Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
Inleiding in de rechtswetenschap
HC1 Hoofdlijnen – Systeem van recht en rechtsbronnen
Wat zijn de middelen van het recht?
1. Rechtsnormen zijn vaak ‘standaardinstelling’
2. Rechtsnormen vaak te herleiden tot bevoegdheidskwestie
3. Uiteindelijke mogelijkheid: autoriseren van geweld
Waar komen de rechtsnormen vandaan?
Gewoonte recht
Wat maakt dat jurisprudentie een formele rechtsbron is?
Gebruik door rechtsautoriteiten in praktijk.
Wat maakt dat gewoonterecht een formele bron van het recht is?
Gebruik door rechtsautoriteiten in de praktijk.
HC2 Hoofdlijnen – Strafrecht
Sociale orde: wat je van je medemens kan verwachten
Klassieke functie van strafrecht: het handhaven van de sociale orde
Nieuwe functie van het strafrecht: de bestaande orde die er nu is verbeteren (ordeningsrecht)
Formele bronnen van het strafrecht
Invoering Wetboek van Strafrecht (Wet van 3 maart 1881, inwerkingtreding 1886)
Legaliteitsbeginsel
Hart zijn mening over Runescape: analoge interpretatie , rechter maakt recht (tegen legaliteitsbeginsel in)
Dworkin zijn mening over Runescape: theologische interpretatie, rechtsvinding o.b.v. rechtsbeginselen. Rechter maakt dus geen nieuw recht.
Basisvoorwaarden strafrecht
Zelfs indien feiten een strafbaar feit opleveren volgens de delictsomschrijving dan toch misschien een rechtvaardigheidsgrond (dan mag je het wel):
Volgorde bepaling straf
HC3 Hoofdlijnen – Strafprocesrecht
Doel van het strafprocesrecht in het bijzonder
Tweedelige structuur
Verschil Wetboek van Sr en Wetboek Sv
Ongegronde dwangmiddelen
Waarheidsvinding: belangrijk doel maar niet het hoogste doel en geen absolute waarheid
Voor- en nadelen geen absolute waarheid
Rechten van de verdediging
Ultimum remedium
HC4 Hoofdlijnen – Vermogensrecht
Omschrijving vermogensrecht
Wat moet het vermogensrecht allemaal regelen?
In het vermogensrecht ben je aan niemand iets verplicht tenzij je het zelf hebt gewild (rechtshandeling) of echt een fout hebt begaan
Inleiding in de rechtswetenschap
HC1 Achtergronden – Wat heeft recht te maken met het moraal?
Gustav Radbruch (1878-1949)
Natuurrecht
H.L.A Hart (1907-1992)
Wat zegt de (beschrijvende) rechtspositivist nu precies?
Kortom: de (beschrijvend) rechtspositivistische definitie van recht bevat geen verwijzing naar moraal of gehoorzaamheidsplicht.
Verschil recht en andere sociale normstelsels
M.a.w.: recht bestaat niet alleen uit primaire regels, maar óók uit secundaire regels
Ronald Dworkin (1931-2013)
HC2 Achtergronden – Rechterlijke rechtsvorming in de democratische rechtsstaat
Motto: Rechtspreken is kiezen
Is rechtsvorming door de rechter wel zelfsprekend?
Waarom is rechtsvorming onvermijdelijk?
Waarom is autonome rechtsvorming toegenomen?
Inleiding in de rechtswetenschap
HC1 Hoofdlijnen – Systeem van recht en rechtsbronnen
Wat zijn de middelen van het recht?
1. Rechtsnormen zijn vaak ‘standaardinstelling’
2. Rechtsnormen vaak te herleiden tot bevoegdheidskwestie
3. Uiteindelijke mogelijkheid: autoriseren van geweld
Waar komen de rechtsnormen vandaan?
Gewoonte recht
Wat maakt dat jurisprudentie een formele rechtsbron is?
Gebruik door rechtsautoriteiten in praktijk.
