75 procent van de Nederlanders werkt over. Gemiddeld: 3,6 uur.
Omgevingsfactoren: Nieuwe technologieen
Trends: 'het nieuwe werken'
Bezuinigingen
1,4 procent van de Nederlanders werkt meer dan 50 uur. Dit staat onderaan vergeleken met andere landen (Japan).
Alleen hard werken is niet voldoende voor workaholisme.
Hard werken kan leiden tot:
Karoshi: dood door overwerk
Karo-jisatu: suicidie door overwerk. Hier is sprake van in Japan.
Werk hangt samen met onze identiteit. “ik werk dus ik ben”
Oorsprong ligt in calvinistische wortels. “er is nog nooit iemand in zijn eigen zweet verdronken.”
Organisatiecultuur. “We hebben hier geen 9 tot 5 cultuur.”
Geschiedenis van het begrip:
1971: Oates beschreef workaholisme als de onbedwingbare neiging om hard te werken.
Al eerder werd melding gemaakt van het verschijnsel:
Franse schrijver Gustave Flaubert (1852): bezeten geperverteerde liefde om te werken.
Paul Lafarge (1883): Arbeitssucht.
De hongaarse psychiater Sandor Ferenczi (1919): zondagsneurose.
Kenmerken werkverslaving: Werkt veel uren, altijd druk; In gedachten met werk bezig; Extreem toegewijd, erg betrokken; Obsessief, compulsief; Lichamelijke klachten; Chronisch moe; Perfectionistisch; Niet flexibel, rigide; Bang om te falen; Taakgericht; Goed in overwerk rationaliseren; Identificeert zich met het werk; Niet in staat te ontspannen; Middelenverslaving; Gepassioneerd over werk; Neurotisch; Optimistisch; Competitief.
Definitie van werkverslaving: - Cognitie: obsessie met werk.
- Gedrag: veel tijd in werk stoppen, vermenging werk en persoonlijk leven.
- Emoties: schuldgevoelens wanneer men niet aan het werk is.
Bevlogenheid (employee engagement). Bevlogenheid is een toestand van opperste voldoening bij werknemers die gekenmerkt wordt door vitaliteit, toewijding en absorptie.
Circelcomplexmodel van emoties bestaat uit:
Activatie vs deactivatie. Onplezierig vs plezierig.
Werkverslaafd: tussen activatie en onplezierig. Kenmerken: rusteloos en gespanen.
Tevreden: deactivatie en plezierig. Kalm, rustig.
Bevlogen: activatie en plezierig. Opgewonden en gelukkig.
Opgebrand: onplezierig en deactivatie. Verdrietig.
Workaholisme is de oncontroleerbare drang om hard te werken. Dit bestaat uit twee componenten. Gedragsmatig: excessief hard werken en Cognitief: compulsief werken.
Workaholics hebben de hoogste werkdruk, meeste overwerk, meeste werk-thuis conflicten, minste steun van andreen en meeste uitputtingsklachten.
Compulsieve werkers: even perfecitonistisch, even emotioneel instabiel, even ontevreden, even cynisch.
Workaholisme is het slechtst maar als je compulsief werkt is dat ook niet goed.
Vergelijking met andee typen (on)welbevinden.
Burnout: exhaustion, cynicism, efficacy
Work engagement: vigor, dedication, absortion (identified regulation, identificeren met je werk)
Workaholism: absortion, working excessively, working compulsively
Absortion: helemaal opgaan in je werk past dus zowel bij de bevlogenheid kant als bij de werkverslavingskant.
Workaholisme vs bevlogenheid:
- Innerlijke dwang vs geen obsessie met werk
- Vermijding vs toenadering
- Gecontroleerde regulatie vs autonome regulatie
- Onveilig hechtig vs veilige hechting
- Arbeidsontevredenheid vs arbeidstevredenheid
Nieuw onderzoek noemt dat vroege onveilige hechting in kindertijd leidt tot workaholisme later. Dit komt doordat je je extra wilt bewijzen in dat je dingen goed doet en bevestiging nodig hebt in wat je doet, omdat workaholics daarin een gebrek hadden in hun kindertijd.
Workaholisme komt vooral van binnenuit, combinatie van hard en dwangmatig werken.
Kan met behulp van een vragenlijst gemeten worden. Werkplezier is wat anders dan workaholisme. Duidelijk anders dan bevlogenheid.
Leertheorie
Operante conditionering: Werkverslaving is aangeleerd en wordt in stand gehouden door tastbare en minder tastbare beloningen.
Imitatie: vicarious learning: rolmodellen versterken werkverslavingsgedrag (leidinggevenden).
Verslavingsmodel
Verslaafd aan adrenaline (kick, rush).
Psychologische verslaving:
Afhankelijk van het werk, doorgaan ondanks de negatieve consequenties.
Persoonlijkheidstheorie:
Persoonlijkheidstrekken vormen de basis van workaholisme:
Lage zelfwaarde, perfectionisme, rigiditeit (flexibiliteit vereist dat je open mind hebt), obsessief-compulsief, type a persoonlijkheid (onrustig, druk, snel spreken), neuroticisme, narcistische persoonlijkheid
Onderzoek zelfwaarde, persistentie en workaholisme. (zie slide figuur)
Systeemtheorie: Stressvolle en dysfunctionele families; Veeleisende vaders
Geparentificeerde kinderen zijn gewend vroeg verantwoordelijkheid nemen omdat er iets met hun ouders is. Partner houdt vaak het gedrag in stand.
Cognitieve theorie: Irrationele cognities en workaholisme.
Cognities zoals willen wedijveren, jezelf willen bewijzen, geen fouten willen maken, het beter denken te doen dan anderen en sterke morele principes hangen samen met werkverslaving. Workaholics hebben het gevoel dat ze niet genoeg gedaan hebben en ze baseren hun zelfwaarde op hun prestaties.
Irrationele cognities: lage onzekerheidstolerantie, hoge eisen stellen aan jezelf, behoefte aan waardering, rampdenken.
Positieve consequenties: Prestatie, hoger inkomen, status, waardering
Negatieve consequenties: Verminderde kwantiteit/kwaliteit van sociale relaties.Werk-thuis conflict, stress en psychosomatische klachten, ongezonde levensstijl, burnout, minder herstel, slechte slaap.
Een optimale peformer: Kan goed samenwerken, is ontspannen, kan goed delegeren, is intrinsiek gemotiveerd, heeft plezier in zijn werk.
Workaholic is hierbij het tegenovergestelde.
Conclusie deel 2:
Workaholisme als persoonlijkheidstrek en als aangeleerd gedrag zijn populaire benaderingen. Cognitieve theorie is een relatief nieuwe en optimistische invalshoek.
Er zijn meer negatieve dan positieve consequenties.
Consequenties voor verschillende levensdomeinen. Het is niet óf je hard werkt (want dat doen bevlogen types ook), maar hoe je hard werkt.
Deel 3: behandelen.
Hoe kan werkverslaving worden voorkomen/behandeld worden?
Belemmerende en bevorderende factoren bij de behandeling van workaholics:
Belemmerende factoren: onthouding is moeilijk te definiëren. Weinig sociale druk, ontkenning/ geen probleeminzicht, andere hulpvraag. Geen tijd.
Bevorderend factoren: Motiverende gespreksvoering, systeem betrekken (partner, gezin, collega’s)
Behandelstrategieën
Add new contribution