Een verzekeringsovereenkomst is een overeenkomst waarbij een partij, de verzekeraar, zich tegen het genot van een premie jegens zijn wederpartij, de verzekeringsnemer, verbindt tot het doen van een of meer uitkeringen en waar bij het sluiten van de overeenkomst voor de partijen geen zekerheid bestaat:Dat, Wanneer of;Tot welk bedrag de uitkering moet worden voldaan Of ook hoelang de overeengekomen premiebetaling zou duren.Een overeenkomst kan een verzekeringsovereenkomst worden genoemd indien er sprake is van minstens één van deze vier onzekerheden.Een verzekering is altijd of een sommenverzekering of een schadeverzekering. Indien er sprake is van een schadeverzekering, moet er sprake zijn van een verzekerbaar belang, ook wel het voorwerp van de verzekering. Tevens moet er ook sprake zijn van een verzekerde zaak, een stoffelijk object. Deze twee dingen moet je goed uit elkaar houden, ze moeten er beide zijn, anders is de overeenkomst nietig.Een schadeverzekering zonder verzekerde zaak is een aansprakelijkheidsverzekering. Art 7:944 BW: een schadeverzekering is de verzekering strekkende tot vergoeding van vermogensschade die de verzekerde zou kunnen leiden. Indemniteit is een ander woord voor schadeloosstelling, de strekking is vergoeding van schade.Het indemniteitsbeginsel: een verzekerde mag niet in een duidelijk voordeligere positie uitkomen door de uitkering van de schade.Jacob Maring-arrestIn het Jacob Maring-arrest oordeelt de Hoge Raad dat het indemniteitsbeginsel meebrengt gericht moet zijn op de vergoeding van de schade die de verzekerde zal lijden als gevolg van een onzeker voorval. Maar over het algemeen is het zo dat het onjuist is dat verzekeringen onverenigbaar zijn met het indemniteitsbeginsel als de verzekeraar de nieuwwaarde uit zal keren. Soms kunnen de...


Access options

      How do you get full online access and services on JoHo WorldSupporter.org?

      1 - Go to www JoHo.org, and join JoHo WorldSupporter by choosing a membership + online access
       
      2 - Return to WorldSupporter.org and create an account with the same email address
       
      3 - State your JoHo WorldSupporter Membership during the creation of your account, and you can start using the services
      • You have online access to all free + all exclusive summaries and study notes on WorldSupporter.org and JoHo.org
      • You can use all services on JoHo WorldSupporter.org (EN/NL)
      • You can make use of the tools for work abroad, long journeys, voluntary work, internships and study abroad on JoHo.org (Dutch service)
      Already an account?
      • If you already have a WorldSupporter account than you can change your account status from 'I am not a JoHo WorldSupporter Member' into 'I am a JoHo WorldSupporter Member with full online access
      • Please note: here too you must have used the same email address.
      Are you having trouble logging in or are you having problems logging in?

      Toegangsopties (NL)

      Hoe krijg je volledige toegang en online services op JoHo WorldSupporter.org?

      1 - Ga naar www JoHo.org, en sluit je aan bij JoHo WorldSupporter door een membership met online toegang te kiezen
      2 - Ga terug naar WorldSupporter.org, en maak een account aan met hetzelfde e-mailadres
      3 - Geef bij het account aanmaken je JoHo WorldSupporter membership aan, en je kunt je services direct gebruiken
      • Je hebt nu online toegang tot alle gratis en alle exclusieve samenvattingen en studiehulp op WorldSupporter.org en JoHo.org
      • Je kunt gebruik maken van alle diensten op JoHo WorldSupporter.org (EN/NL)
      • Op JoHo.org kun je gebruik maken van de tools voor werken in het buitenland, verre reizen, vrijwilligerswerk, stages en studeren in het buitenland
      Heb je al een WorldSupporter account?
      • Wanneer je al eerder een WorldSupporter account hebt aangemaakt dan kan je, nadat je bent aangesloten bij JoHo via je 'membership + online access ook je status op WorldSupporter.org aanpassen
      • Je kunt je status aanpassen van 'I am not a JoHo WorldSupporter Member' naar 'I am a JoHo WorldSupporter Member with 'full online access'.
      • Let op: ook hier moet je dan wel hetzelfde email adres gebruikt hebben
      Kom je er niet helemaal uit of heb je problemen met inloggen?

      Join JoHo WorldSupporter!

      What can you choose from?

      JoHo WorldSupporter membership (= from €5 per calendar year):
      • To support the JoHo WorldSupporter and Smokey projects and to contribute to all activities in the field of international cooperation and talent development
      • To use the basic features of JoHo WorldSupporter.org
      JoHo WorldSupporter membership + online access (= from €10 per calendar year):
      • To support the JoHo WorldSupporter and Smokey projects and to contribute to all activities in the field of international cooperation and talent development
      • To use full services on JoHo WorldSupporter.org (EN/NL)
      • For access to the online book summaries and study notes on JoHo.org and Worldsupporter.org
      • To make use of the tools for work abroad, long journeys, voluntary work, internships and study abroad on JoHo.org (NL service)

      Sluit je aan bij JoHo WorldSupporter!  (NL)

      Waar kan je uit kiezen?

      JoHo membership zonder extra services (donateurschap) = €5 per kalenderjaar
      • Voor steun aan de JoHo WorldSupporter en Smokey projecten en een bijdrage aan alle activiteiten op het gebied van internationale samenwerking en talentontwikkeling
      • Voor gebruik van de basisfuncties van JoHo WorldSupporter.org
      • Voor het gebruik van de kortingen en voordelen bij partners
      • Voor gebruik van de voordelen bij verzekeringen en reisverzekeringen zonder assurantiebelasting
      JoHo membership met extra services (abonnee services):  Online toegang Only= €10 per kalenderjaar
      • Voor volledige online toegang en gebruik van alle online boeksamenvattingen en studietools op WorldSupporter.org en JoHo.org
      • voor online toegang tot de tools en services voor werk in het buitenland, lange reizen, vrijwilligerswerk, stages en studie in het buitenland
      • voor online toegang tot de tools en services voor emigratie of lang verblijf in het buitenland
      • voor online toegang tot de tools en services voor competentieverbetering en kwaliteitenonderzoek
      • Voor extra steun aan JoHo, WorldSupporter en Smokey projecten

      Meld je aan, wordt donateur en maak gebruik van de services

      Access: 
      JoHo members
      Check more of this topic?
      Work for WorldSupporter

      Image

      JoHo can really use your help!  Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world

      Working for JoHo as a student in Leyden

      Parttime werken voor JoHo

      Image

      This content is also used in .....

