Inleiding Rechtsfilosofie: Samenvattingen, uittreksels, aantekeningen en oefenvragen - RUG
- 1370 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Samenvatting gebaseerd op hoofdstuk 7 van Law's Empire van Ronald Dworkin, geschreven in 2016
In dit hoofdstuk uit Law's Empire van Ronald Dworkin staat het concept van recht als integriteit centraal. Dworkin construeert een nieuwe opvatting van het recht. Recht als integriteit houdt in dat juridische aanspraken eigenlijk een interpretatief oordeel zijn.
Zij interpreteren de hedendaagse juridische praktijk, die gezien kan worden als een politiek verhaal. Het recht als integriteit verwerpt de vraag of rechters het recht vinden of scheppen. Voorts ontkent het recht als integriteit dat zowel juridische uitspraken uit het verleden historische feite beschrijven (conventionalisme), als dat ze instrumentele programma’s voor de toekomst inhouden.
Dworkin zet zijn theorie van ’Law as integrity’ uiteen aan de hand van een voorbeeldcasus: de McLoughlin zaak. Mevrouw McLoughlins echtgenoot en haar vier kinderen werden verwond in een auto-ongeluk in Engeland rond 4 uur ’s middags. Mevrouw McLoughlin hoorde van het ongeluk van een buurman rond 6 uur.
Ze ging onmiddellijk naar het ziekenhuis, waar ze hoorde dat haar dochter dood was en zag hoe ernstig de toestand van haar man en andere kinderen was. Ze kreeg vervolgens een zenuwschok.
Enige tijd later begon mevrouw McLoughlin een rechtszaak tegen de automobilist die de botsing door zijn onzorgvuldig gedrag had veroorzaakt, alsmede tegen andere betrokkenen. Mevrouw McLoughlin eiste schadevergoeding wegens emotionele schade.
Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen twee dimensies van interpretatieve oordelen:
Dimensie van fit: de beginselen die het best passen bij de wetgeving en jurisprudentie van het bestaande recht kunnen worden opgespoord door een systematische interpretatie van het positieve recht als geheel. De rechter probeert het best mogelijke antwoord te geven en dit antwoord moet rechtszekerheid bieden door aan te knopen bij huidig positief recht.
Dimensie van Justification: omdat wetten en jurisprudentie in moeilijke gevallen geen uitsluitsel geven zal de rechter tegelijkertijd binnen de juridische mogelijkheden zoeken naar de oplossing die in zijn rechtscultuur verdedigd kan worden als meest rechtvaardig. De rechter oriënteert zich op beginselen die zouden volgen uit volmaakte morele theorie, want rechter tracht onbevredigend positief recht van het verleden in de toekomst te verbeteren door meer rechtvaardigheid.
Het oordeel van de rechter moet geconstrueerd worden door een interpretatie die zowel in het voorafgaande past en dit ook rechtvaardigt. De ideale rechter wordt ook wel Hercules genoemd. Hercules is een rechter met volmaakte kennis van normen en feiten die in staat in de juiste antwoorden te formuleren. In dit ideaalmodel heeft de rechter geen discretie, maar is hij alwetend. Hij moet vanuit een totaaloverzicht een oplossing zien te vinden voor een concrete situatie. Naar dit ideaal moeten alle feitelijke rechters streven. In feite vindt de rechter die enige juiste oplossing van een moeilijk geval dikwijls niet, maar het bestaat wel. De wetten en jurisprudentie moeten gereconstrueerd worden alsof ze een samenhangend geheel vormen dat je kunt begrijpen als uitvloeiselen van een aantal basisbeginselen. Deze grondbeginselen moeten zoveel mogelijk overeenkomen met de morele basis beginselen die rationele mensen in de samenleving aan hangen.
Als Hercules in de zaak van McLoughlin zou moeten beslissen, moet hij zijn eigen blik op het probleem moeten werpen. Hij moet dit doen aan de hand van een methode. Hij begint met het uiteenzetten van verschillende opties voor een beste interpretatie. Hij zal de volgende lijst moeten opstellen:
Niemand heeft een moreel recht op compensatie, behalve bij fysiek letsel.
Mensen hebben een moreel recht op compensatie voor emotioneel letsel opgelopen bij het ongeval tegen iedereen die het ongeval roekeloos heeft veroorzaakt. Zij hebben echter geen recht op compensatie voor emotioneel letsel dat later is opgelopen.
Mensen zouden compensatie moeten krijgen voor emotioneel letsel wanneer de manier waarop compensatie kan worden verkregen in de omstandigheden van het geval afbreuk zouden doen aan de kosten van het ongeval of op een andere manier de gemeenschap zouden verrijken.
