Deze Samenvatting bij Contemporary Strategy Analysis van Grant is geschreven in 2014 - 8e druk
- Hoofdstuk 1: Het concept van een strategie
- Hoofdstuk 2: Doelen, waarden en prestaties
- Hoofdstuk 3: De beginselen van bedrijfsanalyses
- Hoofdstuk 4: Concurrentieanalyses en overige punten van bedrijfsanalyses
- Hoofdstuk 5: Analysemogelijkheden en -hulpmiddelen
- Hoofdstuk 6: Organisatiestructuren en managementsystemen: de basis voor strategie-implementatie
- Hoofdstuk 7: Concurrentievoordeel: bronnen en dimensies
- Hoofdstuk 8: Ontwikkeling van bedrijven en strategische veranderingen
- Hoofdstuk 9: Op technologie gebaseerde bedrijven en het sturen van innovaties
- Hoofdstuk 10: Concurrentievoordeel in grote bedrijven
- Hoofdstuk 11: Verticale integratie en onderneminggrootte
- Hoofdstuk 12: Wereldstrategie en multinationals
- Hoofdstuk 13: Spreidingsstrategie
- Hoofdstuk 14: Corporatieve strategie-implementatie: sturen van multinationals
- Hoofdstuk 15: Externe groeistrategieën: fusies, acquisities en allianties
- Hoofdstuk 16: Trends en strategiemanagement
Hoofdstuk 1: Het concept van een strategie
Kenmerken van succesvolle strategieën
Succesvolle strategieën hebben de volgende vier kenmerken gemeen:
Doelen die consistent zijn op de langere termijn.
Diepgaande kennis over de concurrentieomgeving
Een objectieve beoordeling van de middelen.
Een effectieve implementatie.
SWOT framework
Een SWOT-kader classificeert de factoren die relevant zijn voor de strategische besluitvorming van een bedrijf. Dit doet het in vier categorieën: sterke punten,
zwakke punten, kansen en bedreigingen.
Strategic fit
De consistentie van de bedrijfsstrategie ten aanzien van zijn externe en interne omgeving en dan met name met haar doelstellingen en waarden, middelen en
vermogens, structuur en systemen, noemen we strategic fit.
Activity system
Een bedrijfsconcept van samenhangende activiteiten, noemen we een activity system.
Contingency theory
Een theorie dat stelt dat er geen enkele beste manier is om een organisatie te ontwerpen en te beheren, noemen we een contigency theory. De optimale structuur en het beheer van de systemen voor elke organisatie zijn afhankelijk van de context en dan met name de kenmerken van de zakelijke omgeving en de technologieën die het gebruikt.
Overeenkomsten met het leger
Strategische beslissingen in het leger en strategische beslissingen in het bedrijfsleven hebben drie gemeenschappelijke kenmerken:
ze zijn belangrijk;
ze beïnvloeden een significante inzet van middelen;
ze zijn niet makkelijk omkeerbaar.
Game theory
Een analyse en voorspelling van de resultaten van concurrerende (en coöperatieve) situaties waarin actie hangt af van de keuzes die andere spelers in het spel maken,
noemen we een game theory. Game theory (speltheorie) kent toepassingen in het bedrijfsleven, in de economie, in de politiek, in internationale betrekkingen, in de
biologie en in sociale relaties.
Ontwikkeling van strategisch management
Sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw heeft het strategisch management als specialisatie elk decennium belangrijke ontwikkelingen doorgemaakt. Aan het eind van de jaren vijffig ontwikkelde zich corporate planning. Voorheen lag de focus vooral op de financiële budgettering (denk aan DCF-kapitale en operationele budgettering). In de jaren zestig zette corporate planning door terwijl we in de jaren zeventig zien dat de noodzakelijkheid van strategisch management meer wordt gezien. Het analyseren van de markt en het positionering ten opzichte van de concurrent krijgen meer aandacht. Hoe concurrentievoordeel kan worden bereikt speelt vooral in het eind van de jaren tachtig en in de jaren negentig een hoofdrol. In de jaren daarna en in de nieuwe eeuw, proberen bedrijven zich steeds meer sterk te maken tegen de mogelijke veranderingen in de markt.
Corporate planning
Een systematische benadering voor brontoewijzing en strategische beslissingen binnen een bedrijf op de middellange tot lange termijn, noemen we corporate
planning of een langetermijnplanning.
Resource-based view of the firm
Een theoretisch uitgangspunt voor een bedrijf waarbij de rol van de middelen en de capaciteiten de basis vormen om het concurrentievoordeel en de strategiebasis te
benadrukken, noemen we een resource-based view of the firm.
Belang van een strategie
Het hebben van een strategie verbetert de besluitvorming op verschillende manieren:
Het maakt de besluitvorming gemakkelijker doordat het een aantal alternatieven bij voorbaat uitsluit; het fungeert als een heuristische methode.
Het maken van een strategie vereist kennis van verschillende individuen om de strategie te kunnen indelen en integreren.
Het vereenvoudigd het gebruik van analytische methodes.
Strategic intent
Het organisatiedoel in termen van een gewenste toekomstige strategische positie, noemen we strategic intent.
De vier soorten strategieverklaringen volgens Collins en Rukstad
Collins en Rukstad onderscheiden vier soorten verklaringen waarmee bedrijven hun
strategie communiceren:
De missieverklaring (waarom bestaan we)
De principes/waardeverklaring (wat zijn onze opvattingen)
De visieverklaring (wat we willen zijn)
De strategieverklaring dat het concurrentieplan weergeeft; veelal bestaat deze uit doelstellingen, het bereik van het bedrijf en hun voordelen.
Om een niet te groot gat te laten ontstaan tussen de retoriek en de realiteit van de strategieverklaring, is het waardevol de volgende vragen te stellen:
Waar investeert het bedrijf haar liquiditeiten in?
Welke technologieën ontwikkelt het bedrijf?
Welke nieuwe producten zijn gerealiseerd of welke grote projectinvesteringen zijn geïnitieerd of welke topmanagers zijn ingehuurd?
Strategiebeslissingen
Welke beslissingen een bedrijf maakt ten aanzien van de strategie, hangt af van twee vragen: waar gaan we concurreren en hoe gaan we dat doen? Het antwoord op
deze twee vragen definiëren de twee belangrijkste gebieden als het gaat om bedrijfstrategie, namelijk de corporate strategy en de business strategy of competitive
strategy.
Business strategy/competitive strategy
Hoe een bedrijf concurreert in een particuliere industrie of markt, wordt verwoord in een business strategy/competitive strategy.
De eerste vraag is altijd hoe een bedrijf kapitaal denkt te gaan verdienen. Vervolgens mondt het antwoord op de vraag in welke bedrijfstak zullen operen uit in een
corporate strategy en het antwoord op de vraag hoe ze zullen concurreren uit in een business strategy.
Corporate strategy
De bedrijfsbeslissingen en –voornemens aangaande het bereik van de activiteiten en welke middelen ze hiervoor ter beschikking hebben, worden verwoord in de
corporate strategy.
Mintzberg strategieën
Een belangrijke criticus van een rationale benadering van strategieontwerp is Henry Mintzberg. Hij onderscheidt drie strategieën:
De intended strategy
De realized strategy
De emergent strategy
Intended strategy
De strategie bedacht door het topmanagement met de bedoeling om deze binnen de organisatie uit te voeren, heet een intended strategy.
Realized strategy
De werkelijke strategie die de organisatie nastreeft; het is het resultaat van de interactie van de intended strategy (beoogde strategie) met de emergent strategy
(opkomende strategie), noemen we de realized strategy.
Emergent strategy
De strategie die uit de acties en besluiten van verschillende de organisatieleden voortvloeit, noemen we een emergent strategy. Deze is gebaseerd op hoe de leden van de organisatie omgaan met de krachten die van invloed zijn op de organisatie.
Strategische analyses en de non-profitsector
De toepasselijkheid van de concepten en instrumenten van strategische analyse kunnen op verschillende manieren ook toegepast worden op de non-profitsector:
Organisaties in een concurrerende omgeving die een prijs vragen voor het gebruik. Denk bijvoorbeeld aan musea en universiteiten.
Organisaties in een concurrerende omgeving die gratis diensten verlenen. Denk bijvoorbeeld aan milieuorganisaties.
Voor concurrentie beschermde organisaties, zoals het leger en de politie.
Hoofdstuk 2: Doelen, waarden en prestaties
Value added
De omzet min de kosten van aangekochte goederen en diensten noemen we de value added; het is gelijk aan de betalingen van de onderneming aan de productiefactoren.
Consumer surplus
- waarde die een klant ontvangt van een goed of een dienst min de prijs die ze hiervoor hebben betaald, noemen we de consumer surplus.
