Inleiding Bestuursrecht - UL - B1 - Oefententamen 2010 (2)


Open vragen

Vraag 1

De autonome verordenende bevoegdheid van de gemeenteraad is begrensd. Daarbij worden in de literatuur doorgaans een viertal grenzen onderscheiden. Bij welk van deze vier grenzen speelt de zogenoemde ‘motief-theorie’ een rol, in welk arrest komt deze theorie aan de orde en wat wordt eronder verstaan?

Vraag 2a

Mevrouw Janssen wil een café in Leiden openen en dient daarvoor over een aantal vergunningen te beschikken. Ze heeft onder meer een vergunning nodig op basis van de Drank- en Horecawet. Artikel 3 van deze wet bepaalt:

“Het is verboden zonder daartoe strekkende vergunning van burgemeester en wethouders het horecabedrijf of slijtersbedrijf uit te oefenen.”

Het college van burgemeester en wethouders (verder: het college) van de gemeente Leiden weigert deze vergunning te verlenen. Mevrouw Janssen ontvangt een brief waarin de vergunningaanvraag wordt afgewezen.

Is hier sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)? Zo ja, wat voor soort besluit?

Vraag 2b

Mevrouw Janssen had al personeel aangezocht en onder meer de heer Michel aangenomen als barkeeper. De heer Michel is het uiteraard niet eens met de weigering van het college om de vergunning te verlenen en wil deze weigering juridisch aanvechten.

Kan de heer Michel worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van art. 1:2 Awb?

Vraag 3

In een oud pand in de Leidse binnenstad is een kunstenaarscollectief gevestigd. Om enkele van hun creaties op te slaan, hebben de kunstenaars in de achtertuin van het perceel een forse schuur gebouwd. Zij hebben dit gedaan zonder over de vereiste bouwvergunning te beschikken. Omwonenden van het kunstenaarspand zijn niet blij met de in de tuin gebouwde schuur. Zij vinden die ontsierend en bovendien zorgt de schuur voor meer schaduw in hun eigen tuinen. Daarnaast hebben zij uitgezocht dat het bestemmingsplan de bouw van zo’n omvangrijke schuur helemaal niet toestaat. Zij ergeren zich aan het feit dat het gemeentebestuur niets onderneemt tegen de illegale schuur en schrijven een brief aan de verantwoordelijke wethouder waarin zij verzoeken om – op korte termijn – op te treden tegen het illegale bouwwerk. De wethouder laat evenwel telefonisch aan hen weten daar niet aan te denken.

Staat het in deze omstandigheden geheel vrij aan het college van burgemeester en wethouders om zonder meer af te zien van optreden tegen de illegaal gebouwde schuur?

Vraag 4

In het bestuursrecht is het doorgaans niet mogelijk om tegen een besluit van een bestuursorgaan direct in beroep te gaan bij (de sector bestuursrecht van) de rechtbank. Eerst moet een zogenoemde bestuurlijke voorprocedure worden gevolgd.

De bestuurlijke voorprocedures vervullen in het bestuursprocesrecht diverse functies. Noem en beschrijf twee van deze functies.

Vraag 5

Jeroen ontvangt al drie jaar een uitkering op grond van art. 11 van de Wet werk en bijstand. Op grond van art. 9 lid 1 sub b van deze wet geldt voor de ontvangers van een uitkering een plicht om mee te werken aan een onderzoek naar de mogelijkheden tot arbeidsinschakeling. Jeroen is al diverse malen opgeroepen voor zo’n onderzoek bij de sociale dienst, maar hij laat telkens verstek gaan. Het gevolg hiervan is dat het college van burgemeester en wethouders op grond van art. 54 Wet werk en bijstand besluit om zijn uitkering per 1 januari 2011 voor drie weken op te schorten. Jeroen is het niet eens met deze beslissing.

Welke rechtsgang staat er voor Jeroen open tegen de beslissing tot opschorting van zijn uitkering? Beschrijf volledig de rechtsgang tot in hoogste instantie.

Antwoordindicatie Open vragen

Vraag 1

Bij de bovengrens. Het gaat er om dat een gemeentelijke verordening hetzelfde onderwerp mag bestrijken als een hogere regeling, mits deze gemeentelijke verordening dit onderwerp met een ander doel/vanuit een ander motief reguleert dan de hogere regeling [en niet in strijd komt met die hogere regeling], zie HR-arrest Emmense baliekluivers.

