Gebaseerd op het collegejaar 2015-2016 van het masterprogramma Geneeskunde aan de UU....


Access options

The full content is only visible for JoHo WorldSupporter members with full online access.

  • For information about international JoHo WorldSupporter memberships, read more here.
  • Are you already a member?
    • During the account creation you can select 'I am a JoHo WorldSupporter Member with full online access'.
    • Became a member after you've created the account, or you upgraded your membership, then you can change the settings of your account on your WorldSupporter user page
  • or fill out the contact form

 

For Dutch visitors

Toegang tot pagina of document:

Word JoHo donateur voor online toegang

Je bent al donateur, maar je hebt geen toegang?

  • Log in, of maak een account aan als je dat nog niet eerder hebt gedaan op worldsupporter.org.
  • Bij het aanmaken van je account kan je direct aangeven dat je JoHo WorldSupporter donateur bent (met danwel zonder 'full online access', of je past dit later aan op de user page van je account
  • Kom je er niet uit, neem dan even contact op! Of check de veel gestelde vragen

Kom je er niet helemaal uit of heb je problemen met inloggen?

  • Lees de antwoorden op de meest gestelde vragen.
  • Of laat je helpen door één van de JoHo medewerkers door het online contactformulier in te vullen

-----------------------------------------------


JoHo WorldSupporter donateur worden

JoHo membership zonder extra services (donateurschap) = €5 per kalenderjaar

  • Voor steun aan de JoHo WorldSupporter en Smokey projecten en een bijdrage aan alle activiteiten op het gebied van internationale samenwerking en talentontwikkeling
  • Voor gebruik van de basisfuncties van JoHo WorldSupporter.org
  • Voor het gebruik van de kortingen en voordelen bij partners
  • Voor gebruik van de voordelen bij verzekeringen en reisverzekeringen zonder assurantiebelasting

JoHo membership met extra services (abonnee services) = €10 per kalenderjaar

€10 per kalenderjaar: Online toegang Only

  • Voor volledige online toegang en gebruik van alle online boeksamenvattingen en studietools op WorldSupporter.org en JoHo.org
  • voor online toegang tot de tools en services voor werk in het buitenland, lange reizen, vrijwilligerswerk, stages en studie in het buitenland
  • voor online toegang tot de tools en services voor emigratie of lang verblijf in het buitenland
  • voor online toegang tot de tools en services voor competentieverbetering en kwaliteitenonderzoek
  • Voor extra steun aan JoHo, WorldSupporter en Smokey projecten

Steun JoHo en steun jezelf door JoHo WorldSupporter donateur te worden

Direct Donateur Worden

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Why create an account?

  • Your WorldSupporter account gives you access to all functionalities of the platform
  • Once you are logged in, you can:
    • Save pages to your favorites
    • Give feedback or share contributions
    • participate in discussions
    • share your own contributions through the 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Medicine Supporter
Promotions
Image

Op zoek naar een uitdagende job die past bij je studie? Word studentmanager bij JoHo !

Werkzaamheden: o.a.

  • Het werven, aansturen en contact onderhouden met auteurs, studie-assistenten en het lokale studentennetwerk.
  • Het helpen bij samenstellen van de studiematerialen
  • PR & communicatie werkzaamheden

Interesse? Reageer of informeer

verzekering studeren in het buitenland

Ga jij binnenkort studeren in het buitenland?
Regel je zorg- en reisverzekering via JoHo!

Access level of this page
  • Public
  • WorldSupporters only
  • JoHo members
  • Private
Statistics
[totalcount]
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
WorldSupporter Resources
BulletPoints - Vrouwenziekten en Verloskunde (Gynaecologie) - Geneeskunde - UU

BulletPoints - Vrouwenziekten en Verloskunde (Gynaecologie) - Geneeskunde - UU


Anatomie vrouwelijk bekken

Raadpleeg de anatomische atlas voor de volgende structuren.

  • Het benige bekken bestaat uit: os sacrum, os coccygis, os coxae. os ileum (crista, SPIAS), os ischii (spina ischiadica en tuber ischiadicum), os pubis.

    • Foramen obturatorium

  • Lig. Sacrospinale: loopt van het os coccygis naar het spina ischiadica, waardoor het foramen ischiadicum majus wordt gevormd.

  • Lig. Sacrotuberale: loopt van het os coccygis naar het tuber ischiadicum, waardoor het foramen ischiadicum minus wordt gevormd.

  • Het pelvis minor en major worden van elkaar gescheiden door de bekkeningang.

