De MH17-ramp en strijd om Oost-Oekraïne
De reden dat het Internationaal Strafhof zich niet buigt over de MH17-zaak is vanwege het complementariteitsbeginsel: indien een land in staat en bereid is tot vervolging over te gaan, houdt het Strafhof zich afzijdig. In dit geval was dit land Nederland. Het conflict in Oekraïne sluimerde al geruime tijd en kwam tot een uitspatting in februari 2014 met de opstand in Kiev, waarbij de zittende pro-Russische regering werd verdreven en hierop volgend de annexatie van de Krim door Rusland. Dit was het geval van twee zaken: de Russische vrees dat het Westen militair te dichtbij komt en hun toenemend zelfvertrouwen. Tegenwoordig bestaan nog diverse overlegfora over deze annexatie, zoals de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) en ac hoc-groepen zoals de Trilaterale Contactengroep (bestaande uit Oekraïne, opstandelingen en de OVSE) en de Normandië-groep (bestaande uit Oekraïne, Rusland, Frankrijk en Duitsland). De vredespogingen van eerstgenoemde bleken nauwelijks effect te hebben, waarop laatstgenoemde in 2015 een ‘Pakket van Maatregelen voor de Tenuitvoerlegging van de (eerdere) Minskovereenkomsten’ tot stand bracht, wat juridisch de vorm van een verdrag heeft. Hierin wordt onder meer opgeroepen tot een onmiddellijk staakt-het-vuren, terugtrekking van zware wapens en voorbereiding van lokale verkiezingen en zelfbestuur in de regio. Ook is er een afspraak over een constitutionele hervorming van Oekraïne inclusief een nieuwe Grondwet. Het Pakket is ondertekend door de Trilaterale Contactengroep en de Normandië-groep belooft zich “individueel en gezamenlijk volledig te committeren aan de overeenkomst”. De VN Veiligheidsraad schaart zich ook hierachter en eist een vreedzame oplossing van het conflict.
Syrië en de Responsibility to Protect
Waar er een rechtsgrondslag bestaat voor het uitvoeren van bombardementen op IS-stellingen in Irak, ontbreekt deze in Syrië, waardoor het onmogelijk is om het conflict militair op te lossen. De oplossing ligt in multilaterale vredesdiplomatie met niet alleen het Westen, maar ook Rusland, China en de Arabische regio. Enkele stappen die al zijn genomen zijn het verwijderen van chemische wapens in de strijd (aansluitend op het verbod hierop), versterkte toezicht op en het verlenen van humanitaire hulp ondanks dat er geen expliciete toestemming bestaat van Syrië hiervoor, en het kenmerken van IS als terroristische organisatie wat een effectievere strafrechtelijke aanpak mogelijk maakt. De roep om een uitgebreide VN-vredesoperatie wordt tot op heden geblokkeerd; echter zou de Responsibility to Protect een uitkomst kunnen bieden.
Israël en Palestina
Palestina wordt langzaamaan steeds meer beperkt in omvang door de illegale bouw van Israëlische nederzettingen op het grondgebied. De uitspraak van het Internationaal Gerechtshof in de Wall-zaak, waarin opgeroepen werd tot het afbreken van de Israëlische Muur in bezet Palestijns gebied en het recht op zelfbeschikking van de Palestijnen werd benoemd, verliest steeds meer zijn kracht. Vooral de erkenning van Palestina zorgt voor problemen; inmiddels hebben 135 Staten haar erkend en heeft zij een non-member observer State status bij de Algemene Vergadering van de VN. Ook gekeken naar de vier Montevideo-criteria omtrent het Staat-zijn voldoet Palestina als een Staat, zowel de facto als de iure. Daarnaast heeft de Palestijnse Autoriteit een groot aantal internationale verdragen bekrachtigd en zich daarmee gevoegd in de internationale rechtsorde.
Charlie Hebdo en de vrijheid van meningsuiting
De aanslag op Charlie Hebdo resulteerde in een wereldwijd debat over de grenzen van de vrijheid van meningsuiting. Naar analogie kijken we naar een uitspraak van de Hoge Raad uit 2014 betreffende “opzettelijke belediging van een groep mensen, in casu homoseksuelen”, gepleegd door een Nederlands politicus. Zowel het Wetboek van Strafrecht (artt. 137c lid 1 en 137d lid 1) als het EVRM (art. 10 en in het bijzonder lid 2) waren in het geding. Op grond van laatstgenoemd artikel kan de vrijheid van meningsuiting onderworpen worden aan beperkingen of voorwaarden en wordt zodoende de uitingsvrijheid van politici extra beschermd. Hoewel de uitspraken dus voldeden aan de delictsomschrijving van de strafrechtelijke artikelen, stond het de politicus vrij om deze uitingen te doen omdat deze binnen de grenzen van de vrijheid van meningsuiting vallen. Maar wát deze grenzen exact zijn, blijft vaag. Hier opvolgend woedt het debat voort tussen degenen voor maximale vrijheid van meningsuiting (denk aan bewegingen zoals PEGIDA) en de gematigden. Het staat een ieder vrij de grenzen van meningsuiting op te zoeken en dit zou ook niet gestraft moeten worden; echter kan dit wel een voedingsbodem creëren voor geweld en onverdraagzaamheid. Al met al moet hierin een balans worden gevonden.
Srebrenica
In juli 2014 verklaarde de Haagse rechtbank de Nederlandse Staat schuldig en verantwoordelijk voor de dood van 320 mannen als gevolg van deportatie door Dutchbat van hun veilige compound naar een gebied wat buiten hun ‘effective control’ viel. Met voldoende zekerheid kan worden gezegd dat de mannen waren blijven leven indien deportatie niet had plaatsgevonden en het uitblijven van luchtsteun doet hier niet aan af. Hieruit kwam een debat voort over de vraag of “de rechtbank de grenzen van de causaliteit niet te ver heeft opgerekt”.
Het Internationale Strafhof
Het Strafhof wordt door de Afrikaanse Unie en individuele Afrikaanse landen ervan beschuldigd een Afrika-bias te bezitten, nu bijna alle zaken op dat continent plaatsvinden. Het is zo dat in Afrika zaken voorkomen waarbij het Strafhof rechtsmacht vervaardigt vanwege het uitblijven van nationale actie; echter blijft de vraag of de openbaar aanklager de selectiecriteria wel serieus neemt en of hij selectief te werk gaat bij het aanspannen van zaken. Hierdoor wil het Afrikaanse Hof van Justitie en de Rechten van de Mens een eigen Strafkamer toevoegen. Inmiddels is een Protocol aangenomen die dit mogelijk kan maken, maar verleent dit Protocol tevens immuniteit aan “any serving AU Head of State or Government”, wat zaken kan bemoeilijken aangezien het vaak deze personen zijn die aangeklaagd worden.
Hof van Justitie en het EVRM
Toetreding van de EU tot het EVRM is onverenigbaar met het recht van de Unie volgens het advies van het Europese Hof van Justitie. De EU is geen Staat en toetreding zou ertoe leiden dat het EVRM voor alle Europese instellingen verbindend wordt, evenals dat de EU aan controle door het EHRM wordt onderworpen. Dit creëert problemen voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, wat dan getoetst zou worden door een orgaan dat buiten de EU valt. Kritiek op dit advies omvat onder meer het argument dat “het Hof zich als een verwend kind gedraagt” en weigert zijn autonomie te delen. Een andere manier om bescherming van mensenrechten toepasselijk te maken door en via Europese organen is het amenderen van de EU-Verdragen of toepassing van het EU-Handvest van de Grondrechten in privaatrechtelijke zaken voor het Hof. Ook omtrent bedrijven lopen de gemoederen hoog op met betrekking tot mensenrechten. De roep om een internationaal juridisch bindend instrument hieromtrent wordt niet door alle Staten gehonoreerd; niet verwonderlijk zijn landen zoals China, Rusland en Indonesië hier sterk op tegen.
Internationaal Gerechtshof
In 2014 volgde de uitspraak van het Hof in een door Australië (en later Nieuw-Zeeland) aangespannen zaak tegen Japan omtrent walvisvangst in het Zuidpoolgebied. Het Internationaal verdrag inzake regulering van de walvisvangst (ICRW) speelde een sleutelrol hierin nu het economische exploitatie van walvissen mogelijk maakte, maar ook walvissen wilde beschermen. In 1982 werd besloten tot een moratorium op commerciële walvisvangst met mogelijkheid tot het verkrijgen van een uitzonderingspositie, wat Japan had aangevraagd op grond van het belang van de walvisvangst voor wetenschappelijk onderzoek. Het Hof oordeelde dat zelfs dit “het op grote schaal doodschieten van walvissen op geen enkel punt kan rechtvaardigen” en dat de activiteiten van Japan een grove schending opleveren.
Genocide in Kroatië?
Het Internationaal Gerechtshof deed in februari 2015 uitspraak in de zaak van Kroatië tegen Servië onder de klacht dat laatstgenoemde verantwoordelijk gehouden moet worden voor genocide op Kroatisch grondgebied, die plaatsvond in 1990-95. Na de onafhankelijkwording van Kroatië in 1991 werd er zwaar gevochten tussen de twee partijen om een stuk Kroatisch grondgebied. Servië diende als tegenklacht in dat juist Kroatië genocide heeft gepleegd op Serviërs. Het Hof achtte beide claims ontvankelijk. Op grond van art. 2 Genocideverdrag kent de delictsomschrijving van genocide twee elementen: een fysieke en een geestelijke (de wil of intentie om uit te roeien). Het Hof concludeerde dat beide partijen voldeden aan het fysieke element maar dat Servië niet schuldig bevonden kan worden aan het geestelijke element, noch Kroatië; beide claims worden dus verworpen.
