Van Yperen
Zicht op effectiviteit
Hoofdstuk 1 Wat is praktijkgestuurd effectonderzoek?
Zicht op effectiviteit: hard nodig
Er is een grote vraag naar wetenschappelijke onderbouwing van effectiviteit van interventies in de jeugdzorg > inzetten van DBC’s (diagnose-behandelcombinaties) als sturing van zowel indicatie als financiering van zorg. Het inzetten van evidence-based behandelingen speelt hierbij een grote rol.
Wat is een interventie?
- Gericht op vermindering/compensatie/draaglijk maken van een risico/probleem in de ontwikkeling van een jeugdige dat een gezonde, evenwichtige uitgroei tot volwassenheid (mogelijk) belemmert;
- Bestemd voor doelgroep die wordt gekenmerkt door aanwezigheid van een/meerdere van deze risico’s of problemen;
- Geleid door theoretisch en praktisch weldoordachte, doelgerichte en systematische werkwijze;
- Gericht op jeugdige zelf, zijn opvoeders en/of zijn opvoedingsomgeving;
- Afgebakend in tijd, met nader omschreven tijdsduur en frequentie;
Vakinhoudelijke en maatschappelijke motieven spelen een rol bij de vraag naar effectiviteit bij hulpverleners:
- Vakinhoudelijk: noodzaak te moeten streven naar zorg van zo hoog mogelijke kwaliteit (wetenschappelijk verantwoord effectonderzoek).
- Maatschappelijk: hulpverleners zijn overheid en zorgverzekeraars verschuldigd te laten zien dat geld goed besteed is.
Wat weten we uit effectonderzoek?
De resultaten van onderzoeken laten zien dat jeugdzorginterventies gemiddeld genomen effectief zijn, maar:
- Het aantal onderzochte en effectief bevonden behandelvormen is gering (1-5% van wat gewoonlijk wordt aangeboden). Bovendien komt het bewijs dat er is vaak uit het buitenland.
- Het positieve beeld wordt vertekend door interventies die niet in de praktijk van jeugdzorg worden uitgevoerd, maar die speciaal voor onderzoeksdoeleinden zijn ontworpen en alleen in het kader van onderzoek zijn uitgevoerd (onderzoeksinterventies) > staat ver af van de dagelijkse praktijk (klinische interventies).
- De weinige wel in de praktijk van de zorg uitgevoerde experimentele onderzoeken laten over het algemeen slechts kleine tot matige effecten zien.
- Veel interventies die in de praktijk van de jeugdzorg worden uitgevoerd, zijn onvoldoende geëxpliciteerd om aan een goed effectonderzoek onderworpen te worden.
Hoe verder?
Twee wegen om meer kennis over effecten van jeugdzorg te krijgen:
- Top-down implementeren van interventies die hun effect in beperkt onderzoek bewezen hebben, om vervolgens de werkzaamheid in een bredere praktijkstudie te toetsen.
- Methodegestuurde benadering: realisering van eisen waar het effectonderzoek aan moet voldoen staat voorop.
- Ontwikkelen van evidence-based practice > effect= het verschil tussen de experimentele en de controlegroep aan het eind van de interventie.
- Nadeel: het kan nog lang gaan duren voor we zover zijn.
- Bottom-up onderzoeken van interventies die vandaag de dag in de praktijk worden uitgevoerd.
- Practice-based evidence.
- Praktijkgestuurd effectonderzoek
- Nadeel: definitie van effect is minder eenduidig en bewijsvoering is minder hard dan men wellicht zou denken.
Praktijkgestuurde benadering heeft drie kenmerken, de werkende principes:
- Aansluiting: onderzoek naar het effect van interventies moet aansluiten bij het ontwikkelingsniveau van die interventie (in hoeverre hij is te omschrijven, te onderbouwen en over te dragen).
- Inbedding: effect van interventies dient procedureel ingebed te zijn bij uitvoering van de interventie.
- Benutting: de verzamelde gegevens moeten benut worden: uitvoeringsniveau (primaire proces, hier hebben hulpverlener en cliënt iets aan) > effectiviteit van interventie > beleidsniveau. Onderzoek wordt opgenomen in een cyclus gericht op praktijkverbetering > verbinding tussen onderzoek en kwaliteitszorg.
Contouren van een praktijkgestuurd onderzoeksprogramma
Op elk hoger niveau kan met meer graden van zekerheid het bewijs van een causale relatie tussen interventie en uitkomsten geleverd worden. Op deze manier kan de zorgpraktijk zich via het leveren van practice-based evidence gaandeweg ontwikkelen tot evidence-based practice. Het wordt dan ook wel een ontwikkelingsmodel genoemd: het zet aan tot praktijkontwikkeling.
Niveau 1: descriptieve bewijskracht, potentieel effectieve interventies
- Doel, doelgroep, aanpak, context.
Niveau 2: theoretische bewijskracht, veelbelovende interventies
- Een theorie die zowel praktijkervaringen als wetenschappelijke bevindingen integreert. Een interventietheorie die intern een rationale en extern een legitimatie geeft voor het uitvoeren van een interventie.
