Obstetrie en Gynaecologie - Geneeskunde - Bundel
- 2169 reads
Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.
In dit college zijn de presentaties van de werkgroepen gegeven, iedere werkgroep had een ander onderwerp en hieronder volgen de onderwerpen en hoofdpunten per presentatie.
Presentatie dilemma’s in de verloskunde
Een vrouw is zwanger van een dichoriale tweeling, het ene kindje is gezond maar het andere kindje is ziek en vertoont tekenen van foetale nood. Wat nu? Wordt de zwangerschap doorgezet of afgebroken en welke factoren spelen in die beslissing een rol? In de casus werd gekozen voor een keizersnede rond week 27, er werd een gezond kind geboren met een gewicht van 1121 gr en een ziek kind met een gewicht van 851 gr.
Om tot deze beslissing te komen moet nagedacht worden over de nadelen voor het gezonde kind en de voordelen voor het zieke kind. Daarnaast zijn er ook risico’s voor de moeder waar over nagedacht moet worden. Verder hebben de ouders natuurlijk ook het één en ander in te brengen en in hoeverre moet hier naar gehandeld worden, zijn de ouders wel op de hoogte van de risico’s en de consequenties?
Er spelen hier een aantal ethische principes:
Principe van niet schaden
Principe van goed doen
Principe van autonomie
Principe van rechtvaardigheid
Verder is de WGBO van toepassing.
In het geval van een monochoriale zwangerschap liggen de feiten anders. Als het zieke kind dan sterft kan dit grote gevolgen hebben voor het gezonde kind, het gezonde kind kan verbloeden in het gestorven kind.
Presentatie gynaecologische maligne tumoren
In de presentatie zijn het endometriumcarcinoom, cervixcarcinoom en vulvacarcinoom behandelt, voor meer informatie over deze tumoren zie de verplichte stof.
Twee aantekeningen:
Als een vrouw met kinderwens cervixcarcinoom heeft, dan is het mogelijk om alleen de baarmoederhals weg te halen en de lymfeklieren zodat mevrouw alsnog zelf een zwangerschap kan meemaken.
Vulvacarcinoom is niet echt geassocieerd met SOA’s, wel met het HPV virus maar dat wordt overgedragen via de huid.
Presentatie medicatie en vrouwelijke seksualiteit
Emotionele intimiteit speelt voor vrouwen een grote rol, zonder deze intimiteit kunnen er onvoldoende seksuele stimuli opgewekt worden.
Er zijn twee soorten medicatie geprobeerd voor vrouwen:
Androgenensuppletie. Het idee hierachter was dat de spontane opwinding hierdoor zou versterken maar dit effect kwam niet naar voren in de studie.
Phosphodiesteraseremmers (sildenafil/viagra). Het idee hierachter was dat de vaginale doorbloeding zou verbeteren maar ook dit werd niet gezien.
Presentatie indicaties voor IVF
Er zijn een aantal indicaties voor IVF: tubapathologie, endometriose, onverklaarbare subfertiliteit, andrologische subfertiliteit, cervix/immunologische subfertiliteit en hormonale stoornissen.
Presentie epidurale pijnstilling in de zwangerschap
Voordelen van epidurale pijnstelling is dat het effectief is, vrouwen kunnen nog steeds persen, het is voor de mentale toestand van de vrouw beter en het kan de vrouw een vorm van controle geven (autonomie). Er zijn echter ook een aantal nadelen: er is een verhoogd risico op mortaliteit en morbiditeit, het kan leiden tot te hard/te zacht persen, mogelijk is er een langere uitdrijvingsfase en het risico op kunstverlossing is 2-5x verhoogd. Daarnaast moet iemand zich realiseren dat het lijden niet automatisch verminderd wordt en dat het kan lijden tot het medicaliseren van een bevalling.
Presentatie non-invasieve en invasieve foetale behandeling
Onder non-invasief wordt verstaan foetale farmacotherapie via de moeder zowel preventief als therapeutisch. Preventieve mogelijkheden zijn dieetadviezen en het gebruik van medicatie zoals foliumzuur en antibiotica als er infecties aanwezig zijn. Therapeutische mogelijkheden zijn:
Toedienen van corticosteroïden zoals betamethason voor de longrijping of dexamethason om virilisatie te voorkomen bij meisjes met een afwijking in de bijnieren.
Anti-aritmica om hartritmestoornissen bij de foetus te normaliseren.
Immunoglobuline om trombocytopenie bij de foetus te voorkomen.
Antivirale of antiparasitaire medicatie om infecties bij de moeder te behandelen zodat de foetus daar gaan geen last van ondervindt.
Thionamiden om de schildklierfunctie te normaliseren als er sprake is van een hyperthyreoïdie.
Substitutie of restrictie dieet voor de moeder als er stofwisselingsziekten bij de foetus worden geconstateerd. Op deze manier kan de concentratie van de betreffende stof genormaliseerd worden.