Artikelen Inleiding Internationaal Publiekrecht 1617
Artikel Volkenrecht
Arbitrage Filipijnen versus China over de Zuid-China zee
Het internationale VN zeerechtarbitragetribunaal deed op 12 juli 2016 uitspraak in een door de Filipijnen ingestelde zaak tegen China over gebruik van de Zuid-Chinese zee. China had in 2006 al zich onttrokken aan de jurisdictie van het Tribunaal op grond van art. 298(1)(a) UNCLOS omtrent geschillen over territoriale soevereiniteit en historische rechten, maar de Filipijnen hadden hun claim niet zodanig expliciet hierover geformuleerd, al was dit wel de onderliggende kwestie. Zodoende concludeerde het Tribunaal dat zij rechtsmacht over het geschil had en dat alle claims ontvankelijk waren, ondanks China’s verweer dat zij met de Filipijnen bilaterale verklaringen had afgelegd dat zij zulke geschillen middels onderhandelingen zouden oplossen. De inhoud kan worden samengevat in vier punten:
China’s historische claim over de zogenoemde negen-strepen-lijn is niet verenigbaar met het VN-Zeerechtverdrag;
- De eilanden en rotsen in het gebied van de Spratley-eilanden worden niet de status van eiland toegekend en kennen daarom slechts een 12 mijl territoriale zee en geen exclusieve economische zone (EEZ);
- Op basis van punt 2 vallen sommige eilandgebieden binnen de EEZ van de Filipijnen en verricht China dus illegale economische activiteiten hierop zonder toestemming van hen. Ook vormen deze activiteiten een dreiging voor de natuur en Filipijnse vissers;
- Door al het bovenstaande schendt China haar verplichtingen om het geschil tussen partijen niet uit te breiden of te verergeren.
China heeft verklaard de uitspraak als “null and void” te beschouwen.
Haagse rechtbank vernietigt arbitrale vonnissen Yukos versus Rusland
Op 24 april 2016 vernietigde het internationaal investeringstribunaal zes van zijn vonnissen gewezen in de zaak Yukos versus Rusland, een investeerder-Staat geschil (op basis van het Energiehandvest) over faillissement van een oliemaatschappij door toedoen van de Staat. Rusland heeft dit verdrag nooit geratificeerd maar wel ondertekend. Art. 45 Energiehandvest bepaalt echter dat het een voorlopige werking heeft voor elke ondertekende partij “voor zover niet strijdig met haar constitutie, wetten of voorschriften”. Het Tribunaal concludeerde dat hiervan geen sprake was en dus zodoende bevoegd was van het geschil kennis te nemen. Het stelde de oliemaatschappij in 2014 in het gelijk, waarop Rusland vernietiging van het vonnis vorderde. In de hierop volgende zaak onderzocht de rechtbank meer gespecificeerd of het Russische nationale recht verenigbaar was met afzonderlijke verdragsbepalingen. Nu het Energiehandvest geen wettelijke basis in dit nationale recht heeft is, volgens de rechtbank, ratificatie vereist voor toepassing van afwijkende of aanvullende verdragsbepalingen. De conclusie is dat Rusland nooit gebonden was aan de arbitrageregeling van het Energiehandvest en dat het Tribunaal zich onterecht bevoegd had verklaard, wat vernietiging van de betreffende vonnissen meebrengt.
Artikel De reflexwerking van het internationale recht in de klimaatzaak van Urgenda
De Urgenda-uitspraak is opvallend in de zin dat internationaal en nationaal milieu- en klimaatrecht tegelijkertijd worden toegepast. De open Nederlandse rechtsorde maakt dit mogelijk, doordat internationale bepalingen die een ieder verbinden rechten en verplichtingen voor de Nederlandse burger en overheid met zich kunnen meebrengen. Het internationale milieurecht is vooral gevormd door normatieve verdragen, voortvloeiend uit VN-resoluties en internationale conferenties. Voorbeelden hiervan zijn de Stockholm Verklaring uit 1972 en de Rio Verklaring uit 1992, verantwoordelijk voor het VN-Klimaatverdrag uit 1992. Deze verdragen richten zich niet zozeer op de het milieu en de natuur zelf, maar meer op het behoud van ecosystemen in het belang van de mensheid en diens toekomst. De International Law Association (ILA) heeft in haar rapport van 2014 de ILA Legal Principles Relating to Climate Change vastgesteld met inbegrip van beginselen zoals duurzame ontwikkeling, preventie en voorzorg, en plicht tot internationale samenwerking. Deze beginselen zijn zowel privaatrechtelijk als publiekrechtelijk van aard, net als in de Urgenda-uitspraak. Dit is terug te zien in de internationale invloedssfeer, waar met name duurzame ontwikkeling langzaamaan als kernbeginsel wordt erkend in bijvoorbeeld het Verdrag van Lissabon en uitspraken van het Internationaal Gerechtshof en de Wereldhandelsorganisatie. Uiteraard heeft deze vergrote invloedssfeer consequenties voor de Urgenda-zaak.
De ‘reflexwerking’
In de betreffende zaak wordt een scala aan publiekrechtelijke rechtsbronnen ingeroepen: de klimaatverdragen, Europees recht, de zorgplicht van de overheid, milieurechtelijke verplichtingen en zelfs Kamerbrieven. Afgezien van het EVRM bevatten deze geen van allen rechtstreeks door de burger inroepbare rechten; echter zijn ze wel noodzakelijk om de inhoud van het toepasselijke recht in deze zaak te bepalen. Zodoende past de rechter de ‘reflexwerking’ toe, wat als gevolg heeft dat het legaliteitsbeginsel ter discussie komt te staan: wordt het vonnis voldoende genomen op grond van het geschreven recht? Hierom is hoger beroep ingesteld door de regering om te beoordelen of zulke internationale afspraken en verdragen wel op zo’n wijze mogen doorwerken in het Nederlands recht, en om “zekerheid en eenheid te verkrijgen over de uitspraak”. Op internationaal niveau is reflexwerking geen vreemd fenomeen; onder andere uit art. 31 Weens Verdragenverdrag mag middels de teleologische methode naar context, voorwerp en doel van het verdrag worden uitgelegd. Ook art. 38 Statuut Internationaal Gerechtshof biedt de mogelijkheid om algemene rechtsbeginselen, jurisprudentie en doctrine bij een uitleg te betrekken, besluiten van volkenrechtelijke organisaties hierbij inbegrepen. Het is dus afwachten of deze dynamische toepassing ook op nationaal niveau wordt geaccepteerd.
Artikel Hugo de Groot (1583-1645)
Hugo de Groot (1583-1645)
Hugo de Groot was een groots Nederlands jurist met interesses in filosofie, politiek en theologie. Hij leefde in de tijd van het late humanisme: bekend om een kritische studie van geschiedenis, letterkunde en taal uit de Oudheid, afgeleid uit de filologie. De Groot groeide als autodidact uit tot advocaat en wijdde zich al snel tot het schrijven van juridische werken. Zijn eerste boek, De Iure Praedae (Over het Recht op Buit), verscheen in opdracht van de Staten van Holland in 1604-1606 en trachtte de offensieve handelspolitiek van de VOC te rechtvaardigen. In 1618 werd het twaalfde hoofdstuk, Mare liberum (De vrije zee) als zelfstandig boek uitgebracht om de Nederlandse zeevaart in de Aziatische gebieden te verdedigen. De zee was res communis en kon niet toegeëigend worden, resulterend in de conclusie dat vrije handel was toegestaan. Dit zette De Groot op de kaart als volkenrechtsgeleerde. In 1620 schreef hij de Inleidinge tot de Hollandsche rechtsgeleerdheid als studieboek voor rechtenstudenten, een van de fundamenten voor het Rooms-Hollandse recht uit de 17e en 18e eeuw. Zijn meest beroemde werk, De Iure Belli ac Pacis (Over het Recht op Oorlog en Vrede), verscheen in 1625 en omvatte volkenrechtelijke, privaatrechtelijke en natuurrechtelijke vraagstukken. Hierin werd onderscheid gemaakt tussen natuurrecht en positief recht, wat uitmondde in een geordend, systematisch stelsel van al het recht. Al met al heeft De Groot een pivotale rol gespeeld in de ontwikkeling van zowel het Nederlandse als Europese recht.
Artikel Kroniek internationaal publiekrecht
De MH17-ramp en strijd om Oost-Oekraïne
De reden dat het Internationaal Strafhof zich niet buigt over de MH17-zaak is vanwege het complementariteitsbeginsel: indien een land in staat en bereid is tot vervolging over te gaan, houdt het Strafhof zich afzijdig. In dit geval was dit land Nederland. Het conflict in Oekraïne sluimerde al geruime tijd en kwam tot een uitspatting in februari 2014 met de opstand in Kiev, waarbij de zittende pro-Russische regering werd verdreven en hierop volgend de annexatie van de Krim door Rusland. Dit was het geval van twee zaken: de Russische vrees dat het Westen militair te dichtbij komt en hun toenemend zelfvertrouwen. Tegenwoordig bestaan nog diverse overlegfora over deze annexatie, zoals de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) en ac hoc-groepen zoals de Trilaterale Contactengroep (bestaande uit Oekraïne, opstandelingen en de OVSE) en de Normandië-groep (bestaande uit Oekraïne, Rusland, Frankrijk en Duitsland). De vredespogingen van eerstgenoemde bleken nauwelijks effect te hebben, waarop laatstgenoemde in 2015 een ‘Pakket van Maatregelen voor de Tenuitvoerlegging van de (eerdere) Minskovereenkomsten’ tot stand bracht, wat juridisch de vorm van een verdrag heeft. Hierin wordt onder meer opgeroepen tot een onmiddellijk staakt-het-vuren, terugtrekking van zware wapens en voorbereiding van lokale verkiezingen en zelfbestuur in de regio. Ook is er een afspraak over een constitutionele hervorming van Oekraïne inclusief een nieuwe Grondwet. Het Pakket is ondertekend door de Trilaterale Contactengroep en de Normandië-groep belooft zich “individueel en gezamenlijk volledig te committeren aan de overeenkomst”. De VN Veiligheidsraad schaart zich ook hierachter en eist een vreedzame oplossing van het conflict.
