Juridische aspecten van bedrijfskunde -Voorbeeld Hoofdstuk 1

Wat is recht? - Hoofdstuk 1

Wat is het doel van dit boek? §1

Er zijn veel definities die het woord recht omschrijven, in dit boek wordt de volgende definitie aangehouden: “Een besturingssysteem voor menselijk handelen dat operationeel moet zijn zodra er sprake is van een samenleving van twee of meer personen”. Het recht heeft de taak om met alle juridische instrumenten gedrag van mensen te ordenen en sturen. Tussen personen moeten bepaalde regels gelden, zodat onderlinge gedragingen plaatsvinden op een manier die geregeld en voorspelbaar is. Een voorbeeld van de regels zijn de verkeerslichten, waarbij je ervan uit moet kunnen gaan dat je kan doorrijden als het stoplicht groen is.  
Er zijn vijf verschillende doelstellingen van een rechtssysteem volgens de rechtssociologie: 

  • Scheppen van sociale orde. Dit zorgt ervoor dat iedereen weet wat ze van elkaar kunnen verwachten en dat ze hun eigen gedrag kunnen afstemmen daarop. 
  • Bevorderen van conflictbeslechting die niet gewelddadig is. Regels zorgen ervoor dat er een derde persoon kan beslissen over conflicten die er ontstaan. Dit voorkomt dat men het recht in eigen handen neemt. 
  • Zorgen voor individuele ontwikkeling en autonomie. Iedereen krijgt binnen een rechtssysteem de kans om zijn talenten te ontwikkelen en doelen te realiseren.
  • Eerlijke verdeling van schaarse goederen. Regels moeten zo opgesteld zijn dat alle lasten en lusten zo eerlijk en doelmatig mogelijk verdeeld worden. 
  • Sociale verandering begeleiden. Het recht heeft inspraakprocedures, die ervoor zorgen dat verandering op een geordende manier kan plaatsvinden.

Wat voor relaties heeft een samenleving? §2

Er is sprake van een interne relatie wanneer de relatie bloedverwantschap als basis heeft en/of er sprake is van nalatenschap. Externe relaties zijn bijvoorbeeld vrienden en collega’s. Een externe relatie kan met een testament een interne relatie worden. 
Interne relaties zijn meestal privaatrechtelijk, externe relaties kunnen zowel privaatrechtelijk als publiekrechtelijk zijn.  

Welke rechtsgebieden kennen we? §3

Privaatrecht (civiel recht) is het recht dat gaat over horizontale relaties, relaties tussen burgers onderling. Dit is het kader waarbinnen relaties tussen burgers en organisaties onderling gevormd worden. Het privaatrecht kan in verschillende soorten recht: 

  • Personen en familierecht: alle rechtsverhoudingen binnen en buiten het gezin, zoals nationaliteit, huwelijk, ouderlijke macht, voogdij en bloedverwantschap. Deze rechten zijn niet in geld te waarderen en niet overdraagbaar. 
  • Vermogensrecht: dit gaat om alle met geld waardeerbare rechten en plichten, zoals het huis, de auto of kleding, maar ook auteursrecht, merkenrecht en octrooi is in waarde uit te drukken. Rechten die vallen onder vermogensrecht zijn in het algemeen overdraagbaar. Onder vermogensrecht vallen ook het goederenrecht en verbintenissenrecht
  • Goederenrecht: de rechtsverhouding van een persoon tot een goed. Dit valt onder vermogensrecht en regelt hoe de macht over producten verdeeld is. Het goederenrecht bepaalt wat iemand eigenaar maakt en onder welke voorwaarden het eigenaarschap kan worden overgedragen. Kenmerkend is dat het dwingend recht is, je mag niet afwijken van de regels. 
  • Verbintenissenrecht: dit is het recht dat van mens tot mens geldt. Dit is meestal regelend van aard en kan op verschillende manieren worden vastgelegd. Hiervan is bijvoorbeeld sprake bij een arbeidsovereenkomst tussen werkgever en werknemer. 
  • Handelsrecht: alle rechtsregels die gaan over zaken van handel en verkeer, zoals vennootschapsrecht, verzekeringen en mededinging. Deze wetgeving staat in het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Koophandel. 
  • Erfrecht: alle rechtsregels die te maken hebben met de overgang van het vermogen van een overledene op levende personen. Hierbij zijn zowel familierechtelijke als vermogensrechtelijke betrekkingen van toepassing en daarom heeft het erfrecht een afzonderlijke positie in het privaatrecht en is het opgenomen in een apart deel van het Burgerlijk Wetboek.  