      Sheetnotes hoorcolleges handelsrecht 2018/2019

      Sheetnote hoorcollege 1 handelsrecht 2018/2019

      Sheetnote hoorcollege 1 handelsrecht 2018/2019

      • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?

      Privaatrechtelijke rechterpersonen (in boek 2)

      • Vereniging
      • Coöperatie
      • Onderlinge waarborgmaatschappij
      • Naamloze vennootschap
      • Besloten vennootschap
      • Stichting

      Ter onderscheiding: we kennen nog de personenvennootschappen (maatschap, VOF, CV) en de eenmanszaak, deze bezitten geen rechtspersoonlijkheid.

      Regelingen voor rechtspersonen

      • Boek 2 van het burgerlijk wetboek
      • Handelsregister 2007
      • Handelsregisterbesluit 2008
      • Wet op de Ondernemingsraden (WOR)
      • Statuten, door de rechtspersoon zelf opgestelde regels betreffende de interne organisatie.

      Rechtspersoonlijkheid

      Artikel 2:5 BW: een rechtspersoon staat wat betreft het vermogensrecht betreft met een natuurlijk persoon gelijk, tenzij uit de wet het tegendeel voortvloeit. Dat betekent dat rechtspersonen een eigen vermogen kunnen hebben. Rechtspersonen kunnen natuurlijk niet zelf handelen en daarom heeft elke rechtspersoon een bestuur.

      Het doel van rechtspersonen

      NV/BV/ Coöperatie: Het behalen van winst die kan worden uitgekeerd aan de aandeelhouders dan wel de leden van de coöperatie.

      Stichtingen: kent het verbod op de verdeling van winst. Wat wel is toegestaan is dat de bestuurders werknemers in dienst heeft en dat de bestuurders salaris genieten.

      NV en BV

      De NV is geregeld in titel 4 van boek 2 en de BV is titel 5 van boek 2. Maar let op! Titel 1; de algemene bepalingen gelden voor alle rechtspersonen, dus ook voor de NV en de BV. Belangrijk is artikel 2:25 BW: ‘Van de bepalingen van dit boek kan slechts worden afgeweken, voor zover dat uit de wet blijkt’.

      Hoe komen de NV en de BV aan geld?

      • Art 2:64//175 lid 1 BW in aandelen verdeeld kapitaal, daarom worden ze ook wel kapitaalvennootschap genoemd. Er zijn altijd één of meer aandeelhouders. Het is dus denkbaar dat er slechts één aandeelhouder is.
      • Art 2:80a/80// 191a/191bb. Storting van aandelen in geld of natura.

      Oprichting NV/BV

      Een NV of BV kan worden opgericht door één of meer personen 2:64/175 lid 2 BW. Bij die oprichting moet er een akte van oprichting worden opgesteld die de statuten moeten bevatten2:65/62// 2:176/177 BW.

      Dit geschiedt bij notariële akte 2:4 jo. 2:64/175 lid 2 BW. De notariële akte is een ontstaansvoorwaarde. De statuten zijn een onderdeel van die notariële akte.

      Na de oprichting moet de NV of de BV moeten worden ingeschreven in het handelsregister, art 2:69 lid 1/ 180 lid 1 BW. En artikel 5-7 en 18 Hrgw 2007 en art. 22 Hrgb 2008. De gedachte is dat je voor de buitenwereld kenbaar maakt hoe de rechtspersoon eruitziet.

      De inschrijving is geen ontstaansvoorwaarde, maar wat als de NV of BV niet staat ingeschreven? Zie artikel 2:69 lid 2 sub a/180 lid 2 BW.

      Vroeger gold voor

      .....read more
      Access: 
      JoHo members
      Sheetnote hoorcollege 2 handelsrecht 2018/2019

      Sheetnote hoorcollege 2 handelsrecht 2018/2019

      • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?

      Personenvennootschappen

      De wettelijke regelingen vind je in boek 7a, er zijn drie vormen te onderscheiden:

      • De maatschap
      • De vennootschap onder firma
      • Commanditaire vennootschap

      Mogelijke keuzefactoren

      Voordelen BV

      • Geen persoonlijke aansprakelijkheid bestuurders en aandeelhouders voor schulden van de BV
      • Vermogen aantrekken door emissie van aandelen
      • Verkoop onderneming door overdracht aandelen

      Nadelen van een BV

      • Dwingendrechtelijke regime (2:25 BW). Een terugkerend moment is het jaarrekeningregime titel 9 boek 2 BW.
      • Mogelijke fiscale consequenties. Je hebt bij een BV een ander fiscaal regime dan bij de personenvennootschappen.

      Voordelen personenvennootschap:

      • Overeenkomst, dus vormvrij
      • Weinig dwingendrechtelijke bepalingen

      Nadelen personenvennootschap:

      • Persoonlijke aansprakelijkheid maten, vennoten.
      • Verkoop onderneming, overdracht ‘aandeel’ in gemeenschappelijk vermogen.

      Dit komt uitgebreider aan bod in week 4.

      Kenmerken maatschap

      • Overeenkomst
      • Samenwerking voor gemeenschappelijke rekening.
      • Gemeenschappelijk vermogen,
      • Regelmatige, min of meer duurzame samenwerking. Vermogensrechtelijke voordeel ten behoeve van alle maten. Dit kan inhouden:
      • Positief voordeel, winst behalen
      • Vermijden van verlies of het besparen van kosten
      • Elk van de maten moet iets inbrengen

      Typen personenvennootschappen

      • Beroep of bedrijf? Beroep = kwaliteit van persoonlijk dienstverlening staan voorop, vertrouwensrelatie en beroepsgeheim. Alles wat niet aan die drie voorwaarden voldoet, wordt gekwalificeerd als bedrijf.
      • Tweede element is openbaar of stil. Openbaar = voor derden kenbaar. Stil = niet voor derden naar buiten kenbaar.