Stakeholder approach to the firm
De veronderstelling dat de onderneming actief is in het belang van al haar Stakeholders, noemen we de stakeholder approach to the firm. Het topmanagement
heeft de taak deze verschillende belangen in evenwicht te houden en te integreren.
Geld als drijfveer
De focus van veel bedrijven op geld is te rechtvaardigen door:
Competitie
De markt voor de collectieve controle
Convergentie van de belanghebbende
Profit
Het overschot van de inkomsten ten opzichte van kosten die beschikbaar zijn voor distributie aan de eigenaars van de onderneming, heet het profit.
Economic profit
De pure winst noemen we de economic profit: het overschot van de inkomsten ten opzichte van de kosten van de productie van die inkomsten (inclusief de kosten van
kapitaal).
- value added (EVA)
Een maatregel van economische winst is de economic value added (EVA) Het is het positieve saldo van de operationele nettowinst na aftrek van de belasting over kosten
van de grootgebruikers in de sector.
De waarde van een onderneming berekenen
Om de waarde van een onderneming (V) te kunnen berekenen, zijn een aantal gegevens noodzakelijk. Allereerst moeten we weten wat de vrije cash-flow (C) per jaar (t) is van een bedrijf. Daarnaast moeten we de ondernemingskorting (r) weten. De relevante kapitaalkosten zijn de gemiddelde kapitaalkosten (r(e+d)) afgewogen tegen de gemiddelde kosten van het eigen vermogen (r(e)) en de debetkosten (r(d)). Met deze gegevens kunnen we de waarde uitreken. Weegegeven in een formule:
Ct
V= Ʃ---------------
t (1+ r (e+d) )t
Om zijn waarde te maximaliseren moet een bedrijf dus zijn toekomstige netto cash-flow maximaliseren terwijl hij de risico’s van de kapitaalkosten moet minimaliseren.
Waarde van de aandeelhouders maximaliseren
Maximalisatie van de aandeelhouderswaarde kan op twee manieren worden geïnterpreteerd:
in termen van intrinsieke waarde: de waarde van de aandeelhouder is de NPW van de stroom van winsten die ten goede komen aan de eigenaars;
in termen van marktwaarde: de aandeelhouderswaarde is de huidige beurswaarde van de bedrijfsaandelen.
Toekomst en verleden
Het verschil tussen op de toekomst gerichte prestatiemaatstaven en op het verleden gerichte prestatiemaatstaven is dat de beurswaarde geldt als een op de toekomst gericht maatstaaf en de prestatiemaatstaven die gericht zijn op het verleden gelden als de grondslagen voor financiële ratio’s.
Het rendement op aangewend kapitaal komt terug in de organisatie: deels naar de salesafdeling en een deel naar de sales en het aangewend kapitaal zelf. Beide wegen splitsen zich weer in aparte afdelingen.
Balanced scorecard
Een hulpprogramma voor het koppelen van strategische doelstellingen aan prestatie-Indicatoren is een balanced scorecard. Deze prestatie-indicatoren combineren de
indicatoren met betrekking tot financiële prestaties, tevredenheid van de consument, interne efficiëntie en wetenschap en innovatie.
Aan de prestatiemaatregelen die opgenomen zijn in de balanced scorecard kunnen antwoorden ontleend worden op vier vragen:
Hoe kijken we naar de shareholders?
Hoe zien klanten ons?
Waar blinken we in uit?
Kunnen we doorgaan met het verbeteren en creëren van waarde?
Values
In managementtermen, value (waarde) wordt gebruikt om te verwijzen naar twee verschillende concepten. In de meervoudsvorm verwijst value meestal naar ethische
voorschriften en beginselen. In haar enkelvoud verwijst het doorgaans naar de economische waarde: de monetaire waarde van een product of dienst.
- social responsibility (CSR)
De sociale verantwoordelijkheden van een bedrijfsorganisatie noemen we de corporate social responsibility (CRS).
Bottom of the pyramid
De armste mensen in de wereld (de circa 2 miljard mensen die minder dan 2 dollar per dag hebben), rekenen we tot de bottom of the pyramid.
Real option analysis
Analyse van de identiteit en waarde van de mogelijkheden voor investeringen in onzekere kansen, noemen we een real option analysis. De twee belangrijkste types
van real option analysis zijn investeringen in flexibiliteit en investeringen in groeimogelijkheden.
In het ontwikkelen van een strategie ligt de grootste zorg bij de opties om te groeien.
Dit kunnen zijn:
platform investeringen;
strategische allianties en joint ventures;
organisatiemogelijkheden.
Hoofdstuk 3: De beginselen van bedrijfsanalyses
Van omgevingsanalyse naar aan bedrijfsanalyse
De bedrijfsomgeving bestaat uit leveranciers, concurrenten en klanten. Verschillende factoren hebben invloed op de bedrijfsomgeving. Denk bijvoorbeeld aan de nationale en internationale economie, de technologie, de overheid en de politiek, de natuur, demografische en sociale factoren.
De winst die bedrijven behalen in een bedrijfsomgeving hangt volgens Hence af van drie facoren:
de waarde die het product heeft voor de klant;
het concurrentieniveau;
de onderhandelingsmacht van het bedrijf met hun leveranciers en kopers.
Porters’ vijfkrachtenmodel van concurrentie
De vijf krachten die Porter onderscheid zijn de:
Rivaliteit tussen bestaande ondernemingen.
Onderhandelingsmacht van leveranciers.
Dreiging van vervangingsmiddelen.
Onderhandelingsmacht van kopers.
Dreiging van nieuwkomers.
Barriers to entry
De nadelen waarmee nieuwkomers op een markt worden geconfronteerd ten aanzien van de gevestigde ondernemingen, noemen we de barriers to entry.
Voorbeelden van barriers to entry
Mogelijk nadelen waarmee nieuwkomers te maken krijgen, kunnen zijn:
Kapitaalvereisten.
Schaalvoordelen.
Absolute kostenvoordelen.
Productdifferentiatie.
Toegang tot distributiekanalen.
Gouvernementele en juridische barrières.
Vergelding.
De effectiviteit van toegangsdrempels.
Seller concentration
De mate waarin een markt wordt gedomineerd door een klein aantal bedrijven, noemen we de seller concentration.
De mate van concurrentie
De intensiteit van de concurrentie tussen opgerichte ondernemingen hangt af van de wisselwerking tussen zes factoren:
De concentratie
De diversiteit van concurrenten
Productdifferentiatie
Overtollige capaciteit
Barriers to exit
Kostenvoorwaarden: de schaal van economieën en de verhouding van vast naar variabele kosten.
Barriers to exit
De financiële kosten en andere belemmeringen die het terugtreden uit een markt voor een bedrijf verhinderen, noemen we de barriers to exit.
Gevoeligheid voor prijzen
De mate waarin kopers gevoelig zijn voor de hoogte van de prijs, is afhankelijk van
vier factoren:
hoe groter het belang van een item als een deel van de totale kosten, hoe gevoeliger kopers zullen zijn voor de prijs;
hoe minder belangrijk het product is voor de bevoorrading, des te meer zal de koper bereid zijn om over te schakelen naar een andere leverancier omwille van de prijs;
hoe intenser de concurrentie is tussen de kopers, hoe groter hun gretigheid voor prijsverlagingen van hun verkopers;
hoe kritisch de koper van een product of dienst is ten aanzien van de kwaliteit van het product, hoe minder gevoelig hij zal zijn voor de prijs die hij moet betalen.
Onderhandelingsmacht
Verschillende factoren beïnvloeden de onderhandelingsmacht van kopers ten opzichte van dat van verkopers:
de grootte en concentratie van kopers ten opzichte van leveranciers;
de informatie van kopers;
het vermogen om verticaal te integreren.
Winst voorspellen
Om de toekomstige winstgevendheid te voorspellen van een bedrijfstak, zijn er drie fasen van analyse te onderscheiden:
onderzoeken in hoeverre de huidige en recente niveaus van concurrentie en winstgevendheid in de bedrijfstak een gevolg zijn van de huidige structuur;
identificeren van de trends die de industrie structuur veranderen;
identificeren hoe deze structurele veranderingen de vijf krachten van de concurrentie zullen beïnvloeden en resulteren in winstgevendheid van de bedrijfstak.
Architecturale voordelen kunnen komen uit drie bronnen:
Het creëren van iemands eigen knelpunt.
Verlichten van knelpunten in andere delen van de waardeketen.
Herdefiniëren van rollen en verantwoordelijkheden in de bedrijfstak
Overleven in de markt
Om te overleven en succes te hebben in een bedrijfstak moet een bedrijf nadenken over twee belangrijke vragen:
Wat willen onze klanten?
Wat moeten we doen als bedrijf om de concurrentie voor te blijven?
