Aantekeningen College 8: Individuele verschillen in angst & veerkracht 1 (OP & KP) - Universiteit Utrecht (2023-2024)

Hoorcollege 8

Angst en veerkracht, perspectief van de persoonlijkheidsleer

  • Hoort bij de persoonlijkheidstrek neuroticisme.
  • State angst: je bent op een bepaald moment angstig. Je schrikt van een auto even, dan ben je even bang.
  • Trait bang: Angst gebaseerd op individuele verschillen.
  • Stabiel level van angst bij iemand is neuroticisme.

Trek neuroticisme bestaat uit drie facetten:

  • Een daarvan is de neiging van een persoon om angstig te zijn.

Mensen die hoog scoren op neuroticisme hebben de neiging om meer ontevreden te zijn op het gebied van relaties.

Waarom hebben we dan überhaupt dat niveau van neuroticisme?

  • Neuroticisme is een gevoeligheid van het behavioral inhibition system. Het is goed voor je overleving. 

Persoonlijkheid is erfelijk. De helft is genetisch, de andere helft heeft te maken met je omgeving. 

  • Het is vooral de omgeving die niets met je ouders te maken heeft, de omgeving van jouw unieke ervaring om je heen: vrienden, school. Dit geldt voor de eigenschap neuroticisme.
  • Vrouwen zijn over het algemeen iets meer neuroticisme.
  • De stabiliteit in neuroticisme stijgt tot de leeftijd van 30 jaar.

Je hebt 3 type mensen: Veerkrachtig type, overcontrolerend type en een ondercontrolerend type. Veerkrachtig scoort laag op neuroticisme.

Soorten hechtingsstijlen

  • Secure attachment
  • Avoidant attachment
  • Disordered attachment
  • Ambivalent attachment

Uitleg

  • Secure: kinderen die weinig vermijding vertonen. Vind het fijn bij de moeder te zijn. Als de moeder weggaat, zijn ze even verdrietig, maar het kind laat zich ook weer goed geruststellen. Weinig vermijding, weinig angst.
  • Avoidant: Veel vermijding
  • Ambivalent: Veel angst bij de kinderen. Op hun hoede bij vreemden.
  • Disordered is angst en vermijding

Veerkracht is een combinatie van twee dingen:

  • Hoeveel stress en uitdaging heeft het individu. Hoeveel komt er op een persoon af.
  • Functioneren blijft goed of herstelt zich (snel)

Iemand die niet veerkrachtig is, blijft piekeren over zijn schulden.

  • Een veerkrachtig persoon heeft te maken met tegenslag. Maar het functioneren blijft goed: dan ben je resilient.
  • Maladaptive is niet goed voor het individu, die wordt angstig of depressief.
  • Ondanks dat het goed gaat extern, maar intern niet. Dan ben je highly vulnerable.

Een risicofactor is een voorspeller van problemen in het functioneren, bijvoorbeeld stress. Een hulpbron (voordeel/asset) is een voorspeller van goed functioneren, bijvoorbeeld planmatigheid.

Verschillende factoren

  • Hulpbron: je gaat wekelijks bij je vrienden langs gewoon, dat is leuk en fijn.
  • Protectieve factor: Je kan naar je vrienden bij een relatiebreuk.
  • Een kwetsbaarheidsfactor maakt iemand gevoeliger voor tegenslag. En stress is echt een factor die er dan is vgm.
  • Slecht kunnen copen is een kwetsbaarheidsfactor: ‘’Ik vind nooit meer een partner, ik blijf voor altijd single.’’

Neuroticisme: lage score op Neuroticisme. Hoge score op de andere Big5-waarden. Angst is het gevolg van verstoorde hechting in de vroege ontwikkeling.

Informatieverwerking heeft individuele verschillen over mensen.

  • Je ziet tijdens je presentatie iemand op z’n mobiel zitten. Dan kan je twee dingen denken:
  • oh hij vindt me vast saai,
  • of o misschien zoekt hij iets op omdat hij het interessant vindt.

Links zie je environment en rechts de ervaring. Daartussen zit de informatieverwerking.

  • Schema’s zijn geheugenstructuren.
  • We hebben een schema om uit eten te gaan. Een heel schema met verwachtingen.
  • Degene naast je in de collegezaal maakt wat geluid, dat probeer je ook uit te filteren.
  • Het is handig als het een adaptief schema is, maar het is ONHANDIG als het een maladaptief schema is.

Sociale angststoornis: je vindt presenteren eng.

  • Het schema-incongruente informatie komt harder binnen, die schat je meer op waarde. Dus dat de meerderheid op z’n mobiel zit.
  • Het heeft invloed op de drie G’s: Gedachte, gevoel en gedrag.
  • Je kan dus je gedrag aanpassen op iets dat helemaal niet klopt: Je gedachte.