      Een kwalificatie vraagstuk. De maatschap, VOF en CV zijn enkel samenwerkingsovereenkomsten, de oprichting is vormvrij. De maatschap of vof kan bestaan zonder dat betrokkenen zich hiervan bewust zijn. Want beslissend is de vraag: kwalificeert een samenwerkingsverband zich als maatschap of VOF? In dat geval zijn boek 7a en de WvK van toepassing.

      Eenmanszaak

      Kenmerken:

      • Één natuurlijke persoon
      • Geen afgescheiden vermogen
      • Inschrijven in het handelsregister
      • Kan werknemers in dienst hebben

      Vereniging

      De vereniging is te vinden in titel 2 van boek 2 BW

      Organen:

      • Bestuur
      • Geen aandeelhouders, maar leden (verenigd in de ALV)
      • (Eventueel Raad van toezicht)

      Leden hebben stemrecht (2:38 BW). Bijvoorbeeld benoeming en ontslag van bestuurders (2:37 BW).

      De vereniging kent een winstuitkeringsverbod, de vereniging mag geen winstuitkering onder haar leden. Doen ze dit wel? Dan dreigt er ontbinding. De vereniging is een rechtspersoon, de bestuurders zijn niet persoonlijk aansprakelijk, tenzij het een informele vereniging is.

      Een informele vereniging is een vereniging die niet in opgericht bij notariële akte. Informele verenigingen mogen

      .....read more
      Access: 
      JoHo members
      Sheetnote hoorcollege 3 handelsrecht 2018/2019

      Sheetnote hoorcollege 3 handelsrecht 2018/2019

      • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege? 

      Kapitaalbescherming en bestuurdersaansprakelijkheid

      NV kapitaalbegrippen

      Minimumkapitaal = 45.000 euro, 2:67 lid 2 BW. Dat minimumkapitaal is een oprichtingsvoorwaarde, is dit bedrag niet gehaald dan is er risico tot ontbinding, art. 2:74 lid 2 BW.  Zolang dat minimumkapitaal nog niet is behaald zijn de bestuurders ook aansprakelijk voor de schulden van de NV, art. 2:69 lid 2 sub b BW.

      Nominale waarde = beginwaarde van de aandelen zoals in de statuten vermeld. De ondergrens is wel het minimumkapitaal.

      Maatschappelijk kapitaal = het maximumbedrag waartegen aandelen kunnen worden uitgegeven. Dit moet worden vermeld in de statuten volgens artikel 2:67 lid 1 BW.

      Agio = bedrag dat door aandeelhouder extra, boven op de nominale waarde, op een aandeel wordt gestort. Bijvoorbeeld: een aandeel wordt uitgegeven met een waarde van 100 euro tegen een koers van 150%. De NV ontvangt 150% van de nominale waarde. De aandeelhouder stort dan 150 euro. 100 euro nominale waarde en 50 euro agio. Het voordeel is dat er minder aandelen worden uitgegeven en verhoudingsgewijs is er meer zeggenschap en meer dividend per aandeel. Agio moet meteen worden gestort bij het nemen van het aandeel, art 2:80 lid 1 jo. 2:82 lid 3 BW.

      Geplaatst kapitaal = de som van de nominale waarde van alle aandelen die zijn geplaatst. Het aantal aandelen keer de nominale waarde waartegen ze zijn uitgegeven. Let op de twintig procent regel in 2:67 lid 4 BW, anders dreigt er ontbinding, art 2:21 lid 1 sub b. Geplaatst kapitaal niet in de balans opnemen.

      Gestort kapitaal = deel van het geplaatste kapitaal dat daadwerkelijk is gestort.

      Opgevraagd kapitaal = deel van het geplaatste kapitaal wat nog niet is gestort maar wat al wel in opgevraagd door de vennootschap. Indien opgevraagd is er een opeisbare vordering ontstaan en moet deze in de balans worden opgenomen.

      Deze begrippen zijn van belang omdat er ieder jaar een jaarrekening moet worden opgemaakt. In een jaarrekening moet een bestuur verantwoording afleggen voor het financiële en het bedrijfseconomische beleid. De jaarrekening bestaat uit de balans en de winst- en verliesrekening met toelichting en het jaarverslag. Bij handelsrecht zal het alleen gaan om de balans.

      Balans

      Een balans bestaat uit een activa en een passiva kant. Activa (debet kant) titel 9 paragraaf 2 passiva (credit kant) titel 9 paragraaf 3. De balans is altijd in evenwicht. De sluitpost is de post winst of de post verlies. Beide vormen de overige-reserve en komen aan de passiva-kant te staan, artikel 2:373 lid 1 sub f BW.

      Schrijf op het tentamen de balansposten voluit. Je hoeft niet de wetsartikelen in de balans te schrijven, maar wel de balansposten en de som voluit.

      Dividend uitkeren

      Mag de NV dividend uitkeren? Art 2:105 lid 2 BW JA,

      .....read more
      Access: 
      JoHo members
      Sheetnote hoorcollege 4 handelsrecht 2018/2019

      Sheetnote hoorcollege 4 handelsrecht 2018/2019

      • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?

      Verhoudingen binnen de vennootschap en besluitvorming

      Gewone vennootschap bestaat uit:

      • Bestuur (verplicht)
      • AV (verplicht)
      • Raad van commissarissen (facultatief) of
      • Niet uitvoerende bestuurders (facultatief)

      De ondernemingsraad is niet een orgaan van de BV en NV (zie art. 2:78a/189a BW). Het is een medezeggenschapsorgaan’ op het niveau van de onderneming (25/27/30 WOR)

      Bestuur

      Het bestuur is belast met besturen, maar wat valt eronder besturen?

      • Leiding over de dagelijkse gang van zaken
      • Uitstippelen beleid voor toekomst
      • NV/BV vertegenwoordigen in het economisch verkeer

      Algemene vergadering

      De algemene vergadering is een bijzonderheid voor NV: art. 2:107a BW.

      De algemene vergadering heeft alle bevoegdheden die niet aan het bestuur of aan anderen zijn toegekend.

      De belangrijkste bevoegdheden zijn:

      • Bestuurders benoemen
      • Bestuurders ontslaan
      • Vaststellen jaarrekening
      • Decharge statutenvaststelling.

