebben ze algemeen vertegenwoordigende organen. (Kiesrecht)
- Alle drie hebben ze een zogeheten open huishouding; een takenpakket is niet al in de wet dichtgetimmerd.
De meeste van die openbare lichamen hebben ook rechtspersoonlijkheid, zoals bedoeld in de definitie binnen het burgerlijk wetboek. Daarnaast hebben ze regelgevende bevoegdheden.
Territoriale decentralisatie
Regeling en bestuur vinden niet uitsluitend vanuit het centrum plaats, maar worden uitgevoerd door het rijk en door een veelheid van die publieke lichamen en organen, die binnen bepaalde grenzen in vrijheid en eigen verantwoordelijkheid de hun toevertrouwde taken en bevoegdheden kunnen uitoefenen. (Pagina 855 handboek)
Art 124 Gw gaat over wat er typerend is voor de gemeente en provincies: ‘regeling en bestuur inzake hun huishouding wordt aan de besturen van provincies en gemeenten overgelaten’.
Historisch is Nederland van onderop opgebouwd. Het begon als kleine gemeenschappen die steeds meer gingen samenwerken. Dat Nederland een gedecentraliseerde eenheidsstaat is, is pas van veel later.
Staatsrechtelijk gezien wordt er niks overgelaten. Op het moment van het vaststellen wordt de positie van gemeenten en provincies gevestigd. Een hiërarchie van bestuurslagen kan wel bestaan, maar slechts voor zover deze is geregeld. De hogere overheid is slechts een hogere overheid wanneer hij over juridische instrumenten beschikt die toestaat dat er een hiërarchie bestaat.
Open huishouding
Het rijk, de provincies en de gemeente beschikken over een algemene bevoegdheid tot wetgeving en bestuur. Door de open huishouding wordt de huishouding beperkt tot specifieke onderwerpen.
Functionele decentralisatie
Openbare lichamen waarvan de taak beperkt is tot bepaalde belangen welke taak zij autonoom of in medebewind vervullen, hetzij voor het hele rijk, hetzij slechts voor een deel daarvan. (Handboek pagina 856).
- Waterschappen, art 133 Gw.
- Openbare lichamen voor beroep, art 134 Gw.
- Openbare lichamen voor bedrijf, art 134 Gw.
- Eventuele andere functionele openbare lichamen, art 134 Gw
Deconcentratie
Bij deconcentratie gaat het om taken die door de rijksoverheid worden uitgeoefend. Denk bijvoorbeeld aan de belastingdienst, het openbaar ministerie etc. Omdat het rijksbeleid is zijn er geen territoriale verschillen. De taken worden uitgevoerd door rijksambtenaren onder verantwoordelijkheid van de minister.
Agentschappen
Agentschap is een stukje van een ministerie waarvoor er intern een eigen boekhouding is. Bijvoorbeeld dienst uitvoering onderwijs.
Zelfstandige bestuursorganen
Organen die buiten de gewone departementale organisatie valken en waaraan bestuursbevoegdheden zijn toegekend. Deze vallen niet binnen de ministeriele verantwoordelijkheid. Dat houdt in dat de kamer hier geen controle op kan uitoefenen. Redenen om zelfstandige bestuursorganen in te stellen zijn:
- Omdat je die expliciet los wil hebben van de politiek (bijvoorbeeld de kiesraad).
- De scheiding van beluid en uitvoering, je zegt dan eigenlijk dat als het gaat om enorme aantallen beschikkingen, de minister algemeen verantwoordelijk is, maar niet per concreet geval. Om dat tegen te gaan maken we een zelfstandig bestuursorgaan.
Een minister is slechts verantwoordelijk voor zover zijn bevoegdheden reiken. De bevoegdheden zijn dan toegekend, die je op twee plaatsen vindt. Namelijk in de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen of de instellingswet.
Autonomie en medebewind
Autonomie: 124 lid 1 Gw, regeling en bestuur van eigen aangelegenheden, op eigen initiatief en naar eigen inzicht. Het belangrijkste wat je kan doen bij autonomie is het maken van verordeningen. Art 149 Gemw: ‘De Raad maakt de verordeningen die hij in het belang van de gemeente nodig oordeelt’. Er zijn wel grenzen aan deze bevoegdheid:
- Benedengrens, raad mag niet treden in de bijzondere belangen der ingezetenen. (Arrest Wilnisser/ Visser; een verbod op vissen regelt te veel, omdat je ook vissen in de privésfeer verbied)
- Territoriale, verordeningen worden beperkt tot het grondgebied van de gemeente.
