Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
TentamenTests bij Personality Psychology: Domains of Knowledge About Human Nature van Larsende - 5e druk
- Wat is persoonlijkheid? - TentamenTests 1
- Hoe kan persoonlijkheid worden gemeten? - TentamenTests 2
- Hoe kunnen eigenschappen van persoonlijkheid worden beschreven en ingedeeld? - TentamenTests 3
- Welke theorieën zijn er met betrekking tot het meten van persoonlijkheid? - TentamenTests 4
- Ontwikkelt persoonlijkheid zich tijdens verschillende levensfases? - TentamenTests 5
- Meer TentamenTests - Hoofdstuk 6 t/m 21 (Exclusief voor wie volledige online toegang heeft)
Wat is persoonlijkheid? - TentamenTests 1
Open vragen bij hoofdstuk 1
Open vraag 1
Definieer het begrip persoonlijkheid.
Open vraag 2
Uit welke drie delen bestaan psychologische mechanismen?
Open vraag 3
Benoem de drie niveaus van persoonlijkheidsanalyse.
Open vraag 4
Omschrijf de nomothetische en de idiografische onderzoeksmethode.
Open vraag 5
Welke zes onderzoeksgebieden zijn, vanuit verschillende invalshoeken, gericht op het verkrijgen van inzicht in de aard van de mens?
Open vraag 6
Welke drie eisen worden gesteld aan persoonlijkheidstheorieen?
Meerkeuzevragen bij hoofdstuk 1
MC vraag 1
Waar is de bestudering van een enkel individu een voorbeeld van?
- Nomothetisch onderzoek
- Correlationeel onderzoek
- Idiografisch onderzoek
- Cognitief psychologisch onderzoek
MC vraag 2
Welk van de volgende mogelijkheden vormt een typische uitspraak over karakter?
- Ik ben groot en sterk
- Op mij kun je bouwen
- Ik bedenk oplossingen voor problemen
- Ik reageer snel en energiek
MC vraag 3
Psychologische mechanismen verschillen van eigenschappen doordat mechanismen:
- Meer aan processen refereren
- Minder stabiel zijn
- Geen beslisregels kennen
- Alle bovenstaande antwoorden zijn juist
MC vraag 4
Het dispositioneel gebied veronderstelt dat verandering optreedt
- Wanneer de omgeving verandert
- Door therapie
- Door de manier waarop eigenschappen worden uitgedrukt
- Omdat eigenschappen veranderen
MC vraag 5
Persoonlijkheidspsychologen geloven dat eigenschappen (traits):
- Gedrag beschrijven
- Gedrag veroorzaken
- Antwoord A en B zijn beide juist
- Antwoord A en B zijn beide onjuist
MC vraag 6
Volgens de intrapsychische benadering (FREUD!) is de bron van alle psychologische problemen gelegen in:
- Het onbewuste
- (Slechte) omgevingen
- Chemische balansverstoring in de hersenen
- Geen van bovenstaande antwoorden is juist
MC vraag 7
Het dispositionele domein houdt zich bezig met persoonlijkheidsproblemen:
- door psychoanalyse
- door cognitieve therapie
- door persoon in te passen in de juiste omgevingen
- door het veranderen van relaties tussen beloning en straf
MC vraag 8
Welke van de volgende begrippen vormt een subcategorie van persoonlijkheid?
- Individuele verschillen
- Karakter
- Intelligentie
- De Big Five
MC vraag 9
Welk domein vertrouwt het sterkste op de statistische methode om fundamentele eigenschappen te identificeren?
- Het dispositioneel domein
- Het biologische domein
- Het domein van de aanpassing
- Het sociaal en cultureel domein
MC vraag 10
De intrapsychische benadering ziet gedrag als
- vooral random
- vooral veroorzaakt door omgeving
- vooral bepaald door mentale krachten
- geen van bovenstaande antwoorden is juist
MC vraag 11
Een onderzoeker op dispositioneel gebied zou verwachten dat iemand die op het werk vriendelijk is:
- thuis ook vriendelijk is
- vriendelijk is in sociale situaties
- thuis eerder niet vriendelijk is
- antwoord a en b zijn allebei juist
MC vraag 12
Een spraakzaam persoon
- zal altijd meer praten dan een rustig persoon
- kan zijn mond nooit houden
- praat meer dan een rustig persoon in bijvoorbeeld het theater
- praat gemiddeld meer dan een rustig persoon
MC vraag 13
In welk van de volgende vragen wordt onderzoek naar persoonlijkheidseigenschappen benadrukt?
