Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema
- 10188 reads
Van Berkel heeft op 14 november 1980 conservatoir derdenbeslag gelegd onder Tribosa voor een vordering van Van Berkel op Zuid-Arcade. Dit beslag is op 22 april 1987 overgegaan in executoriaal beslag. Op het moment van de beslaglegging bestond tussen Zuid-Arcade als verhuurster en Tribosa als huurster een huurovereenkomst met betrekking tot een winkelruimte. Het door Tribosa van Zuid-Arcade gehuurde onroerend goed is op 30 november 1982 in het openbaar geveild door de Amrobank als hypotheekhouder en op 15 december 1982 geleverd aan de koper, het Spoorwegpensioenfonds NV. Deze verkoop en levering geschiedden ‘onder bezwaar van de lopende huur, overigens zonder dat wordt ingestaan voor de betaling van de huurpenningen’. De bestaande huurovereenkomst werd vanaf 15 december 1982 voortgezet door het Spoorwegpensioenfonds als verhuurster en Tribosa als huurster. Het Spoorwegpensioenfonds en Tribosa hebben in mei 1983 een nieuwe huurovereenkomst met betrekking tot hetzelfde pand gesloten, met ingang van 1 januari 1983 en met ontbinding van de bestaande huurovereenkomst.
Aan de orde is de vraag Van Berkel dit beslag kan vervolgen op de huurtermijnen, vervallend na de overdracht van het verhuurde aan het Spoorwegpensioenfonds.
De Hoge Raad overweegt dat volgens de regel van artikel 475 lid 1 Rv een schuldeiser van de verhuurder beslag kan leggen onder de huurder op de huurpenningen die deze na de beslaglegging verschuldigd zal worden uit de ten tijde van de beslaglegging bestaande huurovereenkomst. De regel van artikel 475b lid 1 Rv brengt mee dat het beslag ook na de vervreemding van de door het beslag getroffen vordering op deze vordering blijft rusten en dat de geëxecuteerde de beslagen vordering niet van het beslag kan bevrijden door haar te vervreemden. De regel geldt ook voor toekomstige vorderingen, wanneer deze volgens de in de vorige alinea aangeduide regel door het beslag zijn getroffen. Wat betreft deze vorderingen sluit de regel aan bij het stelsel van art. 3:97 lid 2 BW.
In het geval dat de eerste hypotheekhouder, wiens hypotheek reeds voor het beslag op het verhuurde goed rustte en die na het beslag door executoriale verkoop krachtens het beding van artikel 1223 lid 2 BW (oud) (thans artikel 3:268 BW) zijn verhaalsrecht als hypothecaire schuldeiser heeft uitgeoefend, kan de vervreemding niet tegen de beslaglegger op de vordering ter zake van huurpenningen worden ingeroepen, nu de hypotheek naar zijn aard slechts op het verhuurde goed zelf rust en niet op de vordering ter zake van de huurpenningen en bij gebreke van een op goede grond ingeroepen beding als bedoeld in artikel 1230 BW (oud) (thans artikel 3:270 BW), die vordering ook na de vervreemding door de hypotheekhouder telkens uit de huurovereenkomst zal blijven ontstaan en onder het op die vordering gelegde beslag zal blijven vallen.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1961 |
Add new contribution