- Bovengrens, mag de raad nog verordeningen maken over zaken die al in een hogere regeling zijn geregeld? Er zijn twee situaties:
- Vraagstuk van de aanvulling, er is al een vraagstuk, later komt daar een aanvulling op (Posterieure verordening) Art. 121 Gemw
- Er was al een verordening en er komt een hogere regelgeving Anterieure verordening. Art. 122 Gemw.
Medebewind: Gevorderde medewerking door decentrale overheden aan rijksbeleid op tal van maatschappelijke terreinen, art 124 lid 2 Gw.
Als de gemeentewet zelf medewerking vordert is dat geen medebewind, want er wordt niks aan rijksbeleid geregeld! Dit is autonomie. Dat de wetgever dat ook vindt, zie je terug in art 108 lid 2 Gemw. Daar wordt medebewind iets meer verduidelijkt.
Anterieure verordening
Hebben beide regelingen hetzelfde onderwerp? Dat wil zeggen object én motief gelijk
Zie arrest Emmense baliekluivers.
Zo ja: (bepaling van de) gemeentelijke verordening is van rechtswege vervallen.
Zo nee: (bepaling van de) gemeentelijke verordening kan in beginsel blijven bestaan. Of de wet het onderwerp uitputtend beoogt te regelen doet niet ter zake.
Posterieure verordening
Zelfde onderwerp? Object én motief (Emmense baliekluivers)
Zo ja: aanvulling is toegestaan, tenzij:
- De wet uitputtend is bedoeld, of Arrest Circus Renz.
- De aanvullende regeling in strijd zou komen met de wet.
Zo nee (oneigenlijke aanvulling): aanvulling is toegestaan, tenzij de hogere regeling zou worden doorkruist.
Delegatie van gemeentelijke bevoegdheden
De Gemeentewet heeft een ander systeem dan de Awb als het gaat om delegatie. In de Awb staat dat delegatie niet mag, tenzij dat het is toegestaan in een wettelijke grondslag. De gemeentewet draait dit eigenlijk om in art 156 Gemw. In beginsel mogen alle bevoegdheden door de Raad worden gedelegeerd aan het college en een door de raad ingestelde commissie.
Voor het college art 165 Gemw.
Voor de burgemeester art 178 Gemw.
Interbestuurlijk toezicht
Ingrijpen door een ‘hogere’ bestuurslaag in het handelen van een ‘lagere’ overheid kan slechts voor zover daarvoor door de (Grond)wetgever bevoegdheden zijn toegekend.
De Grondwet kent twee middelen om in te grijpen:
- Het Koninklijk vernietigingsrecht (art 132 lid 4 Gw), je hebt iets gedaan maar het is niet goed. Het komt toe aan de regering, die mag vernietigen in strijd met het recht of het algemeen belang.
- Taakverwaarlozing (art 134 lid 5 Gw), je hebt iets niet gedaan wat je had moeten doen. Bij grovelijk verwaarlozen kan alleen de wetgever in de formele zin met een oplossing komen, daar is alleen sprake van als het hele gemeentelijke apparaat tot stilstand is gekomen.
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
Alle stof is terug te vinden in het voorgeschreven handboek.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Er worden geen recente ontwikkelingen in het vakgebied besproken.
Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Er worden geen opmerkingen gemaakt met betrekking tot het tentamen.
Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?
Er worden geen vragen behandeld die gesteld zouden kunnen worden op het tentamen.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Hoorcolleges staatsrecht II 2018/2019
- Sheetnote hoorcollege 1 staatsrecht II 2018/2019
- Sheetnote hoorcollege 2 staatsrecht II 2018/2019
- Sheetnote hoorcollege 3 staatsrecht II 2018/2019
- Sheetnote hoorcollege 4 staatsrecht II 2018/2019
- Sheetnote hoorcollege 5 staatsrecht II 2018/2019
- Sheetnote hoorcollege 6 staatsrecht II 2018/2019
- Sheetnote hoorcollege 7 staatsrecht II 2018/2019
Contributions: posts
Spotlight: topics
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1267 |
Add new contribution