Vraag 2a

Er is sprake van een besluit in de zin van art. 1:3 Awb. De beslissing is schriftelijk, gebaseerd op het publiekrecht (de Drank- en horecawet) en afkomstig van een bestuursorgaan (college van B&W). In casu gaat het om een afwijzing van een aanvraag. [Strikt genomen brengt dit geen rechtsgevolgen met zich mee, maar] op grond van artikel 1:3, tweede lid, Awb valt onder een beschikking ook een afwijzing van een aanvraag.

Vraag 2b

Om als belanghebbende te worden aangemerkt moet er voldaan worden aan de OPERA-criteria. Het belang moet: Objectief zijn; Persoonlijk zijn: Eigen zijn; Rechtstreeks geraakt worden en Actueel zijn. Het belang van de heer Michel is in casu niet rechtstreeks geraakt. Het is namelijk afgeleid van het belang van een andere persoon, mevrouw Janssen.

Vraag 3

Nee, als door derden nadrukkelijk om handhavend optreden tegen een illegale situatie wordt verzocht geldt een zogenoemde beginselplicht tot handhaving. Dit betekent dat er door B&W alleen mag worden afgezien van handhaving indien legalisatie mogelijk is, en indien de uitkomst van de verrichte belangenafweging daartoe noopt [waarbij in die belangenafweging aan het algemene belang van het handhaven van de wettelijke voorschriften en het voorkomen van ongewenste precedentwerking een zwaar gewicht toekomt]. Zie ABRvS-uitspraak Handhaving gemeente Lisse.

Vraag 4

Op p. 197-198 van Awb-tijdperk worden vijf functies onderscheiden:

  • Zeeffunctie: zo komen minder zaken bij de bestuursrechter.

  • Rechts- en belangenbescherming: eenvoudige en goedkope mogelijkheid voor burgers om problemen met besluit voor te leggen.

  • Verlengde besluitvorming: er vindt een volledige heroverweging van de recht- en doelmatigheid van het besluit plaats (ex nunc).

  • Dossiervorming: verduidelijking en rijping van het eventueel aan de bestuursrechter voor te leggen geschil.

  • Verhoging van de kwaliteit van de bestuurlijke besluitvorming: het bestuur krijgt de kans om eventuele gebreken aan het aanvankelijke besluit zelf te herstellen.

Vraag 5

Het opschortingsbesluit is een besluit waartegen ex art. 8:1 Awb beroep open staat bij de (sector bestuursrecht van de) rechtbank. Voorafgaand aan dit beroep dient Jeroen bezwaar te maken bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen (nl. college van B&W) ex art. 7:1 Awb. Na de uitspraak van de rechtbank staat hoger beroep open bij de CRvB ex art. 18 Beroepswet.

Join World Supporter
Join World Supporter
Log in or create your free account

Waarom een account aanmaken?

  • Je WorldSupporter account geeft je toegang tot alle functionaliteiten van het platform
  • Zodra je bent ingelogd kun je onder andere:
    • pagina's aan je lijst met favorieten toevoegen
    • feedback achterlaten
    • deelnemen aan discussies
    • zelf bijdragen delen via de 7 WorldSupporter tools
Follow the author: Law Supporter
Comments, Compliments & Kudos

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.
Promotions
special isis de wereld in

Waag jij binnenkort de sprong naar het buitenland? Verzeker jezelf van een goede ervaring met de JoHo Special ISIS verzekering

WorldSupporter Resources
Inleiding Bestuursrecht - Recht - UL - B1 - Oefenmaterialen

Inleiding Bestuursrecht - Recht - UL - B1 - Oefenmaterialen

  • In deze bundel worden oefententamens gedeeld voor het vak Inleiding Bestuursrecht voor de opleiding Rechtsgeleerdheid Jaar 1 aan de Universiteit Leiden.
  • Voor een compleet overzicht van de door JoHo aangeboden samenvattingen & studiehulp maak je gebruik van de zoekfunctie. Zoek bijvoorbeeld op vak naam, boek titel of naam van de voorgeschreven arresten voor dit studiejaar.