Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema
- 10158 reads
Richard Taxquet was in 2004 door het Luikse assisenhof veroordeeld tot twintig jaar gevangenisstraf voor moord en poging tot moord in het proces Cools. De Belgische Staat beriep zich op de zaak Zarouali tegen België van 29 juni 1994 om aan te tonen dat de Belgische assisenprocedure wel degelijk in overeenstemming was met art. 6 §1 EVRM. In die zaak werd bevestigd dat er geen oneerlijke behandeling is als men veroordeeld wordt door het hof van assisen zonder gemotiveerde beslissing. Het assisenhof oordeelt op basis van een geheel van vragen die de beklaagde vooraf mag betwisten en aanvullen. Als er betwisting blijft over de aan de jury voorgelegde vragen moet het Hof daarover bij gemotiveerde beslissing uitspraak doen. De Belgische staat wees er eveneens op dat de vier geformuleerde vragen in de Taxquet-zaak voldoende gepreciseerd waren en tijdens het proces niet door de beklaagde aan de orde waren gesteld. De heer Taxquet van zijn kant haalde de zaak Papon tegen Frankrijk van 15 november 2001 aan om aan te tonen dat heel wat meer vragen vereist zijn om een gedetailleerde en precieze behandeling mogelijk te maken.
Het Hof oordeelde in eerste instantie dat artikel 6 §1 EVRM werd geschonden omdat in de Belgische assisenprocedure de juryleden hun overtuiging met betrekking tot de schuldvraag niet motiveren. Volgens het Belgische Wetboek van Strafvordering konden volksjury’s de schuldvraag zonder motivatie beantwoorden met een simpel ja of nee. Volgens het Hof was dit een schending van de rechten van de verdediging. Het EHRM herinnert dat reeds in eerdere zaken al was gesteld dat uitspraken steeds voldoende gemotiveerd moeten worden. De inhoud van deze verplichting kan wel verschillen afhankelijk van de specifieke omstandigheden. Het EHRM verwees voorts naar de vier identieke vragen die aan de jury van het assisenhof werden voorgelegd over de schuldvraag van de acht beschuldigden. Het Hof verwijst naar de eerdere zaak Göktepe tegen België waar in schending van artikel 6 EVRM werd besloten wegens het gebrek aan geïndividualiseerde vragen waardoor aan iedere betrokkene de mogelijkheid gegarandeerd wordt om zijn betrokkenheid bij de realisatie van de verzwarende omstandigheden te betwisten. Volgens het Hof is het voor de beklaagde en voor de publieke opinie van groot belang dat de overwegingen die de jury overtuigd hebben van de schuld of onschuld, naar voren worden gebracht, zo ook de concrete bedenkingen die hen tot positief of negatief antwoord op alle vragen hebben gebracht. Het Hof oordeelt dat er sprake is van een schending van het recht op een eerlijk proces zoals neergelegd in art. 6 §1 EVRM.
Kern: het Hof gaf i.c. aan dat een bevestigend antwoord van juryleden op vragen over het misdrijf en verzwarende omstandigheden niet voldoende is voor een eerlijk proces. In het belang van de beschuldigde en de publieke opinie, moet de jury concreet aangeven waarom het bevestigend antwoord op een vraag over de schuld van de verdachte.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
751 |
Add new contribution