Niveau 3: indicatieve bewijskracht, doeltreffende interventies
- Het verrichten van voor- en nametingen om veranderingen op het spoor te komen;
- Het evalueren van de mate van waarin gestelde doelen worden bereikt;
- Het vaststellen van tevredenheid van cliënten over de geboden hulp;
- Het is belangrijk dat vastgesteld kan worden dat bedoelde interventies ook volgens plan verstrekt zijn aan de doelgroep;
Niveau 4: causale bewijskracht, werkzame interventies
- Causaliteit impliceert een oorzakelijk verband, een bewijs dat de interventie en niet iets anders tot dit resultaat heeft geleid. Er wordt bewezen dat de onderzochte interventie beter is dan geen interventie of een andere interventie. Hiervoor is een controlegroep nodig.
Conclusie en discussie
Hoofdstuk 19 Zicht op effectiviteit: een zaak van velen
Er wordt vanuit financiers grote druk op hulpverleners en jeugdzorginstellingen uitgeoefend om vooral evidence-based te werken. Financiers moeten vooral letten op kosten-resultaten verhouding, de hulpverleners op de inhoudelijke kwaliteit van zorg. Om zicht te krijgen op deze kwaliteit is het nodig practice-based evidence te verzamelen. Vier factoren om de rolverdeling beter mogelijk te maken:
- In de branche moet een geolied systeem zijn om resultaten van de zorg inzichtelijk te maken;
Twee ontwikkelingen:
- Het landelijk registreren van veelbelovende of bewezen-effectieve interventies. De bedoeling is dat financiers in toenemende mate gaan eisen dat zorgaanbieders werken met interventies die zijn erkend als ‘in theorie effectief’ en dat de aanbieders stappen ondernemen om het predikaat ‘bewezen-effectief’ te verwerven.
- Sinds 2006 zijn een aantal partijen in de jeugdzorg een traject gestart om standaard het resultaat van de hulpverlening in beeld te brengen > voor de sector zijn kerndoelen geformuleerd die aangeven waar de hulpverlening over het algemeen op is gericht. Daaraan gekoppeld wordt a.d.h.v. prestatie-indicatoren informatie verzameld om te bepalen in welke mate de kerndoelen van de sector worden bereikt > stelt financiers en bestuurders in staat om met instellingen vooral te kijken naar de middelen die zij krijgen en de resultaten die daarmee worden geboekt.
- Het meten moet onderdeel zijn van het professioneel en methodisch werken v/d hulpverlener;
Methodisch werken met vragenlijsten helpt om het belang dat cliënten, hulpverleners en samenleving hechten aan effectieve jeugdzorg op een goede wijze met elkaar te verbinden.
Het verkrijgen van zicht op effectiviteit heeft hier zijn nut: je kan kijken of na verloop van tijd de aanpak voldoende vruchten heeft afgeworpen. Zo’n grondige en systematische aanpak versterkt de professionaliteit van de hulpverlening. Procedures voor Goal Attainment Scaling, verkrijgen van cliëntfeedback, en het berekenen van een Reliable Change Index helpen om het resultaat in een maat en getal uit te drukken. Dit kan ook wetenschappelijk verantwoord gebeuren.
Maar niet alleen de uitkomsten van het meten kunnen bijdragen aan het effectiever maken van de zorg. Het mooie van meten is dat ook het proces van meten dit ook kan doen. Het bepalen van de mate van doelrealisatie, het navragen van cliënttevredenheid en het invullen van vragenlijsten zetten bij zowel bij ouders en kinderen als bij hulpverleners cognitieve processen in werking die zonder dit meten minder sterk in werking zouden komen. Die processen hebben te maken met het richten van de aandacht op wat er speelt en wat verbeterd moet worden, met reflectie op en bewustwording, waardering en beoordeling van de situatie waarin kinderen en ouders verkeren. Therapeutische waarde van meten:
- Sensitizerende werking: cliënten en hulpverleners worden door het meten ‘gericht’.
- Structurerende werking: cliënten en hulpverleners worden zich door het meten op een overzichtelijke manier meer bewust van wat er allemaal speelt.
- Ondersteunende werking: cliënten en hulpverleners voelen zich gerespecteerd.
- Profilerende werking: cliënten en hulpverleners kunnen naar buiten toe laten zien met de goede dingen bezig te zijn en dit goed te doen.
- De beroepsverenigingen in de sector moeten sterker ontwikkeld en vertegenwoordigd zijn;
Verkrijgen van practice-based evidence: dit is evidence om van te leren en daarmee het vak verder te brengen en te legitimeren: we doen de goede dingen op de goede manier. Hulpverleners krijgen te maken met professionaliseringsslag in sector. Twee trajecten:
- Het Verbetertraject Indicatiestelling Bureau jeugdzorg
Veel aandacht voor training van medewerkers van bureau jeugdzorg in gebruik CBCL, SDQ en risicotaxatie-instrumenten bij gevallen van kindermishandeling.
