H1Cb: Staatsrecht: ontwikkeling Nederlandse staat en constitutie

Week 1, hoorcollege 2: de ontwikkeling van de Nederlandse staat

Deel 2.1

Er zijn gedurende dit college vier periodes te onderscheiden; De Landsheerlijke periode; De Republiek (1588-1795); de Franse tijd (1795-1813) en het Koninkrijk (1814)

De Landsheerlijke periode

Nederland is in de middeleeuwen nooit een eigen gebied geweest, het was altijd onderdeel van een ander gebied. Nederland stond in het begin niet erg goed bekend. Het had ‘rare’ gewoontes.

Voor de heersers, de leenmannen was het, het gemakkelijkste om alles zo te laten zoals het was. Daardoor was Nederland een lappendeken van verschillende staatjes.

Toch was het feodalisme datgene dat de Nederlandse gebieden deed ontwikkelen.

Naar de Republiek

In 1477 was daar het Groot Privilege; de Bourgondische gewesten spraken met de Bourgondische Vorst (Filips De Goede) af dat zij hun eigen gebruiken, gewoontes en regels behielden in ruil voor belastingen et cetera.

In 1543 sneuvelde Karel de Stoute, de 17 gewesten komen zo onder het Habsburgs bestuur.

In 1549 kwam de Pragmatieke Sanctie; Nederland werd een aparte zelfbesturende eenheid binnen het rijk, (het werd administratief los geweekt). Er werden afspraken gemaakt tussen de landvoogdes en de Staten-Generaal. Nederland wilde meer inspraak.

Het ontstaan van de Republiek

Filips II had een opdracht, hij was streng katholiek en zag dat graag net zo onder zijn onderdanen. In zijn tijd waren er veel hervormers, protestanten. Hij wilde dit bestrijden en daarnaast meer eenheid creëren. Dit laatste was van belang voor het eerste want door meer eenheid kon er meer belasting worden geheven welke werd gebruikt voor het betalen van de ketterbestrijding.
Willem van Oranje, stadhouder, wilde niet langer werken onder Filips II omdat hij zich niet langer kon vinden in de politiek die Filips bedreef. Hij vond Filips II niet langer rechtvaardig en kwam zo in opstand. (1568-1648)

In 1579 werden er doormiddel van de Unie van Utrecht afspraken tussen zeven gewesten gemaakt. Het was een verbond met afspraken om samen de oorlog te bekostigen. Er werd in opgenomen dat ze vrijheid van Godsdienst en meer tolerantie wilden, dit rechtvaardigde de opstand.

In 1581 vaardigen ze daarop het Placaet van Verlatinghe uit. Ze vertellen Filips II zo dat hij niet langer rechtvaardig is en dat hij daarom niet langer als vorst wordt beschouwd. Ze wisten echter niet wie er nu de baas zou moeten zijn. Niemand wilde Nederland hebben.

In 1588 bepalen ze dan dat de soevereiniteit bij de gewesten ligt. De Staten-Generaal wordt de gemeenschappelijke vergadering. Dit is de start van de Nederlanden als staat.

De opstand gaat nog een hele tijd door. Nederland wordt in de 17e eeuw een belangrijk en machtig land. In 1648 wordt uiteindelijk de Vrede van Münster getekend en wordt Nederland erkend als zelfstandige staat. Dit is dan het einde van de 80-jarige oorlog.

Nederland ging zo als enige land een compleet andere kant op. Het had zo een compleet versnipperde autonomie.

De Republiek

De Republiek had als kenmerk dat het een confederatie was, de macht lag bij kleinere onderdelen en dat het een gewestelijke autonomie was. Dat laatste betekent eigenlijk hetzelfde als het eerste.

Het bestuur van de Republiek was als volgt verdeeld; er was een stadhouder; een landsadvocaat; een Staten-Generaal; een Raad van State en een Rekenkamer.