  • Verschillen tussen een vrouwelijk en mannelijk bekken:

    • Man:

      • bekkeningang hartvormig

      • kleine subpubische hoek

      • bekkenuitgang ovaal

      • alla ossis illi staan meer omhoog (diep pelvis minor en major)

    • vrouw:

      • bekkeningang ovaal

      • grote subpubische hoek

      • bekkenuitgang rond

      • alla ossis illi staan meer horizontaal/plat (vlak pelvis major en minor)

  • Bekkenwand:

    • M. obturatorius internus (O: ramus superior os pubis en os ischii; I: trochantor major)

Verloopt door het foramen ischiadicum minus.

  • M. pyriformis (O: os sacrum; I: trochantor major)
    Verloopt door het foramen ischiadicum majus. De plexus sacralis loopt over deze spier.

  • Van craniaal naar caudaal structuren vanuit de bekkenholte tot aan de huid

    • Peritoneum

    • Fascie endopelvines

    • Bekkenbodemspieren = diafragma pelvis (elke spier heeft een eigen spierfascie)

  • Perineale spieren = verstevigen de hiatus urogenitalis et ani in de m. levator ani

  • m. coccygeus (O: os ischia; I:os coccygis)

  • m. levator ani (I: actus tendineus m. obturatorius internus)

(elke spier heeft zijn eigen spierfascie)

    • m. sfincter ani externus

    • m. bulbospongiosis

    • m. ischiocavernosus

    • m. transversus perineii superficialis

    • m. transversus perineii profundus

  • Huid

  • Subcutis = onderhuids vetweefsel

  • Fossa ischianalis

  • Interne genitaliën vrouw: vagina, fornix, uterus (corpus, fundus, isthmus, cervix), tuba uterina (infundibulum, fimbriae), ovarium.

  • Ondersteuning van de uterus:

    • m. levator ani (vormt het grootste gedeelte van de bekkenbodem en ondersteunt de uterus).

    • lig. Cardinale; belangrijkste ondersteunende ligament van de uterus. Hierin verlopen de a./v. uterina. De urether kruist de a./v. uterina achterlangs.

    • Corpus perineale (overgang van de m. bulbospongiosis en m. sfincter ani externus; draagt bij aan de ondersteuning van de uterus.

    • Lig. pubocervicale

    • Lig. sacrouterina

  • Lig. Latum (dubbelblad van het peritoneum over de uterus); zorgt voor bevestiging, maar geen ondersteuning van de uterus.

  • Lig teres uteri (verloopt door het lieskanaal; van de uterus naar de labia majora). Draagt bij aan de indaling van de ovaria; vormt samen met het lig. Ovarii proprium (ligament van ovarium naar uterus) het “gubernaculum”.

  • Lig. Suspensorium ovarium (verloopt van bekkenwand naar ovaria). Hierin verloopt de a./v. ovarica.

  • Externe genitaliën vrouw: vulva, mons pubis, labia majora, labia minora, clitoris, vestibulum, bulbus vestibuli, gl. Vestibularis major (=klier van Bartholin).

  • N. pudendus innerveert de externe genitaliën. Ontstaat uit de plexus sacralis en verloopt via het foramen ischiadicum majus het bekken uit. Vervolgen verloopt de zenuw via het foramen ischiadicum minus richting het perineum.

  • plexus hypogastricus inferior bevat gemende sympathische en parasympatische vezels die de bekkenorganen innerveren. Schade aan deze vezels kan leiden tot incontinentie voor urine of faeces en impotentie.

Meiose

  • Meiose is nodig voor de productie van geslachtscellen. Hierbij ontstaat uit een oudercel; vier dochtercellen met elk de helft van het aantal chromosomen (23 i.p.v. 46); haploïd i.p.v. diploïd.

  • Meiose 1:

    • Voorafgaand aan de meiose 1 wordt het DNA in de cel verdubbeld (replicatie). Elk chromosoom wordt gekopieerd, waardoor van elk chromosoom twee chromatiden aanwezig zijn (die aan elkaar vast zitten op de centromeer).

    • De chromosoomparen worden in het midden van de cel gerangschikt zodat de homologe chromosomen (1 van moeder en 1 van vader) tegenover elkaar komen te liggen. In dit stadium kan crossing over van genetisch materiaal plaats vinden.

    • Vervolgens worden de homologe chromosomen uit elkaar getrokken en deelt de cel zich. Er ontstaan 2 haploïde cellen (23 chromosomen elk bestaande uit 2 chromatiden).

  • Meiose 2:

    • Na meiose 1 ontstaat een tweede deling. De chromosomen van de dochtercel worden weer in het midden van de cel gerangschikt. De twee chromatiden van elk chromosoom worden vervolgens uit elkaar getrokken en de cellen delen opnieuw, waardoor haploïde cellen met enkele chromatide ontstaan.