- Hoeveel fundamentele eigenschappen bestaan er?
- Hoe zijn eigenschappen binnen de persoon georganiseerd?
- Waar komen eigenschappen vandaan?
- Alle bovenstaande antwoorden zijn juist
MC vraag 14
Persoonlijkheidspsychologen geloven dat eigenschappen (traits):
- gedrag beschrijven
- gedrag veroorzaken
- antwoord a en b zijn beide juist
- antwoord a en b zijn beide onjuist
Antwoordsuggesties Open vragen bij hoofdstuk 1
- Persoonlijkheid is een verzameling psychologische trekken en mechanismen van een individu die samenhang vertonen, over het algemeen blijvend zijn en de interactie van het individu en zijn/haar aanpassing aan intrapsychische, fysieke en sociale omgevingen beinvloeden.
- Input (informatie uit de omgeving), beslissingsregels (manier van denken), en output (neiging tot bepaald gedrag).
- Elk mens is in bepaalde opzichten: 1) gelijk aan anderen (het niveau van de menselijke aard), 2) gelijkend aan anderen (het niveau van individuele en groepsverschillen) en 3) uniek (het niveau van individuele uniciteit).
- Nomothetisch onderzoek: statistische vergelijkingen van individuen of groepen. Het wordt toegepast om universele menselijke trekken te kunnen onderscheiden. Idiografisch (beschrijvend) onderzoek: betreft een enkel subject en observeert de manier waarop algemene principes toepasbaar zijn in een enkel geval. Het gaat hier vaak om een psychologische biografie of een studie naar één persoon.
- Het dispositionele, biologische, intrapsychische, cognitief-experimentele, sociaal-culturele en aanpassingsdomein.
- In de eerste plaats moet de theorie een gids zijn voor onderzoekers, leidend naar nieuwe bevindingen. Ten tweede moet de theorie een verklaring vormen voor bekende bevindingen. Tenslotte dient de theorie specifieke voorspellingen te doen die empirisch getest kunnen worden.
Antwoorden Meerkeuzevragen bij hoofdstuk 1
- C
- B
- A
- C
- C
- A
- C
- A
- A
- C
- D
- D
- D
- D
Hoe kan persoonlijkheid worden gemeten? - TentamenTests 2
Open vragen bij hoofdstuk 2
Open vraag 1
Noem de vier belangrijkste vormen van dataverzameling.
Open vraag 2
Noem een nadeel van S-data, O-data en T-data.
Open vraag 3
Wat betekent fMRI en wat is het doel ervan?
Open vraag 4
Wanneer is een test betrouwbaar te noemen?
Open vraag 5
Wanneer is een test valide te noemen?
Open vraag 6
Welke drie soorten onderzoeksdesigns zijn er en waar zijn deze het meest geschikt voor?
Meerkeuzevragen bij hoofdstuk 2
MC vraag 1
Welk van de volgende alternatieven is een voorbeeld van een ongestructureerde vragenlijst (unstructured questionnaire)?
- Waar/niet waar vragen
- Open vragen
- Gedwongen keuze vragen
- Alle bovenstaande antwoorden zijn juist
MC vraag 2
Wat weten we als dominantie positief correleert met ego-strength?
- Ego-strength dominantie veroorzaakt
- Dominantie ego-strength veroorzaakt
- Mensen die hoog scoren op dominantie ook hoog scoren op ego-strength
- Geen van bovenstaande antwoorden is juist
MC vraag 3
In een experimenteel ontwerp is de gemanipuleerde variabele
- De random toegewezen variabele
- De onafhankelijke variabele
- De afhankelijke variabele
- Geen van bovenstaande antwoorden is juist
MC vraag 4
Iemand die de neiging heeft het eens te zijn met alle vragen in een vragenlijst geeft waarschijnlijk blijk van de response set:
- Extreme antwoorden geven (extreme responding)
- Faking
- Acquiescence (overal mee eens zijn)
- Sociale wenselijkheid
MC vraag 5
Wat iemand je vertelt over diens vriend wordt beschouwd als:
- S-data
- L-data
- O-data
- T-data
MC vraag 6
Welk van de volgende concepten is niet van belang voor het beoordelen van een persoonlijkheidsmeting?