Onder minimaal invasief wordt verstaan naaldinsertie of foetoscopie in de baarmoeder. Naaldinsertie wordt gebruikt voor:
Intra-uteriene bloedtransfusie
Intra-uteriene trombocytentransfusie
Navelstrengpunctie met anti-aritmica
Interstitiële lasercoagulatie
Feotoscopie wordt gebruik voor:
Lasercoagulatie van placentaire anastomosen
Navelstrengcoagulatie
Thoraco-amniotische shunt (borstkas vochtophoping tegengaan)
Vesico-amniotische shunt (blaasuitgangobstructie oplossen)
Presentatie ovariumtumor
Zie de leerstof voor de in en outs over deze tumor.
Presentatie stuitligging
Zie de leerstof voor de in en outs over deze afwijking.
De 6STEP:
Stap 1: Evalueer de problemen van de patiënt
Maak een lijst van de ziektebeelden in de volgorde van prioriteit
Evalueer elk ziektebeeld en denk daarbij aan:
Ernst (hulpvraag, klachten/symptomen, LO, anamnese, onderzoeksgegevens) actueel of niet actueel
Bestaande behandeling (niet-medicamenteus en medicamenteus)
Effectiviteit (relatie, werkingsmechanisme-pathofysiologie, dosering, therapietrouw)
Veiligheid (bijwerkingen)
Stap 2: Geef de gewenste behandeldoelen
Symptomatisch, oorzakelijk, preventief en/of palliatief
Stap 3: Inventariseer de behandelmogelijkheden voor de aandoening
Gebruik standaarden, richtlijnen etc.
Stap 4: Kies en beargumenteer de meest geschikte behandeling voor deze patiënt
Kies voor elk ziektebeeld de meest geschikte behandeling. Beargumenteer elke keuze en betrek hierbij de patiëntenkenmerken
Stap 5: Stel de definitieve behandeling vast
Plan voor de huidige behandeling
Nieuwe behandelingen
Patiënteninstructies
Stap 6: Bepaal de controlemaatregelen/follow-up
Controleparameters voor de werking
Bijwerkingen opsporen
Therapietrouw nagaan
Casus
In 2007 kwam mevrouw (van toen 27 jaar) met klachten van nekpijn en hoofdpijn en daarnaast verminderde haar visus enorm, zo kon niks meer zien. Via de huisarts werd ze naar het ziekenhuis doorverwezen en daar bleek dat de bloeddruk ontzettend hoog was. Ze werd opgenomen in het LUMC. In de voorgeschiedenis had mevrouw alleen nefrolithiasis (nierstenen). In 2001 had ze hier voor het eerst last van en in 2006 een recidief. Er bleek geen diabetes aanwezig te zijn dus werd er medicatie ingesteld om de bloeddruk te verlagen en werd er afgewacht. Na verloop van tijd ging het beter met mevrouw en kon mevrouw ook weer zien. De diagnose maligne hypertensie werd gesteld. De bloeddruk werd vervolgens goed ingesteld maar er was al wel schade, onder andere nierschade.
De medicatie van mevrouw:
Lisinopril
Nifedipine
Labetalol
Simvastatine
Dan geeft mevrouw aan dat ze zwanger wil worden. Wat gaan we doen? Een zwangerschap afraden is geen optie dus dan maar goede voorlichting geven en de medicatie evalueren, wat kan wel en wat niet.
Risico’s die verbonden zijn aan een zwangerschap in het geval van mevrouw:
De baby kan een groeiachterstand oplopen
De baby kan te vroeg geboren worden
De baby kan sterven
De kans op pre-eclampsie is verhoogd
De nierfunctie van de moeder kan achteruit gaan
Het doel van de behandeling wordt nu het mogelijk maken van een zwangerschap op een dusdanige manier dat er een gezond kind geboren wordt en dat de moeder geen schade oploopt.
Er moet nagegaan worden of de medicatie teratogeen is:
Lisinopril is een ACE-remmer en heeft een negatieve werking op de foetus, onder andere op de leverfunctie van de foetus
Nifedipine is een calcium kanaal blokker en is veilig tijdens de zwangerschap.
Labetalol is ook veilig.
Simvastatine is teratogeen en moet gestopt worden.
Dus er moet een tweetal medicijnen gestopt worden omdat ze slecht zijn voor de foetus maar voor de moeder zijn de medicatie wel goed.
Simvastatine wordt preventief gegeven om de cholesterol te verlagen, dit medicament stoppen zal op korte termijn geen problemen geven. Daarom is follow-up voor de cholesterol niet nodig en zal deze ook niet gemeten worden. Lisinopril stoppen kan wel problemen geven, de bloeddruk van mevrouw kan weer gaan stijgen. Lisinopril wordt daarom vervangen door methyldopa, een bloeddrukverlagend middel dat veilig tijdens de zwangerschap gebruikt kan worden.
Mevrouw stopt met beide medicamenten en komt 2 weken later terug om te kijken of de bloeddruk binnen de grenzen blijft. Alles bleek in orde en mevrouw werd zwanger.