Om te weten wat de klanten willen, moet een bedrijf allereerst weten wie de klanten zijn. En om te weten wat het bedrijf moet doen om de concurrentie voor te blijven, is het van belang te weten welk belang de concurrentie nastreeft, wat de belangrijkste kanten zijn van de concurrentie, hoe sterk de concurrentie is en hoe het bedrijf superieur kan worden aan de concurrentie. Al deze factoren samen bepalen het succes van een bedrijf in een bedrijfstak.
Hoofdstuk 4: Concurrentieanalyses en overige punten van bedrijfsanalyses
De zesde kracht van Porter?
Een eventuele zesde kracht in het model van Porter zijn de toevoeging (als in toegevoegde waarde). Dit zijn de leveranciers die een toegevoegde waarde kunnen creëren voor de bedrijfstak en een onderhandelingspositie kunnen uitoefenen.
Hypercompetition
Een concurrentiestrijd die wordt gekenmerkt door snelle en intensieve concurrerende bewegingen waar het concurrentievoordeel snel is uitgehold en bedrijven
voortdurend op zoek zijn naar nieuwe bronnen van concurrentievoordeel, noemen we hypercompetition.
Game theory (zie deel 1, hoofdstuk 1) kan een waardevolle bijdrage leveren aan
strategisch management. Namelijk doordat:
het maakt het mogelijk om de strategische beslissingen te verwoorden;
het kan de resultaten voorspellen van concurrerende situaties en optimale strategische keuzes identificeren.
Prisioners’ dilemma
Een eenvoudig speltheoriemodel waaruit blijkt hoe gebrek aan samenwerking resulteert in een resultaat dat inferieur is aan het resultaat dat zou zijn bereikt met
samenwerking, noemen we het prisioners’ dilemma.
Toepassen van game theory
Game theory verwijst naar vijf aspecten van het strategische gedrag waardoor een onderneming de concurrerende resultaten kan verbeteren:
samenwerking
afschrikking,
inzet
wijzigen van de structuur van het spel dat wordt gespeeld
signalering.
Competitieve intelligentie
Competitieve intelligentie houdt in de systematische verzameling en analyse van informatie over rivalen betreffende besluitvorming. Het heeft drie hoofddoelstellingen:
voorspellen welke toekomstige strategieën en besluiten de concurrent gaat nemen;
voorspellen van de waarschijnlijk reacties van de concurrent op bedrijfstrategische initiatieven;
bepalen hoe de concurrent nog beter kan worden beïnvloed.
Porter (van het vijfkrachtenmodel) introduceert een vierdelig raamwerk waarmee het gedrag van de concurrent voorspelt kan worden. De voorspellingen zijn gebaseerd op vier delen, namelijk:
strategie
doelstellingen
veronderstellingen
middelen en vermogen
Segmentation
Het proces van het uiteenvallen van de sectoren en markten in meer gedefinieerde deelmarkten op basis van de kenmerken van het product, van de klant of van de
geografie, heet segmentation.
Stadia van segmentatieanalyse
Een segmentatieanalyse verloopt in vijf stadia:
identificeren van de belangrijkste segmentatievariabelen;
construeren van een segmentatie matrix.
analyseren van de aantrekkelijkheid van het segment;
identificeren van de segment succes factoren (KSF’s: Key Succes Factors);
selecteren van de reikwijdte van het segment.
Strategic group
Een groep bedrijven binnen een mark dat dezelfde strategie hanteert, noemen we een strategic group.
Hoofdstuk 5: Analysemogelijkheden en -hulpmiddelen
Resources
De activa van de onderneming, inclusief de materiële vaste activa, de immateriële middelen en de menselijke hulpbronnen, noemen we de resources.
Capabilities
Het vermogen van een bedrijf om een bepaalde taak of functie uit te kunnen voeren, noemen we de capabilities.
Materiële middelen
Met informatie over de plaats en het karakter van middelen kunnen we twee hoofdroutes onderscheiden om de extra waarde uit de concrete middelen van een onderneming te kunnen verkennen:
welke mogelijkheden zijn er om te bezuinigen op het gebruik van de middelen?
kunnen bestaande activa rendabeler worden toegepast?
Organizational culture
De waarden, tradities, gedragsnormen, symbolen en sociale kenmerken van een Bedrijf, noemen we de organizational culture..
Core competences
Prahalad en Hamel hebben de term core competences geïntroduceerd waarmee ze de fundamentele mogelijkheden van een bedrijfsstrategie beschrijven en beweren dat ze:
een buitenproportionele bijdrage leveren aan de ultieme klantwaarde of aan de efficiëntie waarmee die waarde wordt geleverd;
een basis bieden om nieuwe markten te betreden.
De twee benaderingen die veelal worden gebruikt om de bedrijfsmogelijkheden te classificeren zijn:
een functionele analyse
een analyse van de waardeketen (value chain)
Value chain
Een reeks van verticaal verwante activiteiten, ondernomen door een enkele onderneming of door een aantal verticaalgerelateerde bedrijven om een product of
dienst te produceren, noemen we de value chain.
Organizational routines
Patronen van een gecoördineerde activiteit door organisaties die in staat zijn om taken uit te voeren op een regelmatige en voorspelbare wijze, noemen we
organizational routines.
Strategische belang van de middelen en de capaciteiten
De winst van een middel of van vermogen hangt af van het potentiële concurrentievoordeel (afhankelijk van schaarste en relevantie), de duurzaamheid van het concurrentievoordeel (afhankelijk van duurzaamheid, overdraagbaarheid en dupliceerbaarheid) en de bestemming (afhankelijk van de eigendomsrechten, de relatieve onderhandelingspositie en de mate van verankering).
Benchmarketing
Een systematisch proces voor het vergelijken van de eigen praktijken, processen, bronnen en mogelijkheden ten aanzien van andere organisaties, noemen we
benchmarketing.
Sterke en zwakke punten
Het kader voor het voorafgaand onderzoek van de middelen en vermogens zet de relatieve sterkte af tegen het strategisch belang. Hieruit kan blijken dat het een overbodige kracht is of een belangrijke kracht. Maar het geeft ook weer waar het staat in de zone van irrelevantie en wat de belangrijke zwakke punten zijn.
Hoofdstuk 6: Organisatiestructuren en managementsystemen: de basis voor strategie-implementatie
Fasen van strategieplanning
De jaarlijkse strategieplanning doorloopt een aantal fasen. De CEO van het bedrijf bepaalt een aantal duidelijk indicators die strategische prioriteit hebben. Deze
baseert hij veelal op de uitkomsten van eerdere prestaties. Eventueel levert de afdeling strategische planning ook input voor de strategieplanning. Hierbij valt te
denken aan veronderstellingen of voorspellingen.
Op basis van het raamwerk voor prioriteiten en de planning van de veronderstellingen creëren ze een strategisch plan. Dit plan presenteren ze in een aantal bijeenkomsten aan de CEO, de CFO en het hoofd van de strategie van het bedrijf.
Inhoud van een strategisch plan
Elk goed strategisch plan besteed op zijn minst aandacht aan de volgende punten:
gezamenlijke prioriteiten;
prioriteiten voor zakelijke strategieën op het gebied van een primaire basis voor een concurrentievoordeel;
strategische mijlpalen;
prestatiedoelen en financiële prognoses.
Scenario analysis
Een techniek om informatie en ideeën te integreren over huidige trends en de toekomstige ontwikkelingen in een klein aantal, duidelijk verschillende, toekomstige
resultaten, noemen we een scenario analysis.
Agency problem
Er is sprake van een agentuurovereenkomst wanneer een partij een contract afsluit met een andere partij om namens hem op te treden. Een agency problem is het
vraagstuk of de agent werkelijk optreed in het belang van de opdrachtgever.
Doelen bereiken
Het management kan gebruik maken van verschillende mechanismen om zijn doelen binnen de organisatie te verwezenlijken. Te denken valt aan:
controlemechanismen
prestatiestimulansen
het delen van waarden
Naast het mechanisme voor coördinatie, zijn de volgende maatregelen terug te
vinden in elk ander bedrijf:
regels en richtlijnen
routines
wederzijdse aanpassing
Verantwoordelijk en taakverdeling
Wanneer we bedrijven bekijken als natuurlijke hiërarchieën – meer dan een syteem van verticale controlepunten – dan zijn de voordelen van hiërarchische structuren bij
de coördinatie: bezuinigen op coördinatie en het aanpassingsvermogen.
Om complexe taken te kunnen uitoefenen moet personeel onderverdeeld worden in organisatieafdelingen. Het personeel van de verschillende afdelingen moeten met
elkaar samenwerken.
Voor een organisatie betekent dit dat de belangrijkste vragen
worden:
op basis waarvan worden de afdelingen ingedeeld?
hoe moet de autoriteit voor besluitvorming worden toegewezen?
hoe moeten de verschillende afdelingen voorbereid worden om de coördinatie en controle toe te passen?
