HC 1: Inleiding Sv en EVRM
Aard en doel van de strafvordering
Hoofdoel: verzekering juiste toepassing materieel Sr. Hoe doe je dat in het concrete geval? Met het formele strafrecht.
Hij die… schuldige.. Maar het herbergt een zekere risico. Je kan denken de juiste te hebben gepakt, maar hoeft niet zo te zijn. Dus:
Tweeledig: bestraffing schuldige, voorkomen bestraffen onschuldige
Voorkomen bestraffen onschuldige weegt zwaarder. Zie art. 338 Sv: wettige bewijsmiddelen nodig. Rechter heeft overtuiging nodig (persoonlijke overtuiging).. Hoe krijg je die overtuiging? Wat is voldoende zekerheid? Bij zedenzaken erg weinig bewijs.. dus erg lastig.
Welke twijfel is aanvaardbaar? Hoeveel wettelijk bewijs moet je hebben? Wat is voldoende zekerheid?
Waarborgen bij zware en lichte delicten verschillen → Bij zeer geringe feiten zal er geen groot onderzoek ter zitting zijn (kentekenaansprakelijheid met schuldbeginsel.. gering feit).
Er kunnen ook nog materieel rechtelijke issues zijn.. Is er wel opzet? Voorwaardelijk opzet? Wat is een aanmerkelijke kans.. HR heeft wel wat handvatten gegeven, maar het is slecht te koppen aan een kanspercentage..
Nevendoelen:
Zit een zekere spanningsveld in.
Eerbiediging rechten en vrijheden verdachte
Zwijgrecht en cautieplicht (art. 29 Sv)
Limitering voorarrest
Eerbiediging rechten en vrijheden anderen. Slachtoffers bijvoorbeeld.
Slachtoffer bij zedenfeit. In hoeverre is het mogelijk om diegene toch te onderwerpen aan een stevige verklaring ten behoeve van verdachte/verdediging? Of juist afschermen.. Want het is al een keer gebeurd. Eerbiediging rechten slachtoffer..
Beperking getuigplichten (secundaire victimisatie)
Slachtoffer als benadeelde partij
Recht om te verschonen (verdachte is familielid bijv)
Procedurele rechtvaardigheid. Rol slachtoffer is van steeds grotere betekenis. Moet tot uiting komen. Actief: Spreekrecht slachtoffer. Of passief: leed ondervraging moet voorkomen worden..
Recht op laatste woord
Spreekrecht slachtoffer
Interne aangelegenheid. Iedereen die er aan deelneemt. Alles eraan gedaan om iedereen de kans te geven om te spreken/gehoord worden. Maar procedureel best onhandig dat slachtoffer tegen verdachte spreekt.. Dus op voorhand slachtoffer. Want verdachte is niet op voorhand dader.. Dus best een spanning.
Demonstratiefunctie. Not only must Justice be done, it must also be seen to be done. Recht moet transparant zijn. Ook niet dat er de schijn van een verkeerde procedure wordt gewerkt.
Rechter moet onpartijdig zijn. Maar schijn van partijdigheid mag er ook niet zijn. Dit kan al aanleiding zijn van een wrakingsprocedure.
Hoofddoel dus: bestraffen beschuldigen en voorkoming bestraffing onschuldigen?
Materiële waarheid centraal, ter illustratie
Actieve rol rechter (zittende magistraat)
Bijvoorbeeld de rol van de rechter bij verhoren: Art. 286 lid 1/ art. 286 lid 4/ art. 292 lid 1 en 2/ art. 315 lid 1 Sv rechter regiseert de verhoren
Actieve rechter past in inquisitoir strafproces. Maar ook wel accusatoire trekken.
Wel meer conctradictoir geworden door EHRM. Opstelling procespartijen is van steeds grotere betekenis geworden. Van verdediging mag meer worden verwacht voor de waarheidsvinding. Als iets in eerste aanleg is bepaald, dan kun je niet vaak bij de HR nog klagen over kwesties wat niet naar voren is gehaald door verdediging. Ook al zou je een punt hebben. Je had het maar eerder moeten aanhalen.
Magistratelijke rol OM (rechtelijke macht, staande magistraat)
OM kan ook tot vrijspraak vorderen. Gerechtvaardigde belangen van de verdachten dienen geacht te worden.
OM komt uit inquisitoir stelsel.
Oorspronkelijk verlengstuk rechters
Nu anders: leider opsporing; belast met OM-afdoening; dominus litis.
Taakopvatting nog altijd magistratelijk:
OM beslissen ogv materiële waarheid nastreven → oog voor gerechtvaardigde belangen vedrachte
Opportuniteitsbeginsel: algemeen belang bij betrekken
vb. Regeling kennisneming processtukken (art. 30 e.v. Sv)
Regeling rechtsmiddelen
Hoger beroep
Nieuwe behandeling. Vragen 348, 350 moet de beroepsrechter helemaal door heen. Van groot belang in verband met materiële waarheid. Maar in de praktijk wordt er wel gelet op het kostenplaatje..
Voortbouwend appel: niet overdoen daar waar de beslissing juist is. Kan alsnog anders zijn als de beroepsrechter wel een andere waarheid ziet, terwijl de verdachte dat niet vindt.
Cassatie
I.b 79 RO, maar nu ook belang centraal (80a RO) en daarmee materiële waarheid. Belang verdachte staat centraal dus component materiële waarheid
In kracht van gewijsde gegaan, maar toch grote fouten gemaakt, zaak moet opengebroken kunnen worden, om recht te doen voor de materiële waarheid:
Herziening ten voordele (voor de veroordeelde)
Art. 457 Sv
Dronken broer- arrest: iemand was veroordeeld maar achteraf bleek dat het anders was gegaan. Degene die was doorgereden na ongeval was beschuldigd en veroordeeld ter zake van rijden onder invleod. Maar het was de broer van diegene. Die broer had geen rijbewijs. Hij reed omdat zijn broer dronken was. Dus veroordeelde was niet degene die achter stuur was gereden. Leidde tot herzienng ten voordele. Degene die wel achter het stuur was kon niet ter verantwoording worden geroepen. Want je kan niet meer controleren of op dat moment alcohol is gedronken. En rijden zonder rijbewijs was verjaard..
AG Van Dorst: uit de verklaringen van aanvrager, diens broer Michel en O. Ph. blijkt dat deze misdrijven niet zijn begaan door aanvrager maar door diens broer. Voorts blijkt daaruit dat de drie hebben afgesproken dat aanvrager de rol van bestuurder op zich zou nemen omdat zijn broer geen rijbewijs had.
Materiële waarheidsvinding werkt dus zo erg door dat we onschuldigen uit de volstrekken straf willen trekken. Maar ja deze man is er moedwillig ingestapt dus wel een zekere spanning (misbruik van procesrecht in deze zaak)
Herziening ten nadele (van de vrijgesprokene)
Art. 482a Sv, oa nova en falsa
Lid 3:beperking
• nova alleen 1. geloofwaardige bekentenissen verdachte of ‘medeverdachte’; 2. resultaten technisch onderzoek
Afweging materiële waarheid/ rechten verdachte (ne bis in idem) → Lastige afweging. Je wil onschuldige niet laten vrijlopen als je toch weet dat hij het was. Maar ne bis in idem (het moet ooit eens afgelopen zijn): is ook een erg groot belang.
Het gaat hier niet met art. 68 Sv. (herziening ten nadelen gaat binnen herziening om de zelfde procedure.. ) → Maar het levert wel spanning op met het beginsel van ne bis in idem: namelijk na ogenschijnlike zekerheid er weer worden ingetrokken..
EK: 1 stem verschil
Inleiding EVRM
Grote europa:
Raad v. Europa
47 Lidstaten
EVRM
Themaverdragen (bijv. seksueel misbruik kinderen/mensenhandel/cybercrime)
Niet leden: sommige themaverdragen zijn wereldwijd van betekenis.
Kleine Europa:
EU
27 Lidstaten
VEU/VWEU
Handvest
Richtlijnen
EVRM
Art. 2 recht op leven
Art. 3 verbod van foltering / onmenselijk beh.