      Raad van commissarissen

      Taken:

      • Houden van toezicht
      • Adviseren van bestuur
      • Belang vennootschap met de haar verbonden onderneming in acht nemen
      • Het bestuur legt ook verantwoording af aan de RvC
      • RvC kan bestuurders schorsen - art. 2:147/257 lid 1 BW

      Benoeming commissarissen door de algemene vergadering (art. 2:142/252 BW), Bijzonderheid in art. 2:143/253 BW: bijvoorbeeld bank of overheid

      Ontslag commissarissen: door degene die bevoegd is tot benoeming (2:144/254 BW).

      One tier board

      • Bestuur met uitvoerende en niet uitvoerende bestuurders
      • Niet uitvoerende bestuurders i.p.v. commissarissen
      • Staat ter vrije keuze
      • Benoeming - art. 2:132/242 BW
      • Ontslag - art. 2:134/244 BW
      • Schorsing uitgerende bestuurders - 2:134/244 BW
      • Taken niet uitvoerende bestuurders:
      • Toezicht op en advisering van uitvoerende bestuurders
      • Niet uitvoerende bestuurders nemen deel aan de besluitvorming (de algemene gang van zaken)

      Wie vormt de hoogste macht?

      Eindeloze discussie - spanningsboog

      • Bestuursautonomie: in principe zelfstandig besturen, wel in belang van vennootschap
      • Instructiebevoegdheid Algemene vergadering -> NV alleen algemene lijn, BV ook concreet mogelijk
      • Ontslagbevoegdheid Algemene vergadering
      • Positie statutair bestuur
      • Dubbele rechtsbetrekking: vennootschappelijk en arbeidsrechtelijk - bestuurder die vennootschapsrechtelijke ontslag heeft moet nog worden aangehouden vanwege arbeidsrechtelijk. In HR Unidek heeft HR besloten dat indien vennootschapsrechtelijke ontslag is gegeven dan van rechtswege ook de arbeidsrechtelijke betrekking ophoudt, tenzij een ontslagverbod

      Onderscheid ‘gewone’ NV/BV

      .....read more
      Access: 
      JoHo members
      Sheetnote hoorcollege 5 handelsrechts 2018/2019

      Sheetnote hoorcollege 5 handelsrechts 2018/2019

      • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?

      Vertegenwoordiging van rechtspersonen

      Als we spreken over de vertegenwoordigingsbevoegdheid spreken, bedoelen we de bevoegdheid om in naam van een ander persoon te handelen en die persoon te binden aan een derde.

      Bij privaatrechtelijke rechtspersonen is het bestuur bevoegd om in naam van de rechtspersoon te handelen en de rechtspersoon te binden aan een derde. Op deze manier neemt de rechtspersoon deel aan het economische verkeer, vaak door het sluiten van overeenkomsten met derden.

      Bij vertegenwoordiging staan twee vragen centraal:

      • Wie is bevoegd?
      • Waartoe is diegene bevoegd?

      Vertegenwoordiging NV/BV

      De vertegenwoordigingsregels voor de NV en de Bv staan in artikel 2:130 BW en 2:240 BW. De regels zijn identiek aan elkaar. Er zijn twee hoofdregels:

      • Lid 1; het bestuur is bevoegd.
      • Lid 2; bestuurders individueel zijn bevoegd.

      De vertegenwoordigingsbevoegdheid is in beginsel onbeperkt en onvoorwaardelijk.

      Lid 1: het bestuur

      Het bestuur is altijd vertegenwoordigingsbevoegd, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit. De bevoegdheid van het bestuur kan dus niet afgenomen worden in de statuten, deze kan enkel door de wet worden ingeperkt. Wat wel mogelijk is in de statuten is beperkende voorwaarden opnemen wat betreft de vertegenwoordigingsbevoegdheid.

      Voorbeeld van een wettelijke beperking: art. 2:107a BW, 2:164/274 BW.

      Voorbeeld van statutaire beperking: in de statuten is bepaald dat voor de aanschaf van onroerend goed de goedkeuring nodig is van een ander orgaan binnen de NV of BV.

      Lid 2: de bestuurders individueel

      In beginsel kunnen bestuurders ook individueel vertegenwoordigen. Maar deze bevoegdheid kan wel in de statuten worden afgenomen. De grondslag hiervoor ligt in art. 2:130/240 lid 2 BW. Het is ook mogelijk om de vertegenwoordigingsbevoegdheid van bestuurders in de statuten te beperken of aan voorwaarden te verbinden.

      Worden er beperkingen en voorwaarden in de statuten opgenomen, dan moeten deze ook worden opgenomen in het handelsregister. Wanneer deze beperkingen of voorwaarden niet in het handelsregister zijn opgenomen wordt de wederpartij beschermd door art. 25 Hrgw 2007. Dus: het bestuur en de individuele bestuurder wordt geacht om onbeperkt en onvoorwaardelijk vertegenwoordigingsbevoegd te zijn.

      Onbevoegde vertegenwoordiging

      Stel dat een voorwaarde of beperking niet wordt nageleefd door het bestuurd of een individuele bestuurder. Is de NV/BV dan gebonden aan de overeenkomst? Dat antwoord is te vinden in art. 2:130/240 lid 3 BW. Beslissend is of de statutaire voorwaarde of beperking tot een wettelijke bepaling te herleiden is. Ga op zoek naar de wettelijke kapstok.

      Wettelijke kapstokken

      Voorbeelden van wettelijke kapstokken zijn:

      Het bestuur:

      • Goedkeuringsbepaling, art 2:107a BW.
      • Goedkeuringsbepaling, art 2:164/274 BW.

      Individuele bestuurder:

      • Tweehandtekeningenclausule, art 2:130/240 lid 2 BW

      Is er een

      .....read more
      Access: 
      JoHo members
      Sheetnote hoorcollege 6 handelsrecht 2018/2019

      Sheetnote hoorcollege 6 handelsrecht 2018/2019

      • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?

      Personenvennootschappen

      Wetsvoorstel modernisering personenvennootschap

      Noviteit: rechtspersoonlijkheid met beperkte rechtsbevoegdheid (art. 803 Wv) voor de vennootschap. Pas na inschrijving in het handelsregister kan de vennootschap erfgenaam zijn en registergoederen verkrijgen.

      Personenvennootschap heeft naar huidig recht geen rechtspersoonlijkheid. Dit werd bepaalt in het arrest Roham (HR 15 maart 2013, JOR 2013, 133). Ontbreken rechtspersoonlijkheid heeft onder andere gevolgen voor toe- en uittreding van vennoten en herstructurering (fusie en omzetting). Er is een wetsvoorstel gedaan met het idee om personenvennootschappen ook rechtspersoonlijkheid toe te kennen.