Belangrijke ontwikkeling: opbouw van Centra voor Jeugd en Gezin
- Het Actieplan Professionalisering in de Jeugdzorg
Gericht op aansluiting van de opleidingen op de praktijk te versterken. Scholing moet gericht zijn op twee elementen: beschrijvingen de theoretische opbouw van interventies, en het gebruik van verzamelde praktijkgegevens over effectiviteit. > praktijkfunctionaris krijgt zicht op de door hem geleverde kwaliteit en weet waar zijn leerpunten liggen (herkenning, verklaring, waardering en verbetering).
Speerpunten zijn de infrastructuur van de beroepsbeoefening, zoals de opbouw van een beroepenstructuur, de versterking van de beroepsverenigingen, de opbouw van een beroepsregister en de ontwikkeling van verenigingstuchtrecht voor sociaal agogen. Deze maatregelen moeten ertoe leiden dat de praktijkfunctionarissen een sterke partij worden in de kwaliteitsontwikkeling. Dat biedt de mogelijkheid dat zij zelf – samen met brancheorganisaties – eisen gaan stellen aan de kwaliteit van het aanbod en de daarmee samenhangende opleiding en monitorsystemen.
- Wetenschappelijk onderzoekers moeten het praktijkonderzoek steviger ondersteunen;
Wetenschappers hebben in de ontwikkelen van de duurzame aanpak voor professionals een ondersteunende rol op drie terreinen:
- Het is van belang dat wetenschappers hulpverleners assisteren bij het ontwikkelen van solide interventietheorieën. Er wordt veel gewerkt vanuit impliciete kennis en ervaring van professionals > geëxpliciteerde praktijkkennis zal moeten worden geschraagd met relevante wetenschappelijke kennis > verwetenschappelijking van de praktijk in een eigen interventietheorie: basis voor alle bewijs.
- De inhoud van het meetinstrumentarium is van betekenis voor een duurzame aanpak van de bewijsvoering. Meten > informatie verzamelen en benutten in praktijk. Wetenschappers kunnen bijdragen aan de zoektocht naar instrumenten > waarop zijn metingen gericht? Op welke begrippen hebben de gegevens betrekking?
- De opzet van de bewijsvoering (het vereiste onderzoeksdesign) is een factor die van belang is. De RCT is het meest krachtige onderzoeksdesign (gecontroleerde, doeltreffende manier om onzekerheden uit de causale relatie en de uitkomst van de interventie). RCT is de enige en de gouden standaard. Bij niet-experimenteel onderzoek ligt de (bewijs)kracht in de herhaling. Duurt dus wel langer.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
PPOB - Artikelen - Universiteit Utrecht
- Algemeen methodische voorwaarden voor effectiviteit en de effectiviteitspotentie van Nederlandstalige antipestprogramma’s voor het primair onderwijs - Baar - Universiteit Utrecht
- Peer aggression and victimization: Dutch sports coaches’ views and practices - Baar en Wubbels - Universiteit Utrecht
- Machiavellianism in children in Dutch elementary schools and sports clubs - Baar en Wubbels - Universiteit Utrecht
- Naar zinvolle evaluatiemethoden voor community-projecten - Baerveldt - Universiteit Utrecht
- How Moroccan-Dutch parents learn in communities of practice: Evaluating a bottom-up parenting programme - Beurden - Universiteit Utrecht
- Planmatige bevordering van gezond gedrag - Brug - Universiteit Utrecht
- Wat werkt bij het implementeren van jeugdinterventies? - Daamen - Universiteit Utrecht
- Opvoeden als netwerken in de multi-etnische wijk - De Haan - Universiteit Utrecht
- Wat werkt in het voorkomen van ernstig en persistent delinquent gedrag bij risicojongeren? - De Vries - Universiteit Utrecht
- De effectiviteit van Halt - Ferwerda - Universiteit Utrecht
- Aanpak tegen pesten: wat werkt? - Franken - Universiteit Utrecht
- Implications of Evidence-Based Practice for Community Health - Hausman - Universiteit Utrecht
- The weirdest people in the world? - Henrich - Universiteit Utrecht
- Actieve burgers en actieve professionals in de pedagogische civil society - Kesselring - Universiteit Utrecht
- States of change for moderate-intensity physical activity in deprived neighborhoods - Kloek - Universiteit Utrecht
- Plan van aanpak tegen pesten - ministerie OCW - Universiteit Utrecht
- Opvoedingsondersteuning in de multi-ethnische wijk - Ponzoni - Universiteit Utrecht
- Erkenning van interventies; criteria voor gezamenlijke kwaliteitsbeoordeling - RIVM - Universiteit Utrecht
- Children’s experiences and perceptions of street culture, parental supervision, and parental mediation in an urban neighborhood - Van Dijken - Universiteit Utrecht
- Implementing parenting programmes across cultural contexts: a perspective on the deficit narrative - Van Esch - Universiteit Utrecht
- Naar meer effect: resultaatgerichte ontwikkeling van interventies - Van Yperen - Universiteit Utrecht
- Zicht op effectiviteit - Van Yperen - Universiteit Utrecht
Contributions: posts
Spotlight: topics
PPOB - Artikelen - Universiteit Utrecht
Samenvattingen van de artikelen van het vak 'PPOB' 2019-2020'.
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden , Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1286 |
Add new contribution