College: Rechtsgevolgen van de overeenkomst ten aanzien van partijen

Sheetnotes 18/19

  • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? Maak (desgwenst) verwijzingen naar de literatuur.

Dit hoorcollege betreft het laatste hoorcollege over het verbintenissenrecht.

  • Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur? Vat deze kort samen.

​​​​​​​Geen sprake van onderwerpen die niet in de literatuur worden behandeld.

  • Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?

​​​​​​​​​​​​​​Geen sprake van recente ontwikkelingen in het vakgebied.

  • Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?

​​​​​​​Geen specifieke opmerkingen m.b.t. het tentamen.

  • Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen? Neem deze op en vermeld ook het antwoord

Wat zijn belangrijke verschillen tussen het verbintenissenrecht vs. het goederenrecht?

  • In het verbintenissenrecht zijn rechten relatief, het gaat om recht op een presentatie van een bepaalde persoon.
  • Goederenrechten zijn absolute rechten die je tegenover een ieder kan doen gelden.
  • In verbintenissenrecht bindt de overeenkomst de partijen. Stel er is een A een opdrachtgever, die een hoofdaannemer aanneemt B, die een overeenkomst sluit met een onderaannemer C. Als de onderaannemer iets verkeerd doet, C pleegt wanprestatie t.o.v. B. Is C t.o.v. A nu ook aansprakelijk wegens wanprestatie?  Gedachte is dat de overeenkomst de partijen bindt; C heeft immers met B gecontracteerd en niet met A. En er is sprake van contractvrijheid, C kiest ervoor om met B te contracteren en niet met A. Je wilt niet ook jegens A aansprakelijk zijn. Als je te snel aanneemt dat C t.o.v. A aansprakelijk is kan dit contractvrijheid in de weg staan.

Collegeaantekeningen 16/17

Het gaat dit hoorcollege voornamelijk over rechtsgevolgen van overeenkomsten. Waartoe bindt een overeenkomst? Het antwoord willen we weten om in de eerste plaats te weten wat er moet worden na gekomen en door wie. Wat zijn de verplichtingen die voorvloeien uit het contract. Om antwoord te geven op deze vraag moet je kijken naar art. 6:248 BW. Dit is een belangrijk artikel om snel te kunnen vinden en onthouden.

Lid 1 verwijst naar:

  • De overeengekomen rechtsgevolgen (uitleg van de overeenkomst) + naar wat, gezien de aard van de overeenkomst, volgt uit:

  • De wet

  • De gewoonte (komt tegenwoordig niet meer zo heel vaak voor)

  • De redelijkheid en billijkheid (aanvullende werking R&B)

Als partijen niet alles hebben afgesproken in het contract moet deze worden aangevuld (voornamelijk door de wet). Let op: je hebt dwingend recht en aanvullend recht uit de wet. Dwingend recht is altijd van toepassing ook al hebben partijen iets anders afgesproken. Aanvullend recht gaat pas gelden als partijen daar zelf geen afspraken over hebben gemaakt. In het contract recht komt dwingend recht niet heel vaak voor met uitzondering van consumentenrecht en bij bijzondere overeenkomst namelijk koop. Dit kan je vinden in art. 7:5 jo. 7:6 BW.

Voor de rangorde van de bovengenoemde aanvullingen (wet, gewoonte, r&b) moet je kijken in nummer 266 van het boek.

Lid 2 Correctie. Naast aanvulling kunnen partij afspraken ook soms gecorrigeerd worden. Dit is de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid. “Tenzij toepassing van een regel naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.”

Kortom contracten kunnen veel meer rechtsgevolgen hebben dan wat partijen in eerste instantie zelf hadden afgesproken. Art. 6:248 BW is eigenlijk een drietrapsraket: uitleg – aanvulling – beperkende werking.

Uitleg

Uitleg is het vaststellen van de betekenis van de gemaakte afspraak. Dit kunnen individuele afspraken zijn of afspraken in de algemene voorwaarden. Het zijn niet alleen expliciete afspraken die uitleg behoeven, ook impliciete afspraken behoeven soms uitleg. In art. 3:37 lid 1 BW staat dat ook stilzwijgende afspraken soms uitgelegd moeten worden. “Verklaringen (…) kunnen in 1 of meer gedragingen besloten liggen”.

Uitleg is noodzakelijk zodra de afspraken niet meer glashelder zijn. Bijvoorbeeld omdat een woord meerdere betekenissen heeft of omdat de betekenis gezien moet worden in een contact. Ander voorbeeld van zo’n situatie is wat de partijen bedoelden.

Boende/Erkens arrest (misverstandarrest) Boer Erkens heeft een stuk grond. De gemeente wil het onteigenen voor nieuwbouw. De Boer ziet het aankomen en die wil het voor zijn en wil het verkopen aan de gemeente. Er wordt een contract gesloten met een beding er in. Hierin staat dat de belastingschade over de bedrijfsschade vergoeding moet de gemeente ook betalen. Gemeente betaalt de koop en de boer wil ook de belastingschade vergoed (51000), de gemeente zegt dat het (2000) is. Waar komt dat verschil vandaan? Dat komt omdat bij het opstellen van de bepaling beide partijen een ander begrip bedrijfsschade en belastingsschade voor ogen heeft gehad.

