Etnische verschillen in risicofactoren - Universiteit Utrecht
Etnische verschillen in risicofactoren
Verschillen tussen Nederlandse, Marokkaanse, Surinaamse, Turkse en Antilliaanse jongeren in risicofactoren voor recidive
Samenvatting
In deze studie werden etnische verschillen onderzocht in de prevalentie en het belang van risicofactoren voor recidive. De onderzoeksgroep bestond uit Nederlandse (n = 542), Marokkaanse (n = 292), Surinaamse (n = 133), Turkse (n = 97) en Antilliaanse jongeren (n = 72) die een strafbaar feit hadden gepleegd. Chikwadraattoetsen, correlaties en logistische regressieanalyses werden uitgevoerd. Verschillen tussen de etnische groepen werden gevonden in zowel de prevalentie als de impact van risicofactoren. Bij Nederlandse jongeren bleken veruit de meeste risicofactoren significant samen te hangen met recidive (thuissituatie, vrijetijdsbesteding, school, vrienden en mentale gezondheid), terwijl bij etnische minderheidsgroepen slechts enkele risicofactoren samenhingen met recidive. Als gevolg van de gevonden verschillen zijn gedragsinterventies gericht op deze risicofactoren mogelijk minder effectief in het voorkomen van recidive bij jongeren uit etnische minderheidsgroepen.
Inleiding
Vier groepen in Nederland zijn sterk vertegenwoordigd binnen de (jeugd)strafrechtketen: Marokkanen, Turken, Surinamers en Antillianen. Wetenschappers twijfelen of er echt verschillen in criminaliteit zijn, of dat het een weergave is van verschillen in aanpak door justitiële autoriteiten. Twee verklaringen voor etnische verschillen in delinquent gedrag:
Risicofactoren voor delinquentie verschillen tussen etnische groepen (specifieke risicofactoren).
Risicofactoren die leiden tot criminaliteit, zijn hetzelfde voor alle etnische groepen (generieke risicofactoren). Omdat de mate waarin risicofactoren verschilt tussen etnische groepen, verschilt ook de mate van criminaliteit.
Dus: oververtegenwoordiging komt door de aanwezigheid van bepaalde risicofactoren die bij allochtone jongeren vaker voorkomen dan bij autochtone jongeren.
Jongeren uit etnische minderheden zijn mogelijk vaker dan Nederlandse jongeren blootgesteld aan zowel specifieke als generieke risicofactoren die de kans op antisociaal gedrag verhogen. Er zijn aanwijzingen dat dezelfde risicofactoren andere effecten hebben in verschillende groepen. Tot nu toe mist daar aandacht voor in de literatuur. Wel van belang om een goede (strafrechtelijke) interventie te ontwikkelen. In de literatuur wordt onderscheid gemaakt tussen risicofactoren die samenhangen met het ontstaan van delinquent gedrag (delinquentie) en risicofactoren die samenhangen met het voortbestaan van delinquent gedrag (recidive). Preventieve interventies zijn met name gericht op risicofactoren voor delinquentie, terwijl strafrechtelijke interventies met name gericht zijn op risicofactoren voor recidive.
Resultaten/discussie
Achtergrondkenmerken
Er bleken verschillen tussen de groepen in geslacht, het al dan niet zijn geboren in Nederland, de huidige leeftijd en de leeftijd ten tijde van het eerste delict.
Verschillen in type uitgangsdelict, strafrechtelijk verleden en recidive
Openbare-ordeconflicten kwamen relatief vaak voor bij Nederlandse jongeren, vermogensdelicten met geweld bij Surinaamse jongeren en zedendelicten bij Antilliaanse jongeren. Vermogensdelicten zonder geweld kwamen relatief vaak voor bij Marokkaanse en Turkse jongeren i.v.m. Nederlandse jongeren. Marokkaanse en Surinaamse jongeren bleken vaker te recidiveren dan Nederlandse en Antilliaanse jongeren.
Verschillen in prevalentie en impact van risicofactoren
Mentale gezondheidsproblemen relatief vaak bij Nederlandse jongeren, middelengebruik bij Nederlandse, Surinaamse en Antilliaanse jongeren en problemen in de thuissituatie bij Surinaamse en Antilliaanse jongeren. Bij Marokkaanse en Turkse jongeren was er sprake van relatief weinig risicofactoren (kan ook komen door bias bij beantwoorden van vragen: sociaal wenselijk (door cultuurbepaalde schaamte/eerkwesties, angst om minderheidspositie te verslechteren).