  • Bij de ontwikkeling van eicellen ontvangt de ene dochtercel bij elke deling (meiose 1 en 2) steeds vrijwel al het cytoplasma en gaan de andere dochtercel ten gronde (het poollichaampje).

    • Het eerste poollichaampje ontstaat bij meiose 1; deze is haploïd (met 23 chromosomen). Elk chromosoom bestaat uit 2 chromatiden (één van elk paar homologe chromosomen).

    • Het tweede poollichaampje ontstaat bij meiose 2; deze is ook haploïd (met 23 chromosomen), maar elk bestaat uit een enkele chromatide.

  • Als de eicellen bij IVF geen poollichaampje bevatten, zijn de cellen niet rijp.

De menstruele cyclus

  • De hoge frequentie van ovulatie bij de mens, compenseert de relatief lage fertiliteit. Per ovulatie is er slechts 20% kans op een zwangerschap.

  • De gemiddelde duur van de cyclus is 28 dagen en bestaat uit:

    • Folliculaire fase

    • Ovulatie

    • Luteale fase = duurt altijd 2 weken.

  • De menstruele cyclus wordt gereguleerd door de hypothalamus-hypofyse-ovarium as.

    • Hypothalamus: geeft pulsatiel GnRH af

    • Adenohypofyse: geeft als reactie hierop LH en FSH af

      • FSH  stimuleert granulosacellen

      • LH  stimuleert thecacellen

    • Ovaria: thecacellen produceren androgenen. Deze kunnen diffunderen naar de granulosacellen. Die produceren uit androgenen met behulp van aromatase enzymen oestrogenen.

    • Oestradiol koppelt negatief terug op de hypofyse en hypothalamus

 

Steroïden sekshormonen

  • Vrije fractie in het bloed = biologische actieve fractie.

  • Steroïden lossen slecht op in water (vetachtige hormonen, geproduceerd uit cholesterol) en zijn daarom gebonden aan eiwitten in het bloed (SHBG = sex hormone binding protein).

  • Steroïden werken via een kernreceptor binnen de cel, doordat steroïden lipofiel/apolair zijn kunnen ze makkelijk door de celmembraan heen.

  • Concentraties steroïden in de man: testosteron (voorlopers DHEA en androsteendion) > oestrogenen

  • Concentraties steroïden in de vrouw: testosteron (voorlopers DHEA en androsteendion) > oestrogenen. Maar het grootste gedeelte van de testosteron is gebonden, waardoor niet actief.

De folliculaire fase

  • De eerste dag van de cyclus is de eerste dag van de menstruatie.

  • In het ovarium liggen primordiale follikels (=eicel met basaalmembraan en steuncellen) opgeslagen. Deze follikels gaan permanent (onafhankelijk van hormonen) in ontwikkeling tot antrale follikels (=holte met vocht ontstaan in de granulosacellen). Per cyclus liggen een aantal antrale follikels klaar. Vanaf het stadium van antrale follikel zijn er hormonen nodig om het follikel verder te laten rijpen.

  • Dag 1-8:

    • Als reactie op de dalende concentraties van oestrogeen en progesteron tijdens de menstruatie, stijgt de afgifte van FSH en LH. FSH stimuleert de rijping van de antrale follikels.

    • De granulosacellen van de follikels zullen oestrogenen gaan produceren, welke negatief terugkoppelen op de hypofyse. FSH zal dalen. Dit zorgt voor selectie van het dominante follikel (= het follikel met de meeste FSH-receptoren, de beste vascularisatie en de meeste granulosacellen).

    • Doordat het dominante follikel verder groeit, stijgt ook de oestrogeen productie.

  • Dag 9-14:

    • Wanner het oestrogeenconcentratie een bepaalde waarde bereikt, slaat de negatieve terugkoppeling om in een positieve terugkoppeling op de hypofyse. Er ontstaat een LH en FSH piek.

    • De LH piek is klinisch relevant:

      • Het zorgt ervoor dat de meiose is afgerond; eicel komt in metafase 2 (eicellen kunnen alleen in metafase twee bevrucht worden).

      • Het veroorzaakt een lytische reactie op follikel; waardoor blaasje knapt en eicel vrij komt = de ovulatie

      • Luteïnisatie van het follikel, waardoor het corpus luteum wordt gevormd. Er treedt een enzymshift op, waardoor de granulosacellen i.p.v. oestrogeen progestagenen gaan produceren.