Werknemers kunnen onderverdeeld worden op basis van:
gezamenlijke taken
producten
locaties
processen
Functional structure
Organisatie rond gespecialiseerde bedrijfsfuncties, bijvoorbeeld financiële marketing, noemen we een functional structure.
Multidivisional stucture
Een vennootschapstructuur bestaande uit afzonderlijke bedrijfsonderdelen, elk met aanzienlijke operationele onafhankelijkheid, gecoördineerd door een hoofdkantoor
dat strategische en financiële controle uitoefent, noemen we een multidivisional structure.
Matrix structure
Hiërarchieën die bestaan uit meerdere dimensies die typische producteenheden (of bedrijfseenheden), geografische eenheden en functies
omvatten, noemen we een matrix structure.
Trends in organisatieontwerp
De belangrijkste trends in organisatieontwerp zijn:
uitstelgedrag
adhoc werken
projectgebaseerde organisaties
netwerkstructuren
doorgetrokken organisatorische grenzen
De belangrijke organisatiefenomenen delen een aantal gemeenschappelijke karakteristieken:
ze zijn meer gefocust op coördinatie dan op controle;
ze zijn afhankelijkheid van informele coördinatie waarbij regels en richtlijnen vervangen worden door wederzijdse aanpassing;
individuen binnen de organisatie hebben meerdere taken.
Hoofdstuk 7: Concurrentievoordeel: bronnen en dimensies
Competitive advantage
Een bedrijf bezit een concurrentievoordeel ten opzichte van zijn directe concurrenten wanneer hij een aanhoudend hoger percentage winst weet te realiseren (of het
potentieel hiertoe heeft). We noemen dit een competitive advantage.
De concurrent voor zijn
Concurrentievoordeel kan zowel door interne als externe veranderingen ontstaan. Extern bijvoorbeeld door een vraagverandering van de klant, door prijsveranderingen of door technologische ontwikkelingen. Hoe een onderneming hierop reageert hangt af van twee belangrijke bevoegdheden. Allereerst door het vermogen van een bedrijf om te kunnen anticiperen op de veranderingen in de externe omgeving. Daarnaast speelt ook de snelheid een grote rol. De snelheid van de respons bepaalt voor een groot deel de effectiviteit.
Concurrentievoordeel dat ontstaat door interne veranderingen hebben veelal te maken met innovaties en het herontwerpen van de gebruikelijke manier om zaken te doen.
Blue-ocean strategy
De ontdekking of creatie van een gat in de markt, heet een blue-ocean strategy.
Isolating mechanisms
Belemmeringen die het concurrentievoordeel van bedrijven beschermen tegen vervalste concurrentie, heten isolating mechanisms.
Behoud van concurrentiepositie
Om het concurrentievoordeel te behouden zijn er verschillende soorten mechanismen die het voordeel ‘isoleren’. Enkele voorbeelden hiervan zijn: de superieure prestaties maskeren totdat het te laat is voor de concurrentie om het te voorzien; de concurrentie afschrikken en voor te zijn in alle mogelijke gerelateerde exploitatiekansen; causal ambiguity en het verwerven van de middelen en mogelijkheden voorkomen.
Causal ambiguity
De moeilijkheid om een waarnemer tegen te komen die de bronnen onderzoekt van het concurrentievoordeel van een onderneming met superieure prestaties, noemen
we een causal ambiguity.
Kostenvoordeel
Kostenvoordeel wordt gegenereerd en beïnvloed door verschillende krachten zoals: de economie van de schaal, de economie van het leren, productietechnieken,
productieontwerpen, inbrengkosten, gebruik van de capaciteiten en de residuele efficiëntie.
Inzicht door gebruik van de waardeketen
Door de waardeketen (value chain) te gebruiken om de kosten te analyseren, kan
een bedrijf:
helder krijgen wat het relatieve belang is van elk van de activiteiten ten opzichte van de totale kosten;
de kostenstuurprogramma's voor elke activiteit ontdekken en de vergelijkende efficiëntie waarmee de onderneming elke activiteit voert;
hoe kosten in één activiteit invloed uitoefenen op de kosten in een andere activiteit;
welke activiteiten moeten worden ondernomen binnen de onderneming en welke activiteiten moeten worden uitbesteed.
Fasen van analyse
Het proces van het gebruik van de waardeketen om de kosten van een bedrijf te analyseren, omvat de volgende fasen:
verdelen van de onderneming in afzonderlijke activiteiten;
het relatieve belang van verschillende activiteiten in de totale kosten van het product vastleggen;
vaststellen van de kostenstuurprogramma's;
vaststellen van de verbanden;
vaststellen van de mogelijkheden voor vermindering van de kosten.
Klantvoorkeuren analyseren
Marktonderzoek heeft verschillende technieken ontwikkeld voor het analyseren van de voorkeuren van de klant met betrekking tot productattributen die de beslissingen kunnen begeleiden over productpositionering en ontwerp:
MDS (Multidimensional scaling)
Conjoint analyse
Hedonistische prijsanalyse
Waardecurve-analyse.
Uniekheid en Porter
Porter onderscheid verschillende middelen om uniek te zijn:
functies van het product en productprestaties.
aanvullende diensten
intensiteit van marketingactiviteiten
technologie belichaamd in het ontwerp en de fabricage
kwaliteit van de gekochte ingangen
procedures die invloed hebben op de klantervaring
vaardigheid en ervaring van medewerkers
locatie
mate van verticale integratie
Differentiatievoordeel vaststellen
Bij het gebruik maken van de waardeketen om de kansen voor differentiatievoordeel vast te stellen, worden drie belangrijke fasen doorlopen:
Construeren van een waardeketen voor het bedrijf en voor de klant.
De stuurprogramma's van uniekheid identificeren in elke activiteit van de onderneming zijn waardeketen
Zoeken naar verbanden tussen de waardeketen van de onderneming en die van de koper.
Hoofdstuk 8: Ontwikkeling van bedrijven en strategische veranderingen
Industry life cycle
Het patroon van de evolutie van een markt: van inleiding tot groei tot volwassenheid tot neergang heet de industry life cycle.
Fasen van de industry life cycle:
introductiefase
groeifase
volwassenheidfase
neergangsfase
Dominant design
Het ontwerp van een product dat qua uiterlijk, functionaliteit en productie wordt geaccepteerd door het bedrijfsleven als geheel, is het dominant design.
Technical standard
Een specificatie, eis of technische kenmerk dat de norm is voor een product of proces, noemen we de technical standard.
Network effects
Verbanden tussen de gebruikers van een product of technologie (die resulteren in de waarde van dat product of technologie) en positief gerelateerd zijn aan het aantal
gebruikers, zijn de network effects.
Organizational ecology
Bestudering van de organisatorische populatie van markten en de oprichtings- en selectieprocessen die bepalend zijn voor toetreden en uittreden, noemen we de
organizational ecology.
Overeenkomstige bevindingen van organizational ecology ten opzichte van industry evolution zijn:
het aantal bedrijven in de eerste fase van de industry life cycle neemt sterk toe;
in het begin van de volwassenheidfase (in de industry life cycle) neemt het aantal bedrijven af;
zodra industrieën steeds meer geconcentreerd worden en de leidende firma's zich op de massamarkt gaan richten, kan er een nieuwe fase van binnenkomst plaatsvinden als nieuwe bedrijven nicheposities in de markt maken.
Een succesvolle marktevolutie
Sleutelfactoren voor een succesvolle marktevolutie:
tijdens de introductiefase is productinnovatie de basis voor het succes op de korte en de langere termijn;
wanneer de groeifase is bereikt, moet een bedrijf zijn productontwerp aanpassen en zijn productiemogelijkheden vergroten;
in de volwassenheidsfase wordt concurrentievoordeel steeds meer een zoektocht naar efficiency, met name in sectoren van basisproducten;
de overgang naar de neergangsfase intensiveert de druk om in de kosten snijden.
Veranderen is vaak erg moeilijk. Dit kan ondermeer komen door:
organisatieroutines
competency traps
het proces van institutional isomorphism
bounded rationality
complementariteit tussen strategie, structuur en systemen
Competency traps
De barrière die verandert doordat een organisatie zich ontwikkelt op het niveau van bekwaamheid, in het bijzonder van de activiteiten, heten competency traps.
Institutional isomorphism
De tendens dat organisaties onderworpen worden aan gemeenschappelijke sociale normen en voor hun legitimiteit soortgelijke organisatiekenmerken moeten hebben,
noemen we institutional isomorphism.
Bounded rationality
Het principe dat de menselijk rationaliteit wordt beperkt door de grenzen van hun cognitie en capaciteit om informatie te verwerken, noemen we bounded rationality.