      Kenmerken personenvennootschap:

      • Vormvrijheid
      • Geen verplicht minimumkapitaal
      • Inlichtingsvrijheid
      • Geen verplichting openbaarmaking jaarrekening
      • Persoonlijke aansprakelijkheid jegens vennootschapscrediteuren
      • Beroepsuitoefening in maatschap gelijke delen
      • Beroepsuitoefening in VOF/CV hoofdelijk aansprakelijk

      Art 7a:1655 BW maatschap:

      De maatschap is een overeenkomst tot samenwerking waarbij twee of meer personen zich verbinden om iets in gemeenschap te brengen met het oogmerk om het daaruit ontstane voordeel met elkaar te delen. Kenmerken van de maatschap zijn:

      •  Vormvrije overeenkomst
      • Actieve samenwerking (ter bevordering doel)
      • Persoonlijke aansprakelijkheid van de vennoten
      • Vaak van min of meer duurzame aard (hoeft niet!)
      • Op voet van gelijkheid
      • Gericht op een gemeenschappelijk doel.

      Klassieke eis van “Affectio societatis”: de uit de inhoud van de overeenkomst af te leiden wil van de maten/vennoten tot samenwerking op de voet van gelijkheid. Het gaat vooral om de kwaliteit van de personen. Bij de NV/BV gaat het om de inbreng van het geld, bij de maatschap om de personen.

      Soorten maatschappen

      • Openbare maatschap
      • Stille maatschap
      • VOF

      Vermogen

      Het vermogen wordt gevormd door de inbreng en daarna wat er verworven wordt. Als gevolg daarvan ontstaat er gemeenschappelijk eigendom ten aanzien van de goederen. Dat vermogen is een afgescheiden vermogen. Het is bedoelt om verhaal te bieden aan zaakscrediteuren. Het is ook een gebonden vermogen.

      Maatschap in ruime zin: beheer

      Met beheer bedoelen we ook wel bestuur. En met bestuur bedoelen we de vennootschappelijke werkzaamheid. Het verrichten van alle handelingen die gelet op de doeleinden van de maatschap tot haar normale werkzaamheden behoren. Voorbeelden daarvan zijn:

      • Dagelijkse leiding
      • Andere handelingen die daadwerkelijk tot de normale werkzaamheden behoren.
      • Uitvoeren van krachtens de overeenkomst door vennoten genomen beslissingen.

      Art. 7A: 1673-1675 BW: De maten hebben afspraken gemaakt over het beheer

      Art. 7A:1676 BW: De maten hebben niets geregeld aangaande het beheer

      Iedere maat heeft volledige bestuursbevoegdheid, iedere maat is beheerder. Hoeft geen instructies van anderen op te volgen (tenzij anders overeengekomen). Wel preventief vetorecht andere maten (7A:1676, onder 1 BW).

      Bij

      .....read more
      Access: 
      JoHo members
      Sheetnote hoorcollege 7 handelsrecht 2018/2019

      Sheetnote hoorcollege 7 handelsrecht 2018/2019

      • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?

      Faillissementsrecht

      Introductie

      De faillissementswet kent drie middelen:

      • Faillissement
      • Surseance van betaling
      • Schuldsanering

      Buiten het faillissement om kan tot een oplossing worden gekomen door middel van een onderhands akkoord. Zo’n akkoord wordt geregeld door de regels van boek 6 van het burgerlijk wetboek. Een schuldenaar wil altijd een schone lei. Bij een faillissement is er geen schone lei, omdat er niet voldoende activa is om alle schuldeisers te voorzien. De wet schuldsanering natuurlijke personen heeft als doel het voorkomen van faillissementen.

      Belangrijke regels van het insolventierecht

      Twee belangrijke regels uit Boek 3 BW:

      • Art. 3:276 BW:    Een schuldeiser kan zijn vordering op alle goederen van zijn schuldenaar verhalen, tenzij de wet of een overeenkomst anders bepaalt.
      • Art. 3:277 BW: Schuldeisers onderling hebben in beginsel gelijke rechten. Men spreekt over het paritas creditorum-beginsel. Dit geldt alleen voor concurrente schuldeisers, zij moeten preferente schuldeisers voor laten gaan.

      Preferente schuldeisers kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën:

      • Separatisten; hypotheekhouders, pandhouders en retentors.
      • Bevoorrechte schuldeisers; onder andere aannemers en werknemers.

      Wanneer een preferente schuldeiser een restantvordering overheid wordt het een concurrente schuldeiser. Een voorrecht blijkt uit de wet en kan niet bij contract worden bepaald.

      Definitie en functie van het faillissement

      De definitie van faillissement is: een algemeen beslag op het gehele vermogen van de schuldenaar ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers. Dit blijkt uit de memorie van toelichting. De functie van het faillissement is (1) executie van het vermogen, teneinde (2) het netto-saldo te verdelen onder de pre-faillissementsschuldeisers met inachtneming van ieders recht.

      Van de bruto-opbrengst wordt als eerste het bedrag van de boedelschulden afgetrokken:

      Dus: bruto-opbrengst:

      -/- salaris curator etc.

      -/- overige faillissementskosten

      -/- overige boedelschulden

      __________________________

      Netto-opbrengst

       

      De conservatoire en executoriale fase van het faillissement

      Conservatoire fase

      Executoriale fase

       

       

      Boedelonderzoek door curator

      Boedelvereffening door curator na de staat van insolventie

      Indiening vordering ter verificatie

      Contractuele vereffening

      De curator verricht executiehandelingen

       

      Er vind doorgaans geen verificatievergadering plaats door opheffing van het faillissement of vereenvoudigde afwikkeling van het faillissement

       

       

      Vereisten van faillietverklaring

      De

      .....read more
      Access: 
      JoHo members
      Sheetnote hoorcollege 8 handelsrecht 2018/2019

      Sheetnote hoorcollege 8 handelsrecht 2018/2019

      • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?

      Faillissementsrecht

      Vermogensrechtelijke gevolgen van een faillissement

      Hoofdregel: voor verbintenissen van de failliet die na faillietverklaring ontstaan is de boedel niet aansprakelijk.