Waar focus je je aandacht op? Dat is je aandachtsbias.

  • Iemand die angstig is, zal sneller het negatieve gezicht vinden.
  • Oriëntatie speelt een rol: waar gaat je blik als eerste naar toe.
  • Disengagement. Angstige mensen kunnen als ze een negatief gezicht vinden, hun aandacht daar minder goed vanaf trekken.

Naast aandachtsbias heb je ook de interpretatiebias.

  • Iemand zit op zijn telefoon, dat kan je op verschillende manieren interpreteren. Dit is een ambigue stimulus.
  • Mensen die laag scoren op neuroticisme. Die zeggen dat positieve interpretaties bij het verhaal beter passen en de negatieve interpretaties minder.
  • Bij mensen die hoog scoren op neuroticisme zien we geen verschil. Zij zeggen dat beide situaties even goed pasten:

De twee stellingen waren

  • ‘’ze vonden je presentatie goed’’
  • ‘’Ze zijn niet tevreden over je presentatie’’

Kinderen van ouders met een depressie kijken negatiever naar de wereld. Negatieve informatieverwerking is transdiagnostisch: je ziet het over meerdere diagnoses heen. Aandachtsbias is ook transdiagnostisch. Alcoholist ziet eerder een bierflesje in de koelkast staan dan het pak melk.

Duale proces modellen: twee processen spelen een rol

  • Associatieve processen: dit is automatisch
  • Rule-based processen, dit zijn rationele processen. Die bepalen ook wat we doen.

Je voelt spanning, maar je weet: ‘’ik vind het leuk om les te geven.’’ Dat conflict wordt opgelost tussen welk proces is sterker. Er valt tegen zo’n proces in te gaan. Dat is niet makkelijk, maar het kan wel.

Executief functioneren is een moderator. Tegen een proces ingaan, kost motivatie, cognitieve capaciteit / executief functioneren en arousal.

Hoe angstiger je je voelt, hoe negatiever je interpretaties zijn.

  • Mensen met weinig regulatory controle worden een stuk angstiger.
  • Mensen met controle worden minder sterk angstig.

Kunnen we iets doen aan deze angst? Bijvoorbeeld presentatieangst

CGT = cognitieve gedragstherapie.

  • Handvatten geven om beter met hun angst om te gaan en uiteindelijk minder angstig is.
  • Het meer naar voren halen van schema-incongruente informatie. Klopt dat eigenlijk wel? Je gaat je eigen cognities in twijfel trekken. Je cognities zijn gedachten, daar kan je bewust van worden, gedachten kan je uitdagen.
  • OF gewoon dingen doen. Je durft geen vragen te stellen: doe maar gewoon, dan zie je dat die ramp er niet komt.

Dan hebben we nog Cognitieve Bias Modificatie = CBM

  • Je traint bijvoorbeeld de aandachtsbias om af te nemen. Dus gaan focussen op de positieve gezichten in de zaal.
  • Of je traint de interpretatie Bias Modificatie IBM:

Door CBM nemen de dwangsymptomen dus af.

  • Score 16 is de klinische grenswaarde. Daaronder zeggen we ‘’Dan heb je geen stoornis meer’’.
  • Dus CBM is niet een topbehandeling, maar is goed ermee te beginnen tijdens de wachtlijst bijvoorbeeld voor CGT.
  • Angst neemt qua prevalentie met name toe in de puberteit.

Beperking bij de persoonlijkheidsleer:

  • Die beschrijft vooral, maar verklaart een stuk minder. ‘’Ja die is neurotisch.’’

Image

Access: 
Public

Image

Image

 

 

Contributions: posts

Help other WorldSupporters with additions, improvements and tips

Add new contribution

CAPTCHA
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
Image CAPTCHA
Enter the characters shown in the image.

Image

Spotlight: topics

Check the related and most recent topics and summaries:

Image

Check how to use summaries on WorldSupporter.org

Online access to all summaries, study notes en practice exams

How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?

  • For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
  • For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
  • For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
  • For compiling your own materials and contributions with relevant study help
  • For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.

Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter

There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

  1. Use the summaries home pages for your study or field of study
  2. Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
  3. Use and follow your (study) organization
    • by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
    • this option is only available through partner organizations
  4. Check or follow authors or other WorldSupporters
  5. Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
    • Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies

Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance

Main summaries home pages:

Main study fields:

Main study fields NL:

Follow the author: Hugo
Work for WorldSupporter

Image

JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

Working for JoHo as a student in Leyden

Parttime werken voor JoHo

Statistics
1135