Hoofdthema’s
Evolutionaire veranderingen worden gezien als een adaptief proces waarbij variatie, selectie en retentie een belangrijke rol spelen. Het hoofdthema is het niveau waarop evolutionaire processen zich voordoen: organisatorische ecologie en evolutionaire economie.
Ambidextrous organization
Een organisatie die gelijktijdig van bestaande bevoegdheden gebruikmaken kan terwijl het nieuwe mogelijkheden voor toekomstige ontwikkelingen verkent, noemen
- een ambidextrous organization (ambidextrie: tehandigheid).
Er zijn twee types te onderscheiden van ambidextrous organization:
structurele ambidextrie
contextuele ambidextrie
Hulpmiddelen
Er zijn verschillende hulpmiddelen voor strategisch verandermanagement:
het creëren van percepties van crisis.
vaststelling van de stretchdoelen.
het creëren van organisatie-initiatieven.
reorganisatie en nieuw bloed.
Dynamic capabilities
Organisatorische mogelijkheden waarmee een organisatie opnieuw haar middelen en haar operationele vermogens kan aanpassen en wijzigen, noemen we haar
dynamic capabilities.
Nieuwe mogelijkheden ontwikkelen door:
vroege ervaringen en path dependency.
de integratie van middelen om mogelijkheden te creëren.
ontwikkelen van opeenvolgende mogelijkheden.
Path dependency
De organisatiestrategie, de organisatiestructuur en de keuzes voor de toekomst worden bepaald door de beslissingen die gemaakt zijn in het verleden. We noemen
dat de path dependency.
Knowledge-based view of the firm
Een theoretisch uitgangspunt dat een onderneming beschouwt als een pool van activa en kennis, heet een knowledge-based view of the firm. De belangrijkste
uitdaging van het management is de specialistische kennis of de organisatieleden in de productie van goederen een diensten te integreren.
Explicite kennis en ‘stille’ kennis
Belangrijk is het kunnen maken van het verschil tussen expliciete kennis en de stilzwijgende kennis (het verschil tussen de knowing how en de knowing about).
Activiteiten die bijdragen aan het ontwikkelen van mogelijkheden zijn bijvoorbeeld het managen van het intellectuele eigendom en de boekhouding van het intellectuele kapitaal.
Hoofdstuk 9: Op technologie gebaseerde bedrijven en het sturen van innovaties
Invention
De creatie van nieuwe producten en processen door de ontwikkeling van nieuwe kennis of door nieuwe combinaties van bestaande kennis, noemen we een invention.
Innovation
De eerste commercialisering van een uitvinding door het te produceren en in de markt te zetten van een nieuw product of dienst of door nieuwe productiemethodes te
gebruiken, noemen we een innovation.
Ontwikkelingstappen van technologie
De ontwikkeling van technologie doorloopt een aantal stappen:
verzamelen van basiskennis
invention
innovation
verspreiding
voor de aanbodzijde betekent dat: imitatie
voor de vraagzijde betekent dat: adoptie
Regime of appropriability
De voorwaarden die bepalend zijn voor de mate waarin een onderneming in staat is om de winsten van de innovaties vast te leggen, heet het regime of apporpriabulity.
De vier componenten
Het regime of appropriability bestaat uit vier belangrijke componenten die het ontwikkelingsvermogen bepalen om te kunnen profiteren van innovatie:
eigendomsrechten,
de tacktiek en de complexiteit van de technologie,
de tijd
aanvullende middelen
Intellectual property
Immateriële goederen, zoals ideeën, namen, symbolen, ontwerpen, illustraties en huisstijlen, rekenen we tot intellectual property.
Intellectuel property houdt ondermeer in:
patenten
auteursrechten
huisstijlen
bedrijfsgeheimen
Voor welke weg van innovatie een bedrijf kiest, is afhankelijk van het karakter van de innovatie en de middelen en mogelijkheden die een bedrijf heeft.
Voordelen voor snelle beslissers
Wat het voordeel is voor ‘early movers’ op de markt is afhankelijk van:
de mate waarin innovatie kan worden beschermd door eigendomsrechten of voordelen voor doorlooptijd.
het belang van aanvullende middelen.
het potentieel om een standaard te vestigen.
First-mover advantage
Het concurrentievoordeel dat toekomt aan de onderneming die als eerst een nieuwe markt of strategische niche bezet of gebruikmaakt van een nieuwe technologie,
noemen we het first-mover advantage.
Het managen van risico’s
Opkomende markten zijn riskant. Er zijn twee grote onzekerheden waarmee ze te maken krijgen:
technologische onzekerheden
marktonzekerheden
Inperken van risico’s
Er zijn verschillende bruikbare strategieën om de risico zo veel mogelijk in te perken. Daarbij valt te denken aan:
samenwerken met de marktleiders
blootstellen aan een gelimiteerd aantal risico’s
flexibiliteit
Verschillende soorten standaards
Er zijn verschillende soorten standaards (formats die interoperabiliteit toestaan). Een standaard kan privé zijn of publiek. Publieke standaard zijn open voor een breed publiek, kostenvrij of tegen een geringe bijdrage. Privé standaards zijn eigendom van bedrijven of individuen. Wanneer ze eigendom zijn van de overheid, spreken we ook wel van verplichte standaards. Meestal zijn deze ook vastgelegd in een wet. Ten slotte onderscheiden we nog de facto standaards. Deze komen voort uit vrijwillige goedkeuring door de producenten en de gebruikers.
Network externalities
Verbanden tussen de gebruikers van een product of technologie (die resulteren in de waarde van dat product of technologie) en positief gerelateerd zijn aan het aantal
gebruikers, noemen we network externalities.
Network externalities ontstaan bijvoorbeeld door:
producten waarbij de gebruikers verbonden zijn aan een netwerk;
beschikbaarheid van aanvullende producten en diensten;
economisch wisselende kosten
Winnende strategie
Voorwaarden voor een winnende strategie (volgens Shapiro en Varian):
verenig je bondgenoten voordat je ten strijde trekt
neem voorrang op de markt
manage je verwachtingen
Winnen van een standaardoorlog
De doorslaggevende factoren om een standaardoorlog te winnen zijn volgens Shapiro en Varian:
controle over een vaste basis van klanten;
bezitten van intellectuele eigendomsrechten in de nieuwe technologie;
de mogelijkheid om te innoveren en verlenging en aanpassing van de initiële technologische vooruitgang te realiseren
first-mover voordeel.
krachtige aanvullende producten en diensten
merknaam en reputatie
Creativiteit managen
Bij het goed leiden van de creativiteit binnen een bedrijf speel de conditie van de creativiteit een belangrijke rol, evenals de organisatie van de creativiteit. Verschillen tussen operationele organisaties en innovatieve organisaties zitten op het gebied van creativiteit voornamelijk in de structuur van het bedrijf, de processen, de beloningssystemen en natuurlijk de mensen zelf.
Open innovation
Een benadering van innovatie waar een bedrijf oplossingen zoekt van organisaties en individuen van buiten de onderneming en zijn technologieën deelt met andere
organisaties, heet een open innovation.
Hoofdstuk 10: Concurrentievoordeel in grote bedrijven
Kansen missen
Gemiste kansen voor duurzaam concurrentievoordeel in volwassen industrieën vloeien veelal voort uit:
minder ruimte voor differentiatievoordeel als gevolg van beter geïnformeerde kopers, normalisatie en gebrek aan technologische veranderingen;
verspreiding van procestechnologie betekent dat kostenvoordelen moeilijk zijn te verkrijgen en te behouden;
een ontwikkelde industrie maakt het gemakkelijker voor nieuwkomers om gevestigde ondernemingen aan te vallen.
Kostenfactoren
Er zijn drie belangrijke kostenfactoren te benoemen die een belangrijke rol spelen in het zo laag mogelijk houden van de kosten:
Schaalvoordelen
Lage kosten invoer
Lage overheadkosten
Corporate restructuring
Radicale strategische en organisatorische verandering ter verbetering van de prestaties door middel van kostenreductie, de vermindering van de werkgelegenheid,
de afstoting van activa en interne reorganisatie, heten corporate restructuring.
Succes en corporate restructuring
Drie succesvolle benadering van corporate restructuring zijn:
activa- en kostenbewaking
selectieve productkeuze en snoeien in de markt
versnipperde productiviteit samenvoegen
Customer relationship management (CRM)
Tools, technieken en methodes om de behoeften en kenmerken van klanten te onderzoeken met als doel om ze nog beter te kunnen bedienen, behoren tot het
customer relationship management (CRM).
Trends en teleurstellingen
De groeiende trend van ‘commoditization’ beperkt helaas het toepassingsgebied voor differentiatie en vermindert de klantbereidheid om premie te betalen voor differentiatie. Hierdoor:
hebben investeringen hierin door bedrijven veelal een teleurstellend resultaat;
bereiken deze investeringen veelal maar een heel klein gedeelte van de markt.