Art. 4 verbod van slavernij / dwangarbeid
Art. 5 recht op vrijheid / veiligheid (voorarrest bijv)
Art. 6 recht op eerlijk proces
Art. 7 legaliteit
Art. 8 recht op privéleven
EVRM/EHRM
a. veroordeling van de staat (verdragsstaat)
b. methode nakoming is vrij (‘vrij’) → Hoe ze tot het resultaat van de bepaling komen.
c. margin of appreciation
d. procedurele toetsing van feitelijke oordelen → Hoe is het gerecht tot feitelijke oordeel gekomen?
e. geen toetsing van wettelijke regelingen sec → Je moet wachten tot er nadeel plaatsvindt.
f. casusgebonden oordeel → Hangt vaak af van de omstandigheden van het geval af..
g. uitleg gericht op daadwerkelijke rechtsbescherming
h. autonome begripsvorming → Inhoud en strekking van bepaling is autonoom.. Zie Ozturk v. Duitsland
Ozturk v. Duitsland
O. botste tegen geparkeerde auto. Boete van 60 DM O. stelde verzet in. Werd gehoord in bijzijn tolk; trok daarna verzet in
Verdachte moet kosten tolk bij openbare behandeling betalen. Verenigbaar met art. 6 EVRM? Dus zelf betalen voor goed volgen van de zaak, is dat in strijd met 6 EVRM?
Ozturk dient klacht in tegen Duitsland
Art. 6 EVRM. Bijstand moet kosteloos bij strafszaken.
Verweer Duitsland: art. 6/3/e nvt: geen criminal charge. Dit was Ordnungswidrigkeit. Vgl. in Nederland; bestuurlijke boete WAHV → Dus uit het strafrecht gehaald, nu in bestuursrecht. Dus stukje was eerst van toepassing, nu niet meer want geen strafrecht meer.
par. 49:
• Staten mogen onderscheid maken tussen soorten strafbare feiten. Maar als lidstaten door een feit anders te benoemen toepassing van art. 6 EVRM konden uitsluiten zou dat tot resultaten leiden die onverenigbaar zijn met object and purpose van het verdrag. → Dus materieel moet alsnog aan de voorwaarde worden voldaan
Par. 50: criminal charge:
1. behoort feit nationaal tot strafrecht?
2. wat is het karakter van de overtreding? In deze casus gaf het karakter doorslag.
3. aard en zwaarte straf?
Par. 53: crit. 2 hier doorslaggevend
Duitse staat werd veroordeeld.
a. Veroordeling Staat. Duitsland staat terecht.
b. Staten vrij in methode. Aparte regeling Ordnungswidrigkeiten geen probleem. Ov. 56.
e. Geen toetsing wettelijke regelingen , maar de manier waarop het totstand is gekomen. en f. Casusgebonden oordeel. Vgl. ov. 58. Maar vraag is wel of wet moet worden aangepast…
g. Uitleg verdrag gericht op daadwerkelijke rechtsbescherming en h. Autonome begripsvorming. Eigen interpretatie ‘criminal charge’ in licht object and purpose verdrag.
Consequenties arreste zoals Ozturk v. Duitsland.
Wetgever
kan dus niet door vormgeving regels aan EHRM ontsnappen; vgl. voor ons de WAHV, bestuurlijke boete en strafbeschikking
Staten kunnen zich er niet aan onttrekken
(OM en) rechter
Moeten ook rekening houden met eisen die het evrm stelt.
rechtspraak EHRM eigen kader
bij toepassing NL-Sv steeds rekening mee houden
Positieve verplichtingen
EVRM bevat uitdrukkelijke negatieve (en positieve) verplichtingen
Ook wat expliciete positieve verplichtingen: binnen afzienbare tijd voor rechter ter rechtmatigheid vrijheidsbeneming.
Relatief nieuw leerstuk = impliciete POSITIEVE VERPLICHTINGEN → Worden ingelezen in bepaling evrm.
bijv. m.b.t. zedenzaken
- Materieel Sr : reikwijdte ‘verkrachting’ → Verplichting om strafbaarstelling
- Formeel Sr : nader onderzoek nodig? → Er moet wat gebeuren bij vermoeding strafbaar feit..
Maar positieve verplichtingen niet altijd duidelijk.. dus leerstuk is in ontwikkeling. Relatief weinig uitspraken om harde conclusies te trekken.
Van oorsprong EVRM instrument om burgers te beschermen tegen macht van overheid (dus veel verplichtingen voor overheid om iets NIET te doen. Niet bemoeien met vrijheid van burgers) → negatieve verplichtingen.
Terugblik
hoofd- en nevendoelen strafvordering
soms/vaak spanning
bijv. herziening ten nadele: materiële waarheid versus ne bis in idem.
vrijheid / gebondenheid nationale wetgever
EVRM, EU-recht etc. stellen eisen
daarin ook spanning (verdachte, slachtoffer, getuigen etc.)
HC 2: Voorbereidend onderzoek
Alles wat aan eindonderzoek (terechtzitting) vooraf gaat.
Vooronderzoek en opsporing
Legaliteit: vooronderzoek moet binnen de regels gaan.
Taakstelling en bevoegdheid
Begrippen en afbakening
Legaliteit en overheidsoptreden
Art. 1 Sv: alles moet volgens de wet. Strafvordering moet stroken met de wetgeving die daarvoor is. Deze bepaling is strikt genomen niet nodig want ook nog Gw en EVRM. Effect de jure blijft als bepaling er niet was.
Wat de burger mag, mag de overheid niet zonder meer ook. Wat de burger doet heeft in de regel niet de consequenties van wat het zou hebben als opsporingsambtenaar doet. Bijv. zeer lange gevangenisstraf. Alle activiteiten moeten dus gewoonweg geregeld zijn.
Wanneer is iets voldoende geregeld? Wanneer vindt iets in voldoende mate grondslag in wet in formele zin?
Niet alles is trouwens expliciet geregeld. Er zijn dus krachten die altijd corrigerend kunnen werken
Doelbinding (verbod detournement de pouvoir) → Bijv. inzage in politieregisters (strafblad). Degene met toegang mogen er alleen in kijken als dit nodig is. Niet in elk geval. Alleen als bevoegdheid er is. Dit wordt wettelijk geregeld.
Proportionaliteit en subsidiariteit → Indien er qua bepaling onvoldoende duidelijkheid is normen de prop en de subs.
Maar niet alles is te regelen.. We kunnen niet elke denkbare opsporingsmethode tot in detail regelen. Dit kan niet uitputtend worden beschreven waarschijnlijk. Je mag niet zomaar wet doen als het niet is geregeld. Maar ruimer beschrijven van bepalingen die je hebt. Wel spanning met legaliteit maar die moet er zijn.. Enerzijds legaliteit anderzijds rechtstatelijkheid.
Taakstelling & bevoegdheid
Wie hebben de bevoegdheden? Opsporingsambtenaren.
141 Sv ‘gewone’ opsporingsambtenaren (politie, ovj, hulpovj, koninklijke marechaussee (onder omstandigheden), fiod ) → Je werkterrein is erg breed. → Taakstelling geeft politie bevoegdheden
142 Sv buitengewone o.a.’s (boa’s) → Thematisch bevoegdheid toebedeeld → Werkterrein wat beperkter. → Boswachter bijv in zijn of haar bos tav bepaalde optreden, leerplichtambtenaar/handhaver in openbare ruimte.
127 Sv : oa’s = alle personen met opsp. belast
In beginsel is een taak ook een bevoegdheid, zie later dit hc.
De politie → (art. 2 jo. ) art. 3 Politiewet 2012:
De politie heeft tot taak in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag (politie heeft nooit autonome bevoegdheid → Geen politiestaat dus) en in overeenstemming met de geldende rechtsregels te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven. → Dit artikel geeft politie ook bevoegdheden.
