NVK richtlijn - Geneeskunde - Dehydratie (uitdroging)
Differentiaal diagnose
De differentiaal diagnose bij kinderen onder de 1 jaar met ernstige dyspnoe bestaat uit bronchiolitis, een pneumonie, stamband dysfunctie, pneumothorax, longoedeem, aspiratie van een vreemd lichaam, anafylactische reactie met bijvoorbeeld een pinda of een anatomische afwijking. Bij de anamnese moet er worden gevraagd naar eerdere IC opnames, de laatste prednison kuur en de duur van de exacerbatie. Tevens moet er worden gevraagd naar de gebruikte medicatie en de respons hierop.
Ernstige en levensbedreigende astma
Als er deze volgende symptomen zijn, moet er gedacht worden aan ernstige astma. Het gaat hierbij om te kortademig zijn om te eten of te spreken, het hebben van intrekkingen en gebruik van hulpademhalingsspieren en een ademfrequentie van meer dan vijftig slagen per minuut. Ook kenmerken van een polsfrequentie van boven de honderd veertig slagen per minuut en een stille thorax zijn tekenen van een ernstige astma. Bij een levensbedreigende astma is er een verminderd bewustzijn en sprake van uitputting. Ook is er een sterk verminderde ademarbeid en een stille thorax.
Dehydratie
Bij dehydratie is er een te kort aan lichaamsvocht, dit is het geval intra- als extracellulair. Dit wordt hypotoon genoemd en dit betekent een natrium gehalte onder de honderd dertig mili mol per liter. De eerste handelingen bestaan uit het keuren van de ABC. De differentiaal diagnose van dehydratie bestaat uit:
aanwezigheid van diarree en braken
verlies in de derde ruimte
bij koorts, transpiratie, brandwonden
stoornissen van de nieren met verhoogd urineverlies
hormonale aandoeningen
medicijnen zoals diuretica
Anamnese en lichamelijk onderzoek
Bij de anamnese moet er gevraagd worden naar het gewicht, de inname van voedsel en drinken, de duur en de hoeveelheid van het vochtverlies, het hebben van dorst, of er sprake is van koorts en of er veranderingen zijn in het bewustzijn. Bij het lichamelijk onderzoek worden allereerst de vitale parameters beoordeeld. Tevens wordt er gekeken naar het bewustzijn, de turgor van de huid, de slijmvliezen en de positie van de ogen. Daarnaast wordt er een algeheel lichamelijk onderzoek en een oriënterend neurologisch onderzoek uitgevoerd.
Behandeling
Bij dehydratie heeft de voorkeur altijd het geven van orale rehydratie. Orale rehydratie kan niet worden gegeven indien de patiënt suf of in coma is, bij een acute buik of ileus en bij aanhoudend braken en diarree. In een aantal gevallen moet er dus intraveneuze rehydratie worden gegeven, maar altijd moet er zo snel mogelijk worden overgegaan op orale rehydratie.
Hieronder staan de indicaties waarvoor opname geïndiceerd is;
bij een kind onder de twee maanden oud met meer dan vijf procent dehydratie
bij een kind ouder dan twee maanden met meer dan tien procent dehydratie.
indien de ouders niet in staat zijn om de orale dehydratie aan het kind toe te dienen.
indien kinderen de ORS niet verdragen
bij het niet aanslaan van de orale rehydratie
ook altijd verwijzen als de diagnose onzeker is of als het kind ongewoon geprikkeld of suffig is.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Work for JoHo WorldSupporter?
Volunteering: WorldSupporter moderators and Summary Supporters
Volunteering: Share your summaries or study notes
Student jobs: Part-time work as study assistant in Leiden
Search only via club, country, goal, study, topic or sector









Add new contribution