Het begin van de zwangerschap verloopt alles zonder problemen, de bloeddruk bleef binnen de grenzen. Er zat alleen wel veel eiwit in de urine maar dit gaf verder geen problemen. De baby groeide redelijk en de zwangerschap vorderde. Na 29 weken ging de bloeddruk omhoog naar 170/100. Mevrouw ging naar het ziekenhuis en werd direct opgenomen. Er was zich mogelijk pre-eclampsie aan het ontwikkelen. Wat nu? De zwangerschap termineren zal voor mevrouw de problemen verhelpen maar is niet goed voor het ongeboren kind. Er werd besloten nog even af te wachten en mevrouw en foetus werden in de gaten gehouden. Het creatinine level van mevrouw steeg iedere dag een beetje. Mevrouw kreeg magnesiumsulfaat toegediend maar werd hier erg misselijk van dus dat werd weer gestaakt (mogelijk in verband met nierschade ook geen handige keuze).
Het creatinine bleef stijgen en op een gegeven moment toen mevrouw op 30 weken zat werd besloten dat mevrouw moest gaan bevallen. Er werd eerst geprobeerd of een vaginale bevalling mogelijk was, maar dit liep vast en de ruggenprik werkte niet en toen is mevrouw onder algehele anesthesie gegaan en heeft een keizersnede ondergaan en toen werd een meisje geboren van 1300 gr. 1300 gr na 30 weken is redelijk, normaalwaarde ligt rond de 1500 gr. Het dochtertje is toen nog 2 weken is het LUMC geweest en daarna overgeplaatst. Nu maakt het dochtertje het prima en gaat sinds een maand naar school.
Ondertussen ging de nierfunctie van mevrouw verder achteruit. Er werd gestart met predialyse en de verschillende opties werden doorgenomen met mevrouw. Opties waren dialyse of een donor nier (van een levende donor of niet). Uiteindelijk heeft mevrouw een nier gekregen van een levende donor, namelijk van haar man.
Mevrouw maakt het nu goed en wil opnieuw zwanger worden. De situatie is nu anders dan in het begin omdat mevrouw nu een niertransplantatie patiënt is en nog meer medicatie gebruikt. Dus opnieuw zal de medicatie geëvalueerd moeten worden en moet een plan bedacht worden. Maar een kans op een zwangerschap bij transplantatie is 90% dus de vooruitzichten zijn goed.
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
Deze samenvatting is geschreven in collegejaar 2012-2013.
X gebonden recessieve overerving
Dit zijn geen 2 verschillende ziektebeelden. Het gaat om een spectrum waarvan Duchenne de meest ernstige vorm is en Becker de milde vorm is.
Klinische verschijnselen:
Het is een spectrum dus er zijn verschillen maar er is ook overlap. Het is moeilijk om een vroeg beginnende Becker te onderscheiden van Duchenne.
DMD BMD
– Begin 1-5 jaar – Begin 2,5-5e decade
-CK (spier afbraakproduct) geboorte verhoogd - CK later verhoogd
– Progressief – Minder progressief
-95% rolstoel < 12 jaar - 95% rolstoel > 12 jaar
-1: 3.500 jongens -1: 18.000 jongens
Diagnostiek
Oefenvragen voor het voorbereidend vak Kindergeneeskunde (incl antwoorden). De oefenvragen zijn online beschikbaar met een abonnement 2 of als hardcopy verkrijgbaar in het JoHo Center Utrecht (gecombineerd met week 3 en 4).
Vraag 1
U bent huisarts en ziet Bas, een peuter van 16 maanden oud, en zijn moeder. Hij was kerngezond tot de leeftijd van 9 maanden. Moeder klaagt dat Bas sinds een maand of vier niet meer goed in gewicht aankomt, terwijl hij wel goed eet. Hij heeft vier tot zesmaal per dag dunne ontlasting, maar braakt niet. Verder vindt moeder hem hangerig en humeurig.Bij lichamelijk onderzoek ziet u een dystroof kind met een opvallend bolle buik. Het gewicht van 9,5 kg is beneden het gewicht op het consultatiebureau bij 12 maanden.
Vraag Antwoord
1. Noem de 2 meest waarschijnlijke diagnoses. | 1. Coeliakie-parasitaire infectie en/of Giardia Lamblia infectie |
2. Noem voor elk de gangbare behandeling. | 2. Glutenvrij dieet (bij keuze voor coeliakie)-Antibiotica (Flagyl of tinidazol) (bij keuze voor Giardia infestatie) |
Vraag 2
U bent huisarts en wordt voor een spoedvisite geroepen bij de 18-maanden oude Jeremy. Hij was kerngezond tot gisteren. Hij spuugt sinds 1 dag elke voeding uit en heeft elk uur waterdunne diarree. Het is onduidelijk of hij nog geplast heeft. Andere kinderen op de crèche zijn ook ziek met spugen en diarree. U houdt er rekening mee dat u een ernstig gedehydreerd kind zult aantreffen.