De Stadhouder was onder andere Willem van Oranje. Als stadhouder kreeg je een hoop privileges en je mocht je met een hoop dingen bemoeien. Je had rechten om overal, wanneer je dat belangrijk vond, mensen neer te zetten die je daar graag wilde hebben. Verder waren ze veel betrokken binnen de militaire functies. De Stadhouder werd door de Staten-Generaal zo klein mogelijk gehouden maar ze werden verder als vorsten behandeld.

De landsadvocaat was een soort minister-president zonder parlement en kabinet. Hij stond aan het hoofd van de Staten-Generaal.

De Staten-Generaal was de algemene vergadering. Hierin moest unaniem worden beslist, dat leverde nogal eens problemen op. Er bestond immers niet iets zoals de telefoon.

De Gewestelijke Staten waren de uiteindelijke gezaghebbers in de staten.

De Raad van State is het oudste instituut dat we in het Nederlandse Staatsrecht kennen. Hieraan kon de landvoogdes bijvoorbeeld advies vragen.
De Rekenkamer is eigenlijk net zoiets als de Raad van State, deze was net zo oud en ook voor het advies.

De Franse Tijd (1797-1813)

De republiek heeft het niet gered. De Franse legers bezetten de Republiek voor 20 jaar. Ze namen nieuwe systemen en concepten mee. Dat vormde een snelle verandering, een hervorming.

In 1798 kregen we de meest moderne grondwet die we in Nederland ooit gehad hebben. Hierin werd de volkssoevereiniteit, de scheiding van kerk en staat, de scheiding van machten etc. etc. beschreven. Het boek werd afgekondigd door de nationale vergadering, opgezet door de Fransen.

De Fransen zorgden verder en door middel van het boek voor de vestiging van een eenheidsstaat, staatsregelingen(constitutionaliseren) en centralisatie. Dat laatste maakte Nederland tot één vorm zodat het makkelijker bij de rest van Europa kon voegen.

De grondwet sloeg niet erg goed aan in Nederland. Nederlanders bleken niet goed in concept-denken en niemand begreep er wat van. De Fransen moesten zich hierin een klein beetje terugtrekken.

Koninkrijk der Nederlanden

Nederland wist na Frankrijk niet erg goed wat ze moesten doen. Een koningshuis of een Republiek. Hierop volgde een typisch Nederlandse oplossing; Geen van beiden.

In 1813 werd Willem I Sire, later koning. Het was geen opvolging van Willem van Oranje maar een lid van een Friese familie, ook Oranjes.

In 1814 werd er een grondwet uitgevaardigd waarmee de Raad van State en de Staten-Generaal terugkwamen. Daarmee werd Nederland een eenheidsstaat, een constitutionele monarchie. Dus wel een koningshuis dat zich moest aanpassen aan de grondwet.

In 1815 voegde Nederland België aan Frankrijk toe. Willem I werd zo ook koning van België, België vond dit op zich geen probleem, er moest alleen een extra kamer bij. Dat maakte dat er nu sprake is van de 1een de 2e kamer.

In 1840 werd het eerste stukje van de macht van de koning verbonden aan de grondwet. Tot dan toe had de koning alleenrecht.

In 1848 was de gehele macht van de koning verbonden aan de grondwet.

Deel 2.2

Er zijn verschillende fasen waarin staten zich kunnen bevinden; de soevereine staat; de rechtsstaat; de democratische staat en de waarborgstaat.

Zonder absolute vorstenstaat had er nooit een democratische rechtsstaat kunnen bestaan. We hadden een hiërarchische staat, veel verticale relaties. Aan het eind van de middeleeuwen was er veel angst door onder andere de pest en godsdienstoorlogen en dat leidde weer tot nieuwe oorlogen.

Er moest rust en orde komen door middel van centralisatie, de staat moest worden gekoppeld aan soevereiniteit wat werd overgelaten aan enkele grote denkers in de soevereiniteitstheorieën.

De soevereine staat heeft te maken met uitoefening van macht. Alles in de politieke gemeenschap gaat over uitoefening van macht over andere mensen.

