Materieel Strafrecht - UL - Deeltentamen 2015


Vragen

Casus: pianoles

De 57-jarige Bernhard Rubinstein geeft al 5 jaar elke twee weken pianoles aan de 28-jarige volstrekt amuzikale Johan Pach in Den Haag. Bernhard probeert Johan stap voor stap de kunst van het pianospelen bij te brengen.

Na 5 jaar kan Johan echter nog geen ritme houden, en ook van de overige vaardigheden die een beginnend pianist zou moeten bezitten, is geen schijn van aanwezigheid. De tweewekelijkse pianolessen die ongeveer anderhalf uur in beslag nemen is Bernhard dan ook na een tijdje goed zat. Het stoort Bernhard ontzettend dat hij ondanks zijn uitstekende lessen geen enkele voortgang in het pianospelen bij Johan, onder anderen omdat Johan zelf heel tevreden lijkt te zijn met de kwaliteit van muzikale vaardigheden en de les elke twee weken als een groot pianist die net een staande ovatie van zijn publiek heeft gekregen de les uitloopt.

Op Prinsjesdag besluit de ‘virtuoos’ Johan met zijn pianospel geld te verdienen om zijn studieschuld af te betalen. Hij zet hij zijn keyboard op straat, en legt de kist waar zijn keyboard in zat op straat waar mensen hun geld in kunnen gooien als ze betoverd zijn door de meesterlijke kwaliteit van Johans pianospel.

Op de ochtend van Prinsjesdag loopt Bernhard een rondje door de binnenstad van Den Haag om de gouden koets voorbij te zien komen. Zodra hij zijn leerling Johan ziet slaat het schaamrood hem op de kaken. Tot overmaat van ramp begint Johan ook nog eens luidkeels atonaal te zingen bij zijn verschrikkelijke pianoconcert. Alle opgekropte woede van de afgelopen 5 jaar komt ineens naar boven bij Bernhard. Hij pakt de keyboardkoffer, gooit het weinige geld dat er in zat eruit, klapt hem dicht en deelt er één harde klap mee uit op het hoofd van Johan. Johan stort meteen neer, en overlijdt korte tijd daarna ten gevolge van het zware hersenletsel dat hij heeft opgelopen bij de klap met de koffer. Net als de meeste keyboardkoffers weegt deze (zonder keyboard) 3,5 kg en heeft een hard houten beschermlaag aan de buitenkant.

Als Bernhard diezelfde dag op het politiebureau in de verhoorkamer zit, in het bijzijn van zijn raadsman, hoort hij dat Johan is overleden. Hij schrikt zich duidelijk een ongeluk, en verklaart onder meer het volgende:

"Ik kon er niet meer naar luisteren. Al mijn woede kwam toen samen, en in die woede wilde ik hem een stevige klap geven. Ik wilde eigenlijk met name voorkomen dat hij nog verder zou spelen en meer mooie muziek zou verpesten, verder maakte het me allemaal niks uit. Ik wil u wel graag op het hart drukken dat mijn intentie nooit was om hem te laten overlijden, ik vind het verschrikkelijk dat hij het leven gelaten heeft. Ik ben mij ervan bewust dat je met een gemiddelde keyboardkoffer een stevige klap kunt uitdelen, maar ik heb er op dat moment totaal niet bij stilgestaan dat Johan hierdoor zou overlijden."

Vraag 1

De officier van justitie twijfelt of hij Bernhard moet vervolgen voor doodslag (art. 287 Sr) of zware mishandeling, de dood ten gevolge hebbend (art. 302 lid 2 Sr). Hij wendt zich tot u, en vraagt om advies over deze kwestie. Hoe zou uw advies luiden? Betrek daarbij de voor- en nadelen van vervolging voor de twee genoemde strafbepalingen.

Vraag 2

Ga ervan uit dat er vervolgd wordt voor doodslag (art. 287 Sr). Is het daarvoor benodigde opzet aanwezig? Zo ja, in welke gradatie?