Vraag Antwoord
1. Noem zes symptomen waarop u zult letten om dehydratie vast te stellen | 1. -Droge slijmvliezen -Ingezonken ogen en ingezonken fontanel -Daling van het gewicht -Hypotensie (in laat stadium) -Tachycardie -Verlengde capillary refill -Afgenomen perifere pulsaties -Verminderde turgor -Snelle en diepe ademhaling |
Orale Rehydration Solution (ORS) bevat naast electrolyten ook glucose. | |
1. Waarom? | 1. De glucose is toegevoegd om de absorptie van natrium- en chloride-ionen te bevorderen. |
Vraag 3
Op uw spreekuur ziet u een jongetje van 6 weken oud. Moeder vertelt dat hij de laatste weken meer en meer is gaan spugen, steeds kort nadat hij de fles heeft opgedronken. Na het spugen heeft hij direct weer honger. Opvallend is verder dat het braaksel er met zeer krachtige golven uitkomt. In de eerste weken na de geboorte is hij goed gegroeid, van 3150 gram bij de geboorte tot 3400 gram; sindsdien niet meer. Het ontlastingspatroon is niet wezenlijk veranderd: 3-4x per dag wordt een luier geproduceerd.
Vraag Antwoord
1. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose. | 1. Pylorushypertrofie. |
2. Geef tenminste één alternatieve diagnose. | 2. Reflux, voedselallergie, gastritis, adrenogenitaal syndroom, malrotatie. |
Vraag 4
Als poortarts in een algemeen ziekenhuis ziet u de 10- weken oude ex-prematuur Osman, wegens ontroostbaar huilen. Hij.....read more
Stamplijst met belangrijke begrippen en toelichting bij het vak Kindergeneeskunde. De stamplijst is online beschikbaar met een abonnement 2 of als hardcopy verkrijgbaar in het JoHo Center Utrecht (gecombineerd met week 3 en 4)
Tekenen van dehydratie |
|
ORS | Oral rehydration solution, bevat natrium, kalium en glucose. Door de actieve absorptie van glucose samen met natrium en vocht kan de absorptie van water, suiker en zouten gelijk worden aan het verlies of zelfs groter worden.
|
Toddlers diarrhoea (peuterdiarree) | Pathofysiologie: vertraagde ontwikkeling van de darmmotiliteit + het eten van veel suikers spelen een rol Behandeling: geen
|
Coeliakie | Pathofysiologie: gliadine in gluten veroorzaken een immunologische respons in de mucosa van het jejenum. Cellen migreren in toenemende maten van de crypten naar de villi, de compensatie is echter niet groot genoeg en er ontstaat door verlies van cellen een platte mucosa. Diagnostiek: Serologie. Jejunumbiopt. Eventueel kijken of glutenvrij dieet klachten vermindert. Behandeling: glutenvrij dieet
|
Post gastro-enteritis syndroom | Tijdelijke lactose-intolerantie t.g.v. een doorgemaakt gastro-enteritis |
Oorzaken voor huilen | -E.c.i.: tanden krijgen (kinderen krijgen rond de 8 maanden tanden), psychisch (relatie-problemen moeder en kind), krampen -Gastro-intestinale problematiek: reflux, darmkrampen, voedselallergie, obstipatie -Infectie: UWI, OMA, luchtweginfectie of meningitis -Neurologische oorzaken: zeldzame stoornissen |
Normaal huilgedrag | 6 weken is piekleeftijd, 2 tot 2,5 uur per dag Excessief huilen: 3 uur per dag, 3 dagen in de week gedurende 3 weken |
Koemelkallergie | Symptomen: Dunne ontlasting, failure to thrive, diarree, overgeven, huilen, urticaria, jeuk en oedeem in het gezicht. Door aantasting van villi kan er lactose-intolerantie ontstaan. Diagnostiek: eliminatie provocatietest en dubbelblinde provocatietest. |
Pathofysiologie functionele obstipatie | -Door ophouden van faeces zet het rectum uit, hierdoor vermindert het gevoel van aandrang -Continue druk op de sfincter kan leiden tot incontinentie -Druk van het uitgezette colon/rectum op de blaas kan leiden tot enuresis -Stase van urine kan leiden tot UWI’s |
Soorten diarree | -Osmotische diarree: hypertone darminhoud zorgt ervoor dat water zich naar het lumen verplaatst -Secretoire diarree: secretie van water en elektrolyten in de darm, door bijv. virale of bacteriële infecties -Exsudatieve diarree: door ontsteking van de darmwand vindt er meer vochtsecretie plaats, bijv. bij colitis ulcerosa en M. Crohn -Gestoorde motiliteit van de darm: bijv. bij IBS(= irritable bowl syndrome) |
Pylorus stenose | Pathofysiologie: is geassocieerd met hypochloremische alkalose en komt vaker voor bij jongens dan bij meisjes. Symptomen: projectiel braken, palpabele massa en |
Deze samenvatting is gebaseerd op collegejaar 2012-2013.
Inhoudsopgave van de PDF over thema Gyneacologie:
Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.
In dit college zijn de presentaties van de werkgroepen gegeven, iedere werkgroep had een ander onderwerp en hieronder volgen de onderwerpen en hoofdpunten per presentatie.
Presentatie dilemma’s in de verloskunde
Een vrouw is zwanger van een dichoriale tweeling, het ene kindje is gezond maar het andere kindje is ziek en vertoont tekenen van foetale nood. Wat nu? Wordt de zwangerschap doorgezet of afgebroken en welke factoren spelen in die beslissing een rol? In de casus werd gekozen voor een keizersnede rond week 27, er werd een gezond kind geboren met een gewicht van 1121 gr en een ziek kind met een gewicht van 851 gr.