Wat maakt dat gewoonterecht een formele bron van het recht is?
Gebruik door rechtsautoriteiten in de praktijk.
HC2 Hoofdlijnen – Strafrecht
Sociale orde: wat je van je medemens kan verwachten
Klassieke functie van strafrecht: het handhaven van de sociale orde
Nieuwe functie van het strafrecht: de bestaande orde die er nu is verbeteren (ordeningsrecht)
Formele bronnen van het strafrecht
Invoering Wetboek van Strafrecht (Wet van 3 maart 1881, inwerkingtreding 1886)
Legaliteitsbeginsel
Grondslagen van het recht – Achtergronden
Gegeven de aard van de mens en zijn wil om in samenlevingsverband te overleven, ieder rechtssysteem noodzakelijkerwijs een minimale morele inhoud moet hebben. Ieder rechtssysteem zal regels moeten bevatten die het gebruik van geweld aan banden leggen, eigendom beschermen en overeenkomsten mogelijk maken.
De heerser moet niet alleen gebonden zijn aan het recht, het recht moet ook rechtvaardig zijn.
Natuurrecht: een geheel van normen dat niet door mensen is gemaakt, maar dat altijd en overal al geldt, voorafgaand aan iedere positivering door menselijke wetgevers.
Onrecht is moreel gesproken slecht recht, maar daarom nog niet minder recht.
Normatief rechtspositivisme: de wet is een bevel, dat hebben wij te volgen; dat ligt het in het wezen der wet. Het ‘wezen der wet’ wordt door zulke positivisten meestal begrepen in termen van het garanderen van orde.
Beschrijvend rechtspositivisme: dit positivisme meent dat de vraag of het recht bestaat, los staat van de vraag of dat recht gehoorzaamd moet worden.
Antipositivisten: stellen dat het onmogelijk is om vast te stellen wat geldend recht is zonder een beroep te doen op morele overwegingen. Maar zij zijn niet noodzakelijkerwijze natuurrechtaanhangers. De morele overwegingen waar zij aan referen, liggen volgens hen besloten in het bestaande recht.
Ieder rechtssysteem zoekt een evenwicht tussen twee concurrende behoeften: de behoefte aan vaste, duidelijke regels en de behoefte aan openheid.
Open normen: normen die door de wetgever bewust algemeen zijn geformuleerd, zodat de rechter ze in de hem voorgelegde concrete gevallen nader kan invullen.
Rechters hebben als taak in civielrechtelijke zaken: vaststellen wat volgend het geldende recht de rechten en verplichtingen van de partijen zijn. Rechters hebben als taak in strafrechtelijke zaken: vaststellen of volgens het geldende recht een verdachte moet worden veroordeeld, dan wel moet worden vrijgesproken of ontslagen van rechtsvervolging.
De Hoge Raad moet de rechtseenheid bewaken door te beoordelen of de lagere rechters zich al dan niet schuldig hebben gemaakt aan schending van het recht. Hij moet dus controleren of de lagere rechters het geldende recht naar behoren hebben toegepast. De rechter mag wel de geschreven en ongeschreven rechtsbeginselen bij zijn oordeelsvorming betrekken.
Rechtsbeginselen: vormen de normatieve grondslagen van het rechtssysteem. Daarmee wordt bedoeld dat rechtsbeginselen de waarden of morele overtuigingen uitdrukken die in het recht besloten liggen.
Twee soorten problemen die een rechter soms heeft:
Rechtsvorming: de verandering in het recht die het gevolg is van de beslissing van de rechter in een moeilijk geval.
Wiarda: drie typen van rechtsvinding
Grondslagen van het recht, Hoofdlijnen
Sociale regels
Rechtsregels en sociale regels staan niet altijd naast elkaar.
Functies van het rechtssysteem
Functies van staatsorganen
Soorten rechtsregels
Positiviteit, gelding en effectiviteit van recht
Twee betekenissen van recht
Codificatie: een poging alle rechtsregels op een rechtsgebied op systematische wijze in een wetboek (codex) op te nemen. Dit heeft grote voordelen: het geeft overzicht, de rechtsregels zijn onderling geordend: de onderlinge samenhang komt naar voren.