Bedrijven kunnen zoeken naar strategische innovaties door markten opnieuw in te delen en door de markt te segmenteren. Dit kan ondermeer inhouden dat:
nieuwe klantgroepen te benaderen;
producten en diensten te bundelen en te werken met thema's;
klantoplossingen aan te bieden;
verder te durven denken dan aan de gebruikelijke mogelijkheden
Markten op hun retour
De belangrijkste sleutelfuncties van de teruglopende markten zijn ondermeer:
overtollige capaciteit
gebrek aan technische wijziging
een kleiner aantal concurrenten
hoge gemiddelde leeftijd van zowel materiële als menselijke middelen
agressieve prijsconcurrentie
Dalingsfactoren
Hoe makkelijk de capaciteit daalt, hangt af van de volgende factoren:
de voorspelbaarheid van de daling
de barriers to exit
de strategieën van de overlevende bedrijven
Winstgevende strategieën van Porter en Harrigan
Porter en Harrigan onderscheiden vier strategieën die winstgevend worden nagestreefd, hetzij individueel, hetzij opeenvolgend in dalende industrieën:
leiderschap
niches
oogsten
afstoten
Strategie keuzevragen van Porter en Harrigan
Vier belangrijke vragen worden onderscheiden door, wederom, Harrigan en Porter, bij het kiezen van de juiste strategie:
Ondersteunt de marktstructuur een daling van de gastvrije, potentieel rendabele afstootfase?
Wat zijn de barriers to exit waarmee elke concurrent te maken krijg?
Is het bedrijf sterk genoeg om een daling te kunnen opvangen?
Is de concurrentie sterk genoeg om daling op te kunnen vangen?
Hoofdstuk 11: Verticale integratie en onderneminggrootte
Transaction costs
De kosten voor onderzoek, onderhandelen, monitoren en handhaving van de Marktcontracten rekenen we tot de transaction costs.
Efficiëntiefactoren
Er zijn twee factoren te noemen die de efficiëntie voor bedrijven verhogen bij het organiseren van hun economische activiteiten:
technologie
bestuurstechnieken
Voordelen van verticale integratie
Voorstanders van verticale integratie hebben wijzen vaak op de technische economieën die het biedt: kostenbesparingen die uit de fysieke integratie van processen voortvloeien. Daarvoor is het wel noodzakelijk om over verticale intergratie te praten in termen van een gemeenschappelijk eigendom. Hoe en waarom bedrijven samenwerken hangt vaak sterk af van de achterliggende transactiekosten.
Verticale integratie heeft veelal meer voordelen dan wanneer voor eenzelfde product twee of meerdere bedrijven zouden worden opgericht, ondermeer:
wanneer er twee bedrijven worden opgericht (om elk een onderdeel van het eindproduct te produceren) ontstaat het risico op bilaterale monopolies;
evenals het risico op opportunisme;
en het risico op strategische misinterpretaties;
De kosten van verticale integratie
Hoe hoog de kosten voor verticale intergratie zijn, hangt af van de volgende factoren:
het verschil tussen de optimale schaal en de verschillende productiefasen;
het besturen van de verschillende ondernemingen;
stimulansproblemen;
concurrentie-effecten van verticale integratie;
mate van flexibiliteit;
vergrote risico’s;
Voor- en nadelen verticale relaties
De verschillende types van verticale relaties vraagt om verschillende combinaties van voor- en nadelen. Enkele voorbeelden:
langere termijncontracten
leveranciersovereenkomsten
franchising
Belangrijke factoren bij het kiezen van een verticale relatie
Om te kiezen voor de beste verticale relatie, moet een bedrijf rekening met een aantal factoren. De belangrijkste factoren zijn:
middelen, capaciteiten en strategie
toewijzing van risico’s
stimulerende structuren
Recente trends
Het belangrijkste kenmerk van de afgelopen jaren is de toenemende verscheidenheid van hybride verticale relaties die hebben geprobeerd om de flexibiliteit en stimulansen van transacties op de markt te combineren met de nauwe samenwerking die verticale integratie eisen. Hoewel collaboratieve verticale relaties worden beschouwd als een recent fenomeen, zijn lokale clusters van verticaal samenwerkende bedrijven een lange tijd het model geweest voor Europese bedrijven.
Maar we zien nog meer trends:
De netwerken van de leveranciers van Japanse fabrikanten, hun kennis en gezamenlijk productontwikkeling zijn gaan dienen als modellen voor veel grote Amerikaanse en Europese bedrijven.
De wederzijdse afhankelijkheid die uit een nauwe en op lange termijn opgebouwde leverancier-koper relaties voortvloeit, worden opgebouwd en dienen mede als een beveiligingslek voor beide partijen.
Het toepassingsgebied van outsourcing is uitgebreid van basiscomponenten tot een breed scala van zakelijke diensten.
Er zijn ook nadelige trends op te merken:
Het internet zorgt voor een radicale afname van de transactiekosten van markten.
Hoofdstuk 12: Wereldstrategie en multinationals
Soorten industrietypes
Er zijn verschillende industrietypes te onderscheiden volgens de omvang en de wijze van hun internationalisering:
Beschutte bedrijfstakken (worden uitsluitend door inheemse bedrijven gediend);
Handelindustrieën (die waar internationalisering voornamelijk optreedt);
Multidomestic industrieën (degenen die internationaliseren door directe investeringen);
Wereldindustrieën (die waarin zowel handel en directe investeringen belangrijk zijn).
Drie van de vijf krachten van concurrentie
Als we de industrie in termen van de nationale markt definieerden, dan heeft internationalisatie rechtstreeks invloed op drie van de vijf krachten van concurrentie volgens het vijfkrachtenmodel van concurrentie van Porter:
concurrentie van potentiële toetreders.
rivaliteit tussen bestaande ondernemingen.
verhoging van de onderhandelingspositie van de kopers.
Comparative advantage is het vermogen van een land om een bepaald product te produceren tegen relatief lagere kosten dan andere landen
Invloed op de comparative advantage
Wanneer we kijken naar comparative advantage in een internationale context dan zien we dat er verschillende krachten zijn die hierop invloed hebben:
de middelen en het vermogen van een bedrijf
de industriële omgeving
de nationale omgeving
Porter’s ‘national diamond’-kader
Het ‘national diamond’-kader van Porter onderscheid vier sleutelfactoren die het concurrentievoordeel van een land in een specifieke sector bepalen:
voorwaarden van de factor
gerelateerde en ondersteunde industrieën
de gevraagde voorwaarden
de structuur, de strategie en de rivaliteit
Wel of niet produceren
Het besluit om een product te gaan produceren, hangt af van drie factoren:
de nationale beschikbaarheid van de benodigde middelen
de bedrijfsspecifieke concurrentievoordelen.
de verhandelbaarheid.
Keuzes maken
Hoe een onderneming beslist welke instapmodi de verdiensten waard zijn, hangt af van de antwoorden op vijf belangrijke vragen:
Is de firma's concurrentievoordeel gebaseerd op bedrijfsspecifieke of landspecifieke middelen?
Is het product verhandelbaar en wat zijn de handelsbelemmeringen?
Beschikt de onderneming over het volledige bereik en de mogelijkheden voor de vaststelling van een concurrentievoordeel in de overzeese markt?
Kan de onderneming rechtstreeks de opbrengsten terugbrengen naar haar middelen?
Met welke transactiekosten moet het bedrijf rekening houden?
De voorkeuren van multinationals
Multinationals hebben de neiging te overheersen in sectoren waar:
bedrijfsspecifieke immateriële middelen zoals merken en technologie belangrijk zijn;
exporteren afhangt van de transactiekosten;
klantvoorkeuren redelijk vergelijkbaar zijn tussen landen.
Global strategy
Een strategie dat de wereld ziet als een zelfstandige gesegmenteerde markt, noemen we een global strategy.
Waardebronnen internationals
We kunnen vijf belangrijke waardebronnen onderscheiden van internationaal
opererende bedrijven:
kosten schaalvoordelen en replicatie
bedienen van wereldwijde klanten
exploitatie van nationale hulpbronnen
leervoordelen
strategische concurreren
CAGE-kader van Ghemawat
De afkorting CAGE in het CAGE-kader van Pankaj Ghemawat staat voor ‘Cultural’, ‘Administrative and political’, ‘Geographical’ en ‘Economic’. Dit zijn de vier componenten die de afstand tussen landen bepalen. Hoe groter het verschil in een component, hoe groter de afstand tussen de landen.