Het publiekrecht is gericht op de bevoegdheden van overheidsorganen, de relatie tussen verschillende overheden en de relatie tussen de overheid en de burger. De overheid is dan de vertegenwoordiger van het algemeen belang. Het publiekrecht kan worden onderverdeeld in: 

  • Staatsrecht: hierin is de organisatie van de staat als instantie vastgelegd. Het regelt hoe de structuur van de staat eruit ziet. Het geeft daarom een statisch beeld, het heeft betrekking op de staat in ruste. 
  • Bestuursrecht (administratiefrecht): de verhouding tussen burgers en de overheid en tussen overheden onderling. Dit gaat om de staat in actie: Het functioneren van de staat en zijn organen. 
  • Strafrecht: Gedragsregels voor burgers. Bij een overtreding van die regels kan de overheid de burger straffen. Strafbare feiten staan in het Wetboek van Strafrecht (W.v.Sr.). Het politie-apparaat is er om de wetten van het strafrecht uit te voeren. 

De relatie tussen burger en overheid is een verticale relatie, er is sprake van een machtsverhouding. In de afgelopen jaren is de relatie tussen overheid en burger wel steeds gelijkwaardiger geworden. Als de overheid gaat deelnemen aan het economisch verkeer op dezelfde manier als dat een burger dat kan, bijvoorbeeld wanneer ze een contract afsluiten met een bedrijf om internetverbinding aan te leggen, dan is er geen sprake meer van een verticale relatie. 

Welke juridische verhouding kunnen er bestaan tussen partijen? §4

Rechtsverhoudingen zijn de juridische relaties tussen 'personen'. Je spreekt niet van mensen, maar van natuurlijke personen en rechtspersonen. Natuurlijke personen  zijn mensen van vlees en bloed. Art. 1:1 BW geeft aan dat zij 'van nature' de bevoegdheid hebben van subjectieve rechten. Die rechten kunnen bij overleijden teniet gedaan worden, zoals kiesrecht, of kunnen overgedragen worden op erfgenamen. Rechtspersonen zijn juridische organisaties die objectief gelijke rechten hebben als de mens en kunnen dus zelfstandig aan het rechtsverkeer deelnemen. Onder de rechtspersonen vallen drie groepen. Publiekrechtelijke rechtspersonen zijn de provincies en de gemeenten, de waterschappen en veenpolders en alle instellingen die vallen onder het publiekrecht, zoals de Kamer van Koophandel (KvK), Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en Staatsbosbeheer. De privaatrechtelijke rechtspersonen zijn ondernemingen, zoals een Naamloze Vennootschap (NV), Besloten Vennootschap (BV) en Coöperatieve verenigingen en stichtingen. Als laatste zijn er kerkgenootschappen, dat zijn lichamen waarin kerkgenootschappen zijn verenigd, zoals een synode van kerken. 

Welke bronnen gebruik je binnen het recht? §5

Alle regels op een bepaald moment in Nederland is het positief recht. Positief betekent daarin dat het gaat om het recht dat geldt, dus niet om het recht dat we zouden wensen. Het geldend recht is afkomstig van formele rechtsbronnen. Grotendeels komt ons recht tot stand in Nederland, maar ook een deel heeft een internationale oorsprong. Oorspronkelijk bestonden rechtsbronnen van het internationaal recht uit gewoonteregels, de ongeschreven regels. De geschreven regels staan in verdragen en beslissingen van volkenrechtelijke organisaties. Jurisprudentie heeft hierin geen vaste plaats.

Internationale rechtsbronnen

Het internationaal gewoonterecht is de oudste bron van internationaal recht. Wanneer iets gewoonterecht wordt, is alleen nooit op voorhand duidelijk. Het bestaan van gewoonterecht wordt vastgesteld aan de hand van twee elementen. Er moet sprake zijn van een objectief of materieel element. Onder de staten moet een algemene overtuiging zijn dat men zich op die bepaalde manier moet gedragen. Daarnaast moet er sprake zijn van een subjectief of psychologisch element, wat betekent dat het een verplichtend karakter moet hebben. Er is geen autoriteit die kan toetsen of er aan de twee eisen is voldaan. Daarnaast is iedere staat autonoom, iedere staat mag zelf bepalen of iets gewoonterecht is. Het is dus een heel onzekere rechtsbron.  

Algemene rechtsbeginselen zijn juridische beginselen die vaak als slagzinnen worden geformuleerd. Een voorbeeld is het beginsel van hoor en wederhoor: in een conflict moeten beide partijen gehoord worden. Een ander voorbeeld is het nulla poenabeginsel: alle rechtsmiddelen moeten zijn uitgeput voor een machtsmiddel gebruikt mag worden. 