Om tot deze beslissing te komen moet nagedacht worden over de nadelen voor het gezonde kind en de voordelen voor het zieke kind. Daarnaast zijn er ook risico’s voor de moeder waar over nagedacht moet worden. Verder hebben de ouders natuurlijk ook het één en ander in te brengen en in hoeverre moet hier naar gehandeld worden, zijn de ouders wel op de hoogte van de risico’s en de consequenties?
Er spelen hier een aantal ethische principes:
Principe van niet schaden
Principe van goed doen
Principe van autonomie
Principe van rechtvaardigheid
Verder is de WGBO van toepassing.
In het geval van een monochoriale zwangerschap liggen de feiten anders. Als het zieke kind dan sterft kan dit grote gevolgen hebben voor het gezonde kind, het gezonde kind kan verbloeden in het gestorven kind.
Presentatie gynaecologische maligne tumoren
In de presentatie zijn het endometriumcarcinoom, cervixcarcinoom en vulvacarcinoom behandelt, voor meer informatie over deze tumoren zie de verplichte stof.
Twee aantekeningen:
Als een vrouw met kinderwens cervixcarcinoom heeft, dan is het mogelijk om alleen de baarmoederhals weg te halen en de lymfeklieren zodat mevrouw alsnog zelf een zwangerschap kan meemaken.
Vulvacarcinoom is niet echt geassocieerd met SOA’s, wel met het HPV virus maar dat wordt overgedragen via de huid.
Presentatie medicatie en vrouwelijke seksualiteit
Emotionele intimiteit speelt voor vrouwen een grote rol, zonder deze intimiteit kunnen er onvoldoende seksuele stimuli opgewekt worden.
Er zijn twee soorten medicatie geprobeerd voor vrouwen:
Androgenensuppletie. Het idee hierachter was dat de spontane opwinding hierdoor zou versterken maar dit effect kwam niet naar voren in de studie.
Phosphodiesteraseremmers (sildenafil/viagra). Het idee hierachter was dat de vaginale doorbloeding zou verbeteren maar ook dit werd niet gezien.
Presentatie indicaties voor IVF
Er zijn een aantal indicaties voor IVF:.....read more
Bevat aantekeningen bij de colleges, werkgroepen e.d. gebaseerd op 2015-2016
Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee typen chromosoomafwijkingen:
Numerieke chromosoom afwijkingen (er is een chromosoom te weinig of te veel)
Structurele chromosoomafwijkingen
Er zijn verschillende sneltesten beschikbaar om chromosoomafwijkingen aan te tonen:
Interfase FISH
QF PCR
STC in vlokken
Chromosoomafwijkingen hoeven geen afwijkende ontwikkeling tot gevolg te hebben. Soms komt de chromosoom afwijking niet tot uiting. In andere gevallen ontwikkelt het kind zich afwijkend of ontwikkelt het kind zich helemaal niet en is alleen een lege vruchtzak waar te nemen. De zwangerschap van een foetus met chromosoomafwijkingen eindigt vaker dan gemiddeld in een miskraam. Als je bij 12 weken de diagnose Down syndroom stelt, zal er bij een groot deel de zwangerschap nog eindigen in een miskraam. Uiteindelijk zal 77% van de zwangerschappen van een kindje met het syndroom van Down eindigen in een miskraam. Bij andere chromosoomafwijkingen (trisomie 18 (syndroom van Edwards), trisomie 13 (syndroom van Pateau), 45,X (Syndroom van Turner) geldt dat nog in vele sterkere mate. Deze eindigen bijna altijd (vooral Turner syndroom) in sterfte voor de geboorte. Een groot deel van de zwangerschappen die eindigen in een miskraam, worden ook veroorzaakt door een chromosomale afwijking van het kind (3/4).
De prevalentie van verschillende chromosoomafwijkingen is als volgt:
Trisomie 21 (Downsyndroom): 1 op de 700 levend geborene
Trisomie 18 (Syndroom van Edwards): 1 op de 3000 levend geborene
Trisomie 13 (Syndroom van Pateau): 1 op de 5000 levend geborene
Triploidie: 1 op de 10.000 levend geborene
In het eerste trimester zijn vaak bij de echo vaak al tekenen te zien van een chromosoom afwijking: verdikte nekplooi. Een triploidie is een afwijking waardoor alle chromosomen in drievoud aanwezig is. Dit kan door een extra set van de vader of door een extra set van de moeder. Wanneer de extra set van de vader afkomstig is, zijn er vaak placenta afwijkingen te zien (mola hydatidosa = verdikte placenta). Wanneer de extra set van de moeder afkomstig is, is het kindje vaak heel erg klein. Deze afwijking is niet met het leven verenigbaar. Bij de 20 weken echo kunnen ook afwijkingen worden gediagnosticeerd, die in de richting van het Down syndroom kunnen wijzen. De 20 weken echo is een standaard echo die bij elke zwangere vrouw plaatsvind. Van oorsprong is de 20 weken echo om de ruggenwervels te controleren op sluitingsdefecten. Tijdens deze.....read more
Bevat een oefententamen bij het blok met 34 meerkeuzevragen en antwoordindicaties
A. juist
B. onjuist
A. juist
B. onjuist
A. juist
B. onjuist
A. juist
B. onjuist
A. juist
B. onjuist
A. juist
B. onjuist
A. juist
B. onjuist
A. juist
B. onjuist
A. juist
B. onjuist
A. juist
B. onjuist
A. juist
B. onjuist
A. juist
B. onjuist
A. juist
B. onjuist
A. juist
B. onjuist
A. juist
B. onjuist
A. juist
B. onjuist
Gebaseerd op het collegejaar 2015-2016 van het masterprogramma Geneeskunde aan de UU.