De ontwikkelingstijdperken van MNC’s
In de ontwikkeling van MNC’s onderscheiden Bartlett en Ghoshal drie tijdperken:
de vroege twintigste eeuw: Europese multinationals
de jaren na de Tweede Wereldoorlog: Amerikaanse multinationals
de jaren ’70 en ’80: Japanse multinationals
Transnationale corporatie
De transnationale corporatie houdt in dat de MNC’s opnieuw worden geconfigureerd. Dit kan betekenen dat:
de structuur van de organisatie verandert;
een combinatie van de globale integratie en nationale differentiatie;
een organisatie van research en development en ontwikkeling van nieuwe producten.
Onderscheidend vermogen en voorwaarden
Het onderscheidende kenmerk van de transnationale corporatie is dat het een geïntegreerd netwerk wordt van gedistribueerde en onderling afhankelijk zijnde middelen en vermogens. Dit vereist dat:
elke nationale eenheid een bron is van ideeën, vaardigheden en mogelijkheden die kunnen worden aangewend ten behoeve van de totale organisatie;
nationale eenheden toegang hebben tot wereldwijde schaalvoordelen door hen een vennootschappelijk wereldbron toe te wijzen voor een bepaald product, onderdeel of activiteit.
het centrum moet een nieuwe, uiterst complexe rol beheren die relaties tussen eenheden op een zeer flexibele manier coördineert.
Moeilijkheden die MNC’s ervaren zijn:
instellen van een gedeelde visie en boeiende werknemers eromheen;
handhaving van professionele normen en bevorderen van innovatie;
opbouwen van zakelijke partnerschappen en relaties met de regering en de gemeenschap.
Hoofdstuk 13: Spreidingsstrategie
Trends in diversificatie door de jaren heen
Als we kijken naar de laatste pakweg vijftig jaar, dan vallen een paar trends op:
1950-1980: de drang om te diversifiëren.
1980-2009: heroriëntatie.
Gevolg op gevolg
Deze trend van heroriëntatie zorgde weer voor een volgende trend in richting van specialisatie. Dit was het resultaat van de volgende drie belangrijkste factoren:
de nadruk op aandeelhouderswaarde;
turbulente- en transactiekosten;
trends in het bestuurlijk denken.
Evolutiefasen
Tussen de jaren ’60 en 2012 had de evolutie van diversificatiestrategie de volgende
fasen doorlopen:
1960-1970: de prioriteit van het management was om te groeien. De ontwikkeling van een corporatie strategie werd gekenmerkt door de opkomst van conglomeraten en de opgerichte ondernemingen diversifiëren in aanverwante sectoren. De strategische instrumenten en concepten waren de financiële analyse, de verspreiding van M van structuren en de oprichting van corporatie planningstegoeden.
1970-1985: de prioriteit van het management was om de resultaten te verbeteren van de gediversifieerde bedrijven. De ontwikkeling van de corporatie strategie werd gekenmerkt door nadruk te leggen op verwante en concentrische diversificatie en de zoektocht voor synergie. De strategische instrumenten en concepten warden de schaalvoordelen,de portefeuille planningsmodellen en de moderne financiële theorie.
1985-2000: de prioriteit van het management was om aandeelhouderswaarde te creëren. De ontwikkeling van een corporatie strategie werd gekenmerkt door de focus op de hoofdbusiness en de corporatie herstructurering. De strategische instrumenten en concepten waren de maximale aandeelhouderswaarde, de analyse van de transactionele kosten, de hoofdcompetentie en de dominante logica.
2000-2012: de prioriteit van de het management lag op het corporatieve voordeel en de zoektocht om te groeien. De ontwikkeling van een corporatie strategie werd gekenmerkt door het samenvoegen van producten, allianties en het creëren van groeimogelijkheden. De strategische instrumenten en concepten waren de dynamische mogelijkheden, ouderschapsvoordeel en de werkelijke opties.
Drie belangrijke factoren
Corporatieve diversificatie werd voor het grootste gedeelte van de twintigste eeuw gedomineerd door de focus op groeien en het terugdringen van de risico’s. Behalve
in de laatste twee decennia van de twintigste eeuw, toen kwam er nog een derde factor bij: het vergroten van de aandeelhouderswaarde.
De drie essentiele tests van Porter
Om te bepalen of diversificatie echt aandeelhouderswaarde zal creëren, ontwikkelde
Porter drie essentiele tests:
de ‘attractiveness’ test
de ‘cost-of-entry’ test
de ‘better-off’ test
Economies of scope
Een economies of scope bestaat wanneer minder van die resources ontstaan dan wanneer de activiteiten onafhankelijk van elkaar worden uitgevoerd met behulp van
een resource over meerdere producten of meerdere markten.
Verschillen en overeenkomsten
Economies of scope bestaan door dezelfde redenen als economies of scale. Het enige verschil is dat economies of scale gerelateerd zijn aan de economische kosten voor de toenemende uitvoer van een enkel product. Economies of scope zijn daarentegen gerelateerd aan de economische kosten voor de toenemende uitvoer van multiply producten. Het karakter van economies of scope varieert tussen verschillende type middelen: materiele middelen en immateriële middel en tussen de organisatorische mogelijkheden.
Gediversifieerde onderneming als een interne markt
We zien dat economies of scope niet voor goed kunnen zorgen voor een voldoende reden voor diversificatie; zij hebben ondersteuning nodig door potentieel te bezuinigen op transactiekosten. Als interne markt kennen we de interne kapitaalmarkten en de interne arbeidsmarkten.
Gebruik van empirische materiaal
Empirisch onderzoek naar diversificatie concentreert zich op twee belangrijke kwesties:
hoe presteren gediversifieerde bedrijven ten opzichte van gespecialiseerde bedrijven?
overtreffen verwante diversificatie, ongerelateerde diversificatie?
Hoofdstuk 14: Corporatieve strategie-implementatie: sturen van multinationals
Parenting advantage
Het vermogen van een bedrijf om meer waarde toe te voegen aan een bedrijfstak dan zijn concurrenten, heet parenting advantage.
Belangrijke activiteiten
Vier belangrijke activiteiten waarmee corporatief management waarde toevoegt aan
een bedrijfstak zijn:
beheren van de over het geheel genomen corporate portefeuille
beheren van elke afzonderlijke individuele bedrijfstak
beheren van de zakelijke verbanden
beheren van de veranderingen
Beheren van de over het geheel genomen corporatieve portefeuille
De twee belangrijkste vragen bij een corporatieve strategie zijn:
in welke markt opereren wij?
hoe beheren we deze markt zodat we een maximale waarde genereren?
Om antwoorden te vinden op deze twee vragen, kan een bedrijf gebruik maken van:
portfolio planningmodellen
SBU’s
PIMS databae
Portfolio planningmodellen
De drie belangrijkste portfolio planningmodellen zijn:
de GE/McKinsey Matrix
de BCG’s Growth-Share Matrix
de Ashridge Portfolio Display
Beheren van elke afzonderlijke individuele bedrijfstak
Sinds begin jaren ’80 hebben strategische planningsystemen veel kritiek gekregen, van zowel academici als consultants. De twee belangrijkste punten van kritiek waren:
strategische planningssystemen creëren geen strategie
strategische planningssystemen zorgen voor een zwakke strategievoering
Strategische planning
De bedrijven met een strategische planning benadrukken de langere termijnontwikkeling en hebben corporatieve HQ’s die een grote rol spelen in de
planning van bedrijfsniveaus.
Financiële planning
De bedrijven met een financiële planning hebben corporatieve HQ’s die de begrotingscontrole op de korter termijn benadrukken evenals streng gecontroleerde
financiële prestaties tegen ambitieuze doelstellingen, maar hebben maar een beperkte betrokkenheid in de zakelijke strategieformulering.
Strategische planning en financiële planning
Veel multinationals hebben gedeelde planningsprocessen: de strategische planning is voornamelijk gefocust op de middellange en langere termijn, terwijl de
financiële planning meer gericht is op de korte termijn. De prestatiedoelstellingen benadrukken de financiële indicatoren en worden ondersteund door het beheer van
prikkels en sancties. Zelfs in bedrijven waar onderlinge afhankelijkheid hoog is en de draagtijd van investeringen lang zijn, kunnen prestaties op de korte - en middellange
zeer effectief zijn in het genereren van efficiency en de rentabiliteit.
Inputcontrole en outputcontrole
Een van de consequenties bij de afweging tussen de inputcontrole (beheersing van besluiten) en outputcontrole (beheersing van prestaties) is dat bedrijven bij het
ontwerpen van hun controlesystemen de strategische planning of financiële controle moeten benadrukken.
