Aantekeningen College 4: Genderidentiteit 1 (OP & SP) - Universiteit Utrecht (2023-2024)

Hoorcollege 4

Gender is een identiteit

  • Tussen je benen zit je sekse.
  • Dan in het brein zit je genderidentiteit: hoe jij je identificeert. We kunnen niet alles labelen.
  • Je hart: daar zit je seksuele oriëntatie.
  • Aseksueel is een seksuele oriëntatie.
  • Je hebt ook romantische oriëntatie.
  • Dan heb je tot slot sexual behavior.
  • Dit zijn allemaal gender rollen, deze zijn gebouwd door de maatschappij, niet door het individu.
  • Al deze oriëntaties en sekses, zijn onafhankelijk van elkaar.
  • Mensen kunnen bewegen over deze spectra. Het staat niet vast.

Je gender identiteit in je brein gaat van vrouw tot man. Daartussen zitten de non-binaire mensen die beschouwen zichzelf als geen man en geen vrouw. Genderexpressie: een man kan zich uitten als vrouw. Maar is wel een man. Sekse is hoe je geboren bent: van man tot vrouw. Sexuele oriëntatie: in het midden staat nu biseksueel, maar je hebt nog veel meer.

Cis en trans

  • Cisgender, geboren als man en je uit je ook als man. Gender identity matches birth sex.
  • Transgender, geboren in een ander lichaam. Gender identity does not match birth sex.

Hoe voeden we onze kinderen nu op?

  • We leren onze kinderen automatisch al genderrollen aan.
  • Bij HEMA heb je een Non-Gendered Kids department

Gender

  • Gender-identity is iets persoonlijks.
  • Gender-role sterotypes (standards) deze zijn niet gerelateerd aan het individu, deze zijn afhankelijk van de maatschappij waar je in leeft. Deze verschillen veel tussen culturen.
  • In sommige culturen lopen mannen hand in hand omdat ze vrienden zijn.
  • Gender-typed behaviors is ook gerelateerd aan het individu. Neiging van jongens om de gedragingen van mannen na te doen en te associëren met hun eigen gender.

Hoe komt gender tot stand?

Social-Learning Theory:

  • Jongens komen erachter dat jongens met auto’s spelen en meisjes met poppen. Ze imiteren ook de same-sex parent en de same-sex peers.
  • Jongens spelen voetbal op het schoolplein en de meiden doen volleybal.
  • Ouders leren dit hun kinderen aan

2. Cognitive-Developmental Theory

  • Eerst identificeren ze zich als een bepaald gender. Na het labelen dan gaan de kinderen deze genderrollen meer nadoen.
  • Er is wat kritiek op deze theorie. Er is genderspecifiek gedrag voor de identificatie vgm.
  • Volgens Kohlberg maken kinderen tot 18 maanden meer fouten in gender labeling.
  • Volgens Kohlberg na de leeftijd van 2-3 jaar kunnen we jongens, meisjes, mannen en vrouwen onderscheiden. Daarna kunnen kinderen zich identificeren als jongen of meisje.
  • Daarna hebben ze ook voorkeur voor same-gender peers

3-4 jaar

  • Hier is gender stability. Gender is fixed en irreversible.
  • Dat is het geloof in deze fase. Hier worden gender stereotypes meer present. 

5-7 jaar

  • Van 5-7 jaar geldt: als de jongen met de pop speelt. Hij weet dat hij nog steeds een jongen is, maar hij speelt gewoon met een pop. Nu is er cognitieve consistentie. 
  • Ongeacht kleding en voorkeuren, hij is nog steeds een jongen. Er is kennis bij deze jongen dat hij nog steeds een jongen. Je zou minder gender-segregatie verwachten. Want ze verwachten dat een jongen met een pop kan spelen. Maar dit blijkt niet zo te zijn.
  • We verwachten dat hij met auto’s speelt. Daardoor bij de leeftijd van 5-7 jaar zien we gender-segregatie. Er is een stricter socialization for boys.