Rechtsorde: Strafrechtelijk (ovj baas)
Rechtsorde: Niet strafrechtelijk (burgermeester baas)
En verlenen van hulp aan burgers (burgermeester baas)
Alles binnen de grenzen van prop en subs
Daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde: (1)
art. 11 Politiewet 2012:
1. Indien de politie in een gemeente optreedt ter handhaving van de openbare orde en ter uitvoering van de hulpverleningstaak, staat zij onder gezag van de burgemeester. (niet strafrechtelijk)
Daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde (2)
art. 12 Politiewet 2012:
1. Indien de politie optreedt ter strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde, dan wel taken verricht ten dienste van de justitie, staat zij, tenzij in enige wet anders is bepaald, onder gezag van de officier van justitie. (wel strafrechtelijk)
ook: 148 Sv → Ovj is leider van onderzoek en geeft er sturing aan. → Politie doet vaak wel het echte werk. Die draait vaak grote zaken zelfstandig (ovj kijkt natuurlijk wel mee en verleent juridisch steunt door toestemming te geven aan bepaalde bevoegdheden)
Het driehoeksoverleg: overleg tussen burgermeester, ovj en politie. Thematiek overlapt natuurlijk met elkaar. Dus als politie van burgermeester ene hoort en van ovj ander hoort is dat natuurlijk onpraktisch. Dus goed dat dat wordt gecoördineert.
Indringendheid en beslisser
Simpele dingen en vrij duidelijke zaken, bijv. heterdaad situatie: opsporingsambtenaar en wij allemaal. → Mag zelfs proportioneel geweld gebruikt worden. Onverwijld aan politie overdragen.
Iets lastiger, bijv als er geen heterdaasd meer is → Ovj moet toestemming geven. Bij aanhouding buiten heterdaad is dus toestemming van ovj van nodig.
Vrijheidsbeneming die wat langer duurt → Inverzekeringstelling: politie. Maar bij verlenging rechter. RC/Rb.
Dus hoe indringender hoe hoger op het wordt gezocht.
Taakstelling ook bevoegdheid ? In beginsel dus wel (ingebakken zit meestal de bevoegdheid), maar let op:
ja i.b. wel, maar denk aan legaliteit
Enkele feit dat je taak hebt gekregen betekent niet dat je daarmee alles mag. Tot aan verregaande opsporingsmethoden. Dit zou juist problematisch zijn.
dus : indringendheid ↑ → noodzaak specificatie ↑
• vgl. EVRM: alleen ‘in accordance with the law’ als law ‘particularly precise’ is → Dus het moet preciez beschreven worden hoe meer indringend het is. Dus bij aftappen telefoon kan je niet op equivalent art. 3 politiewet doen. Je moet precieze bepaling voor hebben.
betekent : 141/142 en 3 Polw lang niet altijd genoeg → Aparte bepalingen voor. Bijv. 126 tot 127 Sv.
bevoegdheden maar ten dele expliciet geregeld, dus belangrijke kwestie → Veel werkwijzen nog niet beschreven.
Val je niet onder een bepaling? zo nee, mag het dan? dan gaat het in het bijzonder om 141/142 en 3 Polw. Bied die voldoende zekerheid/bevoegdheid voor het uitoefenen van nieuwe werkzaamheden?
Hoe ver gaat de bevoegdheid?
Zwolsman-arrest (NJ 1996/249): Wanneer biedt art. 3 Polw grondslag voor bepaalde opsporingsmethode?
ook bij een beperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer is (thans) art. 3 Polw daarvoor toereikende wettelijke grondslag
i.c. vuilnissnuffel. HR: behoeft geen uitdrukkelijke grondslag dan art. 3 Polw.
Dus voor methoden die niet meer dan beperkte inbreuk opleveren is art. 3 Polw voldoende.
Rechtspraak is vrij casuïstisch..
Warmtebeeldkijker (NJ 2009/225) → kijker waarmee je beeld krijgt van verschillend objecten met verschillende temperaturen. Je kunt mensen volgen. Door muren heen.Hier werd het gebruikt om een uitspringende warmtebron lokaliseren. Daar moet was aan de hand zijn (hennepplantage).
De opvatting dat elk gebruik van een warmtebeeldkijker waarbij (van buiten) de zich in de woning van een verdachte bevindende warmtebron wordt gemeten — en waardoor i.c. het vermoeden van de aanwezigheid van een hennepplantage in de woning van de verdachte werd bevestigd — zo’n inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van de verdachte, dat [art. 3 Politiewet] daarvoor geen grondslag kan bieden, is onjuist. → Warmtebeeldkijker heeft niet zonder meer specifiek bepaling nodig.
Bepaald gebruik kan wel over grenzen heen gaan.. maar vrij kortstondig gebruik met doel om in een oog opslag zien wat er aan de hand is. Dit maakt niet zonder meer inbreuk dat algemene bepalingen onvoldoende kunnen zijn.
Dus voor het gebruik van technisch hulp middel geen algemene regel. Maar niet elk gebruik maakt dus niet meer dan beperkte inbreuk op persoonlijke levenssfeer.
Pseudoverkoop (HR 2011:BP0070; NJ 2012/159) → Doorlaten van drugs om de grote jongens te volgen.. je laat grote mate van producten moedwillig de maatschappij invloeien. Hier ging het om paracettemol. Politie werkte samen met bedrijf dat zou leveren aan verdachte. Die zou het gebruiken voor illegale doeleinden (versnijden van paracettemol ter aanvulling van harddrugs) → Dit dus doorlaten gaan en burgers erbij betrekken om toch te leveren. Hiervoor ontbreekt een specifieke bepaling. Want te gevaarlijk voor maatschappij en lastig om te monitoren in hoeverre verdachte op ideeën is gebracht door politie en justitie (uitlokking). Dit waren geen illegale goederen. Kon het hier dan wel?
HR: aan WvSv ligt de gedachte ten grondslag dat opsporingsmethoden die zeer risicovol zijn voor de integriteit en beheersbaarheid van de opsporing, dan wel die een inbreuk maken op grondrechten en vrijheden van burgers een voldoende specifieke wettelijke basis behoeven in de wet.
HR : … Gelet hierop moet voor een niet specifiek in de wet geregelde wijze van opsporing als in deze zaak aan de orde, worden aangenomen dat de opsporingsautoriteiten alleen bevoegd zijn haar in te zetten indien zij
geen disproportionele inbreuk maakt op grondrechten van burgers (dus bij ernstige zaken sneller sprake van niet disproportionele inbreuk) (in zwolsman niet meer dan beperkte inbreuk) en
de levering van goederen niet zeer risicovol is voor de integriteit en beheersbaarheid van de opsporing. → Extra eis. → Geen disproportionele inbreuk op grondrechten burgers, maar methode die toch risicovol is voor integriteit en beheersbaarheid van de opsporing. Dan kan er toch sprake zijn van onrechtmatige opsporting. Politiewet en Sv onvoldoende grondslag. (dus aanvulling van zwolsman)
In een concrete zaak: Je moet de criteria weten. En redelijke toepassing. Verwijzen naar dat het erg casuïstisch is.
Misleiding (HR:2018:18) Er was sprake van diestal en overval. Techniek politie: afzonderlijke verhoren nieuwe informatie inbrengen die niet klopt. Dus liegen tegen de verdachten. Ene verdachte krijgt iets anders te horen dan andere. Misschien verklaart de een iets tov het ander? Mag dit?
politie meldde verdachte en medeverd. dat naast de werkelijk weggenomen buit ook een fictieve buit is weggenomen met als doel een gesprek tussen beide verdachten over de overval op gang te brengen.
HR: vlgs Hof niet meer dan een beperkte inbreuk en niet zeer risicovol is geweest voor etc. (…) → dat oordeel geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting & is niet onbegrijpelijk → Op basis van de algemene taakstelling mag dit dus.
N.B. heel casuïstisch!
HIT-surveillance (HR:2021:80) In bepaalde wijk gaat veel mist. Dus daar wil overheid wat mee. HIT: er wordt geobserveerd. Jongens worden vaak en op de zelfde plek in de gaten gehouden. Langdurige observaties: Hiervoor is 126g Sv
Observaties buiten 126g Sv om, kunnen onrechtmatig zijn als die observaties geschikt zijn om een min of meer compleet beeld te verkrijgen van bepaalde aspecten van het persoonlijk leven van de betrokkene
Geschikt? hangt mede af van de plaats, duur, intensiteit en frequentie, en ook evt gebruik van technische hulpmiddelen.
niet een min of meer compleet beeld…? dan is inbreuk persoonlijke levenssfeer in de regel zo beperkt dat 3 Polw en art. 141 Sv toereikende grondslag biedt
voor zo’n beperkte observatie is geen verdenking in de zin van artikel 27 lid 1 Sv vereist.