60-70% van het therapeutisch handelen bestaat uit farmacotherapie. Er worden steeds meer (ingewikkelde) geneesmiddelen ontwikkeld. Daarnaast is er steeds meer invloed van buitenaf op het geneesmiddelenbeleid, onder andere van zorgverzekeraars, industrie en de patiënt zelf.
Uit onderzoek blijkt dat een deel van de acute opnamen in het ziekenhuis geneesmiddel gerelateerd zijn. Een deel van deze opnamen is vermijdbaar. Mogelijke fouten bij farmacotherapie:
indicatiestelling
therapie ontrouw
onvoldoende monitoring
interactie
onderbehandeling
contra-indicatie
verkeerde wijze van gebruik
Door het beleid te verbeteren kunnen veel van deze fouten voorkomen worden. Om dit te bereiken is sinds 2006 een doorlopende leerlijn farmacologie en therapie in de geneeskunde opleiding toegevoegd. Artsen worden dus meer geschoold en getoetst wat betreft hun kennis over farmacologie en therapie. Daarnaast is er sinds 2006 een wijziging in de WGBO: ook de openbare apotheker heeft nu een behandelrelatie met de patiënt. Arts en apotheker zijn nu gezamenlijk verantwoordelijk voor de uitkomst van de farmacotherapeutische behandeling van de patiënt. Om dit te bereiken is goede samenwerking tussen apotheker en arts essentieel.
Deze.....read more
Raadpleeg de anatomische atlas voor de volgende structuren.
Het benige bekken bestaat uit: os sacrum, os coccygis, os coxae. os ileum (crista, SPIAS), os ischii (spina ischiadica en tuber ischiadicum), os pubis.
Foramen obturatorium
Lig. Sacrospinale: loopt van het os coccygis naar het spina ischiadica, waardoor het foramen ischiadicum majus wordt gevormd.
Lig. Sacrotuberale: loopt van het os coccygis naar het tuber ischiadicum, waardoor het foramen ischiadicum minus wordt gevormd.
Het pelvis minor en major worden van elkaar gescheiden door de bekkeningang.
Verschillen tussen een vrouwelijk en mannelijk bekken:
Man:
bekkeningang hartvormig
kleine subpubische hoek
bekkenuitgang ovaal
alla ossis illi staan meer omhoog (diep pelvis minor en major)
vrouw:
bekkeningang ovaal
grote subpubische hoek
bekkenuitgang rond
alla ossis illi staan meer horizontaal/plat (vlak pelvis major en minor)
Bekkenwand:
M. obturatorius internus (O: ramus superior os pubis en os ischii; I: trochantor major)
Verloopt door het foramen ischiadicum minus.
M. pyriformis (O: os sacrum; I: trochantor major)
Verloopt door het foramen ischiadicum majus. De plexus sacralis loopt over deze spier.
Van craniaal naar caudaal structuren vanuit de bekkenholte tot aan de huid
Peritoneum
Fascie endopelvines
Bekkenbodemspieren
Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.
Het eind van de zwangerschap betekent een verandering van de functie van de uterus binnen korte tijd. De effectieve onderdrukking van de neiging tot contraheren van het myometrium wordt opgeheven en de weerstand van de cervix die het kind in utero heeft gehouden tijdens de zwangerschap verdwijnt. Op het moment dat de zwangere regelmatig (om de 3-5 minuten) pijnlijke contracties ervaart is in de meeste gevallen het baringsproces begonnen, waarbij de cervix ontsluit en het voorliggende deel van het kind dieper in het baringskanaal komt. Als dit voorliggende deel vrijwel tot op de bekkenbodem is ingedaald, ontstaat reflectoire onhoudbare persdrang en zal de zwangere m.b.v. de weeënkracht en door zelf mee te persen haar kind geboren laten worden. Nadat ook de placenta en de vliezen compleet zijn geboren, is de bevalling ten einde.
Begin baring
Verschillende factoren van de placenta, vliezen, uterus en de ongeborene spelen een rol bij het begin van de baring. Spontane baringen vinden plaats in de late avond, vroege nacht. De plaats van de bevalling is vrij te bepalen door de zwangere.
In het corpus uteri bevat glad spierweefsel waarin eiwitten tot expressie komen die de contractiliteit regelen en in de spiercellen neemt het aantal oxytocinereceptoren toe In de laatste uren voor de bevalling ontstaan specifieke eiwitten die prikkelgeleidende verbindingen maken tussen de myometriumcellen: gap junction. Zij zijn essentieel voor het ontstaan van effectieve weeën en synchronisatie en coördinatie van de spiercelcontractie.