8-11 jaar

  • Begin van deze fase is er een afname van gender segregatie. Dan evalueren ze hun gender. Al volg je niet het specifieke gedrag van jouw gender, je hoort nog steeds bij dat gender. Dan neemt dus de gender-stereotypen heel even af.
  • Maar aan het einde zien we weer een increase.
  • Want op die leeftijd wordt seksualiteit belangrijk. Interesse in genitaliën van anderen enzo.

12-17 jaar

  • Hier is gender-identiteit erg salient, belangrijk. Gerelateerd aan peer-pressure.
  • 12-17: er is veel groepsdruk om je te conformeren naar genderrollen.
  • Aan het einde van de adolescentie zien we een decrease van gender-segregatie. Individuen zien meerdere manieren met je seksualiteit en je gender.

3. Gender-Schema Theory/ Self Socialization Theory

  • Kinderen gebruiken schema's om hun visie op de wereld te zien
  • New evidicence voor deze theorie:
  • Ze vergeleken transgenders kinderen met hun cis gender siblings:
  • Paar verschillen:
  • Beide groepen identificeerden zichzelf met hun huidige gender.
  • Implicit task: de vraag ben je een man of vrouw duurde langer bij trans kinderen
  • Ook clothing preferences: trans kinderen scoorden hoger met hun huidige gender in vergelijking met cis kinderen van het eigen gender op kledingvoorkeuren.

Dan kijken we nu naar vier perspectieven op gender.

  • Sociale roltheorie en genderstereotypen.
  • In sommige beroepen zien we een sterke gendersegregatie.
  • Dit wordt een horizontale beroepssegregatie genoemd.
  • Verticale beroepssegregatie gaat over werknemer tot CEO en dan man- en vrouwverschillen.

Hoe kunnen we gendersegregatie in beroepen verklaren:

  • Fysieke verschillen tussen mannen en vrouwen
  • Jongens en meisjes worden anders opgevoed
  • Vrouwen zijn beter in zorgen

Waar komen genderverschillen vandaan?
Eerste perspectief is gender essentialisme:

  • Biologische verschillen zijn de voornaamste redenen waarom mannen en vrouwen verschillen.
  • Dit zit dus al in het genenpakket.
  • Mensen hebben fundamenteel de neiging om mannen en vrouwen verschillend te zien.
  • We gebruiken die categorie: man en vrouw al heel vroeg in ons leven om de wereld te begrijpen.
  • ‘’Vrouwen werken nou eenmaal in de zorg, omdat ze dat moederinstinct hebben.’’
  • Dit blijft een populaire verklaring om de status quo te verklaren.
  • Gender essentialisme kan het resultaat zijn als mensen zich bedreigd voelen.

Tweede perspectief: Evolutionair perspectief

  • Ander gedrag vanuit het idee dat mannen veel vrouwen moeten bevruchten. Vrouwen moeten veel tijd en energie steken in het baren en verzorgen van kinderen. Dat maakt dat we andere eigenschappen in mannen en vrouwen waarderen.
  • Vrouwen willen over het algemeen een stoere succesvolle man
  • Mannen willen over het algemeen een verzorgende knappe vrouw.
  • Het is dus voor vrouwen niet strategisch om een carrière na te volgen volgens deze discipline.
  • Er is kritiek op deze theorie.
  • Meer overeenkomsten tussen mannen en vrouwen dan verschillen. Er is heel veel overlap.
  • Hoe gelijker vrouwen zijn, hoe kleiner genderverschillen zijn. Dat blijkt uit cross-cultureel onderzoek.

Cultureel perspectief

  • Meisjes wordt aangeleerd om feminine gedrag te vertonen.
  • Het antwoord dat dit perspectief niet kan geven: hoe zijn deze overtuigingen dan ontstaan? Waar is dit begonnen? Waar komt dit vandaan.

Dan heb je het socio-structureel perspectief

  • Socialisatie is belangrijk, maar niet het enige.
  • Agrarische revolutie is een belangrijke oorzaak van genderverschillen. Meer specialisatie, meer hiërarchie. Daar zijn verschillen tussen man en vrouw ontstaan.
  • Biologie staat niet vast, maar past zich flexibel aan aan veranderende sociale rollen. Ons gedrag beïnvloedt onze hormonen. Onze hormonen beïnvloeden ons gedrag. Het gaat beide kanten op.

