HIV-IV - Arrest

HR 20 februari 2007, NJ 2007, 313 (HIV-IV)

 

Feiten

I.c. ging het om een seropositieve man die vaak seksueel contact had met zijn partner.

Hij had deze partner echter nooit verteld dat hij besmet was met het HIV-virus. Medio 1997 hadden beide mannen elkaar ontmoet en was er een relatie ontstaan. Aan het begin van de relatie hadden zij altijd veilig gevreeën. De verdachte verzweeg de besmetting ondanks dat zij nadrukkelijk over het onderwerp hadden gesproken. Hij ontkende zelfs besmet te zijn toen zijn partner er letterlijk naar vroeg. Hij vertelde hem dat hij seronegatief was, ook in aanwezigheid van vrienden en zijn ouders. Hierna is het stel gestopt met het condoomgebruik. Gedurende vier maanden hadden ze veelvuldig onveilige anale seks. De man raakte uiteindelijk ook besmet. Na onderzoek bleek de besmetting afkomstig te zijn van zijn partner.

 

Rechtbank en Hof

De rechtbank Utrecht en

.........Read more
Access: 
Public

Beschieting woning - Arrest

Beschieting woning (HR 06-09-2005, NJ 2006, 50)

Feiten

In deze zaak had de verdachte vanaf de straat met een vuurwapen een geschoten op een raam van de woonkamer van een appartement op een tweede etage. De verdachte wist dat op dat moment in dat appartement zich twee vrouwen bevonden.

Hof

Het Hof oordeelde dat er sprake was geweest van voorwaardelijk opzet omdat de verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans had aanvaard dat de kogel via het plafond of via een ander voorwerp van baan zou veranderen en een persoon zou raken. Nu was het probleem dat ten aanzien van één van de twee vrouwen niet uit de bewijsmiddelen kon worden afgeleid dat zij zich op het moment van schieten in de woonkamer bevond. Zij kon zich namelijk ook ergens anders in de woning bevinden.

Hoge Raad

De Hoge Raad kon zich niet vinden in het oordeel van

.........Read more
Access: 
Public

Overval op juwelier - Arrest

HR 19 maart 2013, NJ 2013, 194 (overval op juwelier)

 

Feiten

In deze zaak was er sprake geweest van een overval op een juwelier. Het Hof in Amsterdam kwam tot veroordeling van de verdachte. Hij werd veroordeeld tot 9 jaar gevangenisstraf wegens een nachtelijke overval van een woonhuis in Amsterdam waarbij een van de bewoners, de juwelier, om het leven was gekomen. De verdachte had (samen met anderen) de woning met geweld overvallen waarna het slachtoffer aan een hartinfarct was overleden.

Namens de verdachte heeft de advocaat beroep in cassatie ingesteld. Het middel klaagt dat het Hof ten onrechte heeft bewezenverklaard dat de verdachte is overleden aan de gevolgen van de gepleegde diefstal met geweld en afpersing. Aan de orde komt dan ook de vraag naar het causaal verband tussen de gedragingen van de verdachte en/of zijn mededader(s) en het overlijden van de juwelier.

 

Hoge

.........Read more
Access: 
Public

Groninger HIV - Arrest

Groninger HIV (HR 27-03-2012, NJ 2012, 301)

Feiten

I.c. gaat het om een man van 53 jaar (Peter M.) die verdacht wordt van het feit dat hij meerdere keren verschillende mannen geprobeerd had ernstig fysiek letsel toe te brengen door hen te besmetten met bloed dat met het HIV virus besmet was. De verdachte had meermalen feesten georganiseerd voor homo mannen waar ook seksuele handelingen werden verricht. De verdachte had het plan om tijdens deze seksfeesten de uitgenodigde mannen met het hiv-virus te besmetten om op die manier onbezorgd seks met elkaar te hebben.

Hof

Tijdens de procedure die volgde werd M. door het hof veroordeeld tot 12 jaar gevangenis, wegens het medeplegen van (poging tot) zware mishandeling. Volgens het hof was de besmetting met HIV aan M. toe te reken.

Hoge Raad

Tijdens de procedure in cassatie stelde de advocaat van M. dat men ten eerste het causale

.........Read more
Access: 
Public

Unus testis II - Arrest

HR 30 juni 2009, NJ 2009, 496 (unus testis II)

 

Feiten

I.c. gaat het om een zaak waarin de bewezenverklaring van verkrachting berustte op drie verklaringen van de aangeefster. Het slachtoffer lag in het ziekenhuis na de geboorte van haar dochter. Ten gevolge van complicaties (keizersnede) verbleef zij op een eenpersoonskamer in het ziekenhuis, waar volgens de aangeefster zij door haar ex-man

(de verdachte) werd verkracht. De man verklaarde daarentegen dat er in het ziekenhuis niets was gebeurd. Het seksuele contact gebeurde volgens hem pas weken later.

Verder werden nog voor het bewijs gebezigd enkele verklaringen waarin bevindingen worden gerelateerd over de locatie van het ziekenhuisbed waarin de aangeefster ten tijde van het strafbare feit zou hebben gelegen als ook een verklaring van de verdachte over zijn dwangmatige seksbehoefte.