Het hof heeft geoordeeld dat met deze surveillance geen observatie heeft plaatsgevonden waarmee een min of meer volledig beeld is verkregen van bepaalde aspecten van het privéleven van de verdachte en dat daarom artikel 3 Politiewet 2012 en artikel 141 Sv een toereikende grondslag vormen voor die surveillance. Dat oordeel getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting. Het is verder niet onbegrijpelijk, in aanmerking genomen de volgende vaststellingen van het hof
de waarnemingen door de leden van het HIT beperkten zich tot wat zich afspeelde op de openbare weg op en om specifieke locaties in de wijk (de “hotspots”), zonder dat daarbij een technisch hulpmiddel – zoals een op een woning of een hangplek gerichte camera – is gebruikt;
deze locaties vielen deels samen met de leefomgeving van de verdachte en de tot dezelfde groep jeugdigen behorende medeverdachten, maar niet met de plaats van school, werk en/of opleiding, en sport; → Dan heb je al compleet ander beeld van iemands leven..
het doel van de surveillance was niet om een min of meer compleet beeld van het leven van de verdachte en de medeverdachten te krijgen maar om informatie te verzamelen over zaken zoals met wie de verdachte en de medeverdachten zich daar bevonden, in welke voertuigen zij reden en welke kleding zij droegen en om overlast in de wijk terug te dringen door het in contact komen met de jeugd volgens het principe ‘kennen en gekend worden’;
de surveillance werd kenbaar uitgevoerd door vier doorgaans in uniform geklede HIT-leden;
de verdachte en de medeverdachten kenden de HIT-leden, gebruikten bijnamen voor hen en waarschuwden elkaar onderling voor hun komst.
HIT best vaak surveillance en niet volledig beeld krijgen kan dus ogv art. 3 politiewet en 141 Sv.
Algemene taakstelling is dus ontzettend belangrijk. Als er geen specifieke grondslag is dus kijken naar of art. 3 Polw of 141 Sv een voldoende grondslag bied door middel van de arresten.
Als er geen bijzondere bepaling is noch art. 3 Polw en 141 Sv dan onrechtmatig. Dit kan ook zijn dat een bepaling er is maar er is sprake van misbruik bevoegdheid of de props en subs zijn evident niet in acht genomen. Dan is er sprake van overschrijding bevoegdheid.
Overschrijding bevoegdheid
in veel contexten van belang (n.b. dus: context kan verschillen)
Bijv. 180 Sr
• Hij die zich met geweld of bedreiging met geweld verzet tegen een ambtenaar werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, of tegen personen die hem daarbij krachtens wettelijke verplichting of op zijn verzoek bijstand verlenen, wordt als schuldig aan wederspannigheid gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
Moet worden bewezen dan amtenaar werkzaam in de rechmatige uitoefing van zijn bediening werkte.
Komt vaak voor bij zeer hardhandige arrestaties.
Was de uitoefening van de bediening (aanhouding bijv) rechtmatig?
Bijv. 184 Sr lid 1 Sr Niet voldoen aan ambtelijk bevel.
• Hij die opzettelijk niet voldoet aan een bevel of een vordering, krachtens wettelijk voorschrift gedaan door een ambtenaar (…) → wel bevoegdheid bevelen, maar 3 Polw niet voldoende!
• alsmede hij die opzettelijk enige handeling, door een van die ambtenaren ondernomen ter uitvoering van enig wettelijk voorschrift, belet, belemmert of verijdelt, (tegenwerking politie en justitie) → 2 e deel: bevoegdheid én 3 Polw voldoende
• wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.
Als rechtstaat wil je dat de grondslag van het bevel en de vordering helemaal klopt. Dus 184 Sr uit een speficieke bepaling die bevoegdheid heeft.
1 e deel: wel bevoegdheid bevelen, maar 3 Polw niet voldoende!
Dus als vordering alleen is gebasseerd om 3 Polw. Is dit onvoldoende.
2 e deel: bevoegdheid én 3 Polw voldoende
… verklaring: principieel verschil? Evt:
Plicht tot meewerken (meer specifieke bepaling nodig)
Plicht om niet tegen te werken
Bijv. 447e Sr identificatieplicht
• Hij die niet voldoet aan de verplichting om een identiteitsbewijs ter inzage aan te bieden (…), hem opgelegd krachtens (…), wordt gestraft met geldboete van de tweede categorie.
bevoegdheid tot vorderen? Je mag er als politie niet zomaar naar vragen. Er moet sprake zijn van redelijke taakuitoefening. Bijv. getuigen voor misdrijf.
Geen draagplicht. Maar je moet hem wel kunnen vertonen. Dus de facto wel draagplicht. Als er wel draagplicht is mag je wel zomaar vragen.
Als er zomaar naar je idee wordt gevraagd dan onrechtmatig
Bijv. 359a Sv (!) (sanctionering vormverzuimen, zie boek H15)
Er kunnen vormverzuimen zijn buiten 359a Sv.
359a SV: voorbereidend onderzoek. In week 5.
maar n.b. beperking : ‘bij het voorbereidend onderzoek’
Onrechtmatigheid kan strafvordelijk doorwerken. In de strafzaak zelf worden hieraan conclusies gebonden. Bijv. n-o om/ strafverlaging/ bewijsuitsluitng
Komt later nog aan de orde.
belang : zicht op terminologie en begripsafbakening →
Voorbereidend onderzoek
= ‘vooronderzoek’
132 Sv onderzoek dat a/d behandeling ttz voorafgaat (‘eindonderzoek’)
relateren aan ‘opsporing’ →
Opsporing
132a Sv onderzoek
in verband met strafbare feiten
onder gezag van de OvJ
met als doel : nemen van Sv-beslissingen
vroeger verdenkingseis, maar dat was kwetsbaar →
NJ 1987/564 & NJ 1988/511 (‘Schaduw’-arresten)
Mensen worden gevolgd , schaduwen → melding over inbraak → aanhouding mensen om te kijken of ze er iets mee te maken hebben.
schaduwen = opsporing/Sv? HR (toen): nee. Dus enkele schaduwen is niet opsporen. Nu wel als je kijkt naar het doel. Nu is namelijk 132a Sv van toepassing. → Dus dan wel verbaliseringsplicht (152 Sv)
141 dus n.v.t., [3 Polw] wel (n.b. en ‘Sr handhaving rechtsorde’)
máár door n.v.t. Sv, ook verbaliseringsplicht n.v.t. (152 Sv)
op deze ‘vroegsporing’ weinig controle
Dit is een stukje geschiedenis.
NU: ruime definitie 132a Sv. Wat is het doel? Is het doel Sr-ingrijpen? Zo ja, dan opsporing. Dus mogelijke strafrechtelijke handhaving rechtsorde en opsporing is gelijk geschakeld. Dus zodra 141Sv start is opsporing ook gestart en andersom.
Voorbereidend onderzoek begint dus ook als de opsporing begint. Voorbereidend onderzoek eindigt bij onderzoekt ter zitting. Maar opsporing eindigt kan dan doorgaan.
De verschillende vormen van opsporing:
Klassieke opsporing (opsporing naar aanleiding van strafbaar feit. heterdaad/aangifte.
Repressieve controle (mogelijk strafbaar feit). Alcohol en verkeerscontrole. Het mag opsporing genoemd als het is ingesteld om daders te vinden. Dit kan ook preventief om te voorkomen dat mensen met een slok gaan rijden. Meer in de sfeer van controle bevoegdheden (bestuursrecht). Het kan ook samengaan. Sfeer cumulatie geet dat.
Proactieve opsporing (focus op toekomstig strafbaar feit)
Inlichtingenwerk (ook om zicht te krijgen op strafbare feiten)
Verkennend onderzoek (doorlichten van bepaalde handelssectoren als er aanleiding is om bepaalde misstanden aan te nemen
Met opsporing is toepassing Sv begonnen. Dus erg relevant.