    • De ovulatie treedt op 18 uur na de LH-piek

Luteale fase

  • Dag 14-15:

    • Het corpus luteum is gevormd en produceert progesteron (en oestrogenen). Hierdoor ontstaat een piek concentratie progesteron (1 week na de ovulatie).

    • In geval van geen zwangerschap:

      • LH houdt het corpus luteum in eerste instantie in stand en daarmee de progesteron productie.

      • Progesteron koppelt negatief terug; op hypofyse, waardoor LH daalt; het corpus luteum vergaat (dag 26-28).

      • Door de lage progesteron en oestrogeen spiegels wordt het baarmoederslijmvlies afgestoten.

      • Daarnaast stijgt LH en FSH weer (waardoor de cyclus weer opnieuw kan beginnen).

    • In geval van zwangerschap:

      • HCG productie door de trofoblast; houdt corpus luteum in stand.

      • Progesteron productie blijft en het baarmoederslijmvlies blijft intact.

Veranderingen tijdens de menstruele cyclus:

Het endometrium:

  • In de folliculaire fase van de cyclus bouwt het endometrium op onder invloed van oestrogenen; de proliferatieve fase.

  • Na ovulatie gedurende de luteale fase worden de klieren in het endometriumweefsel meer actief onder invloed van progesteron; de secretie fase. Hierdoor wordt het endometriumweefsel gereed voor innesteling.

  • Wanneer het corpus luteum in regressie gaat, dalen de progesteron en oestradiol spiegels. Dit leidt tot contracties (vasospasme) van de arteriolen in het opgebouwde endometrium, waardoor er ischemische necrose ontstaat. De superficiële laag van het endometrium wordt afgestoten. De vasospasme worden waarschijnlijk veroorzaakt door lokale productie van prostaglandines. Het menstruele bloed stolt niet ten gevolge van een fibrinolytisch systeem dat actief is in het endometrium.

 

Cervix slijm

  • Laat in de folliculaire fase, onder invloed van oestrogenen wordt de cervix toegankelijker voor zaadcellen. Het cervixslijm wordt helder en dunner, waardoor zaadcellen er gemakkelijk doorheen kunnen “zwemmen”. Daarnaast vormt het slijm draden, welke het transport naar de uterus faciliteren. De baarmoedermond gaat een beetje open staan.

  • In de luteale fase gaat de cervix weer dicht zitten. Het slijm wordt dikker/taaier waardoor het de cervix afsluit voor zaadcellen en bacteriën.

 

Andere klinische veranderingen:

  • Basale lichaamstemperatuur: de lichaamstemperatuur is gemiddeld 0,5 graad hoger vlak na ovulatie tot het begin van de menstruatie. Dit is het effect van progesteron op het temperatuurcentrum in de hypothalamus. De stijging van de lichaamstemperatuur blijft tijdens zwangerschap.

  • Borstweefsel: het borstweefsel is erg gevoelig voor oestrogeen en progesteron. De borsten zwellen gedurende de luteale fase (ten gevolge van de hoge progesteron spiegels).

  • Psychologische veranderingen: tijdens de cyclus worden verschillen in stemming opgemerkt; met name een verhoogde emotionele labiliteit tijdens de late luteale fase.

Anticonceptie

  • Mogelijke aangrijpingspunten van anticonceptie:

    • Endometrium: ontwikkeling van baarmoederslijmvlies remmen en daarmee implantatie van de bevruchte eicel verhinderen.

    • Cervix: doorgankelijkheid van het cervixslijmvlies verminderen.

    • Ovarium: remming van de productie van gameten door de follikelgroei te remmen en de ovulatie tegen te gaan

    • Tubae: doorgankelijkheid tubae tegengaan

    • Vagina slijmvlies: verhinderen van het beschikbaar komen van de spermatozoa

Methoden van anticonceptie

  • Coïtus interruptus: ejaculatie buiten de vagina

  • Methode van Billings: onthouding rondom de ovulatie

  • Condoom

  • Koperspiraal: de werking is als volgt:

    • Mechanisch: het vreemde lichaam in de baarmoeder veroorzaakt een steriele reactie in het baarmoederslijmvlies, waardoor dit niet goed wordt opgebouwd.

    • Toxisch: beïnvloedt motiliteit en capacitatie spermatozoa

    • Belangrijke bijwerking: menstruatie kan heviger verlopen

  • Hormonale anticonceptie

    • Combinatie oestrogeen en progestageen

      • Beschikbaar in de vorm van pil, pleister of ring.