Syrië en de Responsibility to Protect
Waar er een rechtsgrondslag bestaat voor het uitvoeren van bombardementen op IS-stellingen in Irak, ontbreekt deze in Syrië, waardoor het onmogelijk is om het conflict militair op te lossen. De oplossing ligt in multilaterale vredesdiplomatie met niet alleen het Westen, maar ook Rusland, China en de Arabische regio. Enkele stappen die al zijn genomen zijn het verwijderen van chemische wapens in de strijd (aansluitend op het verbod hierop), versterkte toezicht op en het verlenen van humanitaire hulp ondanks dat er geen expliciete toestemming bestaat van Syrië hiervoor, en het kenmerken van IS als terroristische organisatie wat een effectievere strafrechtelijke aanpak mogelijk maakt. De roep om een uitgebreide VN-vredesoperatie wordt tot op heden geblokkeerd; echter zou de Responsibility to Protect een uitkomst kunnen bieden.
Israël en Palestina
Palestina wordt langzaamaan steeds meer beperkt in omvang door de illegale bouw van Israëlische nederzettingen op het grondgebied. De uitspraak van het Internationaal Gerechtshof in de Wall-zaak, waarin opgeroepen werd tot het afbreken van de Israëlische Muur in bezet Palestijns gebied en het recht op zelfbeschikking van de Palestijnen werd benoemd, verliest steeds meer zijn kracht. Vooral de erkenning van Palestina zorgt voor problemen; inmiddels hebben 135 Staten haar erkend en heeft zij een non-member observer State status bij de Algemene Vergadering van de VN. Ook gekeken naar de vier Montevideo-criteria omtrent het Staat-zijn voldoet Palestina als een Staat, zowel de facto als de iure. Daarnaast heeft de Palestijnse Autoriteit.....read more
Arrest Sanctieregeling Iran incl. annotatie
HR 14 december 2012, NJB 2013, 64 (Sanctieregeling Iran)
Kort
De Hoge Raad heeft in dit arrest geoordeeld dat de Nederlandse toepassing van de sanctieregeling tegen Iraanse studenten en wetenschappers onnodig en ten onrechte onderscheid maakt tussen Iraanse en niet-Iraanse onderdanen. De regeling is derhalve onverbindend; het is in strijd met het discriminatieverbod zoals vastgelegd in het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EHRM) (art. 26 IVBPR en art. 1 Twaalfde Protocol).
Feiten
Op 23 december 2006 heeft de VN Veiligheidsraad een resolutie aangenomen, waarin verschillende sanctiemaatregelen tegen Iran zijn uitgesproken. Hierin is onder meer een kennisembargo uitgesproken tegen ‘Iranian nationals’. In de Sanctieregeling Iran is onder meer bepaald dat het verboden is om aan Iraanse onderdanen “gespecialiseerde vorming of opleiding die kan bijdragen aan proliferatiegevoelige activiteiten van Iran en aan de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens te verstrekken aan Iraanse onderdanen”. De ontheffing wordt geweigerd wanneer “het risico het aanbieden van de bedoelde vorming of opleiding aan de Iraanse onderdaan voor wie de ontheffing is bestemd, zal bijdragen aan proliferatiegevoelige activiteiten van Iran of aan de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens in Iran, onaanvaardbaar groot acht”.
Proces
De rechtsvraag is of de Sanctieregeling Iran in strijd is met het gelijkheidsbeginsel (art. 12 IVBPR en art. 1 Twaalfde Protocol EVRM). Dit, omdat er onderscheid wordt gemaakt tussen Iraanse en niet-Iraanse onderdanen. De staat voerde ten eerste aan dat de uitvoering van de resolutie ingevolge artikel 103 van het VN Handvest voorrang heeft boven de verplichting het gelijkheidsbeginsel na te leven. Daarnaast voerde zij aan dat, voor zover dit onderscheid in de Sanctieregeling niet dwingend uit resolutie 1737 voortvloeit, moet worden getoetst of voor dit onderscheid een objectieve en redelijke rechtvaardiging bestaat, waaraan zwaarwegende betekenis moet worden gehecht.
Beslissing
De Hoge Raad oordeelt ten eerste dat de resolutie zo moet wordend uitgelegd dat zij niet noodzaakt tot het maken van onderscheid naar nationaliteit. Het was dus mogelijk om de resolutie uit te voeren op een manier die geen onderscheid maakt tussen Iraanse en niet-Iraanse onderdanen.
Ten tweede oordeelt de Hoge Raad dat de resolutie in andere landen op zodanige wijze is uitgevoerd dat geen onderscheid naar nationaliteit wordt gemaakt. De argumenten van de Staat waarom dat in Nederland niet mogelijk is, zijn volgens de Hoge Raad niet overtuigend. Het is niet aannemelijk geworden dat de Staat alles in het werk heeft gesteld om de op hem rustende internationale verplichtingen te harmoniseren.
Annotatie (door prof.mr. L.J. van den Herik)
Bovengenoemde sanctiemaatregelen maken onderdeel uit van een groter geheel van sancties tegen Iran, vergelijkbaar met de Irak-sancties uit de jaren 90. De wens om verzwaring van de sancties kent tegengewicht van de argumenten dat de bevolking onterecht hard wordt geraakt door de betreffende sancties en dat rechtsbescherming ontbreekt op VN-niveau. Er bestaat een Ombudspersoon, maar alleen ten aanzien van het Al Qaeda 1267/1989 sanctieregime. Ook bestaat de mogelijkheid voor Iran om aanwezig te zijn en gehoord te worden bij Veiligheidsraadvergaderingen omtrent de Iran-sancties; een zeer.....read more
International law
Exam Questions Public International Law
This summary was written in the year 2012-2013.
Exam questions
Exam 2010
Question 1:
The prohibition of genocide is considered to be a jus cogens norm.
- Explain what jus cogens means.
- Explain at least two legal effects of the fact that the prohibition of genocide is a jus cogens norm.
Question 2:
Since the second half of the twentieth century international courts and tribunals have proliferated. One of the often-mentioned consequences of this process is fragmentation of international law.
- Explain, with the help of at least one concrete example, what fragmentation of international law means in the light of proliferation of courts and tribunals.
Question 3:
The International Court of Justice (ICJ) has no so-called compulsory jurisdiction.
- Explain under what circumstances the ICJ has jurisdiction to settle an inter-state dispute.
- Explain whether or not in the view of the ICJ its “provisional measures” are binding.
Question 4:
Aspatria, a UN member state and a state party to the International Covenant on Civil and Political Rights (ICCPR), is accused by several human rights NGOs of breaching the prohibition of torture. The government of Aspatria denies these accusations and states that: (i) the interrogation techniques used by the Aspatrian authorities do not amount to torture within the meaning of the ICCPR; and (ii) Aspatria is presently at war with a neighbouring state and has proclaimed a state of emergency, accordingly it is line with the ICCPR temporarily not obliged to uphold the prohibition of torture.
- The Government’s first argument regards the precise meaning of torture and the scope of the torture prohibition. Explain what rules of public international law apply to questions of interpretation of treaty provisions. (5 pts)
- Assess the legal validity of the Government’s second argument regarding the state of emergency. (5 pts)
Question 5:
Adova and Rotania have a legal dispute concerning the border between the two countries. At one point the situation escalates and Rotania threatens to enforce its rights through bombing parts of Adova. As a response, Adova decides to bomb military strategic targets in Rotania.
Discuss the attack of Adova on Rotania in the light of public international law. (10 pts)
Question 6:
Mr Zelaya was removed from office as President of Honduras by the army and judiciary of Honduras. Subsequently, elections were held and President Porfirio Lobo was elected. A large Honduran community lives in Nicaragua supporting Zelaya. This community disagrees with the removal of Mr. Zelaya from office and with the outcome of the recent election. As a response, they have been demonstrating peacefully in front of the Honduran Embassy for 5 days. The police have been monitoring the demonstrations. However, at one point the crowd becomes more violent and they manage to enter the premises and cause substantial damage. The.....read more
Handbook of International Law
This summary of Handbook of international Law by Aust is written in 2013
- Chapter 1. International law
- Chapter 2. States and recognition
- Chapter 3. Territory
- Chapter 4. Jurisdiction
- Chapter 5. The law of treaties
- Chapter 6. Diplomatic privileges and immunities
- Chapter 7. State immunity
- Chapter 8. Nationality, aliens and refugees
- Chapter 9. International organisations
- Chapter 10. The United Nations, including the use of force
- Chapter 11. Human rights
- Chapter 12. The law of armed conflict (international humanitarian law)
- Chapter 13. International criminal law
- Chapter 14. Terrorism
- Chapter 15. The law of the sea
- Chapter 16. International environmental law
- Chapter 17. International civil aviation
- Chapter 18. Special regimes
- Chapter 19. International economic law
- Chapter 20. State succession
- Chapter 21. State responsibility
- Chapter 22. Settlement of disputes
- Chapter 23. The European Union
- Glossary
Chapter 1. International law
Private international law and transnational law
The term ‘private international law’ refers to what is known as the ‘conflict of laws’. It covers the body of rules of a State’s domestic law which addresses legal issues with foreign elements; these rules determine which legal rules and jurisdiction are applicable.
A number of institutions are responsible for harmonisation of rules concerning conflict of laws. The Hague Conference on Private International Law, established in 1893 is tasked with the harmonisation of domestic rules on conflict of laws; UNIDROIT is responsible for the harmonisation of commercial domestic laws; UNCITRAL is tasked with harmonising international trade law.
The term ‘transnational law’ primarily connotes the study of the laws of multiple States, comparative law, supranational law, and (commercial) public international law. The study of transnational law gives the impression that the laws of States are becoming ever more similar; however, this is not the case.
The nature of international law
International law is generally known as ‘public international law’ (sometimes also as ‘general international law’), in contrast to the public international law described above. It was previously known as the ‘Law of Nations’. Public international law is the product of the actions of States instead of a single national legal system.