De cervix bestaat voor ongeveer 80% uit bindweefsel dat gerangschikt is in stevige bundels dat normaliter stevig en stug aanvult. Hiermee zorgt het ervoor voortijdige bevalling te voorkomen en het taaie mucus in het cervixkanaal is een goede barrière tegen micro-organismen uit de vagina. In de weken voorafgaand aan de bevalling verandert de cervix van consistentie en lengte. De cervix wordt weker en door toegenomen contractiliteit van het myometrium korter. De cervix is geheel verstreken wanneer het cervicaal kanaal is verdwenen en alleen nog het ostium externum voelbaar is. Het begin van de baring is niet goed gedefinieerd, veelal blijkt er inderdaad sprake van het begin wanneer de vrouw contact opneemt met haar hulpverlener.
De vier fasen van de baring zijn:
Inhibitie: progesteron en NO houden de uterus redelijk rustig
Activatie: meer contracties door rek van de uterus en oestrogenen
Stimulatie: de werkelijke baring vindt plaats door prostaglandine en oxytocine
Involutie: door oxytocine keert de
Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.
Casus
Mevrouw was zwanger van een dochtertje en dat ging goed tot ongeveer 30 weken. Daarvoor wel gevoel gehad van griepverschijnselen maar verder geen afwijkingen/bijzonderheden. Rond 30 weken kreeg mevrouw last van dikke voeten/handen, veel hoesten met pijn maar geen last van overgeven. Mevrouw besloot om naar de huisarts te gaan en daar werd de bloeddruk gemeten en deze was normaal en verder kon de huisarts geen bijzonderheden vinden. Mevrouw kreeg paracetamol voorgeschreven en ging terug naar huis. De dagen daarna had mevrouw veel last van hoesten en het ze het gevoel dat er iets knapte in haar. Ze ging terug naar de huisarts samen met haar moeder in verband met klachten als pijn (omdraaien was al te pijnlijk) en hoesten. De huisarts deed weer een bloeddruk meting en opnieuw was deze normaal en werden er verder geen bijzonderheden gevonden. Mevrouw werd weer terug naar huis gestuurd ondanks de vraag of een vervolgonderzoek in de vorm van bloedprikken mogelijk was. De week daarna ging het fout. Mevrouw kreeg een bandgevoel ander de borsten, alsof een riem strak werd aangetrokken. Ze is gaan douchen in de hoop dat het gevoel minder werd, maar het nam alleen maar toe. Mevrouw is toen samen met haar partner naar het ziekenhuis gegaan en bij binnenkomst werd meteen gedacht aan zwangerschapsvergiftiging. De bloeddruk werd gemeten en deze was nu torenhoog. Mevrouw werd direct opgenomen en kreeg morfine toegediend. Mevrouw bleef veel pijn houden en de foetus ging stress vertonen (CTG niet goed) dus werd er een keizersnede verricht. Op het moment van de keizersnede was er geen foetale hartslag meer en er werd een overleden foetus geboren. De baarmoeder van mevrouw werd gesloten maar er bleef bloed komen. Mevrouw werd overgeplaatst naar het LUMC en daar werd een leverruptuur vastgesteld. Na de operatie die 5-6 uur heeft geduurd, werd mevrouw opgenomen op de IC en na een tijdje herstelde mevrouw weer voldoende. Ze.....read more
Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.
Opmerking
Alles wat bij levensfasen week 1 is behandeld over seksualiteit en voortplanting is ook nu weer tentamenstof!
Casus
Vrouw van 34 jaar, psychiater, twee kinderen. Beide meisjes werden geboren met een gezond gewicht (3450g en 4200g). Ze kreeg haar eerste op 31-jarige leeftijd en is nu zwanger van haar derde kind. Bij 12 weken werd de combitest uitgevoerd. Deze kwam negatief terug (= geen verhoogd risico op het syndroom van Down), wat de vrouw erg gerust stelde.
Combi-test = nekplooimeting samen met een aantal parameters in het bloed van de vrouw. Gegevens in de computer samen met de leeftijd van de vrouw en het antwoord is een risicoschatting. De Combitest is een screeningstest en geen diagnostische test, hetgeen betekent dat een negatief resultaat de mogelijkheid op de onderzochte aandoening niet uitsluit.
Bij de 20-weken echo bleek dat niet alleen de femur maar alle andere pijpbeenderen te klein waren. Ook de buikomtrek van de moeder was te klein. Notch in beide arteriae uterinae werd gezien en dat is een vroeg teken van pre-eclampsie. Een amniocentese (diagnostisch) werd verricht om eventuele chromosomale afwijkingen op te sporen. De test liet een normaal karyotype zien waardoor het syndroom van Down en andere chromosomale afwijkingen uitgesloten konden worden.
Uit verder echografisch onderzoek bleek dat er placenta-insufficiëntie en mogelijk borderline ventriculomegalie aanwezig waren. Een verminderde bloeddoorstroming door de placenta zou een verklaring kunnen zijn voor de groeiachterstand van het kind omdat dit een tekort aan nutriënten kan veroorzaken. Brainsparing effect kan optreden, er gaat minder bloed naar het lichaam en meer naar de hersenen. Placenta-insufficiëntie kan zich ook uiten in vruchtwater tekort met alle gevolgen van dien. Placenta-insufficiëntie werd in dit geval veroorzaakt door de pre-eclampsie. Ventriculomegalie wordt veroorzaakt door overmaat aan cerebrospinaal vocht en kan een teken zijn van mentale onderontwikkeling.