Rechtsgebieden
Zowel het boek Grondslagen van het recht deel 1: Hoofdlijnen als het boek Grondslagen van het recht 2. Achtergronden (Rosier) zijn goed te gebruiken bij het invullen van deze oefenvragen en als nuttig achtergrondmateriaal.
Vraag 1
Jurisprudentie geldt in Nederland als formele rechtsbron. Waarom?
1. Omdat dit in de Grondwet is vastgelegd
2. Omdat dit in het Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden is vastgelegd
3. Omdat dit in art. 38 van het Statuur van het Internationaal Gerechtshof is vastgelegd
4. Omdat rechtsautoriteiten jurisprudentie in de rechtspraktijk als rechtsbron gebruiken
Vraag 2
Waarom ontkomt de rechter er soms niet aan om nieuwe rechtsregels te vormen?
1. Vanwege het bestaan van open normen
2. Omdat zich soms gevallen voordoen waarop geen enkele bestaande regel van toepassing is
3. Omdat rechtsregels elkaar soms tegenspreken
4. Zowel a, b als c zijn juist
Vraag 3
Wat is een verschil tussen jurisprudentie en wetgeving als bron van recht?
1. Rechterlijke uitspraken worden niet van overheidswege bekendgemaakt in een officieel blad
2. Rechterlijke uitspraken zijn niet afkomstig van een orgaan met een (grond)wettelijke bevoegdheid
tot wetgeving
3. Rechterlijke uitspraken gelden in beginsel alleen voor partijen in het onderhavige geval
4. Zowel a, b als c zijn juist
Vraag 4
“Het strafprocesrecht (I) bevat ook rechten (II) voor de verdachte waarop het Openbaar Ministerie
geen inbreuk mag maken.” De termen recht (I) en rechten (II) betekenen respectievelijk:
1.(I) Objectief recht en (II) subjectief recht.
2.(I) Objectief recht en (II) objectief recht.
3.(I) Subjectief recht en (II) objectief recht.
4.(I) Subjectief recht en (II) subjectief recht.
Vraag 5
Wat wordt met name onder formeel recht verstaan?
1.Rechtsregel die de bevoegdheden van een staatorgaan regelen.
2.Rechtsregels waaraan geen sancties verbonden zijn.
3.Rechtsregels waarmee materiële rechten kunnen worden gehandhaafd.
4.Rechtsregels die geen inhoudelijke voorschriften bevatten.
Vraag 6
Waarin verschilt het publiekrecht van het privaatrecht?
1.Het publiekrecht geldt alleen voor rechtspersonen; het privaatrecht ook voor natuurlijke
personen.
2.In het publiekrecht komt alleen dwingend recht voor, in het privaatrecht alleen regelend recht.
3.Het privaatrecht regelt rechtsbetrekkingen tussen burgers; publiekrecht alleen die tussen
overheden.
4.In het publiekrecht staat de gezagsrelatie overheid‐burger centraal; in het privaatrecht zijn de
betrokkenen nevengeschikt.
Vraag 7
Is de volgende stelling juist of onjuist?
“Tegenover een subjectief recht staat altijd een rechtsplicht”
1.Deze stelling is juist.
2.Deze stelling is onjuist.
Vraag 8
Is de volgende stelling juist of onjuist?
“Tegenover een rechtsplicht staat altijd een subjectief recht.”
1.Deze stelling is juist.
2. Deze stelling is onjuist.
Vraag 9
De eerste zin van art. 7:454 lid 1 BW luidt: “De hulpverlener richt een dossier in met betrekking tot
de behandeling van de patiënt.” Wat voor regel is dit?
1.Een dwingendrechtelijke regel van publiekrechtelijke aard.
2.Een regel van aanvullend recht van privaatrechtelijke aard.
3.Een regel van aanvullend recht.....read more
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Add new contribution