In deze bundel worden o.a. samenvattingen, oefententamens en collegeaantekeningen gedeeld voor het vak Organisatie & Technologie voor de opleiding Bedrijfskunde, jaar 1, aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp voor jouw studie ga je naar de Samenvattingen Bundel Bedrijfskunde RUG Bachelor 1.
Organisatie en technologie - B1 - Bedrijfskunde - RUG - Aantekeningen - 2016/2017
Doel van het vak is puntsgewijs:Taal spreken van bedrijfskundigenLeren kijken en analyseren als bedrijfskundige, eerste stap van (her)ontwerpproces van organisaties en TechnologieënEenduidige definities leren, dus zwart – wit vs waar – onwaarVerdere literatuur is te vinden in de syllabus en op Nestor, en de slides/sheets zijn ook te vinden op Nestor. Deze dienen als ruimte voor aantekeningen en als een begin van je samenvatting. Ook zijn ze tentamenstof.Organisatie structuur weergegeven met een organigram.Hierna volgen wat definities, die gebruikt worden tijdens de colleges:Technologie verwijst naar kennis, bekwaamheid, gereedschap, technieken en werkprocessen, om van een rauwe materialen een product of service te maken.Organisatie verwijst naar een structuur waar dingen mee gedaan wordt, en waar individuelen hun acties coördineren om een speciaal doel te bereiken.Organisatiekunde, definitie: een verzameling theorieën en modellen, die proberen uit te leggen, hoe organisaties werken en in relatie met hun omgeving, om een organisatie of proces te redesignen of verbeteren om effectiever te worden. In de 18e eeuw begon het met sterke taakspecialisatie, wat zorgde voor arbeidsdeling. Omdat mensen zich nu specialiseerden konden...
Organisatie en Technologie - B1 - Bedrijfskunde - RUG - Oefenvragen
Vraag 1. Klassieke managementtheorie:Richt zich met name op de flexibiliteit van organisatiestructurenHeeft als doel om één beste manier voor het ontwerpen en managen van organisaties te vindenGebruikt met name een input-output modelAlle van de bovenstaande antwoorden zijn juist Vraag 2. Beoordeel de volgende twee beweringen:Stelling I: Volgens Woodward (1965) past bij bedrijven met een enkel-stuksproductie (unit/small batch) een organische structuur.Stelling II: Woodward (1965) analyseerde hoe technologie organisaties beïnvloedt. Zij stelde dat de mate van technische complexiteit (technical complexity) van het productieproces een bepalende factor is voor de organisatiestructuur.I is correct en II is niet correctI is niet correct en II is correctI en II zijn beide correctI en II zijn beide niet correct Vraag 3. Beoordeel de volgende twee beweringen:Stelling I: In een functionele structuur worden bedrijfsonderdelen gegroepeerd als onafhankelijke business units met winstverantwoordelijkheid.Stelling II: In een matrix-structuur is het principe van Fayol “eenheid van leiding” niet (overal) van toepassing.I is correct en II is niet correctI is niet correct en II is correctI en II zijn beide correctI en II zijn beide niet correct Vraag 4. Porter (1985) definieerde het zogenaamde “5 krachten model”, welke twee krachten komen Vraag niet voort uit de bestaande waardeketen?Marktdynamiek en toeleveranciersPotentiële toetreders en substituutproductenInnovatie en concurrentenGeen van bovenstaande antwoorden is correct Vraag 5. Rahim definieerde een tweedimensionaal model met manieren waarop een conflict...
Samenvattingen en studiehulp voor Bedrijfskunde Bachelor 1 aan de Rijksuniversiteit Groningen
Hier wordt relevant studiemateriaal gebundeld voor Bedrijfskunde jaar 1 aan de Rijksuniversiteit Groningen
Voor een compleet overzicht van de meest recente op JoHo WorldSupporter aangeboden samenvattingen & studiehulp maak je het beste gebruik van de zoekfuncties.
- 1 of 119
- next ›
Add new contribution