The history of public international law is generally said to have started with Hugo Grotius, a Dutch jurist and diplomat, who lived from 1583 to 1645. Another important event in the early history of Public International Law is the Peace of Westphalia in 1648, which concluded the end of the Thirty Years’ War and the period of feudalism in European history. It also marked the emergence of the modern nation state with a strong centralised government exercising control over its subjects. These new states were in need of rules to govern conduct between them. From the mid-seventeenth century these rules governing the relations between states evolved into contemporary international
.....read moreSummary of International Law by Shaw: 7th edition
- Chapter A The nature and development of international law
- Chapter B International law today
- Chapter C Sources
- Chapter D The subjects of international law
- Chapter E Recognition
- Chapter F Jurisdiction
- Chapter G Territory
- Chapter H The Law of the Sea
- Chapter I Immunities from jurisdiction
- Chapter J State responsibility
- Chapter K The law of treaties + State succession
- Chapter L International environmental law
- Chapter M The settlement of disputes by peaceful means
- Chapter N The International Court of Justice
- Chapter O International law and the use of force by states
- Chapter P The United Nations
- Source
Chapter A The nature and development of international law
The principal actors in international law are nation-states, not individual citizens like in domestic or municipal law. International law is divided into conflict of law, private international law and public international law. The latter is usually termed ‘international law’. Public international law covers relations between states in all their forms, and regulates the operations of the many international institutions. It may be universal or general, binding upon all states, or regional, binding upon a select group of states.
International law has no legislature. There is no system of courts operating outside the situation when both parties agree and recognize the concerned Court. International law is constituted in a very different manner than domestic law. Also, there is no unified system of sanctions in international law, but there are circumstances in which the use of force is regarded as justified and legal. Within the United Nations, the Security Council can impose sanctions upon the determination of a threat to the peace, a breach of the peace or an act of aggression. Such sanctions may be economic or military. Another justification of the use of force is in the case of self-defense, but it is bound to rules provided by international law. It is important to realize that states do feel the need to obey the rules of international law, because if they do not act accordingly, the system of international law ceases to exist.
The international system
The international system has a horizontal structure; all states are considered equal. In municipal law, the law is above individuals, but in international law the law only exists between the states. Also, in municipal law, the individual has no influence on the creation of law. In international law, states create it themselves, as international law consists mostly of agreements and treaties developed and signed by states. An important element for states in order to obey international law is the principle of reciprocity. States often do not pursue one particular course of action which might bring them short-term gains, because it could disrupt the mesh of reciprocal tolerance which could bring long-term
.....read moreAantekeningen bij de hoorcolleges van Public International Law
Hoorcollege week 1
Aim of Public International law: regulating international relations through norms:
Order and stability
Justice
Dispute-settlement
It’s not only about nations, but also about intergovernmental organisations and sometimes even people.
1648: treaty of westfahlen → it ended the thirty-year war. For the first time in human history all sovereign states were equal. This meant that every state had territorial sovereignty.
Aim of Private International law: regulating legal relations between individuals (can also include corporations as such)
| National Law | International Law |
Legislation | Centralized | Decentralized |
Dispute-settlement | Compulsory | Not compulsory |
Administration and enforcement | Centralized | decentralized |
International Law developed from law of co-existence to law of cooperation and to law of integration.
Case 1: Nicaragua
There was a war between the SU and the US. US supported the rebels, the contras. Nicaragua went to court, saying that the US violated their borders and that force had been used against Nicaragua. The case is important for the use of force and state responsibility. Art. 2(4) of human/united nations charter could not be applied because the US did not accept the jurisdiction
Werkgroep 1
Law making on national and international levels:
Legislative
On national level the legislative power lies with the stage-general and the government together. On international level however, the legislative power comes from treaties, customary law and general principles. The difference is consent to be bound. Also on a national level we have a centralized power and on international level we have an decentralized power.
Executive
On national level: the Government.
On international level: States
Judiciary
National: Courts (binding jurisdiction)
International: ICJ (International court of justice), ICC (International Criminal Court), ECtHR (European Court of Human Rights), ECJ (European Court of Justice). There’s no binding jurisdiction on international level. Agreement is needed, this is also known as consent to be bound. Sometimes there’s no treaties or customs, and we need general principles to fill in the void. International law consists of private and public law. Public international law deals with the relations between states and private international law with the relations between individuals. Public international law consists of many more fields, such as
Criminal
Human rights
Law of the sea
Etc.
When can a country.....read more
Public International Law (PIL) - B1 - Rechten - UU - Aantekeningen hoorcolleges
Deze aantekeningen zijn gebasseerd op het het vak Public International Law (PIL) in 2015-2016.
Hoorcollege week 1
Aim of Public International law: regulating international relations through norms:
Order and stability
Justice
Dispute-settlement
It’s not only about nations, but also about intergovernmental organisations and sometimes even people.
1648: treaty of westfahlen → it ended the thirty-year war. For the first time in human history all sovereign states were equal. This meant that every state had territorial sovereignty.
Aim of Private International law: regulating legal relations between individuals (can also include corporations as such)
| National Law | International Law |
Legislation | Centralized | Decentralized |
Dispute-settlement | Compulsory | Not compulsory |
Administration and enforcement | Centralized | decentralized |
International Law developed from law of co-existence to law of cooperation and to law of integration.
Case 1: Nicaragua
There was a war between the SU and the US. US supported the rebels, the contras. Nicaragua went to court, saying that the US violated their borders and that force had been used against Nicaragua. The case is important for the use of force and state responsibility. Art. 2(4) of human/united nations charter could not be applied because the US did not accept the jurisdiction
Hoorcollege week 2
Relationship between sources of international law
There are also other sources of international law not listed in article 38, namely:
Decisions of international organizations (only the binding decisions)
Unilateral acts (nuclear tests)
Soft law, it looks like law but it are basically political norms. States comply with those laws because they don’t want to have a bad name.
Treaty and custom are not more important than one another. The way it is solved is on basis of lex specialis and lex posterior.
Lex specialis: more specific law prevails over more common law.
Lex posterior: younger law prevails over older law.
Jus cogens: peremptory norms, more important than any other source of international law!
Treaty Law (treaty, convention, statute, charter, agreement, protocol are all other words with the same meaning) Vienna Convention on the Law of Treaties (VCLT)
VCLT only deals with treaties between states.
Treaties are only applicable to the parties. (art. 34 VCLT)
Treaties are formed in the following way and order:
Adoption
Signature
Approval
Ratification (becoming a party)
(accession) if a
.....read more
Hoorcollege aantekeningen internationaal recht
Deze samenvatting is gebaseerd op collegejaar 2012-2013.
Hoorcollege week 1
Deze week zal het gaan over begrip en aard van het internationaal recht en in het speciaal over de bronnen van het internationaal recht.
Als eerste wordt het internationaal recht geïllustreerd aan de hand van het conflict over een aantal eilanden in de Chinese zee. Zowel China als Japan denkt daar aanspraak op te kunnen maken. De belangen hierbij zijn uitbreiding van het territoir en toegang tot natuurlijke hulpbronnen. Het toepasbare recht in deze casus zijn onder andere het zeerecht en een bilateraal verdrag, bovendien speelt geschilbeslechting een rol.
Het internationaal (publiek)recht komt voor uit internationale bronnen:
- Verdragen
- Gewoonterecht
- Besluiten van internationale organisaties
- Algemene rechtsbeginselen
N.B Niet alle regels zijn bindend voor alle staten.
Artikel 38 van het Statuut van het Internationaal Gerechtshof geeft als bronnen:
- Verdragen
- Gewoonterecht
- Algemene beginselen
- Subsidiair: gerechtelijke beslissingen en doctrine
Daarnaast zijn nog van belang:
- Bindende besluiten van internationale organisaties
- Eenzijdige handelingen (Een soort juridische belofte; een verplichting op zich nemen ten opzichte van alle andere staten
- Redelijkheid en billijkheid
Verdragen als bron van het internationaal recht
Verdragen zijn (anders dan gewoonterecht) altijd geschreven recht alsook geregistreerd en gepubliceerd, omwille van de toegankelijkheid. Bovendien zijn verdragen niet beperkt tot bepaalde onderwerpen, verdragen mogen alleen niet ingaan tegen dwingend recht (ius cogens).
Gewoonterecht
Het gewoonterecht wordt behelsd door de statenpraktijk en de opinio iuris. Een discussiepunt is of het gewoonterecht valt te wijzigen. Ergo: Is een afwijkende praktijk schending van de regel of het begin van een nieuwe regel? In ieder geval is het gewoonterecht niet onveranderlijk, het gewoonterecht moet geïnterpreteerd worden. Zie in dit verband ook paragraaf 86 van de Nicaragua zaak.
Wanneer er samenloop is van bronnen van het internationaal recht is de hiërarchie als volgt:
- Lex specialis derogat lege generali
- Lex posterior derogat lege priori
- Artikel 3 van het Handvest van de VN
- Ius Cogens
Bij het gewoonterecht wordt ervan uitgegaan dat de wil verweven zit in de rechtsbron, de staten hebben tenslotte zelf invloed op wat ze doen.
Een normatieve vraag hierover is: Is het wenselijk dat het zo in elkaar zit?
De empirische vraag is vervolgens: Gebeurt dit ook?
Hoorcollege week 2
Deze week gaat het over bronnen en verdragenrecht.
Sommige bronnen bevatten primair recht, andere bronnen bevatten secundair recht. Een voorbeeld dat hierbij wordt gegeven is de regel dat foltering verboden is (primair recht) en het recht op compensatie nadat foltering toch heeft plaatsgevonden (secundair recht). Ook wordt er een onderscheid gemaakt tussen materiële en.....read more
Werkgroepaantekeningen internationaal recht
Deze samenvatting is gebaseerd op collegejaar 2012-2013. Bekijk hier ons huidige aanbod.
Week 1
Het internationaal (publiek-)recht kent bevoegdheden toe aan actoren, hetgeen niet per sé staten hoeven te zijn. Echter, het erkent niet alleen bevoegdheden, maar het kan tevens het handelen van internationale actoren beperken.
Internationaal publiekrecht
Alvorens er sprake kan zijn van internationaal recht dient er sprake te zijn van drie elementen:
Internationaal;
publiek;
Aan dit element is voldaan als er sprake is van gezag dat tussen staten wordt uitgeoefend dan wel als het publieke belangen betreft.juridisch.
Aan dit element is voldaan als de norm voortvloeit uit een internationale rechtsbron dan wel wanneer er sprake is van sanctionering als een norm wordt geschonden.
