Soorten afhankelijkheid
Er zijn verschillende soorten afhankelijkheid. De mate van afhankelijkheid kan je status en je hoeveelheid macht op anderen beïnvloeden. Er is sprake van positieve afhankelijkheid wanneer iemand iets goeds doet voor zichzelf, dat ook goed is voor de ander, óf wanneer iemand iets slechts doet voor zichzelf en dat ook slecht is voor de ander. Er is sprake van negatieve afhankelijkheid wanneer iemand iets goeds doet voor zichzelf, maar dat is dan slecht voor de ander.
Vaak is er sprake van een mix van coöperatieve en competitieve afhankelijkheid. Hierbij proberen beide personen zoveel mogelijk te bereiken, voornamelijk voor zichzelf. Als er een middel is dat verdeeld moet worden, bijvoorbeeld geld, heb je zelf toch altijd liever wat meer dan dat de ander krijgt. Vaak zit er aan elke vorm van samenwerking dus ook wel een beetje competitie, aangezien er vrijwel altijd iets verdeeld moet worden. Ook zit aan elke vorm van competitie ook een beetje samenwerking, omdat samenwerking dan nodig is om je doel te bereiken. Het Prisoner’s Dilemma is een goed voorbeeld waarin sprake is van zo’n mix van coöperatieve en competitieve afhankelijkheid. Bij dit ‘spel’ heb je elkaar namelijk nodig om wat moois te winnen, maar er is ook sprake van competitie omdat jij meer kan krijgen dan de ander. Bij het Prisoner’s Dilemma is er vaak een free rider. Dit is iemand die meelift op de coöperativiteit van anderen. Hieronder is een tabel weergegeven met de mogelijke uitkomsten van het Prisoner’s Dilemma.
De één/de ander | Coöperatief | Niet coöperatief |
Coöperatief | Beiden krijgen 3 | Eén krijgt +5, de ander krijgt 0 |
Niet coöperatief | Eén krijgt +5, de ander krijgt 0 | Beiden krijgen 2 |
Intra-groepsconflict: competitie en coöperatie
In de economie en in economische kwesties vindt men het vaak logischer om je non-coöperatief op te stellen, omdat je dan meer voor jezelf kan winnen. Wanneer mensen zich competitief opstellen tegenover elkaar is er vrijwel altijd sprake van greed (staat vrijwel gelijk aan het free rider effect) en fear (de angst om een sucker te zijn).
Vaak stellen personen zich coöperatief op naar elkaar toe vanwege relationele overwegingen, zoals vriendschap of verwantschap. Men kan zich ook coöperatief opstellen naar elkaar toe omdat ze het zo hebben afgesproken, of ze kunnen de verdeelregel toepassen. De verdeelregel houdt in dat men de uitkomst verdeelt over het aantal personen. Dit kan op verschillende manieren, namelijk equity, equality en need. Equity beschrijft hoe de middelen verdeeld kunnen worden naar prestaties. Degenen die hard werken en goede prestaties leveren krijgen dus meer. Equality beschrijft hoe de middelen verdeeld kunnen worden op een manier dat iedereen evenveel krijgt. Het is hierbij dus niet van belang welke prestaties men levert, want iedereen krijgt hetzelfde. Need is een manier van verdelen naar behoeften. Degenen die het meest nodig hebben krijgen het meeste. Ook hierbij is de input dus niet van belang.
Sociale dilemma’s
Er zijn ook gevallen waarin men zich niet coöperatief zal opstellen. Bij het common resource dilemma worden er twee vragen gesteld. De eerste vraag is hoeveel is er beschikbaar? en de tweede vraag is hoeveel kan een individu zelf nemen?. Als het niet duidelijk is hoeveel van een bepaald middel nog beschikbaar is zal het aantal waarschijnlijk worden overschat.
Bij het public good dilemma worden er ook twee vragen gesteld, namelijk hoeveel is er nog? en hoeveel moet een individu inleveren?. Als het niet helemaal duidelijk is hoeveel van een bepaald middel men nodig heeft gaat men de nodige hoeveelheid onderschatten, met als gevolg dat er te weinig zal worden bijgedragen.
Conflict
Er zijn verschillende soorten conflicten.
- Commitment
Commitment is de mate waarin iemand zich bindt aan zijn of haar standpunt. Dit kan zowel positief als negatief uitpakken. Het binden aan een standpunt kan positief uitpakken door integratief onderhandelen. Dit is het samen vinden van een manier die voor beide partijen het beste zal werken, en dit zal ervoor zorgen dat beide partijen er dus profijt van hebben. Het binden van een standpunt kan negatief uitpakken wanneer er sprake is van een stellingname van één van de partijen. - Percepties
Vertrouwen hebben in de ander kan ervoor zorgen dat er minder snel een conflict ontstaat en, als er al een conflict is, dat het conflict sneller kan worden opgelost. Attributiefouten daarentegen, kunnen het conflict juist verergeren. Een veel voorkomende attributiefout is het toeschrijven van gebeurtenissen aan een persoon in plaats van aan de situatie. - Tactieken
Er kunnen verschillende tactieken worden ingezet. Wanneer er sprake is van een win-verlies houding kan er een conflict ontstaan, omdat er één partij wint en de ander zal verliezen. Een win-win situatie kan juist leiden tot verzoening van de partijen. - Het zoeken van partijen
Het zoeken van partijen kan zowel negatief als positief uitpakken. Het zoeken van partijen is positief voor het conflict wanneer er een derde onafhankelijke partij wordt ingeschakeld, bijvoorbeeld als een soort bemiddelaar. Het zoeken van partijen kan negatief zijn wanneer men doet aan blokvorming achter een standpunt. - Emoties
Vooral negatieve emoties spelen een rol bij conflict. Negatieve emoties zijn namelijk ‘besmettelijk’. Op zo’n moment is het beter voor beide partijen als ze een time-out inplannen. Dit kan positief werken voor het oplossen van een conflict. - Reciprociteit
Deze wederkerigheid kan zorgen voor een positieve of een negatieve spiraal. Er is sprake van een negatieve spiraal wanneer de negatieve handeling van persoon X wordt beantwoord met een negatieve handeling van persoon Y, en dat dit zo doorgaat. Er is sprake van een positieve spiraal wanneer een positieve handeling van persoon X wordt beantwoord met een positieve handeling van persoon Y.