Vraag 3 (theorievraag)

Betoog waarom de volgende bepaling naar uw mening de lex certa-toets, zoals die invulling krijgt in de literatuur en jurisprudentie, wel of niet doorstaat. Geef in uw betoog geldige argumenten voor uw standpunt, d.w.z. argumenten die te herleiden zijn tot de literatuur en/of jurisprudentie.

Art. 134a Sr

"Hij die zich of een ander opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaft of tracht te verschaffen tot het plegen van een terroristisch misdrijf dan wel een misdrijf ter voorbereiding of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf, dan wel zich kennis of vaardigheden daartoe verwerft of een ander bijbrengt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie."

Antwoordindicatie

Vraag 1

Betrek in uw overwegingen in ieder geval de volgende twee aspecten. Ten eerste: het opzet. In de eerste plaats is de vraag van belang op welke bestanddelen het bestanddeel opzet in beide delictsomschrijvingen is gericht. In art. 287 Sr is het opzet gericht op een ander van het leven beroven.

In art. 302 lid 1 jo. lid 2 Sr is het opzet gericht op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. Het gevolg van de gedraging als omschreven in lid 1, de dood van het slachtoffer, is in lid 2 geobjectiveerd, aan de opzeteis van lid 1 onttrokken (1 punt). Dit betekent dat de bewijslast bij art. 287 Sr in dit geval hoger ligt, nu opzet op de dood in deze casus lastiger te bewijzen is dan opzet op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. Uit de verklaring van de verdachte valt immers af te leiden dat hij zuiver opzet heeft gehad op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan het slachtoffer. Vanuit dit oogpunt zou de keuze voor art. 302 lid 2 Sr voor de hand kunnen liggen (1 punt). Ten tweede: de sanctienormen. De keuze voor een van de beide artikelen zal ook de ruimte beïnvloeden die de officier van justitie heeft bij het formuleren van de strafeis. Op overtreding van art. 302 lid 2 Sr staat een maximale gevangenisstraf van tien jaar, terwijl dat bij art. 287 Sr vijftien jaar is. Vanuit dit oogpunt zou de keuze voor art. 287 Sr voor de hand kunnen liggen .

Vraag 2

Gelet op de feiten in de casus, en met name op de verklaring van de verdachte, ligt het voor de hand om meteen te concluderen dat zuiver opzet op de dood niet aanwezig is. Hierom dient het antwoord zich te richten op voorwaardelijk opzet. (Eventueel kan worden opgemerkt dat de tweede opzetgradatie, noodzakelijkheidsbewustzijn, in praktijk weinig relevant is.) Voorwaardelijke opzet (het bewust aanvaarden van de aanmerkelijke kans op het gevolg) bestaat uit drie componenten: de aanmerkelijke kans, het bewustzijn en het aanvaarden.

  • Belangrijk is dat per component het specifieke vereiste (de norm) wordt genoemd en dat op de juist wijze wordt getoetst aan de feiten in de casus (feitelijke toepassing).

  • In de eerste plaats moet er sprake zijn van een aanmerkelijke kans. Er moet sprake zijn van een kans die naar algemene ervaringsregels aanmerkelijk is te achten (HIV I) (Benoemen norm, 0,5 punt). Is de kans aanmerkelijk dat het één keer hard slaan met een keyboardkoffer van 3,5 kg, en een hard houten beschermlaag aan de buitenkant, op het hoofd van een persoon leidt tot de dood van die persoon? Die vraag moet bevestigend worden beantwoord (Feitelijke toets, 0,5 punt).