The Dad experiment:

  • huilende baby, zou leiden tot zorggedrag.
  • Ze keken naar veranderingen in het testosteron.
  • Als de huilende baby werd gecombineerd met effectief troostgedrag, zag je een daling van het testosteron.
  • Als de huilende baby werd gecombineerd met geen troostgedrag, steeg het testosteron juist. Dan werd het gehuil gezien als een dreiging.

Biologische, economische en sociale en politiek factoren leidden tot sociale rolverdeling. Dit werd in de maatschappij uitgevoerd. Mensen observeren het gedrag van de mensen in deze groepen. Het gedrag wordt aan de groep gekoppeld. Mensen gaan daar automatisch kenmerken vanaf leiden die in overeenstemming zijn met het waargenomen gedrag. Eigenschappen worden dan geëssentialiseerd. Socialisatie: Door te leren en na te doen en beloningen blijft dit de sociale rolverdeling.

Gender stereotypen:

  • Man is kostwinner, buitenshuis. Agentic eigenschappen.
  • Vrouwen op het huishouden, zorgen voor kinderen. Dit zijn communal eigenschappen.
  • Deze eigenschappen zijn niet alleen prescriptief, maar ook proscriptief.
  • Mannen lijden vaak aan de zwakte penalty --> worden als zwak gezien
  • Vrouwen aan de dominantie penalty. --> worden als te dominant gezien

Interactie tussen de sociale regulatie en de zelfregulatie hebben we al besproken: wat je hoort van anderen en wat je zelf voelt. Dit met hormonen.

  • Dat leidt tot hoe mensen zich voelen, zich gedragen, etc.
  • Arbeidsparticipatie van vrouwen is afgelopen decennia enorm toegenomen.
  • Deze verandering van de rol van vrouwen is een versoepeling van de beperkingen op vrouwen.
  • Ook komt het door hoger opleidingsniveau en omdat het tegenwoordig veel om brein werk gaat en niet om fysiek werk.

Verandering in sociale rollen leidt als het goed is tot verandering in stereotypen.

  • Bij vrouwen zie je een toename van masculine eigenschappen
  • Bij mannen zie je ook een toename in feminine eigenschappen, maar deze is wel minder groot.
  • Dit komt dus door verandering in sociale rollen.

De keuzes die individuen maken vinden niet plaats in een sociaal vacuüm. Er is niet 1 simpel antwoord, maar een complexe interactie tussen vele factoren.

Werknemers gaan ervan uit dat jonge vrouwen een baby willen.

  • Als iemand moeder wordt, wordt er gevraagd: hoeveel minder ga je werken.
  • Bij mannen wordt het juist gezien als: je hebt wel een verantwoordelijkheid als vader, hier is een bonus.
  • Glass ceiling is vrouwen stromen minder makkelijk door naar topposities.
  • Als vrouwen dan wel zo’n toppositie hebben. Dan is het risico vaak groter. Als een bedrijf in zwaar weer verkeerd en de kans op slagen klein is, dan wordt er een vrouw aangesteld. ‘’We hebben een vrouw nodig voor verandering, people skills.’’

Als het om heel veel geld gaat, wordt het makkelijk in extreme getrokken. Dan kan het heel competitief worden met wie is het beste en sterkste. Ik denk zelf aan de sales bijvoorbeeld. Dat is nou eenmaal hoe het hier gaat. Alleen zo kan je succesvol worden. Dan ervaren mensen weer een lack of fit. De genderrol die de vrouw dan moet aannemen, is echt een lack of fit volgens haar stereotype. Definitie van succes is niet neutraal. Wat is succesvol? Dat is subjectief.

Bias binnen OWP over genderverschillen:

  • Er wordt vaak onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van kinderen naar de adolescentie.
  • Maar als volwassenen ontwikkelen we ook nog, dus dan kan je ook nog wisselen als gender
  • Mensen maken vakjes met iemand erin. En behandelen je naar aanleiding van hun inschatting van je.

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Hugo
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
978