HC 3: Rechter / OM
Rol rechter en OM
Rechter:
Inleiding 6 EVRM-onderdelen
6 EVRM is erg belangrijk.
Article 6. - Right to a fair trial
1.
In the determination of his civil rights and obligations or of any criminal charge against him, everyone
is entitled to a fair and public hearing within a reasonable time
by an independent and impartial
tribunal → = ‘judicial function’ dus heel sterk gekleurd dat dat de core business van de beslisser moet zijn. Dus iemand in de administratie/bestuur kan hier in beginsel niet aan voldoen.
Maar juist in bestuurlijke context worden ‘strafbare feiten’ afgedaan: bijv. verkeersovertredingen. Dit is uit het strafrecht gehaald. Bijv. öztürk t. duitsland: hof heeft begrip voor de afdoening. Goede reden om rechtbank te ontlasten. Dat op zich zelf is niet in strijd met het verdrag. Mits Dus prima dat je het administatief rechtelijk regelt, niet in strijd met 6 EVRM. Maar een ieder moet het recht blijven houden om het voor te leggen aan een tribunal die voldoet aan de eisen van art. 6 EVRM. De eisen: tribunal die de zaak ten volle behandelt (judicial body that has full jurisdiction) , je moet alles kunnen vernietigen en over alles te kunnen beoordelen wat betreft de feiten en het recht ( ‘these include the power to quash in all respects, on questions of fact and law, the decision of the body below’ Schmautzer t. Oostenrijk r.o 36)
→ Independent, in particular of the executive. En buitengerechtelijke afdoening?
established by law. → EHRM jorgic t. Duitsland r.o 64 → Legaliteit is inherent. Rechtstatelijkheid in ruime zin.. Er moet regelgeving over zijn. Dit moet goed worden nageleefd. → En de regels moeten kloppen.
→ EHRM Richert t. Polen, ro 42: Het primaat ligt bij de democratische controle. Democratische controle op de rechter is ontzettend belangrijk. Om zeker te stellen dat de rechtelijke beslissingen niet neer komen op beleidsvrijheid van het bestuur. Zo is de scheiding der machten niet bedoeld. → gerechtsecretaris (buitengriffier) wordt gevraagd bijv. maar mag niet beslissen. Dit is in strijd met de regels. Dit is onrechtstatelijk.
Maar bijv. de miliaire kamer: buiten burgerrechters heb je militair lid. → Zijpadje..
Judgment shall be pronounced publicly but the press and public may be excluded from all or part of the trial in the interests of morals, public order or national security in a democratic society, where the interests of juveniles or the protection of the private life of the parties so require, or to the extent strictly necessary in the opinion of the court in special circumstances where publicity would prejudice the interests of justice.
Verhouding rechter en buitengerechtelijke afdoening?
Als het gaat om de gang naar de rechter: het moet mogelijk zijn.
Buitengerechtelijke afdoening:
1. Bestuurlijke boete = bestuursrecht (verkeersboete). Je krijgt een beschikking. Scheelt een justitiele aantekeningen.
2. Transactie = art. 74 Sr. Bekeuring dat je geen licht hebt. Voorkomen van strafrechtelijke vervolging
3. Voorwaardelijk sepot = 167/242 Sr. Voorkomen van strafrechtelijke vervolgin
4. Strafbeschikking = 257a e.v. Sv. Bedoeling is om transactie af te schaffen.. Maar hier is er wél vervolging.
Zo wordt de druk op de rechtelijke apparaat hanteerbaar gehouden. Wel letten op vereisten art. 6 EVRM. Gang naar de rechter moet openblijven. Dit is keurig geregeld.
Rechter: onafhankelijkheid en onpartijdigheid
Art. 6 EVRM: independent and impartial tribunal
EHRM: Onafhankelijkheid tav andere staatsmachten, w.o. administatie en wetgever, en van partijen. Dus alle spelers waar rechter mee te maken heeft.. Moet grondwettelijke zijn geregeld.
Maar EHRM eist niet één type staatsbestel. Dus er is bewegingsvrijheid aan verdragsstaten.
Criteria ‘independent’: viertal factoren waar het hof in het bijzonder naar kijkt.
the manner of appointment of its members and → de wijze van benoeming van zijn leden. Kan door parlement, maar ook: Kan prima door administratie plaatsvinden. Maar moet niet zo zijn dat er na toewijzing druk wordt uitgeoefend of die indruk ontstaat. Bij HR in nederland en veel andere landen toch anders geregeld. Hoe kunnen we belangrijkste rechters rechtstatelijk kiezen?
the duration of their term of office; verplichting om rechters levenslang te benoemen? is geen formele eis van het hof. In NL is dit wel het geval.
the existence of guarantees against outside pressures; de druk vanuit het gerechtsbestuur/collegarechters bijv. Tegenlicht googlen als je meer wil weten.
whether the body presents an appearance of independence. de schijn is ook belangrijk. Dus niet alleen om independent zelf maar ook de appearance daarvan. Wat zou een objectieve derde vinden?
Naast independent is ook impartiality vanzelfsprekend belangrijk.
Criteria impartial:
Subjectief: was de rechter daadwerkelijk persoonlijk bevooroordeeld? is er sprake van voorengenomenheid?
Objectief: Had rechter schijn van partijdigheid?
Maar no watertight division between the two notions in de rechtspraak.
Tussendoor: art. 47 Handvest EU vergelijkbaar
Handvest is erg belangrijk. Dit vak vooral EVRM. Jurisprudentie handvest moet zich nog ontwikklen.
Art. 47 Handvest: Regelt min of meer hetzelfde.
- (…) Everyone is entitled to a fair and public hearing (…) by an independent and impartial tribunal previously established by law. (…)
Actueel: Poolse rechterlijke organisatie
Situatie in Nederland
EVRM is natuurlijk maatgevend. Ook in nationale wetgeving is onafhankelijkheid verankerd.
onafhankelijkheid stevig verankerd in NL staatsbestel
rechter ook gebonden aan het recht
Denk voorts aan motiveringsplicht en rechtsmiddelen. De explicatiefunctie en de conctrolefunctie hier een grote rol bij.
kwestie: wat is (on)toelaatbare beïnvloeding? Rechter bevindt zich vaak in een spanningsveld en moet deze ook ambtshalve opzoeken.. Bijv. bij bevraging verdachte. Voorbeelden:
12 RO niet inlaten met partijen/advocaten
271 Sv ttz geen blijk van enige overtuiging omtrent schuld of onschuld van de verdachte → Geen enkele manier blijk geven kan ook vervelend zijn voor slachtoffer.. Maar toch gebonden aan 271 Sv.
512 Sv e.v. wraking en verschoning → Indien er grenzen worden overschreden volgens een der partijen. Of je trekt je zelf als rechter terug.
Iets wat partijdig oogt moet al vermeden worden.
Wraking & verschoning (512 e.v.)
Op verzoek van de verdachte of het openbaar ministerie kan elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
Wrakingskamer doet een subjectieve en objectieve toets (vergelijk met EVRM).
Functiecumulatie → Cumulatie van functies, functies die onverenigbaar worden geacht. Binnen verloop van strafzaak zelf.
- soms wettelijk geregeld → 268-2 Sv → regeling tav eerste aanleg.
rechter die als rechter-commissaris enig onderzoek in de zaak heeft verricht, neemt, behoudens (…), op straffe van nietigheid aan het onderzoek op de terechtzitting geen deel. → Andersm dus nietigheid. Je bent ‘besmet’
EHRM stelt deze eis niet..
- EHRM Hauschildt t Denemarken → Hof zei dat er sprake was van pretrial decisions die r-c neemt. Enkele feit dat je pretrial decissions hebt genomen betekent niet dat je bevooroordeelt bent. Dus niet bevooroordeelt, tenzij..
door pretrial decisions niet noodzakelijkerwijs bevooroordeeld, behoudens ‘special circumstances’ → i.c. hoge graad v. verdenking → = spec. circ. Het zijn echt uitzonderingen.
- HR: ‘ernstige bezwaren’ en beslissen op bezw.schrift dagv voldoende afstand
dus: (RC bewaring probleem, maar) rechter gevangenhouding geen probl.