      Uitzondering: dan voor zover de boedel daardoor is gebaat.

      De curator en bestaande wederkerige overeenkomsten

      Overeenkomsten blijven bestaan en het faillissement op zich brengt hier geen wijzigingen op aan. Echter zijn er wel wat regels van belang. De hoofdregel is art. 37 Fw.

      Specifieke regels: art. 39 Fw en art. 40 Fw.

      Voorbeeld bij 37 Fw

      Monique heeft een keuken besteld bij Keukengigant BV en daarop 1000 euro aanbetaald. Keukengigant BV gaat failliet. Monique hoeft niet lijdzaam af te wachten, maar kan curator vragen om nakoming. Zegt curator nee, dan kan Monique kiezen voor ontbinding eventueel met schadevergoeding (als vergelijkbare keuken elders duurder is) (art. 6:265 jo. 6:277 BW). Art. 37a Fw: vordering van 1000 euro uit hoofde van onverschuldigde betaling en eventueel vordering tot schadevergoeding indienen ter verificatie, dat betekent in de praktijk dat Monique niets krijgt.

      Zegt curator ja, dan creëert hij boedelschuld. Nota bene zie art. 68 lid 2 Fw: toestemming rechter-commissaris. En zie art. 37 lid 2 Fw: stellen passende zekerheid (vordering promoveert tot boedelschuld). Geldt ook voor vorderingen die al voor faillietverklaring uit de overeenkomst zijn ontstaan (achterstallige termijnen)! Impliciete gestanddoening? Zie Rechtbank Overijssel 3 april 2013, ECLI:NL:RBOVE:2013:3427 (Paprikakwekerij de Koekoek). Art. 37 Fw is niet van toepassing als één van de partijen al volledig heeft gepresteerd.

      Voorbeeld bij 39 Fw

      Huurcontract bedrijfspand aangegaan voor 5 jaar, op dag faillietverklaring van huurder Keukengigant BV zijn twee jaar verstreken. Kan curator of verhuurder nu snel van het contract af? Ja, zie art. 39 Fw: curator of verhuurder hoeft slechts een opzegtermijn van drie maanden in acht te nemen. Nota bene Curator Keukengigant BV zal – als hij bedrijf niet wil voortzetten – ook snel willen opzeggen: huur na faillietverklaring is immers boedelschuld (en gaat dus boven pre-faillissementsschulden). Let op toestemming rechter-commissaris; art. 68 lid 2 Fw.

      Voorbeeld bij 40 Fw

      Kees de Groot is al 11 jaar als monteur in dienst bij Keukengigant BV. Hij wil weten hoe snel hij op straat kan komen te staan en wat zijn financiële positie in het faillissement is. Zie art. 40 Fw: in faillissement geldt een opzegtermijn van maximaal 6 weken. Bovendien is geen ontslagvergunning CWI nodig; wel toestemming van de rechter-commissaris ex art. 68 lid 2 Fw. Het loon dat verschuldigd is na faillietverklaring is een boedelschuld + bevoorrecht ex art. 3:288 sub e BW. Achterstallig loon: vordering ter verificatie indienen + aanspraak maken op voorrecht ex art. 3:288 sub e BW. Art. 7:666 BW: art. 7:663 geldt niet!

      Tot slot: ook een werknemer kan failliet gaan. Dit heeft geen invloed op de arbeidsovereenkomst. De werknemer

      .....read more
      Access: 
      JoHo members
      Sheetnote hoorcollege 9 handelsrecht 2018/2019

      Sheetnote hoorcollege 9 handelsrecht 2018/2019

      • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?

      Faillissementsrecht

      Surseance van betaling

      De surseance van betaling is een uitstel van betaling. Het doel is de overbrugging van liquiditeitsproblemen en is gericht op de instandhouding van de onderneming. Je kan de surseance zien als een manier om een faillissement te voorkomen. In tegenstelling tot een faillissement probeer je er met een surseance voor te zorgen dat een onderneming blijft bestaan.

      Artikel 214 Fw

      De schuldenaar kan om SVB-verzoeken, art 214 Fw. In geval dat hij voorziet, dat hij met het betalen van zijn opeisbare schulden niet zal kunnen voortgaan. De SVB wordt niet verleend aan natuurlijke persoon die geen zelfstandig beroep of bedrijf uitoefent (lid 4): in de WSNP! Het moet dus gaan om ondernemingen.

      Artikel 215 Fw

      SVB wordt dadelijk voorlopig verleend. De rechtbank benoemt een of meer bewindvoerders De Rechtbank bepaalt dag waarop wordt beslist omtrent het definitief verlenen van SVB.

      Artikel 217 Fw

      SVB wordt geacht te zijn ingegaan vanaf dag dat zij voorlopig is verleend.

      Artikel 216 en 222a/222b Fw

      De SVB dient te worden gepubliceerd.

      Artikel 218 Fw

      Definitieve verlening SVB. Het lot van de sursiet is in handen van de concurrente schuldeisers, want zij stemmen over definitieve verlening SVB

      Artikel 223 Fw

      Duur definitieve SVB: max. anderhalf jaar (lid 1). Verlenging(en) voor max. anderhalf jaar (lid 2).

      Artikel 230 Fw

       De kern van de SVB:

      • Sursiet kan niet worden gedwongen tot betaling opeisbare concurrente schulden
      • Tot verhaal van die schulden aangevangen executies blijven geschorst + gelegde beslagen vervallen
      • Eventueel afkoelingsperiode (241a Fw).

      De sursiet mag (concurrente) schuldeisers wel betalen, maar alleen met medewerking van de bewindvoerder(s) en met inachtneming van art. 233 Fw

      Artikel 228 Fw:

      Sursiet verliest niet beheer/beschikking over zijn goederen. Sursiet verliest wel het vrije beheer/beschikking, want hij moet de bewindvoerder(s) náást zich dulden. Niet zonder “medewerking, machtiging of bijstand”.

      Artikel 228 Fw:

      Wat als sursiet ten tijde van SVB alleen handelt?

