Risicogedrag: De mythe van peer invloeden op rokersinitiatie bij adolescenten

De mythe van peer invloeden op rokersinitiatie bij adolescenten (Arnett, 2007)

 

Abstract

In dit onderzoek wordt de overtuiging  onderzocht dat peer invloeden de hoofdoorzaak zijn van het beginnen met roken bij jongeren. Er worden correlationele en longitudinale onderzoeken geanalyseerd en de beperkingen beschreven. Kwalitatieve interviews worden gebruikt om de context van peers in kaart te brengen. Tot slot wordt er een nieuw model opgesteld over de rol van peers bij het beginnen met roken, hierbij wordt een opsomming gegeven van de karaktertrekken die bijdragen aan de selectie van vrienden, die zorgen voor het wel of niet steunen van roken.

 

 

Introductie

Invloed van peers is al jaren de belangrijkste bijdrager aan rokers initiatie van jongeren (beginnen met roken), zo blijkt uit polls van de bevolking en tabaksfabrikanten. De invloed van peers zorgt voor de manier waarop sigaretten en wanneer ze voor het eerst gebruikt worden. De druk van peers heeft een grote invloed op jongeren en kan moeilijk te weerstaan zijn. Er is dus een ‘duidelijke samenhang’ (clear connection) tussen peer invloeden en rokersinitiatie van jongeren. In dit artikel wordt deze ‘duidelijke samenhang’ gezien als een gevaarlijke mythe, die tabaksfabrikanten de kans geeft om de aandacht af te leiden van de rol die de reclame en promotie van sigaretten speelt bij rokersinitiatie bij jongeren.

 

 

Druk van peers en de context van peers

Het is van belang om uit te leggen wat peer invloed precies is. Vaak wordt de term peer pressure (druk van peers) gebruikt, dit betekent directe invloed van peers, dit is vaak expliciet zoals het aanbieden van een sigaret wat samengaat met dwang, treiteren of pesten als het aanbod wordt afgeslagen. Met peer invloed wordt niet alleen de samenhang tussen rookgedrag van jongeren en hun vrienden bedoeld, maar de directe peer pressure en ook andere sociale processen die invloeden van peers hebben. Meestal wordt de term peer invloed gebruikt boven peer pressure. In tegenstelling tot peer invloed, zijn er peer context variabelen. Dit zijn interpersoonlijke peer groep processen, dit is vaak impliciet zoals groepsverwachtingen, de ontwikkeling van een sociale identiteit als roker en het feit dat de kansen om te roken, afhankelijk zijn van peers die roken.

Het is een bekend gegeven in de sociale psychologie dat mensen zich gedwongen voelen om zich te schikken naar de normen en verwachtingen van de groep waartoe ze behoren. Dit komt vooral vaak voor in de vroege adolescentie, als het risico om te beginnen met roken het hoogst is. Volgens de sociale identiteitstheorie ontwikkelt homogeen gedrag zich in groepen, als groepsleden hun gedrag aanpassen om aan de normen van de sociale identiteit van de groep te voldoen. In de vroege adolescentie komt dit vaak voor door identiteitsproblemen.

De belangrijkste tegenstelling tussen peer invloed en peer context, is dat de selectie van vrienden de basis is voor peer context variabelen. Jongeren kiezen hun vriendengroepen, wat de inhoud van de peer context bepaald. Peer invloed is dus een effect waarbij de richting van de peers naar de jongere loopt, terwijl de richting van effect bij de peer context loopt van de jongere naar peers, doordat de jongere zelf zijn vriendengroep bepaald, binnen de groep zijn er meerdere richtingen.

 

Onderzoek over peer invloeden

Correlationeel onderzoek

Veel onderzoeken laten zien dat jongeren die roken, meer geneigd zijn dan niet- rokende jongeren tot het hebben van rokende vrienden op basis van peer invloeden. In de nationale Teenage Attitudes and Practices Survey (TAPS), werd gevonden dat rookgedrag van de beste drie tot vier vrienden van jongeren, samenhangt met rookgedrag van de jongere zelf. Er zijn echter problemen met de interpretatie van correlationele onderzoeken als bewijs voor rokersinitiatie onder jongeren. Correlationale data kan geen invloed tussen variabelen aangeven, want correlatie betekent niet automatisch een causale relatie, het kan een causale relatie aangeven.

 

Een tweede probleem is dat de meeste data afhangt van zelfrapportages van jongeren over het rookgedrag van hun vrienden, dit kan zorgen voor overdrijving en een misvatting van de overeenkomst tussen het werkelijke rookgedrag en het aangegeven rookgedrag. Dit wordt ook wel het false consensus effect genoemd.  Veel onderzoeken hebben vragenlijsten bijgevoegd die het onafhankelijke rookgedrag van vrienden weergeeft.  Uit deze onderzoeken komt naar voren dat de correlatie tussen het rookgedrag van vrienden en de jongere zelf lager is wanneer vrienden onafhankelijk hun rookgedrag rapporteren, in plaats van jongeren die het rookgedrag van vrienden rapporteren.

 

De meest belangrijke beperking van correlationeel onderzoek is dat ze geen selectieve associatie weer kunnen geven. Dit betekent dat deze onderzoeken geen rekening kunnen houden met overeenkomsten tussen adolescente vrienden die bestonden voordat ze vrienden werden. Het is namelijk algemeen bekend dat mensen vrienden en partners kiezen op basis van overeenkomsten, zoals leeftijd, geslacht, sociale klasse etc. Een van deze overeenkomsten is rookgedrag. Mensen die roken, hebben een voorkeur voor vrienden die ook roken en mensen die niet roken, hebben een voorkeur voor vrienden die niet roken. Bij niet- rokers is deze voorkeur zelfs nog sterker dan bij rokers.

 

Er zijn veel verschillende algemene factoren die bijdragen aan zowel vriendschappen als rokersinitiatie bij jongeren. Deze factoren zijn de sociaaleconomische status, academische prestaties, etniciteit, deelname aan risicogedrag, en een verscheidenheid aan persoonlijke variabelen zoals sensation seeking, impulsiviteit en depressiviteit. Als adolescente vrienden dus beiden roken, kan dit het gevolg zijn van andere overeenkomsten die ervoor gezorgd hebben dat ze dit rookgedrag vertonen.

 

 

Longitudinaal onderzoek

In sommige gevallen wordt er gedacht dat de oplossing voor het afleiden van causale conclusies uit correlationele data is om een longitudinaal onderzoek op te zetten. Longitudinale onderzoeken lijken bewijs te leveren voor een causale relatie. Als een jongere bijvoorbeeld rookt op tijdstip 1 en vrienden heeft die roken en vervolgens op tijdstip 2 aangeeft te roken, kan dit als een bewijs gezien worden dat peer invloed de oorzaak is van rokersinitiatie. Maar zelfs als er een causale relatie lijkt te zijn, hangt de validiteit van de causaliteit af van de manier waarop de variabelen zijn gemeten en de sterkte van het argument.

De variabelen voor onderzoek naar rokersinitiatie zijn vaak zwak en vaak worden bij vragen alleen de incidentie gemeten (hoe vaak rook je etc.) dit kan zorgen voor het false consensus effect. Als er alleen zelfrapportages van jongeren over het rookgedrag van henzelf en hun vrienden wordt gebruikt, zal ook bij longitudinale onderzoeken een vertekend beeld ontstaan.

Ook het probleem van selectieve associatie komt voor bij longitudinale onderzoeken. Als een jongere niet rookt op tijdstip 1, maar een rokende vriend heeft, kan het zijn dat de jongere verschillende karaktertrekken heeft gedeeld met de rokende vriend, wat ervoor zorgde dat de jongere het risico nam om te roken, onafhankelijk van het rookgedrag van de vriend.  Bij longitudinaal onderzoek zou peer invloed bij rokersinitiatie succesvol aangetoond kunnen worden als er rekening wordt gehouden met de karaktertrekken van de jongere en de vrienden. Het longitudinale model op zich wordt gezien als voldoende om causale peer invloeden aan te tonen.

 

 

Inzicht in de peer context

 

Kwalitatief onderzoek

Kwalitatief onderzoek biedt betere inzichten in de peer context van rokersinitiatie. Vaak geven deze onderzoeken een eigen weergave van de beperkte, complexe en soms verrassende rol die peers aannemen. Kwalitatief onderzoek is erg consistent in het gegeven dat peer invloed om te roken weinig voorkomt, peer pressure om niet te roken komt vaker voor. De peer context speelt echter wel een belangrijke rol in het beginnen met roken, het biedt een omgeving waarbij rookgedrag geaccepteerd wordt en bij het vormen van een motief voor de niet- rokende vrienden om te kunnen roken, waardoor ze eerder geaccepteerd zullen worden door de rokende vrienden.

Bij rare instanties waar directe dwang werd waargenomen, kwam dit voor bij mannen die hun mannelijkheid wilden testen door te roken. Adolescenten geven vaak aan dat ze begonnen met roken om geaccepteerd te worden door hun rokende vrienden, ook als er geen druk van de rokende vrienden af kwam. Terwijl andere jongeren juist een grote waarde hechten aan onafhankelijkheid en de vrijheid om zelf te bepalen of ze roken of niet. Zij zijn ervan overtuigd dat peer pressure zorgt voor een schending van de vriendschap. Deze jongeren beweren dat peer invloeden om te roken nauwelijks bestaan tenzij je bij een groep jongeren wil horen die al roken. Jongeren die niet roken oefenen peer pressure uit op een jongen in de groep die wel (wil) rookt, om niet meer te roken, anders hoort diegene er niet meer bij.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen niet rokende jongeren, experimentele rokers en reguliere rokers. Experimentele rokers roken niet altijd alleen wanneer het uitkomt of bij een bepaalde gelegenheid of om erbij te horen. Reguliere rokers roken standaard. Roken wordt vaak niet door peer pressure veroorzaakt, maar door de sociale context waarin peers roken. Dit motiveert rokersinitiatie, omdat jongeren indirect bij een groep willen horen, hierbij hoeven ze geen druk van andere peers te voelen.

Samenvattend, kwalitatief onderzoek over adolescente rokersinitiatie ondersteunt niet het idee dat peer invloed een centrale rol speelt in rokersinitiatie. Directe peer pressure komt zelden voor, en als het voorkomt, wordt het vaak verworpen als een overtreding van het principe van vriendschap, onafhankelijkheid en keuzevrijheid. Peer invloeden zijn ook zelden een effect met de richting van peers naar adolescent, de rol van de peer context bij het beginnen met roken is juist subtiel, indirect en complex en het vind zijn oorsprong in de keuzes van de adolescent zelf en niet van peers.

 

Een nieuw model

In dit artikel wordt peer invloed gezien als een mythe, dit betekent niet dat peers geen rol spelen in rokersinitiatie bij jongeren. Zelf mythes zijn soms gebaseerd op een korrel waarheid. Het worden mythes doordat ze zo overdreven en verfraaid worden, dat het geen feiten meer zijn.

In dit onderdeel wordt een nieuw model voorgesteld, dit model is te vinden het oorspronkelijke artikel (figuur 1 van The Myth of Peer Influence in Adolescent Smoking Initiation, 2007). Aan de linkerkant van het model bevinden zich de factoren die betrokken zijn bij zowel vriendschapsselectie als rokersinitiatie. Voor elk blokje zijn de variabelen in het blokje representatief, maar niet uitputtend. Dit zijn de factoren die het meest belangrijk zijn als algemene bijdragers aan adolescente vriendschap en rokersinitiatie. Het volgendje blok in de rij is vriendschap groep selectie, de blokken aan de linker kant leiden hier naar toe en de invloed gaat van links naar rechts. Vriendschapsselectie leidt tot de peer context van adolescente rokersinitiatie. Dit stadium heeft vier aspecten, de eerste is impliciete groepsverwachtingen en houdt in dat jongeren bijvoorbeeld gemotiveerd zijn om te roken door zich aan te passen aan het gedrag wat de anderen in de groep vertonen. Als tweede is er de kansen om te roken die aangeboden worden door vrienden, hierbij worden jongeren die het risico lopen om te roken, overgehaald om te roken doordat vrienden roken en zij sigaretten tot hun beschikking hebben. Het derde stadium is de sociale identiteit van de roker, als jongeren roken hebben uitgeprobeerd, kunnen vrienden denken dat de jongere een roker is geworden en sigaretten aan te bieden. Het vierde en laatste stadium is directe peer pressure dit komt zelden voor.

In de laatste rij met blokjes komt rookgedrag voor, de peer context variabelen beïnvloeden of jongeren gaan roken of niet. Waarbij jongeren bepalen of ze zich laten beïnvloeden door vrienden en gaan roken of juist niet, en zo bepalen ze ook welke vrienden ze hebben. Jongeren kunnen een vriendschap beëindigen door de druk om te roken, of ze kunnen vriendschappen sluiten. Rokende jongeren kunnen van mening zijn dat niet- rokers geen vrienden willen zijn. Het belangrijkste van dit model is dat vriendschap selectie een vereiste is voor alle peer context variabelen. Geen enkele peer context variabele kan jongeren beïnvloeden om te roken, tenzij ze zichzelf in een context plaatsen door vriendschap selectie waarbij jongeren roken.

 

Implicaties

Dit onderzoek biedt implicaties voor preventiemedewerkers op het gebied van gezondheid en roken. Door de mythe van peer invloed, zijn de meeste preventieprogramma’s tegen roken gericht op het aanleren van sociale weerbaarheids vaardigheden voor jongeren. Een voorbeeld van zo’n programma is D.A.R.E. (Drug Abuse Resistance Education). Dit is het meest gebruikte preventieprogramma voor middelengebruik. De resultaten van preventieprogramma’s over peer invloed zijn teleurstellend, ze richten zich slechts op een minderheid van de jongeren. Het is van belang om de rol van peers opnieuw in overweging te nemen. Effectieve preventieprogramma’s moeten zich op meerdere factoren richten die bijdragen aan de rokersinitiatie van jongeren, hierbij dienen niet alleen peers maar ook een gezonde leefstijl, vaardigheden om goed te kunnen leven (zoals omgaan met stress) en risicopercepties in acht te worden genomen. Er dienen ook programma’s gegeven te worden om de aantrekkingskracht van sigarettenreclames en promoties te weerstaan.

 

 

Conclusie

De peer invloed mythe is zwak naarmate het goed onderzocht wordt, maar wordt door veel instanties en mensen geloofd. Voor tabaksfabrikanten is het slechts een trucje om de aandacht af te leiden van de invloed die reclames en promotie over tabak hebben op jongeren. Tabaksonderzoekers dienen hun overtuigingen over peer invloed opnieuw te onderzoeken. Onderzoeken naar de bijdrage van peers aan adolescente rokersinitiatie dienen alle achtergrond factoren van adolescente vriendschappen in acht te nemen die eerder zijn genoemd in het nieuwe model. Dan kan er gekeken worden of er iets verklaard kan worden door adolescente vriendschappen. Er zou meer aandacht moeten zijn voor sociale processen in de peer context en er zou meer geldig begrip moeten zijn over het beginnen met roken, dit is van groot belang voor het effectief maken van interventies tegen roken. Voor verder onderzoek is het van belang dat niet alleen de peer invloeden, maar ook de peer context wordt meegenomen.

 

Samenvatting geschreven door Froukje Smits.

 

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Vintage Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1803
Search a summary, study help or student organization