Functiecumulatie
ECLI:NL:HR:2018:21 : functiecumulatie van Rh-C en voorzitter Hof (nu op niveau van hoger beroep)
- Gelet op de wetsgeschiedenis houdt HR het ervoor dat de wetgever niet heeft beoogd het verstrekkende verbod van art. 268.2 Sv toepasselijk te laten zijn op het rechtsgeding in h.b → Dus alleen eerste aanleg als we kijken naar wetsgeschiedenis, maar:
- maar: deelnemen van een raadsheer, die als Rh-C in de zaak enig onderzoek heeft verricht, aan het onderzoek ttz. in h.b. kan onder bijzondere omstandigheden met zich brengen dat de behandeling van de zaak niet heeft plaatsgevonden door een onpartijdige rechterlijke instantie a.b.i. art. 6.1 EVRM. (zie special circumstances)
Beslissing wrakingskamer is geen HB mogelijk. Maar in HB kan je blijven klagen over onafhankelijkheid rechter in eerste aanleg. HR:2000:AA7956. Rechten in het kader van 6 EVRM kan je dus ten volle naar voren brengen in beroep. Maar 2 rechters al eerder over medeverdachtes veroordeeld biedt geen gerechtvaardigde vrees.
Kwesties doen zich ook voor bij OM..
OM: beslissing tot vervolging
Vervolgingsmonopolie.. maar wel uitzondering in gekomen.
167 Sv (zie ook 242 Sv)
1. Indien naar aanleiding van het ingestelde opsporingsonderzoek het openbaar ministerie van oordeel is dat vervolging moet plaats hebben, door het uitvaardigen van een strafbeschikking of anderszins, gaat het daartoe zoo spoedig mogelijk over.
2. Van vervolging kan worden afgezien op gronden aan het algemeen belang ontleend. Het openbaar ministerie kan, onder het stellen van bepaalde voorwaarden, de beslissing of vervolging plaats moet hebben voor een daarbij te bepalen termijn uitstellen. → Het oppurtuniteitsbeginsel.
Vrijheid van OM om te vervolgen dus.
Vervolgingsmonopolie.. maar wel uitzondering in gekomen. Strafbeschikking kan ook worden uitgevaardigd door niet-om’ers. Dus strik genomen niet meer alleen bij OM. Dus beter spreken van een dagvaardingsmonopolie.
Rol slachtoffer
geen ‘Privatklage’ in NL → Je kan als slachtoffer niet zelf zaak aanspannen en als eigen officier optreden.
wel invloed, via
• (aangifte)
• klacht bij klachtdelicten (belaging bijv)
• horen bij ‘hoordelicten’ (165a en 167a Sv) → Je wordt extra gekent bij het maken bij het maken van de vervolgingsbeslissing.
• slachtoffergesprekken
• 12 Sv: bijv. bij Wilders gebeurd → Het hof beslist hier. Die gaat op de stoel van officier zitten.
• spreekrecht bijv als er toch een probleem wordt gemaakt over vervolgingsbeslissing.
Alleen als er iets bijzonders aan de hand is mag de rechter hierover beslissen:
Algemene beginselen van behoorlijke procesorde
I.c. vooral van belang :
- vertrouwensbeginsel
- gelijkheidsbeginsel / verbod van willekeur
Vooropgesteld (HR, bijv. NJ 2016/388):
Bij de beoordeling (…) moet worden vooropgesteld dat in art. 167, eerste lid, Sv aan het Openbaar Ministerie de bevoegdheid is toegekend zelfstandig te beslissen of naar aanleiding van een ingesteld opsporingsonderzoek vervolging moet plaatsvinden. De beslissing van het Openbaar Ministerie om tot vervolging over te gaan leent zich slechts in zeer beperkte mate voor een inhoudelijke rechterlijke toetsing in die zin dat slechts in uitzonderlijke gevallen plaats is voor een niet-ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie in de vervolging op de grond dat het instellen of voortzetten van die vervolging onverenigbaar is met beginselen van een goede procesorde.
Vertrouwensbeginsel (HR, weer NJ 2016/388):
Zo'n uitzonderlijk geval doet zich voor wanneer de vervolging wordt ingesteld of voortgezet nadat door het Openbaar Ministerie gedane, of aan het Openbaar Ministerie toe te rekenen, uitlatingen (of daarmee gelijk te stellen gedragingen) bij de verdachte het gerechtvaardigde vertrouwen hebben gewekt dat hij niet (verder) zal worden vervolgd. Aan uitlatingen of gedragingen van functionarissen aan wie geen bevoegdheden in verband met de vervolgingsbeslissing zijn toegekend, kan zulk gerechtvaardigd vertrouwen dat (verdere) vervolging achterwege zal blijven evenwel in de regel niet worden ontleend → Dan zou Rechter om n-v verklaring.
Of als er sprake is van willekeur:
Willekeur (HR, weer NJ 2016/388):
Een uitzonderlijk geval als zojuist bedoeld doet zich ook voor wanneer de vervolging wordt ingesteld of voortgezet terwijl geen redelijk handelend lid van het Openbaar Ministerie heeft kunnen oordelen dat met (voortzetting van) de vervolging enig door strafrechtelijke handhaving beschermd belang gediend kan zijn. In het geval van een zodanige, aperte onevenredigheid van de vervolgingsbeslissing is de (verdere) vervolging onverenigbaar met het verbod van willekeur (dat in de strafrechtspraak in dit verband ook wel wordt omschreven als het beginsel van een redelijke en billijke belangenafweging). Aan het oordeel dat het Openbaar Ministerie om deze reden in de vervolging van een verdachte niet-ontvankelijk moet worden verklaard dienen zware motiveringseisen te worden gesteld.
HR NJ 2016/388: Betrof gedoogbeleid.
HC 4: het slachtoffer
Het boek: juridisch technische dingen
Dit college: maatschappelijke context
posities slachtoffer in het strafprocesrecht
Veranderende rol
- sinds enkele decennia denkomslag → Jaren 70 veel literatuur. Hernieuwde aandacht voor de positie van het slachtoffer.
- groeiend aantal internationale afspraken en nationale wijzigingen
Hoofddoel strafvordering: straffen schuldigen, voorkomen onschuldigen. Verdachte staat centraal. Als slachtoffer voelt dit ongemakkelijk. Proces dient er toe om vast te stellen of de status van dader van toepassing is..
- maar: slachtofferrol NL thans hooguit procesdeelnemer, géén procespartij
Het gaat om: de reeds vast gestelde status van slachtoffer in tegenstelling tot nog verdachte (dus nog niet vastgestelde dader). Dit is natuurlijk tegenstrijdig..
Vroeger werd het woord aangever gebruikt.. Nu slachtoffer. Vroeger zo voorzichtig omdat we een onschuldpresumptie hebben. In feite is er dan nog geen slachtoffer vastgesteld. Maar dit is een onheuze bejegening tegenover hij die stelt dat hij slachtoffer is..
Discussiepunten
- Slachtoffer in NL is dus nog geen procespartij. Alleen verdachte en ovj procespartij. Procespartijen staan centraal. Status verdachte heeft het primaat. Ovj is ook heel dominant.
- Slachtoffer is procesdeelnemer. Positie is wel versterkt, maar blijft slechts procesdeelnemer.
In DL: als prive-persoon proces starten. Je kan procespartij zijn. Jij klaagt aan (net als ovj). / ook kun je je in DL voegen in het proces en je komt dan veel rechten toe die ovj ook heeft (nebenklage)
In NL hebben we dit niet. Met het onbeperkte spreekrecht komt het er wel in de beurt. Vanaf 2016 is het onbeperkt. Voor 2016: wat heeft het feit voor u betekent? Rechter hield streng de hand aan dat kader. Rechter moest slachtoffer ontbreken als die zou beginnen over bijv. iets over de straf. Sommige rechters waren vrij coulant.. sommige rechters hielden streng de hand aan het wetgevingskader. Inmiddels: onbeperkt. Dus ook over het bewijs en over de straf mag je spreken als slachtoffer. Het is niet duidelijk geposisioneert. Het is in het spreekrecht gestopt (lijkt op neben-klager). Dit moment is betrekkelijk ongeregeld. En hoeveel spreektijd is ook betrekkelijk ongeregeld..