In de nationale rechtsordes, is er in tegenstelling tot de internationale rechtsordes, sprake van een verticale gezagsstructuur/verhouding; er is een centrale overheid. In het internationale recht is er sprake van een decentrale/horizontale gezagsstructuur/verhouding; er is geen centrale overheid. Staten dienen de internationale rechtsorde zoveel mogelijk zelf te handhaven, hetgeen kan geschieden via diplomatiek protest en sanctionering.
Rechtsbronnen
Artikel 38 IGH somt enkele bronnen op die als internationale rechtsbron worden aangemerkt:
verdragen;
gewoonterecht;
algemene beginselen;
subsidiair: gerechtelijke beslissingen en doctrine.
Dit artikel wordt als gezaghebbend aangemerkt, nu er geen ander artikel bestaat waarin de internationale rechtsbronnen worden aangegeven. Naast de in dit artikel opgesomde bronnen bestaan er nog overige bronnen, namelijk (bindende!) besluiten van internationale organisaties, eenzijdige handelingen en de redelijkheid en billijkheid. Een staat kan een eenzijdige handeling verrichten door, uit zichzelf, een verplichting op zich te nemen, ten opzichte van (alle) andere staten. Dit kan een recht dan wel een verplichting opleveren. Frankrijk heeft bijvoorbeeld door toezeggingen van de president de plicht op zich genomen om bepaalde kernproeven niet meer uit te voeren. Dit is een juridische belofte die een verplichting oplevert. Of redelijkheid en billijkheid als (internationale) rechtsbron kunnen worden aangemerkt, wordt door sommigen betwist. Het zijn algemene beginselen die een oplossing kunnen bieden in een conflict dan wel een aanwijzing kunnen geven over hoe het recht (zou) moet(en) zijn. Het is dan tot op zekere hoogte een rechtsbron, maar het is altijd een algemeen beginsel.
Een niet-bindend besluit van een internationale organisatie, bijvoorbeeld een resolutie, is op zichzelf geen internationale rechtsbron, maar kan wel een aanwijzing zijn voor het bestaan van gewoonterecht.
Soms geniet het vaststellen van een regel in een verdrag de voorkeur boven het ontstaan van een regel als gewoonterecht. Hiervoor zijn enkele redenen te bedenken. Ten eerste bevordert het de rechtszekerheid én duidelijkheid, immers er kan stellen.....read more
Arresten Internationaal Recht
Deze samenvatting bestaat uit een verzameling van arresten zoals voorgeschreven bij een bachelor cursus over Internationaal Recht en is gebaseerd op collegejaar 2012-2013.
- International Court of Justice, Fisheries (United Kingdom v. Norway), Judgement Merits, 18 december 1951
- International Court of Justice, The North Sea Continental shelf cases, (Federal Republic of Germany v. Denmark and Federal Republic of Germany v. Netherands), Judgement Merits, 20 februari 1969
- International Court of Justice, Nuclear Tests (Australia v. France), Judgement Merits, 20 december 1974
- International Court of Justice, Military and Paramilitary Activities in and Against Nicaragua (Nicaragua v. UInited States of America), Judgement Merits, 27 juni 1986
- International Court of Justice, Legality of the Use or Threat of Nuclear Weapons, Advisory Opinions, 8 juli 1996 (advies gevraagd door de VN Algemene Vergadering)
- International Court of Justice, Aegean Sea Continental Shelf (Greece v. Turkey), Jurisdiction of the Court, 19 december 1978
- International Court of Justice, Maritime Delimitation and Territorial Questions between Qatar and Bahrein (Qatar v. Bahrain), Jurisdiction and Admissibility, 1 juli 1994
- International Court of Justice, The Gabcikovo-Nagymaros project (Hungary vs. Slovakia), Judgement, 25 September 1997
- International Court of Justice, Frontier Dispute, (Burkina Faso v. Republic of Mali), Judgement - Merits, 22 december 1986
- International Court of Justice, Legal Consequences of the Construction of a Wall in the Occupied Palestinian Territory, Advisory Opinion, 9 juli 2004
- African Commission on Human and Peoples’ Rights, Katangese people’s Congress v. Zaïre, 1994
- Supreme Court of Canada, Uitspraak in re Quebec, 30 september 1996
- Gerechtshof Amsterdam, N.V Koninklijke Paketvaartmij tegen de Repoeblik Maloekoe Selatan
- International Court of Justice, Reparation for Injuries Suffered in the Service of the United Nations, Advisory Opinions, 11 april 1949
- HR, 28 september 1990, Oltmans tegen Republiek Suriname
- International Court of Justice, The Arrest Warrant of 11 April 2000 (Congo vs. Belgium) Judgement 14 februari 2002
- Hoge Raad, Koninkrijk Marokko tegen X, 5 februari 2010, p. 859-872 (Essentie: HR par. 3.2, 3.3.2, 3.4 en Conclusie Strikwerda par. 10, 15-20 en 23-30).
- International Court of Justice, Difference Relating to Immunity from Legal Process of a Special Rapporteur of the Commission of Human Right, Advisory Opinion, 29 april 1999
- Hoge Raad, X tegen Europese Octrooi Organisatie, Hoge Raad, 23 oktober 2009, p. 855-858
- Christine Goodwin v. United Kingdom: par. 71-75, 84-85, 89-93, 107-108
- Osman v. United Kingdom: par. 115-116, 121
- Committee on Economic, Social and Cultural Rights, General Comment No. 3: the Nature of States Parties Obligations (1990), p. 277-280
- Hoger Raad, Staat der Nederlanden en SGP tegen Stichting Proefprocessenfonds Clara Wichmann e.a., Hoge Raad 9 april 2010, p. 873-882
- International Court of Justice, Certain Expenses of the United Nations, Advisory Opinion, 20 juli 1962, p. 355-348
- Tadic zaak: par. 28-31, 96-98;
- International Court of Justice, Armed Activities on the Territory of Congo, (Democratic Republic
Oefenpakket Internationaal Recht
Deze samenvatting is geschreven in collegejaar 2012-2013.
Aanvullende 3 arresten Inleiding internationaal en Europees recht
Deze samenvatting is geschreven in collegejaar 2012-2013.
Administratie van de staatsfinanciën/Simmenthal, HvJ 09-03-1978, zaak 106/77
Onderwerp: de inroepbaarheid van de voorrang van het Europese recht voor een nationale rechter.
Casus
Het is op 26 juli 1973 dat de NV Simmenthal, gevestigd te Monza Frankrijk, een partij rundvlees in Italië invoert. Bij de invoering van dit rundvlees worden keuringsrechten geheven. Deze keuringsrechten zijn voorgeschreven door de Italiaanse wetgeving. Simmenthal is het hier niet mee eens en is van mening dat deze keuringen, en dus de keuringsrechten, een belemmering zijn van het vrije goederenverkeer en dus verboden zijn. Hij vordert het betaalde bij de Italiaanse rechter terug. Deze verzoekt het Hof van Justitie om een prejudiciële beslissing op basis van art. 177 EEG-Verdrag (nu art. 267 VWEU). Vraag is hierbij: indien nationaal recht in strijd is met de voorrang van het Europees recht, moet een nationale rechter de desbetreffende nationale wetgeving dan buiten toepassing laten of moet hij wachten tot het eigen nationale constitutionele hof het ongeldig heeft verklaard?
Het Hof van Justitie
Het Hof bevestigt dat het al dan niet systematisch verrichten van keuringen aan de grens op het invoeren van producten, maatregelen van gelijke werking in de zin van art. 30 EEG-verdrag vormen(nu art. 34 VWEU).
Daarnaast, en dit is het belangrijkste, geeft het Hof van Justitie antwoord op de hoofdvraag van de Italiaanse rechter. Het arrest is te zien als een bevestiging van het Costa/E.N.E.L. arrest. Het Hof herhaalt hierbij bijna woordelijk wat hij reeds uitvoerig beargumenteerde in het Costa/E.N.E.L.
“De communautaire rechtsorde is een nieuwe internationaal-rechtelijke rechtsorde, waarvan niet alleen de Lid-Staten maar ook hun onderdanen de subjecten zijn. Het is een eigen rechtsorde die is geïntegreerd in het rechtsstelsel der Lid-Staten en waaraan de nationale rechter is onderworpen. Het gemeenschapsrecht is dwingend en absoluut van aard.”
Hiernaast beargumenteerde het Hof ook dat Lid-Staten op basis van hun nationale wetgeving of rechtspraak geen uitzonderingen of afwijkingen op het gemeenschapsrecht kunnen toestaan. Dit kan zelfs niet indien het bepalingen van constitutionele aard betreft. Het gemeenschapsrecht werkt rechtstreeks en creëert rechten voor particulieren. Dit zorgt ervoor dat de nationale rechter deze moet handhaven.
Een voorwaarde aan deze voorrang stellen door te bepalen, op nationaal niveau, dat voorrang pas is toegestaan indien het hoogste nationale constitutionele Hof de desbetreffende wetgeving ongeldig heeft verklaard, is dan ook niet toegestaan.
De actiegroep Iraanse studenten/de Staat der Nederlanden, Rb ’s Gravenhage 3-02-2010, LJN BL 1862
Onderwerp: maakt de Wijziging sanctieregeling een ontoelaatbare inbreuk op het.....read more
Tentamenvragen: Inleiding Internationaal en Europees Recht
Deze samenvatting is geschreven in collegejaar 2012-2013.
