Arresten en jurisprudentie: uittreksels en studiehulp - Thema
- 17237 reads
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
I.c. gaat het om de zaak tussen Dutch Courage Management B.V. (appellant), en de Commissie overige geschillen van de provincie Noord-Holland (thans de Commissie administratief beroep van de provincie Noord-Holland).
Bij besluit van 28 april 2000 hebben burgemeester en wethouders de aan appellanten verleende drank- en horecavergunning als bedoeld in artikel 3 lid 1 a van de Drank- en Horecawet (\ DHW) op grond van art. 31 lid 1 d en lid 6 van de DHW ingetrokken. Dit was naar aanleiding van een inval waarbij (hard)drugs was aangetroffen.
Bij besluit van 30 oktober 2000 heeft de Commissie overige geschillen van de provincie Noord-Holland het daartegen door appellanten ingestelde beroep ongegrond verklaard. De rechtbank te Haarlem heeft het daartegen door appellanten ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak hebben appellanten bij de Raad van State hoger beroep ingesteld.
Appellanten betogen dat de feiten die zich in de inrichting hebben voorgedaan niet de vrees wettigen dat het van kracht blijven van de vergunning als bedoeld in artikel 3 DHW, gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid en zedelijkheid. Volgens appellanten bieden de meldingen van overlast geen bewijs daarvoor. Dit betoog faalt. Burgemeester en wethouders hebben op grond van de in de processen-verbaal geconstateerde feiten kunnen aannemen dat er sprake is van een situatie die gevaar oplevert voor de openbare orde, veiligheid en zedelijkheid. Dat, zo appellanten stellen, de exploitatie van zijn inrichting geen concrete overlast veroorzaakt, doet hier niet aan af.
De Afdeling herhaalt ook weer dat de aanwezigheid van harddrugs in een voor het publiek openstaande ruimte op zichzelf reeds het risico van negatieve effecten op de openbare orde in zich bergt.
Voorzover appellanten stellen dat de intrekking van de vergunning een punitief karakter draagt in de zin van artikel 6 EVRM, faalt dit. Het intrekken van de horecavergunning is een maatregel die alleen is genomen ter bescherming van de openbare orde. Deze maatregel is niet (mede) gericht op het bewerkstelligen van normconform gedrag door toevoeging van geïndividualiseerd concreet nadeel, en de verwijtbaarheid van de vergunninghouder speelt voorts geen rol bij de besluitvorming tot het intrekken van de horecavergunning. Het intrekken van de vergunning is mitsdien geen punitieve sanctie en dus is geen sprake van strijd met artikel 6 van het EVRM.
De rechtbank is terecht en op goede gronden tot de conclusie gekomen, dat burgemeester en wethouders verplicht waren de verleende vergunning in te trekken. Het hoger beroep is ongegrond.
Kern: Intrekking horecavergunning is geen punitieve sanctie.
Arresten en jurisprudentieVolunteering: WorldSupporter moderators and Summary Supporters
Volunteering: Share your summaries or study notes
Student jobs: Part-time work as study assistant in Leiden


There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourism & Sports
Main study fields NL:
Add new contribution