- Ondervraging: spreekplicht / eed slachtoffer?
In zweden bijv. slachtoffer heeft zwijgrecht. Die hoeft geen eed of belofte af te leggen. Slachtoffer mag niet alleen zwijgen, maar ook liegen. Dit kan er voor zorgen dat wat het slachtoffer verklaart vaker met een korrelzout wordt genomen dan wanneer je als slachtoffer een spreekplicht hebt. In NL dien je de waarheid te spreken als je wordt opgeroepen. Wel secundaire victimisatie.. of zaken waar slachtoffer helemaal niet over wil spreken. In europa dus verschillende invalshoeken.
- Zero-sum game /nulsomspel. In hoeverre kunnen de toename van de rechten van een slachtoffer worden gerealiseerd zonder afbreuk te doen aan de rechten van de verdachte? bijv. Verjaring. Veel minder vaak sprake van verjaring. Inperken verjaring heeft te maken met het slachtoffer bedienen natuurlijk, maar gaat gepaard met minder rechten van verdachte: bijv. herleven verjaring die reeds verjaard waren in strijd met het leerstuk van de legaliteit. Je mag rekenen op de wetgeving hoe die is ten tijde van het feit.
* Feiten die nog niet zijn verjaard wel geconfronteerd met nieuwe wetgeving. (hier wel zero-sum game geweest)
Voordat deze wetgeving in werking trad was de positie van verdachte zo geregeld, maar na uitbreiding rechten slachtoffer/maatregelen ten behoeve van verdachten beinvloed dit wel degelijk positie verdachte.
Verschijningsplicht van verdachtene bijv ernstige gewelds- en zedendelicten. Dit wordt met oog op het slachtoffer ingevoerd. Het is natuurlijk schofferend als je spreekrecht utivoerd tegenover lege stoel.
Posities die slachtoffer kan innemen
Aangifte:
161, 163 Sv
160 Sv (aangifteplicht) → Wijst op iets dat is gebeurd.
1. Ieder die kennis draagt van [bepaalde misdrijven] is verplicht daarvan onverwijld aangifte te doen bij een opsporingsambtenaar.
2. De bepaling van het eerste lid is niet van toepassing op hem die door de aangifte gevaar zou doen ontstaan voor eene vervolging van zichzelven of van iemand bij wiens vervolging hij zich van het afleggen van getuigenis zou kunnen verschoonen.
verkrachting
misdrijven tegen veiligheid staat
erniste delicten
Relatie met 136 sr: als je weet dat dergelijke misdrijven op het punt staat te gebeuren en je meldt het niet, dan strafbaar. → Wijst op iets dat moet komen..
Slachtoffers van deze misdrijven (160 Sv) zijn dus verplicht aangifte te doen.
Aangifte-recht
161 Sv:
Ieder die kennis draagt van een begaan strafbaar feit is bevoegd daarvan aangifte of klachte te doen.
→ politie kan je niet wegsturen.
163 Sv:
9. Tot het ontvangen van de aangiften bedoeld in de artikelen 160 en 161, zijn de opsporingsambtenaren (…) verplicht.
→ Politie verplicht om aangifte op te nemen.
Enerzijds verplichting voor politie, anderszijds veel kans op secundaire victimisatie.. Dus spanningsveld.. Er is een bedenktijd dat slachtoffers goed nadenken over aangifte is uit voorzorg voor secundaire victimisatie (er komt veel op zo’n slachtoffer af)
Klachtdelict: klacht is aangifte + verzoek tot vervolging.
64 sr, 164 Sv
1. Bij strafbare feiten alleen op klachte vervolgbaar, geschiedt deze klachte mondeling of schriftelijk bij den bevoegden ambtenaar (…) De klachte bestaat in eene aangifte met verzoek tot vervolging. (…)
Artikel 165
1. Tot het ontvangen der klachte is elke officier van justitie en elke hulpofficier van justitie bevoegd en verplicht. (…)
Voor sommige delicten is uitdrukkelijk kennisgeving nodig, omdat:
ratio
- dat algemeen belang vervolgen soms moet wijken voor belang privéleven (niet-vervolgen)
Delicten zo zeer te maken met prive leven slachtoffer dat algemeen belang moet wijken voor belang prive leven. Deur op het slot te laten voor om door slachtoffer om te vervolgen of juist slot gebruiken om deur te openen om te vervolgen.
Absolute klachtdelicten
- knopen aan bij daad (bijv. art. 285b Sr, belaging) → Altijd klachtdelict.
Relatieve klachtdelicten
- knopen aan bij relatie dader/sl.o. (bep. vermogensdel.) → bijv. zoon steelt tv van ouders. Naast aangifte moet er dus verzoek zijn..
- saillant: art. 316 lid 1 Sr (geen vervolgingsrecht) → Tussen gehuwden dan is er niet eens vervolgingsrecht.. Dit geldt ook voor afpersing.. → Mishandeling oid kan natuurlijk. Dus delicten die geen klachtgedelict zijn kan wel.
Artikel 188 Sr
Hij die aangifte of klacht doet dat een strafbaar feit gepleegd is, wetende dat het niet gepleegd is, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
- als slachtoffer liegt dan is het een misdrijf.
- tav elke feit dus aangeven hoe zeker je dat weet.
Me too beschuldigingen.. beide partijen potentieel dader / slachtoffer. Bijv. ene slachtoffer van verkrachting. Maar ander zegt in ben slachtoffer van laster..
Artikel 265 Sr (bijz. bepaling bij laster)
1. Indien de beledigde aan het te last gelegde feit (zedenfeit) bij rechterlijk gewijsde onherroepelijk is schuldig verklaard, is veroordeling wegens laster uitgesloten. → je bent immer wettig en overtuigd bewezenverklaard dat verkrachting heeft plaatsgevonden.
2. Indien hij van het te last gelegde feit bij rechterlijk gewijsde onherroepelijk is vrijgesproken, wordt dat gewijsde als volkomen bewijs van de onwaarheid van het feit aangemerkt. → dit is natuurlijk erg scheef want soms bewijs niet rond.. → Spanningsveld..
hoorrecht: Het om feiten waarin voor het om , voor betere vervolgingsbeslissing, de plicht om slachtoffer specifiek te horen over wenselijkheid vervolging.
165a, 167a Sv
Beklag:
12 Sv
Het gaat natuurlijk om de rechter, ovj en verdachte (+advocaat). Slachtoffer?
Die kan getuigen natuurlijk. Dan ben je slechts getuigen. Heeft niet zonder meer iets te maken met status slachtoffer.
Je kan Benadeelde partij zijn. Dan heb je schade geleden. 51f e.v. 332 e.v. Sv
Slachtoffer (51a e.v.). Deze rol is betrekkelijk nieuw. Eigen stukje binnen Sv. Bijv. bepaalde informatie rechten. Op welke info heeft slachtoffer recht?
Spreekgerechtigde 51e e.v. 302 Sv. Kunnen ook vragen worden gesteld aan spreekgerechtigde.. → Maar stel de spreekgerechtigde zegt dingen die als bewijs geleverd kunnen worden (er heerst een soort van vrees)? dan kan slachtoffer als getuigen worden gevraagd..
internationale verplichtingen
Positieve verplichtingen (EVRM) tav het slachtoffer..
Art. 1 EVRM
De Hoge Verdragsluitende Partijen verzekeren een ieder, die ressorteert onder hun rechtsmacht, de rechten en vrijheden welke zijn vastgesteld in de Eerste Titel van dit Verdrag.
staten moeten de rechten die verbonden zijn an 2,3,4 en 8 bijv. daar tegen beschermen. Vanuit de klassieke functie van het evrm was het vooral de staat zelf die zich moets onthouden tegen de inbreuken. Maar nu ook in actie komen!
jo. (m.n.) art. 2, 3, 4 en 8 EVRM → (impliciete) PV’s → ‘kom in actie’-plichten → ook tot vervolging over gaan daar waar dat kan.
