Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?
Personenvennootschappen
De wettelijke regelingen vind je in boek 7a, er zijn drie vormen te onderscheiden:
- De maatschap
- De vennootschap onder firma
- Commanditaire vennootschap
Mogelijke keuzefactoren
Voordelen BV
- Geen persoonlijke aansprakelijkheid bestuurders en aandeelhouders voor schulden van de BV
- Vermogen aantrekken door emissie van aandelen
- Verkoop onderneming door overdracht aandelen
Nadelen van een BV
- Dwingendrechtelijke regime (2:25 BW). Een terugkerend moment is het jaarrekeningregime titel 9 boek 2 BW.
- Mogelijke fiscale consequenties. Je hebt bij een BV een ander fiscaal regime dan bij de personenvennootschappen.
Voordelen personenvennootschap:
- Overeenkomst, dus vormvrij
- Weinig dwingendrechtelijke bepalingen
Nadelen personenvennootschap:
- Persoonlijke aansprakelijkheid maten, vennoten.
- Verkoop onderneming, overdracht ‘aandeel’ in gemeenschappelijk vermogen.
Dit komt uitgebreider aan bod in week 4.
Kenmerken maatschap
- Overeenkomst
- Samenwerking voor gemeenschappelijke rekening.
- Gemeenschappelijk vermogen,
- Regelmatige, min of meer duurzame samenwerking. Vermogensrechtelijke voordeel ten behoeve van alle maten. Dit kan inhouden:
- Positief voordeel, winst behalen
- Vermijden van verlies of het besparen van kosten
- Elk van de maten moet iets inbrengen
Typen personenvennootschappen
- Beroep of bedrijf? Beroep = kwaliteit van persoonlijk dienstverlening staan voorop, vertrouwensrelatie en beroepsgeheim. Alles wat niet aan die drie voorwaarden voldoet, wordt gekwalificeerd als bedrijf.
- Tweede element is openbaar of stil. Openbaar = voor derden kenbaar. Stil = niet voor derden naar buiten kenbaar.
Een kwalificatie vraagstuk. De maatschap, VOF en CV zijn enkel samenwerkingsovereenkomsten, de oprichting is vormvrij. De maatschap of vof kan bestaan zonder dat betrokkenen zich hiervan bewust zijn. Want beslissend is de vraag: kwalificeert een samenwerkingsverband zich als maatschap of VOF? In dat geval zijn boek 7a en de WvK van toepassing.
Eenmanszaak
Kenmerken:
- Één natuurlijke persoon
- Geen afgescheiden vermogen
- Inschrijven in het handelsregister
- Kan werknemers in dienst hebben
Vereniging
De vereniging is te vinden in titel 2 van boek 2 BW
Organen:
- Bestuur
- Geen aandeelhouders, maar leden (verenigd in de ALV)
- (Eventueel Raad van toezicht)
Leden hebben stemrecht (2:38 BW). Bijvoorbeeld benoeming en ontslag van bestuurders (2:37 BW).
De vereniging kent een winstuitkeringsverbod, de vereniging mag geen winstuitkering onder haar leden. Doen ze dit wel? Dan dreigt er ontbinding. De vereniging is een rechtspersoon, de bestuurders zijn niet persoonlijk aansprakelijk, tenzij het een informele vereniging is.
Een informele vereniging is een vereniging die niet in opgericht bij notariële akte. Informele verenigingen mogen bepaalde dingen niet ten opzichte van formele verenigingen en de bestuurders zijn hoofdelijk aansprakelijk. Het onderscheid is te vinden in art 2:30 jo. 2:29 BW. Artikel 2:29 BW heeft alleen betrekking op de formele vereniging die nog niet is ingeschreven in het handelsregister.
Hoe komt de vereniging aan geld?
- Contributie van de leden
- Sponsorgelden
- Overheidssubsidies
- Reservering behaalde winst
Stichting
De stichting is geregeld in titel 6 van boek 2 BW
Organen:
- Bestuur
- (Eventueel Raad van toezicht)
Geen AV, geen ALV! Want ledenverbod (2:285 lid 1 BW). Sanctie: ontbinding (2:21 lid 1 sub c of lid 3 BW).
Benoeming en ontslag van bestuurders moet je in de statuten regelen, art. 2:286 lid 4 sub c BW. Benoeming kan op drie manieren:
- Door coöptatie, systeem van zelfbenoeming
- Door eventueel ander orgaan
- 2:299 BW door de rechter op verzoek
Wat betreft ontslag:
- Art 2: 298 BW door de rechter op verzoek
- Voor het overige bestaat er discussie; alleen de rechter of niet?
Stichting is rechtspersoon, bestuurders zijn niet persoonlijk aansprakelijk. Oprichting geschiedt bij notariële akte. Ook voor de stichting geldt er een ‘winstuitkeringsverbod’:
- Geen winstuitkering aan oprichters, leden van organen of anderen
- Toch? Dan ontbinding
Wat mag wel?
- Stichting mag wel winst maken
- Uitkering met ideële of sociale strekking (goede doelen)
- Bestuurders en werknemers mogen salaris ontvangen
Hoe komen stichtingen aan geld?
- Overheidssubsidies (scholen)
- Entreegelden (musea)
- Collecteren
Coöperatie
De coöperatie is geregeld in titel 3 van boek 2 BW.
Let op, de bepalingen van de verengingen zijn voor grote delen van toepassing. 2:53 BW. Maar: de coöperatie is niet een vereniging!
De coöperatie is opgezet als een vereniging; dus organen:
- Bestuur
- Leden (verenigd in ALV)
- (Eventueel Raad van Toezicht)
Artikel 2:53a BW, schakelbepaling. Titel twee is van overeenkomstige toepassing met uitzondering van artikel 2:26 lid 3 en 2:44 lid 2 BW. De coöperatie mag dus wel winst verdelen onder haar leden.
Doel van de coöperatie
- Voorzien in stoffelijk behoeften van de leden
- Door het sluiten van overeenkomsten met die leden
De coöperatie is een rechtspersoon. Bestuurders zijn niet persoonlijk aansprakelijk voor de schulden van de coöperatie, ook de leden zijn dit niet. Maar leden zijn onder omstandigheden wel aansprakelijkheid wel jegens de coöperatie aansprakelijk zijn:
Afkorting W.A. in de naam (art. 2:55 BW):
- Aansprakelijkheid leden jegens de coöperatie
- In geval van ontbinding
- Aansprakelijkheid voor tekort
U.A. = Uitgesloten aansprakelijkheid
B.A. = Beperkte aansprakelijkheid
Welke onderwerpen worden besproken die niet worden behandeld in de literatuur?
Alle onderwerpen die worden besproken zijn terig te vinden in de literatuur.
Welke recente ontwikkelingen in het vakgebied worden besproken?
Er worden geen recente ontwikkelingen in het vakgebied besproken.
Welke opmerkingen worden er tijdens het college gedaan door de docent met betrekking tot het tentamen?
Er worden geen opmerkingen gemaakt met betrekking tot het tentamen.
Welke vragen worden behandeld die gesteld kunnen worden op het tentamen?
Er worden geen vragen behandeld die gesteld zouden kunnen worden op het tentamen.
Add new contribution