- Tentamenvragen deel 1
- Tentamenvragen deel 2
- Tentamenvragen deel 3
- Tentamenvragen deel 4
- Tentamenvragen deel 5
- Tentamenvragen deel 6
- Tentamenvragen deel 7
- Tentamenvragen deel 8
- Tentamenvragen deel 9
- Tentamenvragen deel 10
- Tentamenvragen deel 11
- Antwoorden Tentamenvragen deel 1
- Antwoorden Tentamenvragen deel 2
- Antwoorden Tentamenvragen deel 3
- Antwoorden Tentamenvragen deel 4
- Antwoorden Tentamenvragen deel 5
- Antwoorden Tentamenvragen deel 6
- Antwoorden Tentamenvragen deel 7
- Antwoorden Tentamenvragen deel 8
- Antwoorden Tentamenvragen deel 9
- Antwoorden Tentamenvragen deel 10
- Antwoorden Tentamenvragen deel 11
Tentamenvragen deel 1
Meerkeuzevragen
Vraag 1:
Het beginsel van voorrang van het gemeenschapsrecht:
a. geldt niet ten opzichte van nationale regels die reeds bestonden op het moment van totstandkomen van de desbetreffende Gemeenschapsrechtelijke regel.
b. is een wezenlijk kenmerk van de communautaire rechtsorde.
c. heeft alleen betrekking op het primaire gemeenschapsrecht.
d. geldt niet ten opzichte van de nationale Grondwetten van de lidstaten.
Vraag 2:
De theorie van de acte clair:
a. is door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verworpen.
b. betekent dat een prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen achterwege kan blijven als de juiste toepassing van het Gemeenschapsrecht zo duidelijk is, dat redelijkerwijze geen twijfel meer kan bestaan over de wijze waarop de prejudiciële vraag dient te worden beantwoord.
c. duidt op de rechtstreekse toepasselijkheid van een Verordening.
d. betekent dat, als een richtlijn voldoende duidelijk en precies is, er geen omzetting in het nationale recht vereist is.
Vraag 3:
Beoordeel de juistheid van de volgende twee stellingen:
I. Ook nationale rechters zijn gebonden aan het beginsel van Gemeenschapstrouw.
II. De rechtsbasis voor het opzetten van de gemeenschappelijke handelspolitiek is artikel 3, lid 1 onder b EG.
a. beide stellingen zijn onjuist
b. beide stellingen zijn juist
c. stelling I is juist, stelling II onjuist
d. stelling I is onjuist, stelling II is juist
Vraag 4:
Welke van de volgende elementen is geen doelstelling van de interne markt?
a. vrij verkeer van derde landen onderdanen
b. vrij verkeer van kapitaal
c. vrij verkeer van goederen
d. vrij verkeer van diensten
Vraag 5:
De nationale rechter:
a. is altijd verplicht een prejudiciële vraag te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen ingeval van onduidelijkheid van een regel van Gemeenschapsrecht.
b. mag nationale regels Gemeenschapsrechtconform interpreteren, maar is daartoe niet verplicht.
c. dient toepassing te geven aan direct werkende bepalingen van Gemeenschapsrecht, tenzij dat strijdt met nationale bepalingen.
d. dient altijd toepassing te geven aan direct werkende bepalingen van Gemeenschapsrecht.
Vraag 6:
De Europese Raad is samengesteld uit:
a. staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten en de voorzitter van.....read more
Begrippenlijst Inleiding Internationaal en Europees Recht
Deze samenvatting is geschreven in collegejaar 2012-2013.
Stamplijst Internationaal en Europees Recht
Inleiding:
Codificatie – Het op schrift stellen van recht
Internationaal publiekrecht – Volkenrecht
Ius gentium – Het recht van volken
Ius inter gentes – Het recht tussen volken
Soevereiniteit –De hoogste macht afhankelijk van geen ander gezag.
Volmachtige – Een afgevaardigde vertegenwoordiger van een staat die namens zijn staat de onderhandelingen mag doen.
Volkenrecht – Internationaal publiekrecht
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hoofdstuk 1:
Cuius regio, euis natio – Eén staat, één natie.
Cuius regio, euis religio – Eén staat, één godsdienst.
De iure belli ac pacis – Over het recht van oorlog en vrede. Een boek van Hugo de Groot uit 1625.
Haves – De welvarende oude staten ten tijde van de fase der Vredelievende Staten.
Have nots – De arme jonge staten ten tijde van de fase der Vredelievende Staten.
Have nevers – De arme jonge staten die door het Non-proliferatieverdrag uit 1968 beloofden bepaalde informatie nooit te verwerven. Daarmee werden ze van have nots, have nevers.
Mare liberum – Vrije zeevaart. Een boek van Hugo de Groot uit 1604
Sub deo ac lege– Onder God en de wetten
Hoofdstuk 2:
Founding Fathers – Oprichters van de Verenigde Naties
Soft Law – Regels die niet voor een ieder bindend zijn
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hoofdstuk 4:
Bilateraal Verdrag - Een geschreven overeenkomst tussen staten, internationale organisaties of een mix daarvan resulterend in een verdrag.
Clausula rebus sic santibis – Een clausule in het Weense Verdragenvedrag (1968) die inhoudt dat bij onvoorziene verandering van omstandigheden er een wederzijdse optie is om het verdrag te beëindigen.
Doctrines – Leerstelling van de meest bevoegde schrijvers. Een hulpmiddel bij de internationale rechtsvinding.
Multilateraal Verdrag - Een geschreven overeenkomst tussen twee meerdere staten, internationale organisaties of een mix daarvan resulterend in een verdrag.
Nemo plus juris transferre potest quam ipse habet – Geen staat kan meer recht overdragen dan hij bezit.
Opinio iuris sive necessitatis – Een rechtsovertuiging, welke samen met de Usus, noodzakelijk moet worden geacht om te kunnen spreken van een internationale gewoonte.
Pacta sunt servanda – Gesloten overeenkomsten moeten worden nagekomen
Persistent Objector – Een staat die van meet af aan zich verzet heeft tegen een bepaalde Usus en het onstaan van de regel van internationaal gewoonterecht. Zij zijn dan ook niet gebonden aan deze betreffende regel.
Permissive resolutions – Resoluties die bepaalde gedragingen aanbevelen die zonder aanbeveling internationaalrechtelijk niet geoorloofd zouden zijn.
Preambule - Een preambule is een inleidende bepaling in de tekst van een wet of verdrag. In de preambule wordt vaak het doel geschetst, een onderliggende filosofie en/of de omstandigheden die hebben geleid tot de wet of het verdrag.
Usus – Gewoonte, gebruik of praktijk welke samen met de Opinio iuris vereist is om te kunnen spreken van een internationale gewoonte.
Wijdverbreid – Als een.....read more
Samenvatting van Inleiding tot het Nederlandse Internationaal Privaatrecht van Strikwerda en Schaafsma - 10e druk
1 Inleiding
1.1 Internationaal privaatrecht
Bestaansvoorwaarden
Er zijn twee redenen die verklaren waarom er behoefte is aan internationaal privaatrecht (afgekort ipr). De eerste reden is dat het privaatrecht in elk land verschillend is. Er worden weliswaar pogingen ondernomen om bepaalde rechtsgebieden te harmoniseren maar het is niet mogelijk, en niet wenselijk, om een wereldwijd uniform rechtsstelsel tot stand te brengen. De tweede reden is dat het regelmatig voorkomt dat rechtshandelingen en rechtsfeiten zich niet beperken tot het grondgebied van een land. Grensoverschrijdende rechtsverhoudingen zijn door de globalisering al lang geen exceptie meer.
Hoofdonderdelen
Het doel van ipr is een doelmatige en rechtvaardige regeling van het internationale rechtsverkeer. Internationaal privaatrecht kent drie hoofdonderdelen: welk rechtsstelsel, welke rechter en welke tenuitvoerlegging. Het eerste hoofdonderdeel betreft het verwijzingsrecht, ofwel conflictenrecht. Dit deelgebied van het ipr geeft aan welke rechtsregels van toepassing zijn op een grensoverschrijdende casus. Het beantwoordt de vraag welke nationale rechtsregels of –regelingen toegepast moeten worden op een internationale rechtsverhouding. Conflictenrecht vormt het materiële ipr.
Het tweede hoofdonderdeel van het ipr betreft het internationale bevoegdheids- of jurisdictierecht. Bij dit deelgebied van het ipr gaat het erom welke rechter bevoegd is om een zaak met een internationaal karakter in behandeling te nemen. Het conflictenrecht bepaalt dus welk recht er moet worden toegepast en het internationale bevoegdheids- of jurisdictierecht bepaalt welke rechter, uit welk land, dit recht mag toepassen.
Het internationale bevoegdheidsrecht vormt, samen met erkennings- en executierecht, het formele ipr. Het erkennings- en executierecht is een derde hoofdonderdeel van het ipr. Het gaat dan om het internationale erkennings- en executierecht. Als een rechter uitspraak doet in een internationale zaak, kan de begunstigde partij er belang bij hebben dat het vonnis ook consequenties heeft op het grondgebied van een andere staat dan die van de rechter die de uitspraak doet. Het internationale erkennings- en executierecht ziet er daarom op toe dat buitenlandse vonnissen, als zij aan alle voorwaarden voldoen, ten uitvoer worden gelegd.
Internationaal recht?
Ipr is geen internationaal recht, maar nationaal recht. Internationaal recht geeft in principe niet aan of een nationale rechter bevoegd is om kennis te nemen van een bepaalde zaak. Daarnaast bepalen nationale jurisdicties welk recht er toegepast dient te worden op internationale rechtsverhoudingen. En ook is het zo dat het een nationale aangelegenheid is welke buitenlandse rechterlijke beslissingen wel en niet worden erkend op het eigen grondgebied. Een staat mag bovenstaande rechtsvragen zelf invullen, hoewel men wel kan aannemen dat een staat die alleen maar zijn eigen recht en zijn eigen rechters erkent in strijd handelt met het volkerenrecht.