Dit is een klassiek arrest om te laten zien dat elk simpel woordje uitgelegd moet worden.

Via de Haviltexnorm en CAO-norm worden partij afspraken uitgelegd:

Haviltex

Er is een koopovereenkomst van bloemensteekschuimsnijmachine. In de overeenkomst was een beding opgenomen dat tot het eind van 1976 de koper recht heeft de machine terug te geven. En dat doet Haviltex de koper dan ook. Ermes de verkoper was het hier niet mee eens want hij had in de overeenkomst met beding bedoeld dat je het mocht terug geven als daar een goede reden voor was. De vraag is nu: hoe moet je in het contract uitleggen?

  • HR: Een zuiver taalkundige uitleg is niet voldoende om het contract uit te leggen. Je moet ook kijken naar wat de partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Hierbij kan van belang zijn tot welke maatschappelijke kringen de partijen behoren en welke rechtskennis van de partijen mag worden verwacht. Kortom: De over-en-weer-formule.

Civiel rechtelijke contracten leggen we uit aan de hand van de wilsvertrouwensleer (art. 3:33 – 35 BW). Deze artikelen gaan dan wel over de totstandkoming van de contracten maar de uitleg kan je ook vinden in dit raamwerk van deze artikelen. Om dus het contract uit te leggen kijk je naar alle omstandigheden die iets zeggen over hoe deze partijen hun afspraken begrijpen en mogen begrijpen.

Dit is een gemengd subjectieve/objectieve uitleg.

Dit zelfde uitgangspunt geldt bij:

  • Totstandkoming: heb ik een overeenkomst? (Bunde/Erckens arrest)

  • Vertegenwoordiging: met wie heb ik een overeenkomst? (Kribbebijter arrest)

  • Is de overeenkomst aangevuld? (Kinheim/Pelders arrest)

CAO-Norm

Een CAO is een collectieve arbeidsovereenkomst. Vakbonden aan ene kant en de werkgevers aan de andere kant. Als de CAO wordt gesloten zijn alle individuele werknemers er wel aangebonden ondanks dat niet elk individu aan de tafel zat om de afspraken te maken. Dit uitgangspunt verklaard waarom we zulke contracten anders uitleggen en niet met Haviltex. Je bindt er in een keer heel veel mensen aan.

Om via de CAO-norm contracten uit te leggen kijk je naar voor derden kenbare omstandigheden die iets zeggen over hoe derden de afspraak mogen begrijpen.

De CAO- norm Is de te vinden in het DSM Chemie/Fox arrest. De CAO-norm is toegepast op geschriften waarin een overeenkomst is vastgelegd die naar haar aard bestemd is om de rechtspositie van de derden te beïnvloeden zonder dat die derden invloed hebben gehad op formulering van het contract terwijl de onderliggende partijbedoeling voor die derden ook niet duidelijk is.

Je kan nu dus geen gebruik maken van Haviltex omdat de over-en-weer formule niet kan worden toegepast. Je hebt nu een wat objectievere uitleg nodig (de CAO-Norm). Het gaat om de betekenis van de woorden in de ogen van derden. Dit hoeft geen letterlijke betekenis te zijn maar je mag wel alleen maar kijken naar gegevens die voor derden kenbaar zijn.

Naast de CAO komt deze vorm van uitleggen ook vaak voor bij verzekeringen bijvoorbeeld.

De HR heeft wel gezegd in DSM/Fox dat tussen de Haviltexnorm en de CAO-norm geen tegenstelling bestaan maar een vloeiende overgang. Ondanks dat het heel subjectief (Haviltex) tegen objectief (CAO) is.

Dit zelfde uitgangpunt geldt bij:

  • Eelder Woningbouw/Van Kammen arrest

  • Motel Akersloot arrest (uitleg van een CAO)

Het DSM Chemie/ Fox arrest is een heel belangrijk arrest! Haviltex en CAO-norm en de verhouding worden hier door HR uitgelegd.

Redelijkheid en Billijkheid

De redelijkheid en billijkheid verwijst naar het ongeschreven (objectieve) recht. Dit moet je niet verwarren met de goede trouw tegen bescherming van beschikkingsonbevoegdheid van art. 3:86, 3:11, 3:88 BW.

Het toepassingsgebied van de redelijkheid en billijkheid is ruimer dan alleen het overeenkomsten recht. Dit kan je zien in art. 6:2 BW daar gaat het al over verbintenissen in het algemeen. Dus ook verbintenissen uit OD bijvoorbeeld.

De inhoud R&B moet steeds nader worden bepaald. Art. 3:12 BW biedt slechts algemene referentiepunten. De invulling hangt af van het concrete geval. In elke situatie is dan ook argumentatie vereist van de R&B. Het komt er kort gezegd op neer dat partijen goed met elkaar om gaan. Brede erkenning van elkaar belangen.