      • Werking:

        • Oestrogenen: Het exogeen toegediende oestrogeen geeft een negatieve terugkoppeling op de hypofyse. Hierdoor wordt er minder FSH geproduceerd. FSH speelt normaal gesproken een rol bij de follikelrijping. Daarnaast heeft het ook effect op de ontwikkeling van het endometrium. Door oestrogenen is er daarnaast een verhoging van het Sex Hormone Binding Globuline (SHBG). Hierdoor zijn er minder vrije androgenen. Dit heeft effect op de huid, de haargroei en het libido.

        • Progesteron: De exogeen toegediende progesteron geeft negatieve terugkoppeling op de hypofyse. Hierdoor komt er geen LH piek en dus geen ovulatie. Daarnaast veroorzaakt het atrofie van het endometrium en wordt het cervixslijm minder doorgankelijk.

      • De pil wordt dagelijkse ingenomen op vaste tijdstippen. Door het first pass effect van de lever is de hormoonconcentratie in het bloed piekvormig. De pleister en ring geven meer constant hormonen af, waardoor de concentratie in het bloed constanter is.

      • De hormoonpleister is verminderd werkzaam bij overgewicht.

    • Progestageen alleen

      • Beschikbaar in de vorm van een pil, prikpil, implantaat of spiraal (IUD = intra uterine device)

      • Het implantaat en de spiraal zijn in staat tot gereguleerde afgifte. Bij de spiraal is deze afgifte met name lokaal.

  • Sterilisatie

    • Mannelijk geslacht

      • Vasectomie: doornemen van het vas deferens beiderzijds. Procedure vindt plaats onder lokale verdoving.

    • Vrouwelijk geslacht

      • Laparoscopische sterilisatie: onderbreken van de doorgankelijkheid van de tubae door knippen, dichtbranden of afbinden. Procedure vindt plaats onder algehele narcose.

      • Hysteroscopische sterilisatie: induceren van een obstructie van de toegang tot de tubae. Procedure vindt plaats onder lokale verdoving

 

Keuze voor anticonceptie

  • De keuze van anticonceptie is afhankelijk van verschillende factoren.

  • Een belangrijke factor is betrouwbaarheid. De betrouwbaarheid van anticonceptie kan worden aangegeven met de Pearl index. De Pearl index weergeeft het aantal onbedoelde zwangerschappen per 100 vrouwjaren (1200 expositiecycli). Ofwel: het aantal vrouwen dat zwanger wordt ondanks deze methode ervan uitgaande dat deze vrouwen het anticonceptiemiddel een jaar lang goed gebruiken.

  • Andere factoren waar rekening mee kan worden gehouden zijn: Veiligheid, Bijwerkinge, Seksualiteit, Gebruiksgemak, Bloedverlies, Gebruiksfouten, Verkrijgbaarheid, Leefstijl, SOA preventie, Vergoeding en kosten, Reversibiliteit, Voorgeschiedenis, Andere medicatie, etc.

Nood anticonceptie

  • Er zijn verschillende redenen voor nood anticonceptie. Denk hierbij aan een condoomongeval, het niet gebruiken van anticonceptie tijdens de vruchtbare dagen of het vergeten van meer dan 1 pil in de eerste stripweek indien voorafgegaan aan een stopweek.

  • Er zijn twee mogelijkheden:

    • Morning after pil (MAP): zonder recept verkrijgbaar bij de apotheek. Het bevat een hoge dosering progesteron. Het vertraagd de ovulatie en het werkt waarschijnlijk ook op het endometrium waardoor de implantatiekans kleiner is. Belangrijkste bijwerking is misselijkheid. Het is het meest effectief binnen 48 uur naar de coïtus. Het vermindert de zwangerschapskans met 85%.

    • Morning after spiraal (koper): door het plaatsen van een koperspiraal ontstaat toxiciteit voor de spermacellen en wordt een reactie in het endometrium tot stand gebracht, waardoor innesteling wordt voorkomen. Deze methode is nog effectief tot 5x24 uur na de coïtus. Dit omdat pas na 5 dagen innesteling plaatsvindt. Deze methode vermindert de zwangerschapskans met meer dan 99%.

Opties bij gefaalde anticonceptie

  • Er zijn verschillende opties bij gefaalde anticonceptie. De gekozen optie is afhankelijk van de termijn waarbij de zwangerschap wordt ontdekt.

  • <12 weken:

    • Medicamenteus

      • Mifepriston: antiprogestageen

      • Misoprostol: prostaglandine analoog

    • Overtijdbehandeling (tot AD 6 weken)

    • Zuigcurettage (abortus provocatus (APLA))

  • >12 weken

    • Curettage: dit wordt gedaan

  • Read more