Er zijn verschillende soevereiniteitstheorieën. De eerste is die van Machiavelli (macht en politiek); zei dat het de taak van de prins is, te zorgen voor rust en orde. Er moest worden opgehouden met religie en de macht moest in handen worden gehouden. Er moest politiek worden bedreven. Het maakte niet uit hoe, als je maar tot het juiste komt. Het was machtsvorming met een doel, wat de soevereiniteit was. Soevereiniteit werd il stato genoemd.

Bodin (macht en soevereiniteit) ging uit van een staat. Wanneer er een staat was moest worden aangenomen dat deze soeverein was. Zonder soevereiniteit kon er volgens Bodin simpelweg geen staat bestaan. Deze staat bestaat alleen wanneer er een vorst is. Deze heeft de soevereiniteit. Zo ontstond er een drie eenheid van vorst-staat- soevereiniteit.

Hobbes (macht en consent); Hobbes bedacht dat er een verdrag tussen volk en vorst kon bestaan (fictief). De vorst kon zich daarop beroepen. In dat verdrag beloofde de vorst protection in ruil voor obediance.

Naar rechtstaat en democratie;

Mensen gaan meer nadenken.

Locke (macht en recht); Wat Hobbes zegt, klopt niet. Er wordt geleefd in een state of nature. Van nature heerst er natuurrecht. Dat is het kenmerk van een natuurstaat waarin er wordt geleefd als individu en beschikt wordt over individuele vrijheidsrechten. Dit zijn de oorspronkelijke grondrechten.

De uitoefening van de staatsmacht wordt een hekel punt, er is wel een maatschappelijk verdrag, zegt Locke maar het is beperkt. Niet alles omvattend. De grondrechten van Locke; die overdraag je niet. Alleen de mate waarin je bestuurd wordt.

De grondrechten van Locke zijn als volgt; Recht of life; Liberty; Property. Deze kunnen dus niet worden overgedragen, gezamenlijke welvaart en welzijn echter wel.

Dit is dus de start van de rechtsstaat. Er zijn rechten waar de staat niet aan mag zitten.

Rousseau (macht en identiteit) zegt; Alle mensen worden goed geboren. Mensen in een politieke gemeenschap zijn van nature niet egoïstisch. Het zijn vrije en individuele mensen. Hoe kun je als vrije en individuele mens je vrijheid maximaliseren. Locke zegt, grondrechten en afstand houden. Rousseau zegt; je moet juist je eigen politiek gaan bedrijven. Eigen regels maken, eigen gemeenschap creëren. Waar Locke wegduwt haalt Rousseau juist aan. Een sociaal contract wordt met z’n allen gesloten. Elke individu brengt zijn wil in, in een volonté tous, de volonté tous wordt omgezet in een volonté génèrale (een wil) De vestiging van de volkssoevereiniteit, de macht gaat uit van onderop. Niet van een overheid of een godsdienst.

Een begin van een liberale verandering in samenleving. Mensen worden burgers, ofwel belangrijke individuen.

Aan een rechtsstaat zitten twee belangrijke elementen gekleefd. De eerste is de scheiding van machten (dus NIET van Montesquieu), de macht van de staten moeten volgens Locke enigszins beperkt worden. De tweede is grondrechten.

Bij Rousseau is er helemaal geen sprake van een machtenscheiding, iedereen wil namelijk hetzelfde. Tegen wie zou je dan beschermd moeten worden? Je hoeft tegen jezelf geen machtenscheiding en grondrechten in te richten om jezelf tegen jezelf te beschermen.

3. Theorie van de rechtstaat

De rechtstaat bestaat uit de grondwet, de machtenscheiding bestaande uit democratische wetgeving; heerschappij van de wet (legaliteitsbeginsel) en onafhankelijke rechtspraak en als derde de grondrechten.

De rechtstaat is gebaseerd op het recht en de hoogste regels.

4. Theorie van de democratie

Belangrijke elementen zijn; vertegenwoordiging, meerderheid, verantwoording, openbaarheid en participatie.

Democratie is een staatsvorm op basis van de gelijkwaardigheid van de mensen, dat wil zeggen de volksinvloed op het staatsbestuur.

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: lisacelineh
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1703