- Validiteit
- Manipulatie
- Generaliseerbaarheid
- Betrouwbaarheid
MC vraag 7
Waar leiden psychologische onderzoekers hun psychologische uitspraken vooral van af?
- De stijl van het gedrag
- De inhoud van het gedrag
- Van iemand’s reputatie
- Geen van de bovenstaande antwoorden is juist
MC vraag 8
Als bij iemand vier keer de persoonlijkheid is beoordeeld, en iedere keer krijgt die persoon dezelfde score, dan weten we dat die beoordeling…
- betrouwbaar is
- valide is
- statistisch significant is
- alle bovenstaande antwoorden zijn juist
MC vraag 9
Als mensen die hoog scoren op 'extraversie' ook hoog scoren op metingen van 'gelukkig zijn', dan zijn 'extraversie' en 'gelukkig zijn'…
- niet gecorreleerd
- positief gecorreleerd
- negatief gecorreleerd
- misschien gecorreleerd, maar er is te weinig informatie om daar iets over te zeggen
MC vraag 10
Wanneer verschillende metingen van hetzelfde construct hoog correleren met een bepaalde test, dan heeft die test hoge….
- convergente validiteit
- discriminante validiteit
- face validiteit
- geen van bovenstaande antwoorden is juist
Antwoordsuggesties Open vragen bij hoofdstuk 2
Open vraag 1
Noem de vier belangrijkste vormen van dataverzameling.
Zelfrapportage (S-data), observatoren data (O-data), tests in het laboratorium (T-data) en levensuitkomsten (L-data).
Open vraag 2
Noem een nadeel van S-data, O-data en T-data.
S-data: Participanten kunnen liegen of faken.
O-data: Observatoren hebben mogelijk geen toegang tot relevante informatie.
T-data: Tests in het lab zijn mogelijk niet geschikt voor het ontdekken van patronen in het dagelijks leven.
Open vraag 3
Wat betekent fMRI en wat is het doel ervan?
Functional magnetic resonance imaging; het ontdekken van de plaats en patronen van hersenactiviteit wanneer participanten bepaalde taken uitvoeren.
Open vraag 4
Wanneer is een test betrouwbaar te noemen?
Wanneer dezelfde scores worden verkregen bij herhaalde metingen.
Open vraag 5
Wanneer is een test valide te noemen?
Wanneer de test meet wat die behoort te meten.
Open vraag 6
Welke drie soorten onderzoeksdesigns zijn er en waar zijn deze het meest geschikt voor?
De eerste is experimenteel onderzoek. Deze methode is het meest geschikt voor het bepalen van causaliteit tussen twee variabelen. De tweede soort is correlationeel onderzoek. Deze methode is het meest geschikt voor het onderzoeken van verbanden tussen variabelen in natuurlijke settingen. De derde methode is de case study. Deze is geschikt voor het opstellen van hypothesen en het verkrijgen van inzicht in individuele gevallen.
Antwoorden Meerkeuzevragen bij hoofdstuk 2
- B
- C
- B
- C
- C
- B
- A
- A
- B
- A
Hoe kunnen eigenschappen van persoonlijkheid worden beschreven en ingedeeld? - TentamenTests 3
Open vragen bij hoofdstuk 3
Open vraag 1
Welke twee benaderingen zijn er om trekken te conceptualizeren?
Open vraag 2
Welke drie benaderingen bestaan er om de meest belangrijke trekken te onderscheiden?
Open vraag 3
Omschrijf het model van Eysenck.
Open vraag 4
Omschrijf de taxonomie van Cattell.
Open vraag 5
Wat zijn circumplex modellen van persoonlijkheid?