Verschillen tussen etnische groepen in impact van risicofactoren op recidive: bij Nederlandse jongeren bleken de meeste problemen significant samen te hangen met recidive (vrije tijd, school, vrienden en mentale gezondheid, thuissituatie). Bij etnische minderheidsgroepen slechts enkele risicofactoren met recidive: bij Surinaamse jongeren de minste risicofactoren voor recidive. De thuissituatie is minder voorspellend is:
Een groot deel van Surinaamse/Antilliaanse moeders is alleenstaand en krijgen vaak steun van de ‘extended family’. De invloed van de extended family is mogelijk een belangrijke factor voor zowel Surinaamse als Antilliaanse jongeren.
Number paradox: indien een bepaalde risicofactor veel voorkomt en daarom niet als afwijkend wordt beschouwd, verdwijnt de relatie met criminaliteit (bijv. dat veel van deze jongeren opgroeien in een eenoudergezin > wordt als normaal gezien).
Bij Surinaamse en Antilliaanse jongeren is er een lage correlatie tussen problemen op het gebied van vrienden en recidive. Mogelijk komt dit doordat ze minder gericht zijn op peers, minder druk van peers ervaren en minder behoefte hebben aan goedkeuring van peers. Tegenstrijdig: uit Nederlands onderzoek blijkt dat steun van peers juist heel belangrijk is voor allochtone jongeren, omdat zij vaak zonder steun van hun ouders hun weg in de Nederlandse samenleving moeten vinden.
Beperkingen van onderzoek
Verschillen in steekproefomvang van verschillende etnische groepen (Nederland het grootst > kans op significant effect het grootst).
De statistische power van de Antilliaanse groep was relatief klein.
Niet in staat om te meten in hoeverre er sociaal wenselijke antwoorden werden gegeven in de verschillende etnische groepen.
De onderzoeksgroep (bereikt via Raad van Kinderbescherming vanwege het plegen van een strafbaar feit) is niet representatief voor alle jongeren die delinquent gedrag vertonen.
Conclusie
Er bleken verschillen tussen groepen in soort delicten dat wordt gepleegd en in prevalentie en impact van risicofactoren voor recidive. Bij Nederlandse jongeren waren de meeste risicofactoren gerelateerd aan recidive, maar bij jongeren uit etnische minderheidsgroepen bleek slechts een klein aantal risicofactoren samen te hangen met recidive. Op basis van deze resultaten rijst de vraag in hoeverre strafrechtelijke interventies effectief zijn binnen elke groep. Gezien de verschillen in het belang van risicofactoren is het mogelijk dat de effectiviteit van strafrechtelijke interventies gericht op deze factoren verschilt per etnische groep. Voor zover wij weten is het niet bekend in hoeverre er verschillen zijn tussen etnische groepen in Nederland in de effectiviteit van strafrechtelijke interventies. Uit Amerikaans onderzoek bleek verder dat interventies die cultuursensitief zijn (dat wil zeggen aangepast of speciaal ontwikkeld voor verschillende culturele groepen) er beter in slagen om etnische minderheden in een interventie te laten participeren en te behouden, maar deze interventies leiden niet tot een grotere effectiviteit. Verder onderzoek zou zich moeten richten op (a) welke onderliggende oorzaken ten grondslag liggen aan de gevonden verschillen in de prevalentie en impact van risicofactoren en (b) welke risicofactoren het meest bepalend zijn voor recidive in verschillende etnische groepen. Dit zou de effectiviteit van strafrechtelijke interventies in de toekomst mogelijk kunnen verhogen.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Jeugdcriminaliteit - Artikelen - Universiteit Utrecht
- Risk factors for child sexual abuse victimization: a meta-analytic review - Assink et al. - Universiteit Utrecht
- Risk factors for persistent delinquent behavior among juveniles: A meta-analytic review - Assink et al. - Universiteit Utrecht
- Child maltreatment: an ecological integration - Belsky - Universiteit Utrecht
- Parent-child relations and offending during young adulthood - Johnson et al. - Universiteit Utrecht
- Ontwikkelingen in de jeugdcriminaliteit, 1997-2015 - Laan et al. - Universiteit Utrecht
- Epidemiology of Cyberbullying across Europe: Differences between Countries and Genders - Sorrentino et al. - Universiteit Utrecht
- Etnische verschillen in risicofactoren - Universiteit Utrecht
- Long-term impact of childhood abuse and neglect on crime and violence - Widom et al. - Universiteit Utrecht
Work for JoHo WorldSupporter?
Volunteering: WorldSupporter moderators and Summary Supporters
Volunteering: Share your summaries or study notes
Student jobs: Part-time work as study assistant in Leiden

Contributions: posts
Jeugdcriminaliteit - Artikelen - Universiteit Utrecht
Samenvattingen van de artikelen van het vak 'Jeugdcriminaliteit' 2020-2021
Search only via club, country, goal, study, topic or sector








Add new contribution