  • In de tweede plaats moet de verdachte zich bewust zijn geweest van die aanmerkelijke kans: indienverklaringen van verdachte onvoldoende inzicht geven, mag het bewustzijn normatief worden getoetst: aan de hand van de vraag of een gemiddelde derde bewust zou zijn geweest van de aanmerkelijke kans op het gevolg. Indien een gemiddelde derde dit zou zijn geweest, dan mag aangenomen dat verdachte dit ook was
    In de casus verklaart verdachte weliswaar dat hij zich bewust van de kans op letsel, maar niet van de kans op de dood (verdachte wordt vervolg voor doodslag). Daarom zal moeten worden beoordeeld of een gemiddelde derde zich bewust zou zijn geweest van de aanmerkelijke kans op de dood na het slaan met de keyboardkoffer. Dit zou in dit geval zo zijn, dus het kan niet anders dan dat verdachte zich hiervan ook bewust was.

  • In de derde plaats moet de aanmerkelijke kans, waarvan de verdachte zich bewust was, zijn aanvaard. Dit dient te worden getoetst op basis van de uiterlijke verschijningsvorm van de gedraging, de omstandigheden van het geval en aan de hand van de vraag of verdachte de aanmerkelijke kans op de koop heeft toegenomen. Ook spelen bij dit vereiste eventueel aanwezige contra-indicaties een rol: gedragingen of omstandigheden die wijzen op het tegendeel dat verdachte de aanmerkelijke kans juist niet heeft aanvaard (Benoemen norm, 0,5 punt). Getoetst dient te worden of de verdachte met het eenmalig slaan met een keyboardkoffer op het hoofd de aanmerkelijke kans dat dit leidt tot de dood van het slachtoffer op de koop toenam (Enkhuizer doodslag). De verklaring van Bernhard ‘Ik wilde eigenlijk met name voorkomen dat hij nog verder zou spelen en meer mooie muziek zou verpesten, verder maakte het me allemaal niks uit.' is daarbij een belangrijke indicator om te spreken van aanvaarding

  • Geconcludeerd moet daarom worden dat Bernhard voorwaardelijk opzet had op de dood van Johan. (0,5 punt)

Vraag 3

Bij deze vraag kan niet een geheel uitgeschreven antwoordmodel gemaakt worden. De punten die hieronder genoemd staan kunnen gebruikt worden, maar ook goede alternatieven hebben punten gekregen. Heel kort gezegd hadden op deze manier in elk geval punten kunnen worden verdiend:

  • Juiste uitleg lex certa-gebod en achterliggende gedachte (o.m. rechtszekerheid).

  • A.d.h.v. Onbehoorlijk Gedrag-arrest laten zien dat er ruimte kan zijn voor een minder strikte toepassing van dit beginsel op een bepaalde strafbaarstelling, mits het onvermijdelijk is en tot op zekere hoogte geconcretiseerd (r.o. 6.3).

  • Deze punten toepassen op art. 134a Sr:

    • Vaagheid is onvermijdelijk, omdat het alternatief is dat er een oeverloze opsomming gemaakt zou moeten worden van alle gedragingen die nu geschaard worden onder 'gelegenheid, middelen of inlichtingen (trachten te) verschaffen' en 'kennis of vaardigheden verwerven of een ander bijbrengen', hetgeen de norm niet helderder, maar juist minder helder zou maken.

    • Het is tot op zekere hoogte geconcretiseerd, namelijk tot terrorismegerelateerde zaken (inclusief het opzet dat daarop gericht moet zijn).

  • (Juist deze bepaling moet daarnaast ruimte kunnen bieden om in te spelen op maatschappelijke ontwikkelingen.)

  • Conclusie: dit artikel doorstaat de lex certa-toets

  • Een goed betoog a.d.h.v. een ander arrest (dat gaat over de uitleg van het lex certa-beginsel) kan ook goed gerekend zijn, mits de kern van dat arrest goed is weergegeven, en de relevante gezichtspunten uit dat arrest goed zijn toegepast op art. 134a Sr.

Page access
Public
How to use and find summaries?


Online access to all summaries, study notes en practice exams

Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
  2. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
  3. Search tool: quick & dirty - not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is available at the bottom of most pages or on the Search & Find page
  4. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

Field of study

Quick links to WorldSupporter content for universities in the Netherlands

Join World Supporter
Join World Supporter
Follow the author: Law Supporter
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.