Open vraag 6
Welke vijf factoren van persoonlijkheid worden onderscheiden in de Big Five?
Open vraag 7
Welke zesde factor wordt onderscheiden in het HEXACO model?
Meerkeuzevragen bij hoofdstuk 3
MC vraag 1
Wat zijn de twee meest gebruikte persoonlijkheidsdimensies in de geschiedenis van de persoonlijkheidspsychologie?
- Conscientiousness en Neuroticism
- Neuroticism en Extraversion
- Agreeableness en Conscientiousness
- Extraversion en Agreeableness
MC vraag 2
Welk van de volgende alternatieven vormt een voorbeeld van het gezichtspunt dat eigenschappen “descriptive summaries” zijn?
- De socioseksuele orientatie schaal (…)
- Theoretische schaalconstructie (1-2-3-4-5)
- Eysenck’s theorie (3 hoofdtrekken; extraversie, neuroticisme, psychoot)
- De “act-frequency” methode (Act nomination, proto. Judg., rec of act perf)
MC vraag 3
Een onderzoeker die eigenschappen eerst definieert alvorens ze te onderzoeken, volgt de
- De statistische benadering
- De theoretische benadering
- Lexicale benadering
- Alle bovenstaande antwoorden zijn juist
MC vraag 4
Eigenschappen in een circumplex die elkaars tegenpolen zijn
- correleren niet
- correleren positief
- correleren negatief
- geen van bovenstaande antwoorden is juist
MC vraag 5
Het idee dat alle belangrijke verschillen zijn neergeslagen in de natuurlijke taal staat bekend als:
- de individuele verschillen hypothese
- de lexicale hypothese
- factoranalyse
- eigenschappentaxonomie
MC vraag 6
In de circumplex van Wiggins, geven dominantie en warmte-vriendelijkheid (agreeableness) de relatie van:
- ‘adjacency’ aan
- bipolariteit aan
- orthogonaliteit
- factor ladingen aan
MC vraag 7
Iemand die anti-sociaal is en gebrek aan empathie toont scoort waarschijnlijk hoog op de eigenschap:
- extraversie
- neuroticisme
- psychoticisme
- alle bovenstaande antwoorden zijn juist
Antwoordsuggesties Open vragen bij hoofdstuk 3
Open vraag 1
Welke twee benaderingen zijn er om trekken te conceptualizeren?
De eerste benadering stelt dat trekken innerlijke eigenschappen zijn die gedrag veroorzaken. Trekken veroorzaken dus uiterlijk gedrag. De tweede benadering stelt dat trekken beschrijvende samenvattingen zijn van uiterlijk gedrag. Deze benadering gaat er niet vanuit dat trekken gedrag veroorzaken.
Open vraag 2
Welke drie benaderingen bestaan er om de meest belangrijke trekken te onderscheiden?
De lexicale benadering ziet alle belangrijke trekken als gevangen in de taal. Deze benadering gebruikt synoniem frequentie en cross-culturele universaliteit als criteria om belangrijke trekken te onderscheiden. De statistische benadering gebruikt statistische procedures zoals factoranalyse om clusters te onderscheiden van trekken die samenhangen. De theoretische benadering gebruikt bestaande persoonlijkheidstheorieën om te bepalen welke trekken belangrijk zijn.
Open vraag 3
Omschrijf het model van Eysenck.
Eysenck ontwikkelde een hiërarchisch model waarin de trekken extraversie, neuroticisme en psychoticisme onderscheiden worden. Deze algemene trekken omvatten specifiekere trekken zoals activiteitsniveau, stemming en egocentriciteit. De taxonomie is gebaseerd op factoranalyse maar kent biologische wortels, zoals een erfelijke en fysiologische basis van de trekken.
Open vraag 4
Omschrijf de taxonomie van Cattell.
De taxonomie van Cattell bestaat uit 16 persoonlijkheidstrekken, gebaseerd op factoranalyse. Deze taxonomie ontstond door het gebruik van meerdere soorten databronnen.
Open vraag 5
Wat zijn circumplex modellen van persoonlijkheid?