Functies van R&B:

  • Achtergrond van uitleg van afspraken: DSM Chemie/Fox arrest

  • Aanvullende werking: vult onvolledige afspraken of andere rechtsverhoudingen aan

  • Beperkende werking: corrigeert in uitzonderlijke gevallen

De aanvullende werking levert niet echt problemen op. Je gebruikt dit als een contract een leemte bevat. Bijvoorbeeld:

  • Wie zijn zaak verkoopt aan een ander en zegt dat hij echt stop mag die ander niet meteen concurrentie aandoen – ook al bevat het contract geen concurrentiebeding. Je mag niet meteen een snackbar starten als je je oude hebt verkocht en gezegd hebt dat je ging stoppen.

  • Wie als deskundige werk voor een ander gat doen, moet die ander waarschuwen voor fouten in diens instructies – ook al is er geen waarschuwingsplicht afgesproken.

  • Wie een overeenkomst voor onbepaalde duur aangaat, mag deze opzeggen (met in achtneming van een opzegtermijn en eventuele andere voorwaarden) – ook al zwijgt het contract daar over. (veel voorkomende situatie).

De beperkende werking van R&B heb je wel vaak een problematische situatie. De partijen hebben een geldige contractuele bepaling (welke dus niet nietig is) en in sommige gevallen mag je daar dan alsnog geen beroep op doen vanwege R&B. Je moet dit dus zeer terughoudend toepassen want het heeft een ingrijpende werking. Er hangen dus zware eisen aan, dit kan je zin in art. 6:248 lid 2 BW aan het woordje “Onaanvaardbaar’.

Toepassing van art. 6:248 lid 2 BW:

  • Toetsing van beroep op een (exoneratie)clausule. Kuunders/Swinkels arrest. De exonoratieclausule moet buiten toepassing blijven als het in strijd is met R&B.

  • Rechtsverwerking

  • Overige gevallen bijv. Eindhoven/Allianz arrest

Let op bij bijzondere regelingen zoals de klachtenplicht bij gebrekkige prestaties (art. 6:89/7:23 BW) en onvoorziene omstandigheden (art. 6:258 BW).

Rechtsverwerking

Rechtsverking gaat over de situatie dat iemand in beginsel een bepaalde bevoegdheid heeft maar er toch geen beroep op mag doen. Dit kan zijn omdat:

  • O.g.v. bijzondere omstandigheden het vertrouwen is gewekt dat gerechtigde aanspraak niet meer geldend zal maken, of

  • De positie van de wederpartij onredelijk wordt bezwaard indien alsnog beroep op het recht wordt gedaan.

Enkel tijdsverloop is onvoldoende voor rechtsverwerking. Rechtsverwerking is niet hetzelfde als verjaring. Er moeten echt een van de bovengenoemde situaties spelen voor rechtsverwerking. Ook is er een verschil tussen rechtsverwerking en afstand van recht (art. 6:160 BW). Voor afstand van recht moet je een handeling verrichten en is dus een rechtshandeling.

Overeenkomst en derden

Uitgangspunt: overeenkomsten hebben alleen rechtsgevolgen voor partijen. Dit is de relativiteit van de overeenkomst, alleen tussen de contractanten.

Toch is het zo in bepaalde gevallen dat een overeenkomst rechtsgevolgen kan hebben voor derden. Sommige staan in de wet art. 6:251-257 BW maar er zijn ook genoeg gevallen die buiten de wet om zijn.

Er worden een paar gevallen genoemd waarin contracten van belang kunnen zijn voor derden, deze situaties komen uit de rechtspraak.

Derdenwerking exoneratiebedingen Citronas arrest (samenvatting van de andere twee arresten):

A en B hebben een contract met een exoneratiebeding. C doet een vordering op A maar A zegt dat hij een exoneratiebeding heeft. C stelt dat deze niet voor hem geldt omdat dit exoneratiebeding is gesloten tussen A en B. Wie heeft er nou gelijk?

Voor derdenwerking van het exoneratiebeding moet voldoende rechtvaardiging voor zijn in de aard van het desbetreffende geval. Hiervoor zijn twee gronden:

  • Op gedragingen van derde terug te voeren vertrouwen dat exonerant het beding zal kunnen inroepen (gegaste uien arrest).

  • De bijzondere relatie tussen de derde en de exonerant (Securicor arrest). Bijv. al jaren lang een soort van gewoonte kan een bijzondere relatie opleveren.

Derden beding art. 6:235 BW is een van de andere situaties waarin een contract derdenwerking kan hebben. Bij derde beding kan een derde een eigen recht krijgen op basis van het contract tussen A en B. Dit moet wel na eenzijdige verklaring (aanvaarding van de derde).

Image

Access: 
Public

Image

Join WorldSupporter!
This content is related to:
Burgerlijk Recht - Recht - RUG - B2 - Sheetnotes & Collegeaantekeningen
Search a summary

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:
Activity abroad, study field of working area:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1809