Tit-for-Tat (TFT) is een veelvoorkomende reciprociteitsomgang. Hierbij begint één iemand coöperatief en wacht vervolgens af wat de andere persoon doet. Er bestaat de mogelijkheid dat de ander zich niet-coöperatief gaat opstellen. De eerste persoon kan hierop dan reageren door zich ook niet-coöperatief op te stellen, waardoor de tweede persoon dit ook blijft doen. Hierdoor ontstaat er een negatieve spiraal waarin beide personen de hele tijd niet-coöperatief zullen zijn. Als beide personen zich juist wel coöperatief blijven opstellen ontstaat er een positieve spiraal.
Sociale Waarde Oriëntatie
De Sociale Waarde Oriëntatie van mensen hangt af van het gevoel of ze meer pro self en meer pro sociaal willen zijn. Pro sociaal is een houding waarmee mensen samenwerken met een ander om zo samen voor de beste uitkomst te gaan. Pro self bestaat uit twee componenten, namelijk een individualistische en een competitieve houding. Een individualistische houding betekent dat je meer voor jezelf het meest wilt proberen te krijgen, ongeacht wat de gevolgen daarvan zullen zijn voor jezelf. Een competitieve houding houdt in dat je ervoor wilt zorgen dat de ander het minst krijgt, ongeacht wat de gevolgen daarvan zullen zijn voor jezelf.
De Sociale Waarde Oriëntatie is één van de factoren die een rol spelen bij of een individu zich wel of niet coöperatief opstelt. Andere factoren zijn groepsgrootte (hoe meer mensen, hoe moeilijker het is om het probleem op te lossen en hoe vaker het mis gaat), het gevoel van verantwoordelijkheid (hoe meer mensen, hoe sneller iedereen gaat denken dat iemand anders het wel zal oplossen), betrokkenheid, identificeerbaarheid (men is geneigd harder te werken als men weet dat hun bijdrage zichtbaar is), of er sprake is van langdurige of eenmalige samenwerking en de termijn waarop de gevolgen zichtbaar zijn.
Intergroepsconflict
Er zijn over het algemeen twee soorten intergroepsconflicten, namelijk reële conflicten en symbolische conflicten. Er is sprake van een reëel conflict wanneer er duidelijk twee aparte groepen zijn die tegenover elkaar staan en dus vooral competitieve motieven hebben. Ook ontstaat er diffusie van verantwoordelijkheid. De Realistische Groepsconflict Theorie beschrijft dat een conflict zal ontstaan als er strijd is om middelen die beide groepen willen hebben. Beide groepen gaan ervoor zorgen dat zij krijgen wat ze willen en dat de anderen niet krijgen wat ze willen.
Er is sprake van een symbolisch conflict als er niet echt twee aparte groepen zijn, maar als er meer een soort opdeling is van dezelfde soort mensen in twee of meer delen. Hierbij kijkt de ene ‘groep’ positief naar de eigen groep en negatief naar de andere ‘groep’. De neiging om de eigen groep positief te zien is groter dan de neiging om een andere groep neer te halen. Er blijft nog wel de angst dat een andere groep meer zou kunnen hebben. Categorisatie is het geven van labels en op basis daarvan groepen te maken.
Groepen weer bij elkaar krijgen
Er zijn verschillende manieren om groepen (weer) bij elkaar te krijgen. Je kan bijvoorbeeld positief contact tussen groepen stimuleren. Voorwaarden hiervan zijn dat iedereen wel een gelijke status moet hebben, er moeten gemixte interacties plaatsvinden tussen leden uit beide groepen, de groepsnormen (gemaakt door de leider) moeten positief contact bevorderen en er moet een gezamenlijk doel gezet worden.
Bij de-categorisatie wordt men ingedeeld in persoonlijke, individuele categorieën. Bij re-categorisatie worden twee of meer groepen gevormd tot één groep. Het is hierbij wel belangrijk dat er een sterk groepsgevoel gecreëerd wordt omdat men anders blijft denken in termen van hun subgroep. Bij cross-categorisatie vorm je nieuwe groepen, bestaande uit mensen uit verschillende groepen. De nieuwe groepen krijgen een andere naam of een nieuw label. Het is hierbij belangrijk dat de nieuwe groepen iets delen zodat er verwantschap en verbinding ontstaan, zoals hobby’s of een gemeenschappelijk doel.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
Contributions: posts
Spotlight: topics
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
2224 |
Add new contribution