Circumplex taxonomieën zijn gericht op het domein van de interpersoonlijke trekken. Het zijn circulaire ordeningen van trekken rond twee dimensies - status (dominantie) en liefde (vriendelijkheid).
Open vraag 6
Welke vijf factoren van persoonlijkheid worden onderscheiden in de Big Five?
Extraversie, vriendelijkheid, consciëntieusheid, emotionele stabiliteit en openheid-intellect.
Open vraag 7
Welke zesde factor wordt onderscheiden in het HEXACO model?
In het HEXACO model wordt naast de vijf factoren van de Big Five de factor Honesty-Humility onderscheiden. Deze factor omvat oprechtheid, eerlijkheid, hebzucht-vermijding en bescheidenheid.
Antwoorden Meerkeuzevragen bij hoofdstuk 3
- B
- D
- B
- C
- B
- C
- C
Welke theorieën zijn er met betrekking tot het meten van persoonlijkheid? - TentamenTests 4
Open vragen bij hoofdstuk 4
Open vraag 1
Welke drie assumpties doen persoonlijkheidspsychologen met betrekking tot persoonlijkheid?
Open vraag 2
Waarom wordt persoonlijkheidspsychologie ook wel differentiële psychologie genoemd?
Open vraag 3
Wat wordt bedoeld met situationisme (Mischel)?
Open vraag 4
Beschrijf het fenomeen persoon-situatie interactie.
Open vraag 5
Beschrijf wat situationele selectie inhoudt.
Open vraag 6
Wat wordt bedoeld met faking door participanten?
Open vraag 7
Wat zijn Barnum statements?
Open vraag 8
Wat is het probleem met Jung’s theorie van de psychologische types, waarop de MBTI gebaseerd is?
Meerkeuzevragen bij hoofdstuk 4
MC vraag 1
Hoe staat het idee dat persoonlijkheidseigenschappen invloed hebben op de keuze van situaties waarin mensen terechtkomen bekend?
- Situationele selectie
- Aggregatie (middeling)
- Manipulatie (doelgericht gedrag van anderen veranderen)
- Evocatie (situatie creëren; reactie opwekken bij anderen)
MC vraag 2
Wat was volgens Mischel (1968) het belangrijkste in het bepalen van het gedrag?
- Intellectuele capaciteiten
- Situaties
- Attitudes
- Eigenschappen
MC vraag 3
De idee dat persoonlijkheidseigenschappen invloed hebben op de keuze van situaties waarin mensen terechtkomen, staat bekend als:
- Aggregatie (middeling)
- Situationele selectie
- Evocatie (situatie creëren; reactie opwekken bij anderen)
- Manipulatie (doelgericht gedrag van anderen veranderen)
MC vraag 4
Het gezichtspunt van de persoon-situatie interactie houdt in dat wanneer we een bepaald gedrag observeren:
- zowel de relevante persoonlijkheidseigenschap als de geschikte situatie beschikbaar zullen zijn
- die observatie mogelijk is omdat situaties persoonlijkheidseigenschappen veroorzaken
- het gedrag consistent zal blijven over situaties
- we dat gedrag nagenoeg geheel aan persoonlijkheid kunnen toeschrijven
Antwoordsuggesties Open vragen bij hoofdstuk 4
Open vraag 1
Welke drie assumpties doen persoonlijkheidspsychologen met betrekking tot persoonlijkheid?
Er bestaan betekenisvolle individuele verschillen in persoonlijkheid. De persoonlijkheid is stabiel door de tijd heen. De persoonlijkheid is consistent in verschillende situaties.
Open vraag 2
Waarom wordt persoonlijkheidspsychologie ook wel differentiële psychologie genoemd?
Persoonlijkheidspsychologie houdt zich bezig met verschillen tussen mensen. De differentiële psychologie bestudeert behalve individuele verschillen in persoonlijkheid ook vermogen, geschiktheid en intelligentie.
Open vraag 3
Wat wordt bedoeld met situationisme (Mischel)?
Als gedrag verschilt per situatie wordt gedrag niet bepaald door onderliggende karaktertrekken maar door situationele verschillen.
Open vraag 4
Beschrijf het fenomeen persoon-situatie interactie.