      De boedel is niet aansprakelijk, behalve als “deze dientengevolge daarvan is gebaat” (lid 2). Is de boedel niet gebaat? Dan is de bewindvoerder bevoegd alles te doen wat vereist wordt om boedel schadeloos te houden (lid 1). Onder andere:

      • Nietigheid rechtshandeling inroepen (Denk eraan: relatieve nietigheid; vergelijk art. 24 Fw)
      • Goederen/geld terugvorderen

      Artikel 242 Fw:

      Mogelijke sanctie jegens sursiet:

      • Intrekking SVB (lid 1 en onder 3)
      • Met als gevolg faillissement (lid 4)
      • Vrijheidsstraf (voor ten hoogste drie maanden) of geldboete (442 Sr)

      Overigens. Ook bewindvoerder mag niet alleen handelen!

      • Boedel
      .....read more
      Access: 
      JoHo members
      Sheetnote hoorcollege 10 handelsrecht 2018/2019

      Sheetnote hoorcollege 10 handelsrecht 2018/2019

      • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?

      Verzekeringsrecht

      Verzekeringsovereenkomst

      Een verzekeringsovereenkomst is een overeenkomst waarbij een partij, de verzekeraar, zich tegen het genot van een premie jegens zijn wederpartij, de verzekeringsnemer, verbindt tot het doen van een of meer uitkeringen en waar bij het sluiten van de overeenkomst voor de partijen geen zekerheid bestaat:

      • Dat,
      • Wanneer of;
      • Tot welk bedrag de uitkering moet worden voldaan
      • Of ook hoelang de overeengekomen premiebetaling zou duren.

      Een overeenkomst kan een verzekeringsovereenkomst worden genoemd indien er sprake is van minstens één van deze vier onzekerheden.

      Een verzekering is altijd of een sommenverzekering of een schadeverzekering. Indien er sprake is van een schadeverzekering, moet er sprake zijn van een verzekerbaar belang, ook wel het voorwerp van de verzekering. Tevens moet er ook sprake zijn van een verzekerde zaak, een stoffelijk object. Deze twee dingen moet je goed uit elkaar houden, ze moeten er beide zijn, anders is de overeenkomst nietig.

      Een schadeverzekering zonder verzekerde zaak is een aansprakelijkheidsverzekering.

      Het indemniteitsbeginsel

      Art 7:944 BW: een schadeverzekering is de verzekering strekkende tot vergoeding van vermogensschade die de verzekerde zou kunnen leiden. Indemniteit is een ander woord voor schadeloosstelling, de strekking is vergoeding van schade.

      Het indemniteitsbeginsel: een verzekerde mag niet in een duidelijk voordeligere positie uitkomen door de uitkering van de schade.

      Jacob Maring-arrest

      In het Jacob Maring-arrest oordeelt de Hoge Raad dat het indemniteitsbeginsel meebrengt gericht moet zijn op de vergoeding van de schade die de verzekerde zal lijden als gevolg van een onzeker voorval. Maar over het algemeen is het zo dat het onjuist is dat verzekeringen onverenigbaar zijn met het indemniteitsbeginsel als de verzekeraar de nieuwwaarde uit zal keren. Soms kunnen de schadelijke gevolgen enkel worden weggenomen door vergoeding van de nieuwwaarde.

      In artikel 7:960 BW wordt het Jacob Maring-arrest gecodificeerd. Er zijn echter drie uitzonderingen op:

      • Art 7:956 BW
      • Deskundigentaxatie
      • Schadetaxatie

      Sommenverzekering

      Bij de sommenverzekeringen speelt het indemniteitsbeginsel geen rol. Bij een sommenverzekering wordt afgesproken dat wanneer een onzeker voorval zich voordoet, een afgesproken bedrag in één keer wordt uitgekeerd. De sommenverzekering is echter slechts toegestaan bij persoonsverzekeringen. Maar let op, niet iedere persoonsverzekering is ook een sommenverzekering.

      Schadeverzekeringsuitsluitingsgronden

      • Geen schade wordt vergoed indien de schade is veroorzaakt door de aard of het gebrek van de zaak.
      • Geen schade wordt veroorzaakt wanneer deze met opzet of door roekeloosheid is veroorzaakt.

      Mededelingsplicht

      Wanneer een verzekeringsovereenkomst wordt aangegaan komt de vraag opzetten wat een verzekeraar moet mededelen aan de verzekeringsnemer. Het uitgangspunt is een spontane mededelingsplicht verzekeringnemer (7:928 lid 1), tenzij er een vragenlijst is gebruikt door verzekeraar (7:928

      .....read more
      Access: 
      JoHo members
      Sheetnote hoorcollege 11 handelsrecht 2018/2019

      Sheetnote hoorcollege 11 handelsrecht 2018/2019

      • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?

      Intellectueel eigendom, inleiding en auteursrecht.

      Intellectuele eigendomsrechten

      Intellectueel eigendomsrecht is de verzamelnaam voor rechten op voortbrengselen van de geest/ intellectuele creaties. Denk aan muziek, werken, vormgeving, teksten, foto’s et cetera. Onder het IE-recht vallen onder andere met auteursrecht, het merkenrecht, het handelsnaamrecht en het octrooirecht.

      Hoe ziet IE-recht eruit van creatieve prestaties?

      • Auteursrecht
      • Naburig recht
      • Modelrecht
      • Databankrecht

      Rechten op onderscheidingsteken

      • Merkrecht
      • Handelsnaamrecht

      Rechten op techniek

      • Octrooirecht
      • Kwekersrecht
      • Topografieënrecht.

      Het gaat om de privaatrechtelijke ordening van de concurrentiestrijd. Wat is nou wel en wat is niet geoorloofd. Dat hebben we opgeschreven in de afzonderlijke IE-wetten. Er blijft een categorie ongeschreven normen over en die gooien we op 6:162 BW.

      Kenmerken van IE-rechten

      • Bescherming van creatieve prestaties
      • Ordening scheppen in de concurrentiestrijd
      • Absolute rechten; werken tegen iedereen
      • Vermogensrechten; kunnen heel veel waard zijn. Ze zijn overdraagbaar en kunnen in licentie gegeven worden
      • Internationale en Europese wetgeving

      Hoe kan je die IE-rechten rechtvaardigen?

      • Billijkheidsargument: het verrichten van geestelijke commerciële arbeid geeft niet minder dan het verrichten van fysieke arbeid aanspraak op de adequate beloning.
      • Doelmatigheidsargument: de maatschappij als geheel is ook beter af met het toekennen van IE-rechten.