Mensen hebben een moreel recht op compensatie voor emotioneel en fysiek letsel, die het directe gevolg is van roekeloos gedrag, ongeacht de onwaarschijnlijk dat het gedrag in een ongeval zou resulteren.
Mensen hebben een moreel recht op compensatie voor emotioneel en fysiek letsel, die het gevolg is van roekeloos gedrag, maar alleen als het ongeval redelijk voorzienbaar was voor de persoon die roekeloos handelde.
Mensen hebben een moreel recht op compensatie voor redelijke voorzienbare ongevallen, maar niet in de omstandigheden dat het erkennen van zo’n recht een buitenproportionele financiële last zou leggen op de mensen die roekeloos handelden.
Volgens Dworkin zijn regels aangewezen op interpretatie. Regels moeten geïnterpreteerd worden volgens de best mogelijke bedoelingen die daarin tot uitdrukking komen. Regels betekenen wat zij volgens de best mogelijke achterliggende beginselen betekenen.
In de regels die we in ons recht maken drukken we bepaalde bedoelingen uit. We moeten die betekenis aan de rechtsregels geven die de impliciet in de regels liggende pretenties expliciet maken.
Recht als integriteit verlangt dat we het recht zien als een zo goed mogelijke uitwerking van bepaalde waarden en principes die in vroegere beslissingen zijn neergelegd. Regels zijn geen willekeurige verzameling van regels, maar een verzameling van regels die op grond van bepaalde inhoudelijke overwegingen gekozen zijn.
Het recht als integriteit verlang van rechters dat ze aannemen, zo ver als dat mogelijk is, dat het recht gestructureerd is door een coherente geheel van regels over gerechtigheid en rechtvaardigheid. Het vraagt van hen om deze beginselen in iedere zaak toe te passen, zodat alle zaken eerlijk en rechtvaardig zijn, volgens dezelfde standaard.
In de theorie van recht als integriteit hebben rechters een geheel andere positie dan wetgevers. De rechter heeft geen autoriteit om mensen aansprakelijk te houden. Rechters baseren hun beslissingen op grond van beginselen, niet op grond van beleid.
Een sceptische criticus zou kunnen stellen dat de juridische praktijk te innerlijk tegenstrijdig is om coherent te interpreteren. Volgens Dworkin weet Hercules echter dat het recht verre van perfect is. Hercules kan in elke set van regels wel beginselen vinden en deze interpreteren. Volgens Hercules kunnen twee abstracte beginselen samengaan in een bepaalde interpretatie, ongeacht of ze conflicteren.
Critical legal studies is een stroming die opkwam in de jaren 70’ en 80’ van de vorige eeuw. Deze stroming voert tegen Dworkin aan dat het recht helemaal geen coherent geheel vormt, en evenmin een morele pointe bezit.
Wie kritisch naar het recht kijkt ziet dat het in feite slechts een lappendeken vormt, een politiek compromis van tegenstrijdige belangen en bijbehorende beginselen, waarbij de machtigste partij wint.
Dus niets gelijkheid, vrijheid en broederschap: zulke idealen fungeren hoogstens als ’window dressing’. Volgens CLS is er geen coherente theorie over het recht mogelijk, zelf niet over enig deel van het recht. De beginselen die in het recht te vinden zijn, strijden vaak met elkaar.
Bovendien vormen die principes niet de ethische achtergrond van het rechtsstelsel, en al helemaal niet de rechtvaardiging ervan. Geldend recht, met inbegrip van beginselen is volgens hen de toevallige en vergankelijke uitkomst van ideologische strijd.
Die strijd speelt zich af tussen maatschappelijke groepen die conflicterende opvattingen van het recht, rechtvaardigheid, het goede hebben. Het recht wordt derhalve bepaald door een ideologische machtsstrijd en niet door een of andere objectieve moraal.
CLS stelt dat het geldende recht innerlijk zo tegenstrijdig is, dat het niet aannemelijk is dat er een enkele samenhangende theorie van het recht mogelijk is die aan Dworkin’s eisen voldoet. Er is geen beste theorie over het geldende recht mogelijk.
Dworkin stelt daarentegen dat het geldende recht niet zo innerlijk tegenstrijdig is als CLS stelt. De innerlijke tegenstrijdigheden zijn niet belangrijk, het zijn vergissingen die de samenhang van het rechtsstelsel niet aantasten.
Samenvatting bij de voorgeschreven artikelen van Algemeen Rechtsleer voor de Universiteit Utrecht in het leerjaar 2020/2021.
Bij de samenvatting horen onder andere artikelen van de volgende boeken;
Verzameling van samenvattingen bij artikelen rond het thema Rechtsfilosofie en ethiek en juridisch handelen. Deze set is ontstaan door het verzamelen van voorgeschreven teksten bij diverse univeritaire bachelor vakken van Nederlandse universiteiten.
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution