Inleiding Verbintenissenrecht - VU - Oefententamens

Oefententamen maart 2013

 

Vraag 1

Welk alternatief is onjuist?

A. Schenking is een meerzijdige rechtshandeling

B. Schenking is een wederkerige overeenkomst

C. Schenking is een rechtsfeit

D. Schenking is een verbintenisscheppende rechtshandeling

 

Vraag 2

Gijs, een fervent kampeerder, wil zijn oude tent verkopen. Als hij het ding op Marktplaats wil zetten, ontdekt hij echter een scheur, waardoor de tent moeilijk verkoopbaar zal zijn. Hij brengt de tent naar reparateur Jaap, laat hem de scheur zien en vraagt hem deze te repareren. Jaap gaat akkoord, geeft aan dat dit €50,- zal gaan kosten en laat zijn stagiair de tent repareren. Deze niet al te snuggere en overambitieuze stagiair ziet echter dat het doek op veel plaatsen dun geworden is en vernieuwt daarom nagenoeg het gehele tentdoek. Als Jaap dit ontdekt is hij woedend.

Het nieuwe doek is duur, waardoor dit ‘foutje’ hem geen €50,-, maar wel € 250,- kost.

Gijs daarentegen is ontzettend blij. Zijn oude tentje is weer als nieuw! Hij verkoopt de

tent – die voor de reparatie slechts € 400,- waard was – voor € 1.000,-.

Welk alternatief is JUIST?

Joppe heeft op grond van ongerechtvaardigde verrijking

A. recht op betaling van € 250,- door Gijs

B. recht op betaling van € 600,- door Gijs

C. recht op betaling van € 350,- door Gijs

D. geen recht op vergoeding door Gijs

 

Vraag 3

De 20-jarige Maarten is blind maar weet zich in het leven goed te redden. Zo is het voor hem heel gewoon om zich met zijn stok zelfstandig op straat te begeven. Wanneer hij op een dag op weg is naar de supermarkt, heeft hij niet in de gaten dat hij met zijn stok tegen de ruit van een souterrain slaat. De ruit breekt.

Is Maarten aansprakelijk voor deze schade?

A. Ja, dit kan Maarten worden toegerekend op basis van verkeersopvattingen

B. Ja, dit kan Maarten worden toegerekend op basis van de wet

C. Ja, Maarten is aansprakelijk op grond van artikel 6:173 BW

D. Nee, Maarten kan geen verwijt worden gemaakt

 

Vraag 4

Stelling

Wanneer iemand onder invloed van een tijdelijke geestelijke stoornis een voor hem nadelige rechtshandeling verricht, is hij vanwege die stoornis nimmer aan die rechtshandeling gebonden.

Deze stelling is

A. Juist

B. Onjuist

 

 

Vraag 5

Na onenigheid in een discotheek werkt portier Mark de 23-jarige Arno naar buiten. Buiten komt Arno dreigend met een mes op Mark af. Mark pakt daarop een ijzeren staaf en raakt het been van Arno. Arno loopt ernstig beenletsel op.

Welk alternatief is juist?

A. Mark is niet aansprakelijk voor de door Arno geleden schade omdat de onrechtmatigheid ontbreekt

B. Mark is niet aansprakelijk voor de door Arno geleden schade omdat de toerekenbaarheid ontbreekt

C. Mark is niet aansprakelijk voor de door Arno geleden schade omdat de causaliteit ontbreekt

D. Mark is aansprakelijk voor de door Arno geleden schade op grond van onrechtmatige daad

 

Vraag 6

Stelling

Voor een succesvol beroep op kwalitatieve aansprakelijkheid voor gedragingen van anderen, dient de feitelijke dader altijd ook zelf op grond van artikel 6:162 BW aansprakelijk te zijn.

Deze stelling is

A. Juist

B. Onjuist

 

Vraag 7

Zwembad de Druppel is een grote concurrent van Het Dorpsbad. Sinds de opening van de Druppel in het dorp, loopt Het Dorpsbad veel omzet mis. Op enig moment ontdekt Het Dorpsbad dat de temperatuur van de douches bij de Druppel niet aan de wettelijke norm voldoet. Volgens deze norm mogen douches maximaal 40° worden, om eventuele lichaamsverbranding te voorkomen. De douches bij de Druppel kunnen wel 60° worden. Tot grote teleurstelling van Het Dorpsbad, blijven de klanten desondanks massaal naar De Druppel gaan.

Het Dorpsbad stelt dat De Druppel onrechtmatig jegens haar handelt.

 

Klopt dit?

A. Nee, omdat de wettelijke norm niet strekt tot bescherming van Het Dorpsbad

B. Ja, via de correctie Langemeijer

C. Nee, omdat noch de wettelijke norm, noch een maatschappelijke zorgvuldigheidsnorm jegens Het Dorpsbad wordt geschonden

D. Ja, zowel de wettelijke norm als een maatschappelijke zorgvuldigheidsnorm worden jegens Het Dorpsbad geschonden

 

Vraag 8

De negentigjarige Patrick gaat verhuizen naar het bejaardentehuis. Omdat hij niet al zijn spullen kan meenemen plaatst hij een advertentie in het lokale dagblad. De advertentie luidt: "Dierbare Renaissance-kast uit 1720 aangeboden voor € 5.000,-. De kast is een familiestuk en ik hoop op deze manier een mooie bestemming voor de kast te vinden". Vanity belt Patrick twee dagen later op met de mededeling dat ze de kast graag wil kopen voor € 5.000,- en vraagt wanneer ze de kast kan komen ophalen. Patrick stelt dat er nog helemaal geen overeenkomst tot stand is gekomen.

Heeft Patrick gelijk?

A. Ja

B. Nee

 

Vraag 9

In welk van de volgende gevallen is er niet sprake van het tenietgaan van een

verbintenis?

A. Vervulling van een ontbindende voorwaarde

B. Kwijtschelding

C. Vervulling van een opschortende voorwaarde

D. Nakoming

 

 

Vraag 10

De 15-jarige Pieter is met zijn ouders op vakantie aan de Italiaanse kust. Pieter wil dolgraag een waterscooter huren, maar zijn ouders vinden hem daarvoor te jong. Op een ochtend gaat Pieter zonder zijn ouders naar het strand en huurt stiekem een waterscooter. De verhuurder geeft Tom het vaartuig zonder problemen mee, omdat in Italië iedereen van 15 jaar en ouder een waterscooter mag besturen. Na enkele minuten scheuren gaat het mis. Pieter geeft te veel gas, waardoor hij de controle verliest. Hij maakt een scherpe bocht en raakt daarbij het plezierjacht van Angela. Het jacht raakt ernstig beschadigd.

Welke stelling met betrekking tot de aansprakelijkheid voor de schade van Angela klopt?

A. Alleen de ouders van Pieter zijn aansprakelijk

B. Indien de ouders van Pieter kunnen bewijzen dat hen niets te verwijten valt, zijn zij niet aansprakelijk en is Pieter ook niet aansprakelijk

C. Indien de ouders van Pieter kunnen bewijzen dat hen niets te verwijten valt, zijn zij niet aansprakelijk

D. De verhuurder van de waterscooter is aansprakelijk en de ouders van Pieter zijn aansprakelijk

 

Vraag 11

De zeventienjarige Jessica besluit om ter voorbereiding op haar autotheorie-examen een tweedaagse cursus te volgen bij Auto Cursussen Totaal B.V. Ze betaalt € 250,- voor de cursus die over zeven dagen zal plaatsvinden. Haar ouders vinden het echter volstrekt onnodig dat Jessica een cursus volgt omdat ze volgens haar ouders “gewoon goed moet studeren voor het examen”. De moeder van Jessica meldt Auto Cursussen Totaal B.V. dat ze de overeenkomst wil vernietigen.

Kan de overeenkomst vernietigd worden?

A. Ja, Jessica is immers handelingsonbekwaam

B. Ja, Jessica is immers handelingsonbevoegd

C. Nee, mits Auto Cursussen Totaal B.V. er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat Jessica daadwerkelijk de cursus voor die prijs wilde afnemen

D. Nee, mits Auto Cursussen Totaal B.V. ervan uit mocht gaan dat Jessica toestemming had van haar wettelijk vertegenwoordiger om deze overeenkomst aan te gaan

 

 

Vraag 12

Kees is als post- en pakketbezorger in dienst van TNT Post. Op 13 april bezorgt Kees met een bestelbusje van TNT Post een pakketje bij een woning in een nauwe straat. Na aflevering van het pakket doet hij de deur van de laadruimte van het bestelbusje zorgvuldig dicht en rijdt weg. Nog voordat hij aan het einde van de straat is, vliegt de deur van de laadruimte plots open. Daarbij wordt Nienke, die met haar fiets vlak achter Kees reed, door de deur van haar fiets geslagen. Nienke raakt ernstig gewond aan haar been. Het blijkt dat de deur van de laadruimte niet goed sloot, omdat het slot was verbogen. Dit was voor Kees niet zichtbaar.

Wie is aansprakelijk voor de schade van Nienke?

A. Kees, op grond van art. 6:162 BW

B. TNT Post, op grond van art. 6:170 BW

C. TNT Post, op grond van art. 6:173 BW

D. Kees, op grond van art. 6:173 BW

Vraag 13

Een aangelijnde hond bijt uit het niets een willekeurige voorbijganger.

Stelling

De bezitter van de hond kan zich via de ‘tenzij-formule’ onder omstandigheden aan zijn aansprakelijkheid uit hoofde van art. 6:179 BW onttrekken, door zich erop te beroepen dat het hem aan schuld ontbreekt.

Deze stelling is

A. Juist

B. Onjuist

 

Vraag 14

Amanda geeft Aannemersbedrijf De Moerkop de opdracht om een nieuwe badkamer in haar huis te plaatsen. Het aannemersbedrijf neemt de opdracht aan. Aangezien de werknemers van de Moerkop onvoldoende ervaring hebben met het vernieuwen van waterleidingen, schakelt het bedrijf voor die klus loodgieter Valentijn in. Op de vierde dag van de verbouwing rijden de werknemers van De Moerkop weer naar de woning van Amanda. Valentijn zal die dag aan de waterleidingen werken en rijdt daarom mee in het busje van het aannemersbedrijf. Als de mannen arriveren bij de woning van Amanda, stapt onderbuurvrouw Margriet net de deur uit. ‘Dus jullie zijn de mannen die al een paar dagen herrie maken boven mijn hoofd!’, roept Margriet gekscherend naar de mannen. De mannen gaan aan het werk. Valentijn maakt bij het aanleggen van de nieuwe waterleiding een fout waardoor er lekkage ontstaat. De lekkage veroorzaakt waterschade in de woning van onderbuurvrouw Margriet.

 

Wie is aansprakelijk voor de schade van Margriet?

A. Alleen Valentijn, op grond van art. 6:162 BW

B. Valentijn op grond van art. 6:162 BW en Aannemersbedrijf De Moerkop op grond van art. 6:170 BW

C. Luka op grond van art. 6:162 BW en Aannemersbedrijf De Moerkop op grond van art. 6:171 BW

D. Alleen Aannemersbedrijf De Moerkop, op grond van art. 6:171 BW

 

Vraag 15

André spreekt met Michiel af dat hij gedurende zijn vakantie op zijn huis zal passen. De badkamer is al een aantal keren overstroomd in verband met een probleem aan een van de leidingen. Ze spreken daarom af dat Michiel de loodgieter zal laten langskomen indien dit nog een keer gebeurt. 

Zodra André weg is, overstroomt de badkamer en maakt Michiel een afspraak met de loodgieter, die het probleem verhelpt. Michiel betaalt de loodgieter contant en vraagt André bij thuiskomst dit bedrag aan hem terug te betalen.

Is hier sprake van zaakwaarneming?

A. Ja

B. Nee

 

Vraag 16

Stelling

Indien in de precontractuele fase onderhandelingen worden afgebroken, is voor het ontstaan van een schadevergoedingsverbintenis vereist dat de afbrekende partij verwijtbaar heeft gehandeld.

Deze stelling is

A. Juist

B. Onjuist

 

 

Vraag 17

Hans komt bij fietsenmaker Klaproos de fiets van zijn vriendin Annemarie ophalen. Herman, werkzaam bij Klaproos, is vergeten dat hij het voorwiel nog niet goed heeft vastgedraaid en geeft de fiets mee. Als Hans op de fiets naar huis rijdt, schiet het voorwiel los, waardoor hij ten val komt. Hans is gelukkig niet gewond, maar zijn nieuwe jas is gescheurd. Hij loopt terug naar Fietsenmaker Klaproos en vertelt aan Herman wat er is gebeurd. Henk vergoedt onmiddellijk de door Hans geleden schade. Herman wil het bedrag dat hij aan Hans heeft betaald, verhalen op zijn werkgever, Fietsenmaker Klaproos. Dient Fietsenmaker Klaproos het bedrag aan Herman te vergoeden?

A. Nee, want Herman is zelf aansprakelijk voor de schade

B. Ja, want Fietsenmaker Klaproos is draagplichtig

C. Nee, want Fietsenmaker Klaproos is niet draagplichtig

D. Nee, want Herman heeft, door het wiel niet goed vast te draaien, bewust roekeloos

gehandeld

 

 

Vraag 18

Het Taxibus- of Shockschadearrest (HR 22 februari 2002) heeft betrekking op schade

zoals bedoeld in

A. Artikel 6:106 BW

B. Artikel 6:107 BW

C. Artikel 6:108 BW

D. Geen van bovenstaande alternatieven is juist

 

Vraag 19

Fred woont al 10 jaar op een woonboot gelegen aan de Nauernasche Vaart. Na tien jaar wil hij verhuizen. Zijn goede vriend Björn is bereid om de woonboot over te nemen voor € 120.000,-. Björn en Fred spreken af dat Björn € 100.000,- via de bank betaalt en € 20.000,- ‘onder de tafel’ schuift. Krachtens de Wet op de belastingen en rechtsverkeer dient belasting te worden betaald ter zake van de verkrijging van in Nederland gelegen onroerende zaken.

Welk alternatief is JUIST?

A. Deze overeenkomst is in strijd met de openbare orde en goede zeden en daarom nietig op grond van artikel 3:40 lid 1

B. Deze overeenkomst is in strijd met de wet en daarom nietig op grond van artikel 3:40 lid 2

C. Deze overeenkomst is in strijd met de wet en daarom vernietigbaar op grond van artikel 3:40 lid 2, omdat deze uitsluitend strekt ter bescherming van een der partijen

D. Deze overeenkomst is onaantastbaar op grond van artikel 3:40 lid 3

 

Vraag 20

Sebas is wat je noemt een relaxte jongen. Hij maakt zich nergens druk om en is daardoor vaak onvoorzichtig. Op een mooie dag rijdt hij zonder helm op zijn brommer naar de VU om toch maar eens een college bij te wonen. Wanneer hij het kruispunt voor de VU oversteekt, wordt hij aangereden door Sophie, die op haar brommer door rood rijdt. Sebas komt ten val en loopt daarbij ernstig hoofdletsel op. Als Sebas bij Sophie een schadevergoeding vordert, stelt Sophie dat zij niet aansprakelijk is, omdat deze schade niet was ontstaan als Sebas zijn helm gewoon had gedragen.

 

Welk alternatief is juist?

A. Sophie is niet aansprakelijk, omdat onvoldoende causaal verband bestaat tussen haar fout en de schade

B. Sophie is niet aansprakelijk, omdat aan haar niet kan worden toegerekend

C. Sophie is wel aansprakelijk, ondanks dat sprake is van eigen schuld

D. Sophie is wel aansprakelijk, er is geen sprake van eigen schuld

 

 

 

Antwoordmodel

 

 

1. B

2. A

3. B

4. B

5. A

6. B

7. C

8. A

9. C

10. C

11. D

12. C

13. B

14. C

15. B

16. B

17. B

18. A

19. A

20. C

 

Toelichting

 

1. Uit een schenkingsovereenkomst vloeit maar één verbintenis voort, namelijk de verbintenis van de schenker om daadwerkelijk de schenking te verrichten.

 

2. Er is hier sprake van ongerechtvaardigde verrijking. Holger is 600,- rijker dan hij was ten koste van Jaap, zonder dat hiervoor een rechtvaardiging bestaat (in wet/ rechtshandeling). Jaap verarming bedraagt € 250,-. De vergoeding die op grond van art. 6:212 BW succesvol kan worden gevorderd kan niet hoger zijn dan de verrijking van de ontvanger, maar ook niet hoger dan de verarming van de verarmde. Het is redelijk dat Gijs dit bedrag vergoedt, omdat hij de tent verkoopt en er zelfs nog geld aan overhoudt.

 

3. Een als een doen te beschouwen gedraging van een persoon van veertien jaar of ouder (Maarten is 19 jaar), verricht onder invloed van een lichamelijke tekortkoming, is geen beletsel om haar als een onrechtmatige daad toe te rekenen (artikel 6:165 BW). Op grond van de wet kan deze gedraging dus aan Maarten worden toegerekend.

 

4. De wil wordt dan inderdaad ex. art. 3:34 BW geacht te hebben ontbroken. De wederpartij kan onder omstandigheden echter mogelijk bescherming ontlenen aan art. 3:35 BW. Indien deze er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat wil en verklaring wél overstemden, is dan toch een geldige overeenkomst tot stand gekomen.

 

5. Er is in casu sprake van een rechtvaardigingsgrond, noodweer (vgl. artikel 40 Sr). Een

rechtvaardigingsgrond neemt de onrechtmatigheid van de gedraging weg.

 

6.Voor een succesvol beroep op kwalitatieve aansprakelijkheid eisen de artikelen betreffende de

kwalitatieve aansprakelijkheid meestal dat de feitelijke dader een ‘fout’ moet hebben gemaakt (bv. Art. 6:170 BW). Onder ‘fout’ wordt verstaan een toerekenbare onrechtmatige daad (art. 6:162 BW). Deze eis geldt echter niet voor de kwalitatieve aansprakelijkheid van de ouder of voogd voor een kind jonger dan 14 jaar (art. 6:169 BW). Als dat anders zou zijn, zou nooit sprake zijn van kwalitatieve aansprakelijkheid van de ouder/voogd, omdat een gedraging van een kind jonger dan 14 jaar immers nooit als onrechtmatige daad aan het kind kan worden toegerekend (art. 6:164 BW)

Voor een succesvol beroep op kwalitatieve aansprakelijkheid voor de gedraging van een kind jonger dan 14 jaar, dient dat kind (de feitelijke dader) dus niet zelf aansprakelijk te zijn op grond van artikel 6:162 BW. De stelling is daarom onjuist.

 

7. De Druppel handelt noch uit hoofde van strijd met de wettelijke norm, noch uit hoofde van strijd met een maatschappelijke zorgvuldigheidsnorm (correctie Langemeijer) onrechtmatig jegens Het Dorpsbad. De wettelijke norm strekt tot bescherming van bezoekers van het zwembad, de schending hiervan is daarom niet onrechtmatig jegens Het Dorpsbad. Ook van een jegens Het Dorpsbad geschonden maatschappelijke zorgvuldigheidsnorm is geen sprake (er is bv. geen sprake van oneerlijke concurrentie).

 

8. Er is hier sprake van een uitnodiging om in onderhandeling te treden. Uit de advertentie blijkt duidelijk dat verdere voorwaarden een rol spelen, zoals de persoon van de koper; zie ook het arrest Hofland/Hennis. De aanvaarding van Vanity resulteert derhalve niet in de totstandkoming van een overeenkomst.

 

9. De vervulling van een opschortende voorwaarde leidt niet tot het tenietgaan van een verbintenis, maar geeft de verbintenis juist werking. De vervulling van een ontbindende voorwaarde, de kwijtschelding en nakoming leiden wel tot verval van een verbintenis.

 

10. Pieter heeft een onrechtmatige daad gepleegd. De ouder van een 14- of 15-jarige is niet risico-

aansprakelijk voor een onrechtmatige gedraging van die minderjarige. Dit volgt uit art. 6:169 lid 2. Er is sprake van een schuld-aansprakelijkheid met een omgekeerde bewijslast: de ouders van Pieter zijn in casu aansprakelijk, tenzij zij bewijzen dat hen geen verwijt treft dat zij de gedraging van Pieter niet hebben belet. Slagen de ouders van Pieter erin dit te bewijzen, dan zijn zij niet aansprakelijk. Pieter is als 15-jarige voor de door hem gepleegde onrechtmatige daad echter net zo aansprakelijk als iedere volwassene. Het mogelijke verweer van zijn ouders heeft dan ook geen gevolgen voor zijn aansprakelijkheid.

 

11. Jessica is inderdaad in beginsel handelingsonbekwaam tenzij ze met toestemming van haar wettelijk vertegenwoordiger handelde ex art. 3:32 jo. 1:233 jo. 1:234 lid 1 BW en kan daarom in beginsel slechts vernietigbare rechtshandelingen verrichten (art. 3:32, lid 1). De toestemming van haar wettelijk vertegenwoordiger zou echter aanwezig verondersteld kunnen worden op grond van art. 1:234 lid 3 BW. Indien die toestemming achteraf verondersteld kan worden, omdat het maatschappelijk gebruikelijk is dat een zeventienjarige een dergelijke rechtshandeling verricht, is Jessica gebonden aan de overeenkomst.

 

12. Het betreft hier een kwalitatieve aansprakelijkheid voor een gebrek (het verbogen slot) aan een roerende zaak (het bestelbusje), art. 6:173 BW. Aan de vereisten van art. 6:173 lid 1 is voldaan. Het betreft een roerende zaak (bestelbusje), die niet onder de uitzonderingen van lid 3 valt. Bekend is dat een bestelbus een bijzonder gevaar voor personen of zaken oplevert, wanneer het niet voldoet aan de eisen die men in de gegeven omstandigheden er aan mag stellen (een verbogen slot, waardoor de deur tijdens het rijden plotseling kan open kan gaan). Dit gevaar heeft zich ook verwezenlijkt. TNT Post is de bezitter van de bestelbus; Kees maakte er slechts gebruik van ter uitvoering van zijn taak als postbezorger. TNT Post is aansprakelijk op grond van art. 6:173. Omdat Kees niet onrechtmatig handelt (Kees maakt geen ‘fout’), zijn de antwoorden A en B onjuist. Antwoord D is onjuist omdat TNT Post, en niet Kees, de bezitter is van de bestelbus.

 

13. Voor kwalitatieve aansprakelijkheid vormt verwijtbaarheid geen grondslag of vereiste. De bezitter van de hond is risico-aansprakelijk. Hij kan zich dus niet verweren met een beroep op de omstandigheid dat hem geen verwijt kan worden gemaakt omdat hij van het gevaar niet op de hoogte was.

 

14. Luka verrichtte als niet-ondergeschikte werkzaamheden ter uitoefening van het bedrijf van

Aannemersbedrijf De Keg. Tijdens de uitvoering van deze werkzaamheden heeft Luka een toerekenbare onrechtmatige daad gepleegd jegens Stacey.

 

Op grond van art. 6:162 BW is Luka zelf aansprakelijk voor de schade van Stacey. Tevens is op grond van art. 6:171 BW Aannemersbedrijf De Keg aansprakelijk.

 

15. Nee, zaakwaarneming is het zich willens en wetens en op redelijke grond inlaten met de behartiging van eens anders belang, zonder de bevoegdheid daartoe aan een rechtshandeling of een elders in de wet geregelde rechtsverhouding te ontlenen (art. 6:198 BW). In casu ontleent Badr zijn bevoegdheid aan de afspraak met Jos.

 

16. Subjectieve verwijtbaarheid is niet vereist. Het gaat erom in welke mate door de afbrekende partij gerechtvaardigd totstandkomingsvertrouwen is gewekt waardoor mogelijk

schadevergoedingsverbintenissen ontstaan, zie HR 12 augustus 2005, NJ 467 (CBB/JPO).

 

17. Fietsenmaker Klaver is op grond van art. 6:170 BW aansprakelijk voor de schade van Philippe, indien:

  • sprake is van een ondergeschiktheidsverhouding à Henk is als werknemer ondergeschikt

  • sprake is van een fout van de ondergeschikte à Henk heeft, door het wiel niet goed vast te draaien, een toerekenbare onrechtmatige daad jegens Philippe gepleegd.

  • de kans op de fout door de opdracht is vergroot à Henk heeft de fout begaan tijdens zijn taakopdracht, namelijk het repareren van fietsen.

  • er sprake was van zeggenschap over de gedragingen van de ondergeschikte à Henk voerde zijn taakopdracht uit tijdens werktijd, Fietsenmaker Klaver had hier als werkgever zeggenschap over.

 

Fietsenmaker Klaproos is derhalve op grond van art. 6:170 BW aansprakelijk voor de schade van Hans (jegens Hans, niet jegens Herman). Daarnaast is Herman zelf aansprakelijk op grond van art. 6:162 BW. Voorts is Fietsenmaker Klaproos draagplichtig. Dit volgt uit art. 6:170 lid 3 BW. Herman heeft immers niet met opzet of bewust roekeloos gehandeld.

 

18. In het schockschadearrest is bepaald dat sprake kan zijn van ‘eigen’ immateriële schade die op grond van art. 6:106, lid 1 sub b voor vergoeding in aanmerking komt indien iemand een ongeval van iemand anders waarneemt en deze ‘waarnemer’ hierdoor zelf geestelijk letsel oploopt. Deze ‘shockschade’ onderscheidt zich juist op dit punt van de ‘affectieschade’ (daar bestaat slechts juridisch relevante schade bij het slachtoffer van het ongeval zelf). Het recht op vergoeding van eigen immateriële schade is bepaald in art. 6:106 BW.

 

19. De strekking van deze overeenkomst (het ontwijken van de verplichting overdrachtsbelasting te betalen) is in strijd met de openbare orde en de goede zeden, waardoor de overeenkomst nietig is op grond van art. 3:40, lid 1 BW. (Zie voor uitwerking Hoge Raad eventueel arrest HR 1 juni 2013, LJN: BU5609). B is onjuist, omdat niet het aangaan van de overeenkomst, maar de strekking daarvan in strijd is met de wet.

Art. 3:40, lid 2 ziet enkel op het verrichten van rechtshandelingen in strijd met de wet. Overigens: ook indien zowel lid 1 als lid 2 opgaat, gaat de zwaardere nietigheidssanctie van lid 1 voor. Ook C is onjuist. Afgezien van het feit dat de wet niet uitsluitend strekt ter bescherming van een van de partijen maar van het algemeen belang, geldt die uitzondering alleen voor ‘lid 2-gevallen’ en het ging hier juist om een ‘lid 1-geval. D is ook onjuist, zie uitwerking A.

 

20. Er is sprake van eigen schuld, de schade is mede het gevolg van Sebas zijn eigen gedrag. Dit heeft ingevolge art. 6:101 BW invloed op de omvang van de schadevergoedingsplicht die voor Sophie ontstaat. De (daaraan voorafgaande) vraag óf een grond voor aansprakelijkheid bestaat wordt beantwoord op grond van art. 6:162 BW en is niet afhankelijk van de mate van eigen schuld bij Sebas. Sophie is derhalve wel aansprakelijk, maar hoeft minder schade te vergoeden.

 

Oefenvragen maart 2013

 

Vraag 1.

Hanneke spreekt met haar beleggingsadviseur Jeroen af dat Jeroen namens haar honderd aandelen ING zal kopen, indien het aandeel ING uiterlijk op 1 november 2010 is gedaald naar € 5,-- per aandeel.

Welk alternatief is juist?

a. Het betreft hier een overeenkomst onder opschortende voorwaarde.

b. Het betreft hier een overeenkomst onder ontbindende voorwaarde.

c. Het betreft hier een overeenkomst met een opschortende tijdsbepaling.

d. Het betreft hier een overeenkomst met een ontbindende tijdsbepaling.

 

Vraag 2.

De onder curatele gestelde Martin verkoopt zijn nieuwe Vespa voor € 500,-- aan Nico. De brommer is op dat moment zeker € 3.000,-- waard en Nico weet dat Martin de brommer voor € 500,-- aan hem verkoopt omdat Martin zijn eigen belangen niet goed kan overzien.

Welk alternatief is juist?

a. De koopovereenkomst tussen Martin en Nico wordt geacht nooit te hebben bestaan.

b. De curator van Martin kan de koopovereenkomst vernietigen.

c. De curator kan namens Martin met succes een beroep doen op ongerechtvaardigde verrijking.

d. De curator kan kiezen of hij de overeenkomst vernietigt dan wel schadevergoeding vordert op grond van ongerechtvaardigde verrijking.

 

Vraag 3.

Welk alternatief is juist?

a. In HR 30 november 1973, NJ 1974, 97 (Van der Beek/Van Dartel) overwoog de Hoge Raad dat een mededelingsplicht van de wederpartij in beginsel vóór een onderzoeksplicht van de dwalende behoort te gaan.

b. In HR 30 november 1973, NJ 1974, 97 (Van der Beek/Van Dartel) overwoog de Hoge Raad dat de onderzoeksplicht van de dwalende niet zo ver gaat dat hij niet zou mogen afgaan op de juistheid van de door de wederpartij gedane mededelingen.

c. In HR 30 november 1973, NJ 1974, 97 (Van der Beek/Van Dartel) ging het om wederzijdse dwaling.

d. In HR 30 november 1973, NJ 1974, 97 (Van der Beek/Van Dartel) overwoog de Hoge Raad dat niet met succes een beroep op dwaling kan worden gedaan, als het een zuiver toekomstige omstandigheid betreft waarover werd gedwaald.

 

Vraag 4.

Stelling: Voor de ontbinding van een overeenkomst dient steeds sprake te zijn van een toerekenbare tekortkoming.

Is deze stelling juist?

a. Ja.

b. Nee.

 

Vraag 5.

Shirley verkoopt op 12 januari 2012 haar Ipad voor € 100,-- aan David. Op 20 januari 2012 vernietigt Shirley de koopovereenkomst op grond van bedreiging.

Welke alternatief is juist?

a. Shirley is steeds eigenaar van de Ipad gebleven.

b. Shirley wordt op 20 januari 2012 eigenaar van de Ipad.

c. David heeft recht op een waardevergoedingsverbintenis.

d. David heeft recht op schadevergoeding ex artikel 6:74 BW.

 

Vraag 6.

Walther is als elektricien in dienst van Van Vuuren B.V. De familie Zijlstra heeft Van Vuuren B.V. opdracht gegeven de bedrading in haar huis te vervangen. Als Walther aan het werk is in het huis van de familie Zijlstra, let hij een ogenblik niet goed op en verbindt de verkeerde draden met elkaar. Dit levert kortsluiting op. De steekvlam die daardoor ontstaat, verschroeit de jurk van het buurmeisje dat toevallig op bezoek is.

Welk alternatief is juist?

a. Alleen Walther is aansprakelijk voor de schade.

b. Alleen Van Vuuren B.V. is aansprakelijk voor de schade.

c. Walther is weliswaar aansprakelijk voor de schade, maar is niet degene die de schade uiteindelijk moet dragen.

d. Van Vuuren B.V. is weliswaar aansprakelijk voor de schade, maar is niet degene die de schade uiteindelijk moet dragen.

 

Vraag 7.

Welk alternatief is juist?

a. In het arrest Natronloog (HR 22 april 1994, NJ 1994, 624) ging het om de vraag of er sprake was van handelen in strijd met een wettelijke plicht.

b. In het arrest Natronloog (HR 22 april 1994, NJ 1994, 624) ging het om de vraag of er sprake was van handelen in strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheid.

c. In het arrest Natronloog (HR 22 april 1994, NJ 1994, 624) ging het om de vraag of er sprake was van een ongelukkige samenloop van omstandigheden.

d. In het arrest Natronloog (HR 22 april 1994, NJ 1994, 624) ging het om de vraag of er sprake was van toerekening op grond van schuld.

 

Vraag 8.

Ahmed raakt op zijn werk met zijn hand bekneld in een machine, waardoor zijn hand geamputeerd moet worden. Zijn werkgever blijkt aansprakelijk te zijn voor de schade. Ahmed vordert naast ziekenhuiskosten ook vergoeding van zijn immateriële schade. Ahmed heeft niet alleen veel lichamelijke klachten maar ook veel verdriet om het verlies van zijn hand.

Welk alternatief is juist?

a. De werkgever van Ahmed is aansprakelijk voor de immateriële schade van Ahmed op grond van artikel 6:96 BW.

b. De werkgever van Ahmed is aansprakelijk voor de immateriële schade van Ahmed op grond van artikel 6:106 BW.

c. De werkgever van Ahmed is aansprakelijk voor de immateriële schade van Ahmed op grond van artikel 6:107 BW.

d. De werkgever van Ahmed is niet aansprakelijk voor de immateriële schade van Ahmed omdat in Nederland geen recht op vergoeding van verdriet bestaat.

 

Vraag 9.

Stelling: Eigen schuld speelt een rol bij de vaststelling van de aansprakelijkheid. Is deze stelling juist?

a. Ja.

b. Nee.

 

Vraag 10.

Maria is met vakantie op Mallorca. Tijdens haar vakantie ontstaat brand in haar huis in Amsterdam. Buurman Youri ziet dit en neemt maatregelen. Hij slaat Maria’s voordeur in, blust de brand en repareert vervolgens de deur. Bij terugkomst van haar vakantie ontvangt Maria het verzoek om de gemaakte kosten van Youri te betalen. 

Welk alternatief is juist?

a. Maria moet de gemaakte kosten vergoeden op grond van artikel 6:162 BW.

b. Maria moet de gemaakte kosten vergoeden op grond van artikel 6:200 lid 1 BW.

c. Maria moet de gemaakte kosten vergoeden op grond van artikel 6:200 lid 2 BW.

d. Maria hoeft de gemaakte kosten niet te vergoeden.

 

Open vragen (zonder antwoordmodel)

 

Casus 1

Kort na de oprichting van hun klusbedrijf ‘Fix It’ komen Guus en Jopie er achter dat ze meer gereedschap nodig hebben. Ze gaan naar een speciale klusbeurs in de RAI om gereedschap te kopen. Guus en Jopie zijn op zoek naar drie boren, een schuurmachine en een roteerzaag.

Omdat ze aan het eind van de ochtend een andere afspraak hebben, zijn ze al vroeg in de RAI. Daar aangekomen zien ze ook de stand van de Gereedschapspecialist, een bekend bedrijf op het terrein van bouwmaterialen en gereedschappen. In die stand bevinden zich de nieuwste versies van de apparaten die ze nodig hebben. Het blijken ook nog eens apparaten te zijn van het gerenommeerde merk Black & Stekker, waarmee ze goede ervaringen hebben.

Aangekomen bij de stand ontmoeten ze Roy Richardson die daar bezig is de stand op te bouwen. Roy is net klaar met het dak van het kraampje en is nu druk doende de reclameposters met het logo van de Gereedschapspecialist te bevestigen. Roy draagt net als alle standbouwers van de RAI een blauwe overall met het logo van de RAI en een gordel met gereedschap. Guus en Jopie benaderen Roy en zeggen dat ze haast hebben en dat ze graag meerdere apparaten willen kopen. Jopie noemt op wat ze nodig hebben en vraagt wat het kost.

Roy kijkt op de kaartjes van de apparaten die in de stand liggen en zegt dat de totaalprijs €1850,-- is. Als reactie op de fronsende blikken van Guus en Jopie zegt Roy dat dit wel een hoge prijs is, maar dat gereedschap van deze kwaliteit dan ook jarenlang meegaat. Guus en Jopie zeggen te begrijpen dat de prijs van kwaliteitsgereedschap hoog is, maar dat ze bij zo’n grote aankoop wel korting verwachten. Zij laten doorschemeren dat zij aan 20% korting op de totaalprijs denken. Roy zegt dat hij akkoord is met het geven van deze korting en dat Guus en Jopie de apparaten dus voor € 1480,-- kunnen kopen. In de stand zijn echter onvoldoende apparaten aanwezig. Ze spreken daarom af dat de Gereedschapspecialist de apparaten later die week bij Guus zal bezorgen.