Gedrag is een functie van de interactie tussen karaktertrekken en situationele invloeden.
Open vraag 5
Beschrijf wat situationele selectie inhoudt.
Een vorm van interactionisme, de neiging situaties te kiezen waarin men zichzelf kan zijn.
Open vraag 6
Wat wordt bedoeld met faking door participanten?
De moedwillige vertekening van antwoorden op een vragenlijst.
Open vraag 7
Wat zijn Barnum statements?
Algemeenheden, stellingen die op iedereen van toepassing zouden kunnen zijn. Bijvoorbeeld: ‘Je twijfelt soms of je het juiste hebt gedaan’ of ‘Je wilt dat anderen je aardig vinden’.
Open vraag 8
Wat is het probleem met Jung’s theorie van de psychologische types, waarop de MBTI gebaseerd is?
Mensen zijn niet in te delen in types die bijvoorbeeld volledig introvert of volledig extravert zijn. Karaktertrekken zijn normaal verdeeld. Heel weinig persoonskenmerken volgen een bimodale verdeling.
Meerkeuzevragen bij hoofdstuk 4
- A
- B
- B
- A
Ontwikkelt persoonlijkheid zich tijdens verschillende levensfases? - TentamenTests 5
Open vragen bij hoofdstuk 5
Open vraag 1
Noem drie vormen van persoonlijkheidsstabiliteit.
Open vraag 2
Welke trekken van de Big Five veranderen over tijd en in welke richting (toe- of afname)?
Open vraag 3
Welke andere eigenschappen veranderen over tijd en in welke richting?
Open vraag 4
Voor welke eigenschappen gelden veranderingen, specifiek bij vrouwen?
Open vraag 5
Wat bleek uit het onderzoek van Twenge (2001) naar cohort-effecten met betrekking tot verandering in assertiviteit en dominantie bij vrouwen?
Open vraag 6
Welke eigenschappen voorspellen een slecht huwelijk en echtscheiding?
Open vraag 7
Wat is het effect van werkervaring op persoonlijkheid?
Meerkeuzevragen bij hoofdstuk 5
MC vraag 1
De theorie van Freud over psychosexuele stadia (orale, anale, enz.) vormt een voorbeeld van persoonlijkheidsverandering op het niveau van analyse van:
- Groepsverschillen
- De populatie
- Individuele uniciteit
- Individuele verschillen
MC vraag 2
Self-efficacy wordt gedefinieerd als
- Het geloof dat men het noodzakelijke kan doen om gewenste resultaten te boeken
- Het maken van attributies die instabiel, tijdelijk en globaal zijn
- De verwachting dat er veel positieve gebeurtenissen zullen zijn, en weinig negatieve
- Het hebben van een hogere zelf-waardering dan gemiddeld
MC vraag 3
Voor welk van de volgende begrippen geldt historisch gezien balans als centraal kenmerk?
- Karakter
- Temperament
- Persoonlijkheid
- Antwoord A en B zijn beide juist
MC vraag 4
De eigenschap “competentie” blijkt bij vrouwen
- Af te nemen met ouder worden
- Toe te nemen met ouder worden
- Gelijk te blijven met ouder worden
- Toe te nemen wanneer ze getrouwd zijn, maar af te nemen wanneer ze ongetrouwd zijn
MC vraag 5
Wanneer is persoonlijkheid het minst stabiel?
- In de vroege jeugd
- In de latere jeugd
- In de adolescentie periode
- In de volwassen periode
Antwoordsuggesties Open vragen bij hoofdstuk 5
Open vraag 1
Noem drie vormen van persoonlijkheidsstabiliteit.
- Rangorde stabiliteit
- Gemiddelde niveau stabiliteit
- Persoonlijkheidscoherentie
Open vraag 2
Welke trekken van de Big Five veranderen over tijd en in welke richting (toe- of afname)?
Neuroticisme neemt met de tijd af; vriendelijkheid en conscientieusheid nemen met de tijd toe.
Open vraag 3
Welke andere eigenschappen veranderen over tijd en in welke richting?
Eigenwaarde neemt toe; impulsiviteit neemt af; sensation seeking neemt af na een piek in de adolescentie.