Beheren van de zakelijke verbanden
Volgens een onderzoek in 2011 door Deloitte naar wereldwijde gedeelde dienstenservice:
bedrijven organiseren hun gedeelde service rond wereldwijde hub-en-spoke configuraties. De verschillende diensten worden bepaald door arbeidsfactoren, de kosten, beschikbaarheid, talenkennis en de kwaliteit;
door het ontstaan van Amerikaanse en Europees gebaseerde bedrijven, nemen de service-units in Azie en Latijns Amerika steeds meer toe;
ook de units voor gevestigde services zoals IT en HR worden steeds meer gebruikt in andere functies;
bedrijven mengen steeds meer gezamenlijke diensten met de uitbesteding van services;
de meeste bedrijven realiseren aanzienlijke voordelen door hun diensten te delen.
Beheren van de zakelijke verbanden
Voor het beheren van zakelijke verbanden onderscheidt Porter vier corporatieve strategietypes:
Portfolio management
Herstructurering
Overdragen van vaardigheden
Gedeelde activiteiten
Beheren van de veranderingen
Om de veranderingen te beheren, ontwikkelde McKinsey & Company’s zijn herstructureringvijfhoek. De vijf knooppunten hierin zijn:
Huidige marktwaarde
Bedrijfswaarde zonder veranderingen
Potentiële waarde met interne verbeteringen
Potentiële waarde met externe verbeteringen
Optimale geherstructureerde waarde
Stimulerende benaderingen
Drie benaderingen die corporatieve aanpassing stimuleren zijn:
adaptieve spanning
institutionalisering van strategische veranderingen
van bovenaf, grootschalige ontwikkelingsinitiatieven
Corporate governance
Een systeem waaraan bedrijven worden geleid en gecontroleerd, noemen we een
- governance.
OECD
De OECD Principles of Corporate Governance heeft de verantwoordelijkheid om zorg te dragen voor de strategische leiding van het bedrijf, om effectief toezicht te houden door de Raad van bestuur en de Raad verantwoording af te leggen aan het bedrijf en de aandeelhouders.
De theorie van de M-form
Volgens Oscar Williamson’s ‘M-formtheory’ wordt door het verspreiden van de besluitvorming tussen een corporatieve HQ en de bedrijfsafdelingen, het ondernemingsbestuur op twee manieren bewerkstelligd:
door toewijzing van middelen;
door agencyproblemen
Mogelijke problemen
Problemen van gedivisionaliseerde ondernemingen kunnen zijn:
beperkingen op decentralisatie.
standaardisatie van divisiemanagement
Hoofdstuk 15: Externe groeistrategieën: fusies, acquisities en allianties
Acquisition
Een overname van een bedrijf door een ander bedrijf, heet een acquistition.
Merger
De samenvoeging van twee of meer bedrijven tot een nieuw bedrijf noemen we een merger (fusie). Bij een fusie wisselen de leden van de fuserende vennootschappen
hun aandelen in voor aandelen in de nieuwe vennootschap.
Beoordelen van een fusie of acquisitievoorstel
Volgens Hence moet het uitgangspunt voor de beoordeling van een fusie of acquisitievoorstel moet een duidelijke erkenning zijn van haar strategische doelstellingen. Dit houdt mogelijk in:
het verwerven van strategisch belangrijke middelen en vermogens;
op zoek gaan naar kosteneconomieën en macht op de markt;
uitbreidingen naar nieuwe geografische markten;
diversificatie in nieuwe industrieën.
Strategic alliance
Een gezamenlijke regeling tussen twee of meer ondernemingen met betrekking tot hun uitoefening van bepaalde gemeenschappelijke doelen, heet een strategic
alliance.
Verschillende vormen
Strategic alliances kunnen verschillende vormen hebben:
een mogelijke betrokkenheid bij aandelenparticipatie;
om te voldoen aan specifieke doeleinden;
het is een louter bilaterale regeling of is onderdeel van een netwerk van bedrijfsrelaties.
Motieven
Mogelijke motieven voor strategic alliances zijn:
een bedrijfsreputatie combineren met de mogelijkheden van een ander bedrijf;
om technieken te delen en elkaar aan te vullen;
om technieken met bronnen te combineren
Bijvoorbeeld
Voorbeelden van bedrijven die hun internationalisatiestrategie bijna volledig baseren op buitenlandse allianties zijn Gazprom en General Motors.
Hoofdstuk 16: Trends en strategiemanagement
De hedendaagse zakelijke omgeving
De belangrijkste kenmerken van de hedendaagse zakelijke omgeving zijn:
turbulentie
competitie
technologie
sociale druk en de kapitaalcrisis
State capitalism
Een marktgerichte economie waar een groot deel van de meest vooraanstaande ondernemingen eigendom zijn van de regering, noemen we een state capitalism.
Nieuwe richting in strategisch denken
Belangrijke ontwikkelingen op het gebied van nieuwe richting waarin gedacht over strategie zijn:
heroriëntatie van corporatieve doelstellingen;
op zoek gaan naar meer complexe bronnen van concurrentievoordeel.
Enkele voorbeelden
Een optieaanpak heeft verstrekkende gevolgen voor de instrumenten en kaders van strategieanalyse. Bijvoorbeeld:
bij industrieanalyses hangen de besluiten over de aantrekkelijkheid van een markt af van de potentiële winst;
een optieaanpak heeft ook belangrijke gevolgen voor de analyse van de middelen en vermogens.
In de afgelopen jaren is het begrijpen van strategic fit toegenomen door twee belangrijke concepten:
complementariteit onderzoek.
complexiteitstheorie.
Complexiteitstheorie
Dit gedrag van complexe systemen heeft interessante functies die belangrijke gevolgen hebben voor het beheer van organisaties:
onvoorspelbaarheid;
traagheid, chaos en evolutionaire aanpassing;
self-organization
Self-organization
De tendens voor complexe systemen, zowel natuurlijke als biologische systemen, om spontaan orde te realiseren, noemen we self-organization.
Nieuwe inzichten
Beide concepten (complementariteit onderzoek en complexiteitstheorie) hebben nieuwe inzichten opgeleverd over de context van verbanden binnen de onderneming. Porter en Siggelkow onderscheiden twee dimensies van deze contextualiteit:
contextualiteit van activiteiten;
contextualiteit van interacties.
Multi-dimensionale structuren
Hoe meer mogelijkheden een organisatie ontwikkelt, hoe complexer de organisatiestructuur wordt. Dit blijkt bijvoorbeeld uit:
De ‘total quality’- beweging van de jaren ' 80 resulteerde in ondernemingen die organisatorische structuren invoerden om kwalitatieve managementprocessen te creëren.
De goedkeuring van sociale en ecologische verantwoordelijkheid door bedrijven resulteerde in het ontwerp van structuren die gericht waren op deze activiteiten.
De verspreiding van kennismanagement tijdens de jaren ' 90 resulteerde in veel bedrijven die kennismanagementstructuren en –systemen invoerden.
De noodzaak om kansen te ontwikkelen en uit te voeren die voldoen aan de behoeften van grote globale klanten heeft geleid tot multi-nationale ondernemingen en tot vaststelling van organisatie-units voor het beheren van belangrijke accounts.
De zoektocht naar innovatie en organisationele veranderingen heeft geresulteerd in de oprichting van organisatie-units die verkennende activiteiten verrichten. Deze omvatten projectteams die nieuwe producten en starterscentra ontwikkelen ten behoeve van de ontwikkeling van nieuwe bedrijven.
Omgaan met complexiteit
Door de toenemende complexiteit van organisaties, kunnen we de volgende extra dimensies toevoegen aan de traditionele matrix:
De informele organisatie
De zelfstandige organisatie
Afbreken van corporatieve grenzen
De zelfstandige organisatie
Er zijn drie factors die bevorderlijk zijn voor zelforganisatie in complexe systemen:
identiteit
informatie
relaties
De veranderende rol van managers
De inzichten die de complexiteitstheorie biedt, vraagt ook om een meer specifieke begeleiding aan de managers. In het bijzonder:
de snelle evolutie vereist een combinatie van zowel toenemende als radicale veranderingen;
tot oprichting van een eenvoudige regels;
tot het beheren van adaptieve spanning.
- 1 of 2153
- next ›
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why would you use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
- Starting pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
- Use the topics and taxonomy terms
- The topics and taxonomy of the study and working fields gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
- Check or follow your (study) organizations:
- by checking or using your study organizations you are likely to discover all relevant study materials.
- this option is only available trough partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- by following individual users, authors you are likely to discover more relevant study materials.
- Use the Search tools
- 'Quick & Easy'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject.
- The search tool is also available at the bottom of most pages
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Field of study
- All studies for summaries, study assistance and working fields
- Communication & Media sciences
- Corporate & Organizational Sciences
- Cultural Studies & Humanities
- Economy & Economical sciences
- Education & Pedagogic Sciences
- Health & Medical Sciences
- IT & Exact sciences
- Law & Justice
- Nature & Environmental Sciences
- Psychology & Behavioral Sciences
- Public Administration & Social Sciences
- Science & Research
- Technical Sciences
Add new contribution