Daarnaast bleef de bloeddruk van de moeder maar stijgen: op 27+3 weken was deze 130/80, op 28+0 was het 140/95. Hypertensie tijdens de zwangerschap.....read more
Bevat de aantekeningen bij de colleges van het blok, gebaseerd op het studiejaar 2014-2015
24-11-2014
Anatomie
Urinewegen, komt niet echt terug in de cursus maar moet je wel weten. Hier de anatomie in het kort.
Nieren:
Nieren zijn retroperitoneale organen. De nieren bewegen met de ademhaling mee, ongeveer 2 wervels heen en weer. De nieren liggen los in je lichaam. Doordat ze losliggen heeft dit ook nadelen, bijvoorbeeld als je valt dan vallen je nieren nog wat langer door waardoor ze kapot kunnen gaan en los kunnen komen van hun “steel”.
Blaas
De blaas is een gespierde zak, die is gemaakt van glad spierweefsel. De binnenbekleding is bekleed met urotheel, dit is waterdicht epitheel, urine is een afvalproduct en wil je dus niet terug krijgen in je lichaam. Dus het is ook heel belangrijk dat dit epitheel niks door laat. De blaas is afkomstig van de einddarm.
De blaaswand bestaat uit (van binnen naar buiten):
Transitioneel epitheel
Lamina propria
Submucosa
M. detrusor vesicae (functie: voorkomen van retrograde ejaculatie)
Adventitia (met bloedvaten)
De blaas bij mannen: onder de blaas zit de prostaat (functie bij de voortplanting). Bij oudere mensen kan de prostaat ook plasklachten veroorzaken.
Bovenop de koepel van de blaas zit het median umbilical ligament, die naar de navelstreng toe.....read more
Deze samenvatting is gebaseerd op het studiejaar 2013-2014.
De zwangerschap veroorzaakt grote veranderingen in het lichaam en in de psyche van de zwangere. Een deel van deze veranderingen heeft een aantoonbaar gunstig effect op het verloop van de zwangerschap. De verminderde cellulaire afweer zorgt ervoor dat de foetus geaccepteerd door het lichaam van de moeder en het bloedvolume is groter als buffer voor tijdens de baring. Dit zijn slechts 2 voorbeelden van fysiologische veranderingen, maar dit thema zal meerdere belichten.
De vrouwelijke geslachtsorganen
In de zwangerschap staan ontwikkeling en groei van de foetus in de uterus centraal.
Uterus
Het myometrium (uteruswand) bestaat uit gladspierweefsel met daarnaast bindweefsel en vaat- en zenuwweefsel. Uteriene groei vindt plaats door hyperplasie (tot 10e week), hypertrofie (10-20ste week) en mechanische rek (na 20ste week door toename van intra-uterien volume). De uterus groeit vooral aan de bovenkant (fundus), minder dan het corpus uteri, onder invloed van oestrogeen, progesteron en uterusinhoud. Het myometrium is een spier die uit twee lagen spierbundels bestaat, met aan de fundus een platte spiraal die naar beneden toe meer in de lengteligging richting ligamentum cardinale liggen. De oriëntatie van de spieren zijn daardoor zodat tijdens de weeën de fundus uteri naar beneden wordt getrokken als een peristaltische golf. Contracties van de uterus zijn een normaal verschijnsel in de tweede helft van de zwangerschap (braxton-hicks contracties). Deze leiden niet tot ontsluiting omdat de spierbundels niet synchroon contraheren. Voor synchrone contracties zijn gap junctions nodig, welke pas tot expressie komen als de zwangerschap voldragen is. Progesteron zorgt er tijdens de zwangerschap voor dat de gladde spiercellen gerelaxeerd blijven, daarom leidt een plotselinge daling van progesteron tot contractie van de uterus.
Cervix uteri
De baarmoederhals blijft gesloten tijdens de zwangerschap en functioneert als barrière tegen opstijgende infecties vanuit de vagina. De epitheelcellen die de baarmoederhals bekleden produceren tijdens de zwangerschap meer slijm die bacteriostatisch werkt en bevat granulocyten die bacteriedodend zijn. De cervix bestaat uit 80% collageen en 15% spiervezels/fibroblasten en voelt stevig aan. Daartussen bevind zich een extracellulaire matrix van vooral proteoglycanen die water kunnen binden, waardoor aan het einde van de zwangerschap de cervix opzwelt. In de periode voorafgaand aan de bevalling wordt de cervix steeds weker door de afbraak van collageen. Een paar dagen voordat de bevalling plaatsvindt lost het collageen volledig op en vindt er verkorting van de cervix plaats (= verstrijken van de cervix). Bij nulliparae gaat.....read more
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Field of study
Je vertrek voorbereiden of je verzekering afsluiten bij studie, stage of onderzoek in het buitenland
Study or work abroad? check your insurance options with The JoHo Foundation
Add new contribution