Studiegids met oefen- en voorbeeldtentamens voor Bio- en Neuropsychologie aan de Universiteit Leiden

TentamenTickets

Het vak Bio- en Neuropsychologie focust zich enerzijds op hoe het hormonale systeem en zenuwstelsel gedrag en cognitie aansturen en anderzijds hoe je gedrag en cognitie kan testen wanneer er sprake is van een hersenaandoening of psychologische stoornis. Een aantal tips voor het halen van je tentamen zijn:

• Houdt bij het leren van het tentamen goed de leerdoelen in de gaten. Dit wordt ook expliciet benoemd tijdens de hoorcolleges.
• In het begin van elk hoofdstuk van het boek voor Bio- & Neuropsychologie staan vragen. Probeer deze te beantwoorden! Ze omvatten de belangrijkste onderdelen uit elk hoofdstuk en helpen je om door het boek heen te komen. Je kan de vragen natuurlijk ook naast je Joho samenvatting leggen en testen of je de stof goed begrijpt!
• Ken het verschil tussen neurotransmitters, neuropeptides en hormonen. Weet daarnaast ook het verschil tussen iontrope synapsen, metatrope synapsen en electrische synapsen. 

Wat zijn zenuwcellen en zenuwimpulsen? - TentamenTests 1

Meerkeuzevragen bij hoofdstuk 1

MC vraag 1

Wat is het netto-effect van iedere cyclus van de sodium-potassium pomp?

1. Het verminderen van het aantal positief geladen ionen buiten de cel.
2. Het verminderen van het aantal positief geladen ionen binnen de cel.
3. Het verminderen van het actiepotentiaal.
4. Het versterken van het actiepotentiaal.

MC vraag 2

Deze oefenvragen zijn gebaseerd op eerdere tentamens van het vak Bio- en Neuropsychologie van de Universiteit Leiden.

Oefententamen 1

Vraag 1

Je kan de effecten van lateralisatie gemakkelijker dan normaal zien na schade aan:

1. De parieto-occipitale sulcus
2. De frontaalkwab
3. De hersenstam
4. Het corpus callosum

Vraag 2

Een voorloper ('precursor') voor de synthese van serotonine is geïdentificeerd als:

1. Tryptophan
2. Melatonine
3. Dopamine
4. Benzodiazepine

Vraag 3

Welke uitspraak klopt?

1. Het rustpotentiaal van een neuron is het netto positieve verschil tussen de Natrium en Kalium concentratie
2. Het rustpotentiaal van een neuron is het netto negatieve verschil tussen de Natrium en Kalium concentratie
3. Het rustpotentiaal van