      Dat IIe-recht kenmerkt zich door mini monopolies. Het zijn natuurlijk absolute rechten, je voelt al aan dat gene wat we heel hoog in het vaandel hebben, dat idee van die vrije mededinging, daar wordt een uitzondering in gemaakt. We moeten daar een balans in zien te vinden. We hebben daar rekening mee gehouden, je ziet dat terug in art 34 VWEU en 36 VWEU. Je moet ook denken aan de machtsposities, 101 VWEU en 102 VWEU.

      Auteursrecht

      Opbouw van de auteurswet

      • Materiele vereisten; wat wordt er beschermd?
      • Formele vereisten
      • Rechthebbende; Aan wie komen die rechten toe?
      • Inhoud van het recht (en beperkingen); Wat kan ik met dat recht? Tegen wie kan ik optreden?
      • Beschermingsduur; Hoelang duurt dat recht?
      • Handhaving; Hoe kan je dat recht handhaven?

      Het auteursrecht: Art. 1 Auteurswet: Het auteursrecht is het uitsluitend recht van den maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, of van diens rechtverkrijgenden, om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen, behoudens de beperkingen, bij de wet gesteld.

      Materiele vereisten

      Wat is een werk? In art 10 Aw staat een opsomming van werken, maar deze is niet limitatief. Dit artikel geeft voorbeelden van werken.

      Twee eisen wanneer een werk

      .....read more
      Access: 
      JoHo members
      Sheetnote hoorcollege 12 handelsrecht 2018/2019

      Sheetnote hoorcollege 12 handelsrecht 2018/2019

      • Welke onderwerpen worden behandeld in het hoorcollege?

      Intellectueel eigendom: merkenrecht

      Er bestaan twee merkensystemen naast elkaar:

      • Beneluxmerk (BVIE): biedt bescherming in België, Nederland en Luxemburg. Let op: per 1 maart 2019 is BVIE gewijzigd.
      • Uniemerk (UMV): biedt bescherming in alle lidstaten van de EU.

      Deze systemen bestaan naast elkaar, het is dus mogelijk om zowel een Uniemerk als een Beneluxmerk te hebben.

      Materiele vereisten

      Het merkenrecht gaat om alle voor grafische voorstelling vatbare tekens, die dienen om de waren of diensten van een onderneming te onderscheiden. Het moet dus gaan om een grafisch ontwerp en dit ontwerp moet onderscheidend zijn. Het onderscheidend vermogen wordt beoordeeld aan de hand van twee criteria:

      • De waren of diensten waarvoor een merk wordt ingeschreven. Beschrijvende woordmerken zijn verboden.
      • De perceptie van het relevante publiek; het publiek die de goederen koopt of de diensten afneemt.

      Het teken dat wordt ingeschreven moet vatbaar zijn voor grafische voorstelling. Scheikundige formules van geuren kunnen geen merk vormen, kleuren en geluid wel. 

      Formele vereisten

      De bescherming wordt verkregen door inschrijving, art 2.2 BVIE. Dit doe je doormiddel van het aanmaken van een depot. Dit depot lever je in bij het bureau, deze gaat toetsen. Wanneer de toets positief is wordt het merk ingeschreven en heb je merkenrecht. Zonder inschrijving bestaat er geen bescherming.

      Rechthebbende

      Degene op wiens naam het merk is ingeschreven is rechthebbende van het merk. Diegene heeft een uitsluitend recht. Hoe dit uitsluitende recht eruitziet is geregeld in art. 2.20 lid 1 BVIE.

      Het merkenrecht kan enkel worden ingeroepen tegen deelnemers van de markt. Voorbeelden van merkgebruik staan opgesomd in art. 2.20 lid 2 BVIE:

      • Aanbrengen op de waar 
      • Aanbieders onder het teken
      • In- en uitvoer
      • Gebruik in stukken voor zakelijk gebruik en reclame

      Let op, dit artikel is niet limitatief. 

      Inbreuken 2.20 lid 2 BVIE 

      Sub a

      Sub a gaat over double identity. Je gebruikt hetzelfde teken voor dezelfde goederen als waarvoor het merk is ingeschreven.

      Sub b

      Sub b valt uiteen in drie categorieën:

      • Het teken is niet hetzelfde
      • Het product is niet hetzelfde
      • Niet hetzelfde teken en op een ander product, maar het lijkt wel op elkaar.

      Er moet sprake zijn van verwarringsgevaar. Verwarringsgevaar toetsen we aan vijf hoofdfactoren:

      • De mate van overeenstemming
      • De soortgelijkheid van waren of diensten
      • De onderscheidingskracht van het merk
      • Het relevante publiek
      • De manier waarop het merk in de praktijk gebruikt wordt.

      Sub c

      Bij sub c gaat het om waren

      .....read more
      Access: 
      JoHo members
      Sheetnote hoorcollege 13 handelsrecht 2018/2019
      Check how to use summaries on WorldSupporter.org


      Online access to all summaries, study notes en practice exams

      Using and finding summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter

      There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.

      1. Starting Pages: for some fields of study and some university curricula editors have created (start) magazines where customised selections of summaries are put together to smoothen navigation. When you have found a magazine of your likings, add that page to your favorites so you can easily go to that starting point directly from your profile during future visits. Below you will find some start magazines per field of study
      2. Use the menu above every page to go to one of the main starting pages
      3. Tags & Taxonomy: gives you insight in the amount of summaries that are tagged by authors on specific subjects. This type of navigation can help find summaries that you could have missed when just using the search tools. Tags are organised per field of study and per study institution. Note: not all content is tagged thoroughly, so when this approach doesn't give the results you were looking for, please check the search tool as back up
      4. Follow authors or (study) organizations: by following individual users, authors and your study organizations you are likely to discover more relevant study materials.
      5. Search tool : 'quick & dirty'- not very elegant but the fastest way to find a specific summary of a book or study assistance with a specific course or subject. The search tool is also available at the bottom of most pages

      Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?

      Quicklinks to fields of study (main tags and taxonomy terms)

      Field of study

      Comments, Compliments & Kudos:

      Add new contribution

      CAPTCHA
      This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.
      Image CAPTCHA
      Enter the characters shown in the image.
      Check related topics:
      Activities abroad, studies and working fields
      Institutions and organizations
      Access level of this page
      • Public
      • WorldSupporters only
      • JoHo members
      • Private
      Statistics
      1590