 

Een week nadat Guus en Jopie bij de Gereedschapspecialist in de RAI de boren, de zaag en de schuurmachine hebben gekocht, wordt Guus gebeld door de sales-manager van de Gereedschapspecialist. Zij vertelt aan Guus dat er sprake is van een vervelend misverstand.

Volgens de sales-manager werkt Roy Richardson niet als verkoper bij de Gereedschapsspecialist, maar is hij als standbouwer in dienst bij de RAI. Dat hadden Guus en Jopie ook kunnen zien, omdat Roy een blauwe RAI-overall droeg, in plaats van de rode polo met grijze broek die door alle medewerkers van de Gereedschapspecialist wordt gedragen. 

Roy was daarom helemaal niet in de positie om gereedschap van de Gereedschapsspecialist te verkopen, laat staan zo’n hoge korting te geven. “Deze koop kan dan ook niet doorgaan, maar we sturen graag een echte verkoper bij u langs om alsnog een overeenkomst met u te sluiten.

U krijgt dan een korting van 10%, zodat u een totaalprijs van € 1665,-- betaalt”, aldus de sales-manager. Guus zegt dat hij geen genoegen neemt met de gang van zaken. Nu de koop eenmaal is gesloten, kan daarop niet worden teruggekomen, aldus Guus. De sales-manager meent echter dat er helemaal geen koop tot stand is gekomen.

 

Vraag 1

Hoe beoordeelt u de stellingen van partijen?

 

Vervolg casus

Sinds de groei van Fix-it gaat het vreemd genoeg niet goed met Guus. Alhoewel hij nu geen financiële zorgen meer heeft, raakt hij gedeprimeerd omdat hij niet goed weet wat hij met zijn leven aan moet. Guus zoekt contact met een aangetrouwd familielid, Jannie de Vries, die esoterisch raadgeefster is. Guus heeft lange en diepgaande gesprekken met Jannie die met haar vragen steeds dieper doordringt in het privé-leven van Guus. Ze komen ook te spreken over de muntenverzameling van Guus. Guus spaart al vanaf zijn 8 e oude munten en bezit inmiddels een grote en waardevolle verzameling. Jannie suggereert dat de sombere gemoedstoestand van Guus kan worden verklaard door “beladen bezit” zoals zij het noemt. Al het geld dat hij de afgelopen tijd heeft verdiend, heeft hem toch ook niet gelukkig gemaakt?

Tijdens een gesprek met Jannie komt Guus op het idee om zijn muntenverzameling te verkopen. Het zich ontdoen van beladen bezit zou immers best kunnen leiden tot het creëren van een geluksgevoel. Als Guus zijn gedachten heeft uitgesproken, bevestigt Jannie de juistheid daarvan. Jannie kan Guus misschien zelfs helpen, want zij heeft een koper op het oog. Deze koper, Peter, is een vriend van Jannie die zelf munten verzamelt. Hij is zeer geïnteresseerd in de unieke munten van Guus. Jannie zegt tegen Guus dat Peter natuurlijk niet de daadwerkelijke waarde voor de munten kan betalen, maar dat is ook niet nodig, omdat in het “ontdoen van beladen bezit” de mogelijke genezing van Guus ligt. Guus gaat na enig aandringen van Jannie akkoord met de verkoop van zijn muntenverzameling voor 1/3 van de marktwaarde.

Enige tijd later hoort Guus dat Jannie van Peter een mooi cadeau heeft gekregen als beloning voor het lage bedrag waarvoor Peter de munten van Guus heeft verworven. Guus voelt zich opgelicht door Jannie en heeft spijt dat hij zijn dierbare muntenverzameling voor een luttel bedrag van de hand heeft gedaan. Hij wil zijn munten dan ook terughebben.

 

Vraag 2

Op welk leerstuk zou Guus zich volgens u het beste kunnen beroepen? Werk het leerstuk waar Guus zich het beste op kan beroepen uit en geef aan – vooropgesteld dat het beroep succes zal hebben – wat de juridische consequenties daarvan zullen zijn nu inmiddels al uitvoering aan de overeenkomst is gegeven.

 

Casus 2

 

Max van 16 jaar en zijn vriendje Pieter van 14 jaar zijn samen met hun ouders een dagje in dierentuin Artis in Amsterdam. Terwijl de twee ouderparen koffie drinken in café “The two cheeta’s”, wandelen Max en Pieter zelfstandig door de dierentuin. Op een gegeven moment glippen ze ongemerkt het verblijf van de zoogdieren binnen en zetten daar samen het hok van de zwarte kuifmakaak (een soort aap) open. De grote zwarte kuifmakaak neemt de benen en bespringt op zijn vlucht een klein meisje met een banaan. Het meisje valt en scheurt daarbij haar dure Oilily-jas.

 

Vraag 3

Welke persoon of personen kan/kunnen met succes aansprakelijk worden gesteld voor vergoeding van de schade aan de jas, en op welke grondslag? Bespreek alle vereisten (laat de omvang van een eventuele schadevergoedingsverbintenis daarbij buiten beschouwing).

 

Antwoordmodel MC vragen

 

 

1. A

2. B

3. A

4. B

5. A

6. C

7. B

8. B

9. B

10. B

 

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:
Institutions, jobs and organizations:
Activity abroad, study field of working area:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Law Supporter
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1157