Een rechtelijke beslissing is ook een rechtsbron, dat is de internationale jurisprudentie. De uitspraak bindt strikt gezien alleen de partijen die onderdeel zijn van de zitting, maar de uitleg van de regel die de rechter toepast, kan ook gevolg hebben voor andere zaken. Internationale rechters (en ook nationale rechters) hebben daarom invloed op de ontwikkelingen van het recht. Rechters houden vaak in volgende gevallen een eerder gegeven interpretatie van een regel vast. 

Een verdrag is de meest belangrijke internationale rechtsbron. Een verdrag is een overeenkomst die gesloten is tussen staten, waarin wederzijdse rechten en plichten  staan. Een ander woord voor een verdrag is een traktaat, een conventie, een akkoord, een handvest of een concordaat. Er is sprake van een bilateraal verdrag als er twee landen betrokken zijn. Als er meer landen betrokken zijn, is er sprake van een multilateraal verdrag

Als laatste zijn er besluiten van internationale organisaties die zij op grond van hun bevoegdheid nemen. De staat die de organisatie opricht, bepaalt welke bevoegdheden de organisatie krijgt. Er zijn supranationale organisaties, die kunnen de lidstaten binden met hun besluiten. De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VN) is een voorbeeld van een organisatie met de bevoegdheid om alle lichtstaten ergens toe te verplichten. De meeste organisaties kunnen alleen aanbevelingen doen en hebben geen bindende bevoegdheden. Als zo'n aanbeveling met een meerderheid van de stemmen wordt aanvaard, kan een gewoonterecht regel ontstaan. Alle besluiten die een internationale organisatie neemt over interne aangelegenheden, zoals toelating van nieuwe leden, zijn wel bindend voor alle lidstaten. 

Nationale rechtsbronnen

Gewoonterecht bestaat ook op nationaal niveau, met dezelfde vereisten als op internationaal niveau. Of een gewoonteregel bindend is, kan worden bepaald door een nationale rechter. De vertrouwensregel is een gewoonterechtelijke regel. Volgens deze regel moeten de minister en staatssecretaris en het kabinet voldoende steun hebben vanuit de volksvertegenwoordiging. Is dit niet het geval, dan moeten ze opstappen. Een andere gewoonterechtelijke regel is een in het Burgerlijk Wetboek. Deze bepaalt dat partijen bij een overeenkomst in eerste instantie zelf de inhoud van de overeenkomst bepalen, maar als de afspraken niet volledig zijn, dan kan onder andere gewoonte de afspraken aanvullen. 

De wet is de belangrijkste nationale rechtsbron. De wet is elke algemene regeling, uitgevaardigd door een bevoegd overheidsorgaan. Daarnaast moet het zich richten op iedereen en moet een wet rechten geven of plichten opleggen. Een wet is geldig als deze is bekend gemaakt en in werking getreden is. Wetten zijn gericht op positief recht. Er zijn twee soorten wetten. Een wet in formele zin is een wet die afkomstig is van het hoogste wetgevende orgaan in Nederland; de regering en de Staten Generaal. De regering en Staten Generaal zijn de formele wetgever. Producten van de formele wetgever zijn de enige regelingen die ook officieel wet heten. Het gaat daarbij alleen om de herkomst van de wet. Bij wetten in materiële zin gaat het om de inhoud van het besluit; het moet gaan om een wet die voor een onbepaald aantal gevallen en een onbepaald aantal personen geldt. Het hoeft niet voor iedereen te gelden, het kan ook een beroepsgerichte wet zijn, die bijvoorbeeld alleen voor advocaten geldt. Bijna alle wetten in formele zin zijn ook wetten in materiële zin. Een van de weinig uitzonderingen is de wet die toestemming geeft voor het aangaan van het huwelijk van de Koning of kroonprins. 

Jurisprudentie bestaat uit de uitspraken van de rechters. De beslissing van de rechter geldt in eerste instantie alleen voor de strijdende partijen, maar in vergelijkbare gevallen moeten vergelijkbare uitspraken gegeven worden. Daarom zal een rechter rekening houden met eerdere uitspraken van hogere rechters. Jurisprudentie is belangrijk, omdat het onmogelijk is om alle gedragsnormen en regels uitputtend vast te leggen. Er is altijd een situatie waarbij de wet niet direct toepasbaar is en dat moet de rechter de wet interpreteren. Daarnaast zijn wetteksten lang niet altijd even duidelijk. Sommige woorden in een wet hebben een bepaalde uitleg nodig. De rechter doet aan wetsvorming, door de wetteksten uit te leggen, toe te passen en te interpreteren. Als laatste wordt een wet bewust open geformuleerd, zoals met de woorden 'redelijkheid' en 'billijkheid'. De concrete invulling van die begrippen worden dan aan de rechter overgelaten. 

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Submenu: Summaries & Activities
Follow the author: xIrisj
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
359
Search a summary, study help or student organization