Internationaal recht speelt wel een rol bij de totstandkoming van het nationale ipr. Staten hebben namelijk verdragen gesloten over bepaalde onderdelen van het ipr. De hoofdonderdelen van.....read more
Stamplijst bij Internationaal Publiekrecht als Wereldrecht van Schrijver
Stamplijst 'Internationaal Publiekrecht als wereldrecht'Inleiding |
|
|
|
Internationaal publiekrecht (formeel) | het gebied dat toeziet op de internationale publiekrechtelijke positie van staten, organisaties van staten, internationale ondernemingen, volken en mensen. |
|
|
Internationaal publiekrecht (functioneel) | het scheppen van orde en rechtszekerheid in internationale betrekkingen en het behartigen van internationaal overeengekomen doelstellingen. Dit is een meer dynamische instelling. |
|
|
Intergouvernementele organisaties | het door staten in een geordende en geïnstitutionaliseerde rechtsverhouding treden. |
|
|
Supranationale organisaties | het overdragen van bepaalde bevoegdheden door staten aan een Statenorganisatie. Een staat kan hier tegen zijn wil gebonden worden door een meerderheidsbeslissing, een deel van de soevereiniteit wordt hierdoor dus ingeleverd. |
|
|
Ius gentium | het recht van volken |
|
|
Horizontale ontwikkeling in de internationaal publiekrechtelijke rechtsverhouding tussen staten onderling | het groeien van het aantal staten door onder andere de dekolonisatie. |
|
|
Verticale ontwikkeling in de internationaal publiekrechtelijke rechtsverhouding tussen staten onderling | het ontstaan van steeds meer partijen in het internationaal publiekrecht, zoals internationale organisaties en volken. |
|
|
De wetten en gebruiken van de oorlog | geldende normen ten aanzien van gevechtshandelingen. Dit staat bekend als 'Haags' recht. |
|
|
Humanitair recht | geldende normen voor bezet gebied. Dit staat bekend als 'Geneefs' recht. |
|
|
Neutraliteitsrecht | de rechten en plichten tussen de partijen die oorlog voeren en de neutralen. |
Hoofdstuk 1 |
|
|
|
|
|
Godsdienstvrede van Augsburg (1555) | ging uit van cuius regio, eius religio. Godsdienstoorlog binnen een staat voorkomen door een religie in de staat aan te houden. |
|
|
Vrede van Westfalen (1648) | ging uit van cuius regio, eius natio. In de internationale politiek hield met religie op de achtergrond, zodat dit het nationale van de staat ten goede kwam. Een territorium had bovendien slechts een soeverein in plaats van concurrerende soevereine vorsten. Bovendien was vanaf dat |
Oefententamens Internationaal Recht
Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.
Oefententamen 2008
Opgave 1: (15 punten)
De buurlanden Magua en Natea hebben decennia lang tegen elkaar oorlog gevoerd. Beide landen hebben zich tijdens deze strijd schuldig gemaakt aan genocide. Eindelijk heerst er weer vrede. Bij wekelijkse informele bijeenkomsten hebben de presidenten van beide landen regelmatig verklaard dat zij nooit meer genocide willen plegen en bovendien alles willen doen om genocide te voorkomen. Dit hebben partijen steeds genoteerd in de notulen van de bijeenkomsten. Na een tijd van rust is het leger van Magua toch weer overgegaan tot het plegen van genocide. Vele burgers van Natea zijn inmiddels het slachtoffer geworden van deze genocide. Natea stelt, dat Magua in strijd handelt met zijn verplichtingen die voortvloeien uit het verdrag dat tijdens de informele bijeenkomsten werd gesloten. Het verdrag houdt volgens Natea in dat het plegen van genocide verboden is. Magua stelt, dat er geen sprake is van een verdrag.
228-236
a. Is er sprake van een verdrag? Motiveer uw antwoord. (8 punten)
NB: de vraag heeft betrekking op de vorm en niet op totstandkoming, inwerkingtreding of geldigheid van verdragen.
Definitie Verdrag: artikel 2 (1) WVV (of op basis van het gewoonterecht):
- internationale overeenkomst
- tussen staten
- schriftelijk
- onder internationaal recht
(2 punten, noemen van artikel/gewoonterecht en vereisten)
Vindplaats: Nollkaemper randnummer 286
Indien staten niet uitdrukkelijk hebben aangegeven of zij de bedoeling hadden een verdrag te sluiten, moet uit de aard en inhoud van de overeenkomst, alsmede van de overige omstandigheden van het geval worden afgeleid of er sprake is van een verdrag. (1 punt, aard en inhoud bepalend indien niet in de tekst staat of het een verdrag moet zijn of niet)
Vindplaats: Nollkaemper randnummer: 292
In casu is geen sprake van een ‘verdrag’. Er zijn slechts notulen van informele bijeenkomsten. De vraag is derhalve of deze notulen als een verdrag kunnen worden beschouwd. (1 punt,feiten: in de notulen staat niet dat het een verdrag is)
Jurisprudentie:
Aegean Continental Shelf:
Het hof zei dat ‚[…] the Court must have regard above all to its actual terms and to the particular circumstances in which it was drawn up.’ (para. 96). In het licht van het meeting kijkt het Hof naar de context (para. 100) en naar de notities/opvattingen/uitwisselingen van de partijen (paras. 100-107)
Ogv deze zaak kan men tot twee conclusies komen.
Context: Partijen zijn wekelijks bijeengekomen. Regelmatig kwam ook het onderwerp van genocide aan bod. Maar het zijn echter informele bijeenkomsten
Notities: Er staat duidelijke genoteerd in de notulen dat beide partijen nooit meer genocide willen plegen en genocide willen voorkomen. Er zijn echter geen aanduidingen dat het om een verdrag gaat.
Intentie: Partijen hebben regelmatig verklaard, dat zij nooit meer genocide willen plegen en alles willen doen om genocide te.....read more
Supersamenvatting Internationaal Recht
Deze samenvatting somt de belangrijkste begrippen bij het internationaal recht op (geschreven 2013-2014)
- Deel 1 : Begrip en aard van het internationaal publiekrecht
- Deel 2 : Subjecten van Recht
- Deel 3 : Staten
- Deel 4 : Afbakening
- Deel 5 : Internationale organisaties
- Deel 6 : Bronnen van het recht
- Deel 7 : Verdragenrecht
- Deel 8 : Bescherming
- Deel 9 : Veiligheid en vrede
- Deel 10 : Duurzame ontwikkeling en regulering van de economie
- Deel 11 : Aansprakelijkheid
- Deel 12 : Conflictbeslechting en rechtshandhaving
- Deel 13 : Rechtspraak en arbitrage
- Deel 14 : Invloed op de nationale rechtsorde
Deel 1 : Begrip en aard van het internationaal publiekrecht
internationaal recht
Internationaal recht heeft betrekking op rechtsbetrekkingen in de gehele wereld. Grensoverschrijdende problemen leiden tot de noodzaak van nauwere internationale samenwerking.
internationaal publiekrecht
Internationaal publiekrecht regelt de uitoefening van publiek gezag in de internationale gemeenschap. Het kent bevoegdheden toe aan de entiteiten die publiek gezag uitoefenen (staten en internationale organisaties) en bepaalt het juridische kader waarbinnen zij deze bevoegdheden moeten uitoefenen.
internationaal privaatrecht
Internationaal privaatrecht bestaat deels uit verdragen die conflicten tussen rechtsstelsels voorkomen door het privaatrecht van staten te uniformeren. Om belangen van de internationale gemeenschap te beschermen kan het wenselijk zijn privaatrechtelijke betrekkingen te reguleren. Daarnaast laten staten publieke taken in toenemende mate vervullen door private instellingen. Het onderscheid met het internationaal publiekrecht is niet heel scherp.
rechtsbronnen
Internationaal recht kent 4 rechtsbronnen: gewoonterecht (recht dat ontstaat uit de praktijk van staten in combinatie met een rechtsovertuiging), verdragen, besluiten van internationale organisaties en algemene rechtsbeginselen.
dualisme en monisme
In de dualistische leer wordt aangenomen dat de internationale rechtsorde en de nationale rechtsorde gescheiden zijn; zij hebben gescheiden rechtsbronnen en verschillende subjecten. Gevolg van deze scheiding is dat internationaal recht geen rechtsbetrekkingen in de nationale rechtsorde kan bepalen en nationaal recht zonder juridische betekenis is in de internationale rechtsorde. In de monistische leer wordt ervan uitgegaan dat er één rechtsorde bestaat waarvan zowel internationaal recht als nationaal recht deel uitmaken.
De verhouding tussen de internationale en de nationale rechtsorde kan niet strikt dualistisch of monistisch genoemd worden.
3 vormen internationaal publiekrecht
Het internationaal publiekrecht kent 3 vormen: het recht van co-existentie (de bescherming van de aanspraak van staten op de uitoefening van publiek gezag binnen hun grondgebeid), het recht van samenwerking (kenmerkt zich dor een actieve samenwerking waarbij onderlinge bevoegdheden naast elkaar bestaat, staten informatie uitwisselen en beleid op elkaar afstemmen) en het recht van integratie (waarbij de bescherming en de uitvoering van publieke taken georganiseerd wordt op bovennationaal niveau).
Deel 2 : Subjecten van Recht
Rechtssubjecten
Rechtssubjecten zijn actoren die.....read more
Supersamenvatting bij de 5e druk van Kern van het internationaal Publiekrecht van Nollkaemper
- Deel 1 : Begrip en aard van het internationaal publiekrecht
- Deel 2 : Subjecten van Recht
- Deel 3 : Staten
- Deel 4 : Afbakening
- Deel 5 : Internationale organisaties
- Deel 6 : Bronnen van het recht
- Deel 7 : Verdragenrecht
- Deel 8 : Bescherming
- Deel 9 : Veiligheid en vrede
- Deel 10 : Duurzame ontwikkeling en regulering van de economie
- Deel 11 : Aansprakelijkheid
- Deel 12 : Conflictbeslechting en rechtshandhaving
- Deel 13 : Rechtspraak en arbitrage
- Deel 14 : Invloed op de nationale rechtsorde
- Bron
Supersamenvatting Internationaal recht
Deel 1 : Begrip en aard van het internationaal publiekrecht
internationaal recht
Internationaal recht heeft betrekking op rechtsbetrekkingen in de gehele wereld. Grensoverschrijdende problemen leiden tot de noodzaak van nauwere internationale samenwerking.
internationaal publiekrecht
Internationaal publiekrecht regelt de uitoefening van publiek gezag in de internationale gemeenschap. Het kent bevoegdheden toe aan de entiteiten die publiek gezag uitoefenen (staten en internationale organisaties) en bepaalt het juridische kader waarbinnen zij deze bevoegdheden moeten uitoefenen.
internationaal privaatrecht
Internationaal privaatrecht bestaat deels uit verdragen die conflicten tussen rechtsstelsels voorkomen door het privaatrecht van staten te uniformeren. Om belangen van de internationale gemeenschap te beschermen kan het wenselijk zijn privaatrechtelijke betrekkingen te reguleren. Daarnaast laten staten publieke taken in toenemende mate vervullen door private instellingen. Het onderscheid met het internationaal publiekrecht is niet heel scherp.
rechtsbronnen
Internationaal recht kent 4 rechtsbronnen: gewoonterecht (recht dat ontstaat uit de praktijk van staten in combinatie met een rechtsovertuiging), verdragen, besluiten van internationale organisaties en algemene rechtsbeginselen.
dualisme en monisme
In de dualistische leer wordt aangenomen dat de internationale rechtsorde en de nationale rechtsorde gescheiden zijn; zij hebben gescheiden rechtsbronnen en verschillende subjecten. Gevolg van deze scheiding is dat internationaal recht geen rechtsbetrekkingen in de nationale rechtsorde kan bepalen en nationaal recht zonder juridische betekenis is in de internationale rechtsorde. In de monistische leer wordt ervan uitgegaan dat er één rechtsorde bestaat waarvan zowel internationaal recht als nationaal recht deel uitmaken.