Open vraag 4
Voor welke eigenschappen gelden veranderingen, specifiek bij vrouwen?
Bij vrouwen lijkt vrouwelijkheid rond 40-50 jarige leeftijd af te nemen. Waarschijnlijk hangt dit samen met de menopauze. Autonomie, onafhankelijkheid en competentie lijken in het bijzonder bij vrouwen toe te nemen naarmate zij ouder worden.
Open vraag 5
Wat bleek uit het onderzoek van Twenge (2001) naar cohort-effecten met betrekking tot verandering in assertiviteit en dominantie bij vrouwen?
Assertiviteit was hoog na 1930, toen vrouwen extreem onafhankelijk waren. Daarna, in de jaren 50/60, werden vrouwen voornamelijk huisvrouw. Van 1967-1993 nam de assertiviteit weer toe door verandering in sociale rollen en meer vrouwen op de werkvloer.
Open vraag 6
Welke eigenschappen voorspellen een slecht huwelijk en echtscheiding?
Hoge niveaus van neuroticisme bij beide seksen en impulsiviteit bij mannen.
Open vraag 7
Wat is het effect van werkervaring op persoonlijkheid?
Mensen met succes op het werk worden door de tijd heen gelukkiger, zelfverzekerder en minder angstig.
Antwoorden Meerkeuzevragen bij hoofdstuk 5
- B
- A
- B
- B
- C
Meer TentamenTests - Hoofdstuk 6 t/m 21 (Exclusief voor wie volledige online toegang heeft)
- Ben je aangesloten bij JoHo, log dan in en lees hieronder verder voor tentamentests bij hoofdstuk 6 t/m 21
- Nog niet aangesloten, sluit je dan eerst hier aan.
Tentamens: oude tentamens voor Positieve psychologie, stress en gezondheidspsychologie, oefenmateriaal en tentamentips
- TentamenTests bij Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering: Een planmatige aanpak van Brug e.a. - 10e druk - Exclusive
- Begrippenlijst Handbook of Clinical Health Psychology
- Begrippenlijst van Introduction to Health Psychology van Morrison en Bennett - 4e druk
- TentamenTests bij Introduction to Personality, Clinical and Health Psychology - 1e Custom UL druk
- TentamenTests bij Personality Psychology: Domains of Knowledge About Human Nature van Larsende - 5e druk
- TentamenTests bij Why Zebras Don’t Get Ulcers: The Acclaimed Guide to Stress, Stress-Related Diseases, and Coping van Sapolsky - 3e druk
- Begrippenlijst Survival Psychology (Leach)
- Tentamens: startpagina voor oude tentamens en tentamentips per vak bij psychologie en gedrag
Tentamens: oude tentamens voor Persoonlijkheidspsychologie, oefenmateriaal en tentamentips
- TentamenTests bij Adult personality development: theories and concepts van Wrightsman - 1e druk
- TentamenTests bij Experience Human Development van Papalia en Martorell - 15e druk
- TentamenTests bij Personality Psychology: Domains of Knowledge About Human Nature van Larsende - 5e druk
- Oefententamen van Reflecteren: De basis; op weg naar bewust en bekwaam handelen van Groen - 4e druk
- TentamenTests bij Understanding Motivation and Emotion van Reeve - 7e druk
- Tentamens: startpagina voor oude tentamens en tentamentips per vak bij psychologie en gedrag
Work for WorldSupporter?
Volunteering: WorldSupporter moderators and Summary Supporters
Volunteering: Share your summaries or study notes
Student jobs: Part-time work as study assistant in Leiden

Contributions: posts
Spotlight: topics
Tentamens: oude tentamens voor Positieve psychologie, stress en gezondheidspsychologie, oefenmateriaal en tentamentips
Oude tentamens voor Positieve psychologie, stress en gezondheidspsychologie, oefenmateriaal en tentamentips
Tentamens: oude tentamens voor Persoonlijkheidspsychologie, oefenmateriaal en tentamentips
Oude tentamens voor Persoonlijkheidspsychologie, oefenmateriaal en tentamentips
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourism & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden, Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden








Add new contribution