 

Hoge Raad

De Hoge Raad casseert op grond van de overweging dat de bewezenverklaring slechts kan

.........Read more
Access: 
Public

Inrijden op agent II - Arrest

HR 6 maart 2012, NJ 2012, 448 (inrijden op agent II)

 

Feiten

I.c. gaat het om een verdachte die in 2009 door het hof wegens overtreding van de Wegenverkeerswet 1994 veroordeeld is tot een geldboete van € 250 subsidiair vijf dagen hechtenis, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Het hof heeft voorts de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toegewezen en een schadevergoedingsmaatregel opgelegd. De verdacht was met zijn bromfiets tegen een politieagent ingereden nadat hij een stopteken had gegeven en waardoor de agent letsel had opgelopen.

I.c. gaat het om de vraag omtrent de criteria voor ‘hetzelfde feit’ in de zin van artikel 68 Sr en artikel 313 Sv. De Hoge Raad verduidelijkt de betekenis van het begrip " hetzelfde feit " in de zin van art. 68 Sr.

 

Hoge Raad

De Hoge Raad stelt ‘Bij de beoordeling van de vraag of

.........Read more
Access: 
Public

Post Salduz - Arrest

HR 30 juni 2009, NJ 2009, 349 (Post Salduz)

 

Feiten

I.c. gaat het om de vraag welke consequenties moeten worden verbonden aan de uitspraak van het EHRM over de verenigbaarheid van het gebruik van bewijs van tijdens een verhoor door de politie afgelegde verklaringen van een verdachte met art. 6 EVRM. Het gaat om de uitspraak van het EHRM van 27 november 2008 Salduz tegen Turkije.

I.c. klaagde het middel over schending van art. 41 Sv, art. 6 EVRM en art. 40 .2. sub b onder III van het Verdrag inz. de rechten van het kind, doordat aan de minderjarige verdachte niet tijdig een raadsman is toegevoegd als gevolg waarvan hij zonder bijstand van een raadsman door de politie over de feiten is verhoord.

 

Hoge Raad

De HR leidt uit de EHRM-rechtspraak af dat een door de politie aangehouden verdachte aan art. 6 EVRM een

.........Read more
Access: 
Public

ABRvS 20 jan. 2010 (LJN BK9935) - Arrest

ABRvS 20 jan. 2010 (LJN BK9935)

 

Feiten

I.c. gaat het om een uitspraak in het geding tussen enerzijds appellant sub 1, appellant sub 2, en

de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid naar Duits recht Lidl Nederland GmbH

en anderzijds het college van burgemeester en wethouders van Sneek (verweerder).

Bij besluit van 3 maart 2009 heeft het college B&W van Sneek het door appellant sub 2 gemaakte bezwaar tegen het besluit van 31 augustus 2004 tot afwijzing van zijn verzoek om toepassing van bestuurlijke handhavingsmiddelen met betrekking tot het supermarktfiliaal Lidl, gegrond verklaard en het besluit van 31 augustus 2004 herroepen. Tegen dit besluit hebben de appellant sub 1 en 2, en Lidl, bij de Raad van State beroep ingesteld.

Het college stelt dat het belang van appellant sub 1 niet rechtstreeks bij het bestreden besluit is betrokken zodat zij niet als belanghebbende kan worden aangemerkt. Appellant sub

.........Read more
Access: 
Public

ABRvS 13 jan. 2010 (LJN BK9023) - Arrest

ABRvS 13 januari 2010 (LJN BK9023)

 

Feiten

I.c. gaat het geding tussen appellant en het college van burgemeester en wethouders van Zuidhorn. Bij besluit van 19 november 2007 heeft het college B&W het door appellant gemaakte bezwaar tegen het besluit van het college, waarbij is geweigerd hem vrijstelling en vergunning te verlenen voor het bouwen van een bedrijfswoning, opnieuw ongegrond verklaard.

Op grond van het "Bestemmingsplan Grijpskerk Bedrijventerrrein De Rietlanden III" rust op het perceel de bestemming "Bedrijfsdoeleinden B2". Vast staat dat de gevraagde bedrijfswoning gelet op de planvoorschriften niet is toegestaan. Het college heeft in het besluit op bezwaar gesteld dat de vrijstelling in redelijkheid kon worden geweigerd omdat o.a. een bedrijfswoning niet noodzakelijk is voor het schildersbedrijf van de appellant.

De appellant betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat het college in strijd met artikel 7:11 lid 1 Awb, los van de aangevoerde bezwaren,

.........Read more
Access: 
Public

Achteroverleunen in Brummen - Arrest

ABRvS 6 augustus 2003, AI0801, 200206222/1.

Feiten

Bij besluit van 2 februari 1999 heeft het college B&W van Brummen appellant op straffe van een dwangsom gelast diverse niet voor agrarische doeleinden bestemde materialen op een perceel te verwijderen en verwijderd te houden. Het bezwaar van de appellant is ongegrond verklaard. Hierna heeft de rechtbank het beroep van de appellant gegrond verklaard en het besluit vernietigd. Het college heeft het besluit herroepen, de hoogte van de dwangsom teruggebracht en het bezwaar voor het overige ongegrond verklaard. Het beroep van de appellant is door de rechtbank hierna ongegrond verklaard. Waarna de appellant hoger beroep heeft ingesteld.

ABRvS

De appellant stelt dat het besluit van 2 februari 1999 is ingetrokken door het besluit van 2 februari 2000 en dat de grondslag voor handhaving van de dwangsom bij de beslissing op bezwaar is weggevallen. De rechtbank is appellant, m.u.v. bepaalde onderdelen,

.........Read more
Access: 
Public

Pages

Subscribe to WorldSupporter RSS