Afgelopen woensdag hebben een paar collega's en ik een bezoek gebracht aan het asielzoekerscentrum in Baexem (Limburg). Ik had het idee al lang om onze leerlingen te laten zien hoe ze in een asielzoekerscentrum leven. De kinderen bij ons op school, roepen al snel; 'alle buitenlanders moeten terug'. Ze hebben geen idee waarom sommige allochtonen hier zijn. Ze zijn simpelweg niet veilig! Ze moeten hiernaartoe, omdat ze vrezen voor hun leven. Het doel van het bezoek was dus ook om te kijken of we het AZC konden bezoeken met onze leerlingen.
Toen ik aan kwam rijden op de parkeerplaats vond ik het al vrij heftig. Je weet dat er mensen zitten die al heel lang aan het wachten zijn op de uitspraak of ze mogen blijven of niet. Veel mensen zaten dus ook letterlijk te wachten. Binnen kregen we informatie over het AZC. Daar hoorden we dan er zelfs een gezin al 7 jaar wacht. Ze zitten in een oude regeling, waarbij ze een afgewezen verzoek, opnieuw kunnen indienden.
In het AZC zijn er 425 bedden en er zitten wel 22 nationaliteiten. De meeste mensen komen uit Somalië, Eritrea, Syrië, Irak en Afghanistan. De vluchtelingen mogen niet werken, bij bepaalde omstandigheden mogen ze wel werken, maar niet meer dan 21 weken per jaar. Kinderen zijn verplicht om naar school te gaan, waar ze dus ook Nederlands leren. Volwassenen krijgen geen Nederlandse les aangeboden, omdat ze misschien terug moeten naar hun land van herkomst. Als het vrij zeker is dat ze mogen blijven, kunnen ze wel deelnemen aan Nederlandse les.
Op dit AZC is een basisschool, de kinderen ouder dan 12 jaar gaan naar Roermond naar school, naar een Nt2-school (Nederlands als tweede taal). Na school worden soms op het AZC ook activiteiten georganiseerd, zoals voetballen en ze hebben beschikking tot computers. De volwassenen kunnen meedoen aan een weerbaarheidstraining of andere activiteiten.
We kregen ook een rondleiding. We zagen hoe mensen met z'n 4e op een kleine kamer zaten met 4 bedden, een kast, wasbak en een koelkast. Sommige mensen vinden dit heel luxe, omdat ze bijv. uit Somalië komen en hun hele leven als nomanden hebben rondgetrokken in een tent. Anderen komen uit een land waar ze een goeie baan hadden, zoals advocaat. Zij zijn dus echt achteruit gegaan in hun levensomstandigheden. Er is een gezamelijk wasruimte en keuken. Daar staan 7 gasfornuizen en daar moeten wel 90 mensen gebruik van maken. Per week krijgt een volwassenen 50 euro om boodschappen en andere artikelen van te kopen.
Er zitten ook minderjarige asielzoekers. Deze jongeren zijn alleen naar Nederland gekomen. Er werd een verhaal van een jongen verteld die mocht blijven. Natuurlijk fijn voor deze jongen, maar als je mag blijven, is nog niet alles koek en ei. Het probleem is dat er voor hem een woning gezocht moet worden. Meestal heeft de gemeente (zij moeten een woning toewijzen) 4 persoonswoningen. De jongen moet dus een soort kamer of appartement krijgen, maar dat kan hij vaak niet betalen. Hij krijgt maar €200 per maand. Werk vinden is ook lastig, omdat hij de taal niet spreekt. Deze jongen weet dat hij in Maastricht wordt geplaatst, maar hij kan nog geen werk gaan zoeken in Maastricht, want hij kan het vervoer ernaartoe (voor een sollicitatiegesprek) niet betalen. Het is dus een hele lastige situatie voor zo'n jongen. Hij heeft al heel wat ellende meegemaakt en nu heeft hij het nog steeds niet makkelijk.
De excursie lijkt ons erg geschikt voor leerlingen al moet er wel een goeie voorbereiding komen. Leerlingen moeten weten dat mensen daar zitten, omdat het onveilig is in hun land. Dan zullen ze ook met een andere blik naar het AZC kijken.
Add new contribution