Art. 2 EVRM : recht op leven
Osman t. VK (1998; 23452/94)
- ook: ‘safeguard the lives of those within its jurisdiction’ → plicht. Niet alleen tov statelijke actoten. Ook burgers onderling..
- bestaat onder meer uit ‘putting in place effective criminal-law provisions to deter the commission of offences against the person backed up by law-enforcement machinery for the prevention, suppression and sanctioning of breaches of such provisions’ → ook prevente delicten: als er een bedreiging van het leven van iemand is, dan moet je in actie komen.
- maar soms ook uit PV ‘to take preventive operational measures to protect an individual whose life is at risk from the criminal acts of another individual’ → ook bij burgers onderling. → Horizontale werking mensenrechten hier.
→ Onder omstandigheden moet je preventief beschermd worden: indien er sprake is van een real and immediate risk → dan nog betekent het niet dat je bijv. recht hebt op stukken lopende onderzoek, recht is namelijk beperkt tot het verkrijgen van die bescherming.
Art. 4 EVRM Mensenhandel
Rantsev t. Cyprus & Rusland (2010)
- like Articles 2 and 3, Article 4 also entails a procedural obligation to investigate situations of potential trafficking. → Verplichtingen in kader van slachtoffer. Bij vermoeden moet je aan de slag gaan
- The requirement to investigate does not depend on a complaint from the victim or next-of-kin → Mag niet afhankelijk zijn van aangifte
- requirement of promptness and reasonable expedition is implicit in all cases but where the possibility of removing the individual from the harmful situation is available, the investigation must be undertaken as a matter of urgency.
- victim or the next-of-kin must be involved in the procedure to the extent necessary to safeguard their legitimate interests → Slachtoffer moet betrokken zijn bij procedure.. dit is niet heel concreet. Wat is de strekking van deze verplichting?
..PV EVRM
- maar: repressieve werking van PV’s? (coercive sting)
bijv. G. vs. UK, EHRM 30-08-2011, nr. 37334/08 (dader 15, meisje 12; ‘verkrachting’ vs. lichter delict voor minderjarige daders)
In deze zaak 15 jarige jongen seks met een meisje van 12. Consensuele seks. Bij navraag van de leefdtijd zei meisje 14. Beneden leeftijd 13 jaar is per definitie verkrachting. Instemming is daarvoor niet relevant. Geldt in het engelse recht.
Vanuit de positieve verplichting kan het leiden tot een toename van repressiviteit.
- en: doordraven EHRM, ook m.b.t. slachtoffers?
two irreconcilable versions of the facts calls for context-sensitive assessment of the credibility of the statements → Bijv. seksueel misbruik: hof zegt: als je twee tegenstrijdige versies hebt dan vraagt dat om een context-sensitieve onderzoek. → buren/mensen/kennissen vragen → Als slachtoffer kan het zijn dat je dat niet wil.. mogelijk nadeel van deze nieuwe lijn..
question people known to the applicant and the perpetrator, such as friends, neighbours, teachers and others who could shed light on the trustworthiness of their statements (I.C. t. Roemenië, 24-05-2016, nr 36934/08)
Richtlijn slachtofferzorg (2012/29/EU) → Werkt directer door.. nog belangrijker..
- eerder : Kaderbesluit Slachtofferzorg (2001/220/JBZ)
- N.B alg. kenmerken/plichten m.b.t. EU-Richtlijn →
Artikel 1
- Richtlijndoel: dat sl-’s passende informatie, ondersteuning en bescherming krijgen en aan de strafprocedure kunnen deelnemen. → Niet dat slachtoffers recht hebben op procespartij.. dus nl voldoet aan het internationale recht.
- lidstaten zorgen voor passende erkenning & bejegening
Verplichtingen moeten grondslag krijgen in wet in formele zin. Niet bijv. beleidsstuk om.
schadevergoeding
benaadeelde partij:
51f Sv
1. Degene die rechtstreeks schade heeft geleden door een strafbaar feit, kan zich terzake van zijn vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij voegen in het strafproces.
rechtstreekse schade : als iemand is getroffen in een belang dat door de overtreden strafbepaling wordt beschermd →
(zie nader: HR:2019:793) → HR neemt het iets breder dan niet. Kijk vooral naar de omstandigheden van het geval. Er er moet voldoende causaal verband zijn. Casuïstisch..
Bijv.
Grondslag = tll (icm. rechtsteeks verband met tll gelegd feit. ) → Strafbaar feit dat in de tll staat. Daar moeten we naar kijken.
Soms rekkelijk genomen (gevallen fiets → een meisje zag iemand aankomen waarvan ze het gevoel had dat ze zou worden beroofd. Ze zette fiets aan de kant en ging lopen. Ze werd mishandeld. Schade van de fiets? mishandeling had toen nog niet plaatsgevonden. Maar HR: voldoende rechtsteeks verband. Aanstaande bedreiging kon als begin van het feit worden gezien; geforceerde deur→ woninginbraak. Politie was gekomen. Leek erop dat dader nog in de woning bevonden. Richting zolder ging politie. Politie heeft paneeldeur gefoceerd/stuk gemaakt. Politie heeft het veroorzaakt. Maar alsnog voldoende rechtstreekse schade. )
Soms beperkt (indirecte slachtoffer: zaak 1994: met gaspistool beschoten, dit leverde mishandeling op. Schoonmoeder kreeg gehoorschade bij afschieten pistool. Dit werd afgewezen. Niet voldoende rechtstreekse verband met mishandeling van haar schoonzoon. / 1998: poging doodslag op haar zoon. In haar woning ongelofelijk veel bloedvlekken. Veel schade dus. Probeerde ze te verhalen op de verdachte. Mislukte. Onvoldoende rechtstreeks verband.)
Criterium is duidelijk maar vrij casuïstisch.. er moet een voldoende rechtstreeks verband zijn.
Affectie schade/ de verplaatste schade (ouders die fiets repareert) komen ook in aanmerking
Art. 36f Sr schadevergoedingsmaatregel
- versterkt positie slachtoffer/BP
- veelal in combinatie met toewijzing vordering BP
- Als veroordeelde weigert dan kan staatsmacht ingrijpen.
spreekrecht
51e Sv
- bij misdrijven met strafmax 8 jr. of meer
- 240b, 247, 248a, 248b, 249, 250, 285, 285b, 300 lid 2 en 3, 301, lid 2 en 3, 306 t/m 308 en 318 Sr en art. 6 WVW 1994 → Bedreiging/belaging.. / kinderpornografie.. wie is slachtoffer? vaak niet duidelijk in zulke zaken.
- thans ‘onbeperkt’ (sinds 2016 niet meer: alleen over gevolgen feit)
De personen die spreekrecht hebben is om te doen geweest. Hoe nauw moet je band zijn met het slachtoffer om spreekrecht te hebben. Bijv. welke nabestaande hebben spreekrecht?
In het verleden wel spreekrecht uitgesproken die het eigenlijk niet hadden.. Bijv. Robert M.
Teon rechtbank spreekrecht wilde verlenen is er een wrakingsverzoek ingediend. Deze is mislukt. Verdediging vond dat onpartijdigheid in het geding was.. En te grote uiting van zienswijze geuit.. Maar dit is dus mislukt..
Verdachten van ernstige misdaden verplicht om zitting bij te wonen.. eerste kamer moet nog beslissen.. → Het recht op uitoefeing spreekrecht tegenover de verdachte is hier in het geding.. → Maar het blijft een verdachte.. proces opknippen in twee stukken is ook veel te lastig.
Nebenkläger in duitsland:
Niet alleen OM en verdediging, maar ook 77 mensen die zich als nebenkläger hebben gevoegd..
51e Sv: voorbeeld Mitch Henriquez..
Overleden na politiegeld. Nekklem is toegepast.. Het proces zelf: veel mensen betrokken bij het strafproces. Veel procesdeelnemers dus. Tenvolle is het spreekrecht uitgeoefend hierbij. Dit kost veel tijd.. → Raadslieden van de slachtoffers hebben de tijd gekregen voor een soort van eigen requisitoir.. Als verdediging word je soort van geconfonteerd met meerdere officieren soort van..
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Contributions: posts
Spotlight: topics
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1468 |
Add new contribution