De verhouding tussen de internationale en de nationale rechtsorde kan niet strikt dualistisch of monistisch genoemd worden.
3 vormen internationaal publiekrecht
Het internationaal publiekrecht kent 3 vormen: het recht van co-existentie (de bescherming van de aanspraak van staten op de uitoefening van publiek gezag binnen hun grondgebeid), het recht van samenwerking (kenmerkt zich dor een actieve samenwerking waarbij onderlinge bevoegdheden naast elkaar bestaat, staten informatie uitwisselen en beleid op elkaar afstemmen) en het recht van integratie (waarbij de bescherming en de uitvoering van publieke taken georganiseerd wordt op bovennationaal niveau).
Deel 2 : Subjecten van Recht
Rechtssubjecten
Rechtssubjecten zijn actoren die de bekwaamheid bezitten om deel te.....read more
Collegeaantekeningen Inleiding Internationaal Publiekrecht
Week 1
Hoorcollege 1
Voorbeelden internationaal publiekrecht
Het hoorcollege begint met een aantal recente voorbeelden waardoor duidelijk wordt wat internationaal publiekrecht in de praktijk precies betekent:
- Het incident van september 2013 waar een boot van Greenpeace onder Nederlandse vlag zich aan het Russische boorplatform had vastgeketend. Volgens Nederland had Rusland alleen met Nederlandse toestemming de boot mogen betreden;
- Het Srebrenica-arrest waar het de vraag is of de Nederlandse staat of de Verenigde Naties aansprakelijk zijn voor Dutchbat die daar onschuldige burgers om het leven hebben gebracht. De conclusie was dat Nederland verantwoordelijk is;
- MH17 wordt ook kort genoemd, waar verschillende staten en hun rechten samenkomen.
Definitie
Internationaal publiekrecht reguleert primair de betrekkingen tussen soevereine staten. Dat is anders dan internationaal privaatrecht, dat op personen uit verschillende staten betrekking heeft.
Ontwikkeling
Internationaal publiekrecht is in de late Middeleeuwen ontstaan door de vorming van statelijke eenheden en de toenemende globalisering.
Hugo de Groot (1583-1645) – bekend onder zijn Latijnse naam Grotius – wordt gezien als de vader van dit recht. Hij heeft onder andere boeken geschreven over het recht in oorlog en vrede en het zeerecht.
De Vrede van Westfalen (1648) bestaat uit de Vrede van Münster en de Vrede van Osnabrück. Dit heeft gezorgd voor de soevereiniteit van staten en zo dus bijgedragen aan het volkenrecht, ook wel internationaal publiekrecht genoemd.
De term soevereiniteit (afkomstig uit het Latijnse suprema potestas dat hoogste macht betekent) is een begrip bedacht door de Franse Jean Bodin. Bodin vond dat de soeverein vorst boven de adel en steden stond. Hiermee wilde hij de hiërarchie onderstrepen. Dit wordt ook wel de interne werking van de soevereiniteit genoemd.
We kennen ook een externe werking: die van de juridische onafhankelijkheid van de koning ten opzichte van de keizer van de katholieke kerk.
Het gevolg van deze soevereiniteit is dat alle staten gelijkwaardig aan elkaar zijn en dat ieder een exclusieve rechtsmacht in zijn eigen staat heeft – andere staten mogen zich daar dus niet mee bemoeien.
Met rechten zijn ook verantwoordelijkheden gemoeid. Het onderling afspraken maken is de hoofdzakelijke verantwoordelijkheid van het Internationale Publiekrecht.
Bij co-existentie worden de onderlinge verhoudingen van staten geregeld. Zoals het zeerecht en het diplomatieke recht: dit is al heel oud recht, maar geldt nog steeds. Als voorbeeld wordt genoemd dat diplomaten in landen waar ze verblijven niet vervolgd mogen worden, ook niet als ze hun kinderen mishandelen of verkeersboetes niet betalen (recentelijk voorgekomen in Nederland).
In de 20e eeuw is dat veranderd in co-operatie, waarbij gemeenschappelijke doelstellingen verwezenlijkt worden en samen problemen opgelost kunnen worden (denk aan milieu).
Hierdoor is het internationaal publiekrecht ontstaan dat bestaat uit bilaterale (tussen twee landen) en multilaterale (tussen meerdere landen) verdragen. Deze verdragen zijn horizontaal gestructureerd. Hierbij moet goed onthouden worden.....read more
Artikel Kroniek internationaal publiekrecht
De MH17-ramp en strijd om Oost-Oekraïne
De reden dat het Internationaal Strafhof zich niet buigt over de MH17-zaak is vanwege het complementariteitsbeginsel: indien een land in staat en bereid is tot vervolging over te gaan, houdt het Strafhof zich afzijdig. In dit geval was dit land Nederland. Het conflict in Oekraïne sluimerde al geruime tijd en kwam tot een uitspatting in februari 2014 met de opstand in Kiev, waarbij de zittende pro-Russische regering werd verdreven en hierop volgend de annexatie van de Krim door Rusland. Dit was het geval van twee zaken: de Russische vrees dat het Westen militair te dichtbij komt en hun toenemend zelfvertrouwen. Tegenwoordig bestaan nog diverse overlegfora over deze annexatie, zoals de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) en ac hoc-groepen zoals de Trilaterale Contactengroep (bestaande uit Oekraïne, opstandelingen en de OVSE) en de Normandië-groep (bestaande uit Oekraïne, Rusland, Frankrijk en Duitsland). De vredespogingen van eerstgenoemde bleken nauwelijks effect te hebben, waarop laatstgenoemde in 2015 een ‘Pakket van Maatregelen voor de Tenuitvoerlegging van de (eerdere) Minskovereenkomsten’ tot stand bracht, wat juridisch de vorm van een verdrag heeft. Hierin wordt onder meer opgeroepen tot een onmiddellijk staakt-het-vuren, terugtrekking van zware wapens en voorbereiding van lokale verkiezingen en zelfbestuur in de regio. Ook is er een afspraak over een constitutionele hervorming van Oekraïne inclusief een nieuwe Grondwet. Het Pakket is ondertekend door de Trilaterale Contactengroep en de Normandië-groep belooft zich “individueel en gezamenlijk volledig te committeren aan de overeenkomst”. De VN Veiligheidsraad schaart zich ook hierachter en eist een vreedzame oplossing van het conflict.
Syrië en de Responsibility to Protect
Waar er een rechtsgrondslag bestaat voor het uitvoeren van bombardementen op IS-stellingen in Irak, ontbreekt deze in Syrië, waardoor het onmogelijk is om het conflict militair op te lossen. De oplossing ligt in multilaterale vredesdiplomatie met niet alleen het Westen, maar ook Rusland, China en de Arabische regio. Enkele stappen die al zijn genomen zijn het verwijderen van chemische wapens in de strijd (aansluitend op het verbod hierop), versterkte toezicht op en het verlenen van humanitaire hulp ondanks dat er geen expliciete toestemming bestaat van Syrië hiervoor, en het kenmerken van IS als terroristische organisatie wat een effectievere strafrechtelijke aanpak mogelijk maakt. De roep om een uitgebreide VN-vredesoperatie wordt tot op heden geblokkeerd; echter zou de Responsibility to Protect een uitkomst kunnen bieden.
Israël en Palestina
Palestina wordt langzaamaan steeds meer beperkt in omvang door de illegale bouw van Israëlische nederzettingen op het grondgebied. De uitspraak van het Internationaal Gerechtshof in de Wall-zaak, waarin opgeroepen werd tot het afbreken van de Israëlische Muur in bezet Palestijns gebied en het recht op zelfbeschikking van de Palestijnen werd benoemd, verliest steeds meer zijn kracht. Vooral de erkenning van Palestina zorgt voor problemen; inmiddels hebben 135 Staten haar erkend en heeft zij een non-member observer State status bij de Algemene Vergadering van de VN. Ook gekeken naar de vier Montevideo-criteria omtrent het Staat-zijn voldoet Palestina als een Staat, zowel de facto als de iure. Daarnaast heeft de Palestijnse Autoriteit.....read more
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
- Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
- Use the topics and taxonomy terms
- The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
- Check or follow your (study) organizations:
- by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
- this option is only available trough partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- by following individual users, authors you are likely to discover more relevant study materials.
- Use the Search tools
- 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
- The search tool is also available at the bottom of most pages
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Field of study
- All studies for summaries, study assistance and working fields
- Communication & Media sciences
- Corporate & Organizational Sciences
- Cultural Studies & Humanities
- Economy & Economical sciences
- Education & Pedagogic Sciences
- Health & Medical Sciences
- IT & Exact sciences
- Law & Justice
- Nature & Environmental Sciences
- Psychology & Behavioral Sciences
- Public Administration & Social Sciences
- Science & Research
- Technical Sciences
Add new contribution