Werkgroepopdrachten en antwoorden bestuursrecht
- 1195 reads
U heeft ter voorbereiding op deze cursus het verhaal ‘Het Baken van Weesperkarspel’ gelezen. In dit verhaal komen diverse bestuurshandelingen terug. Geef bij de onderstaande bestuurshandelingen aan of er sprake is van een besluit in de zin van de Awb. Besteed daarbij aandacht aan de elementen van het besluitbegrip. Vervolgens dient u ook aan te geven of de betreffende bestuurshandeling appellabel is, dat wil zeggen of daartegen beroep bij de bestuursrechter kan worden ingesteld.
De mededeling van consulente Petra van de gemeente Weesperkarspel dat het voor Marlou zinloos is om een uitkering op grond van de Participatiewet (beter bekend als bijstandsuitkering) aan te vragen omdat haar inkomen boven de bijstandsnorm valt.
De gemeenteraad van Weesperkarspel die het bestemmingsplan wijzigt, zodat de Laurentiuskerk (ook) een horecabestemming krijgt.
De burgemeester van Weesperkarspel die Marlou zijn voornemen (zie artikel 5:50 Awb) stuurt om tot sluiting van haar woning over te gaan wegens het aantreffen van een hennepplantage. Marlou wordt hierbij de mogelijkheid tot een reactie geboden.
De boete die de Arbeidsinspectie, namens de minister van SZW, oplegt aan werkgever Kees van Berkel. Dit naar aanleiding van zijn verantwoordelijkheid voor het arbeidsongeval van één van zijn werknemers bij het hijsen van de nieuwe kerktoren van de Laurentiuskerk.
Het uitblijven van een reactie op het schriftelijk verzoek van Kees van Berkel aan het college van B&W om hem subsidie toe te kennen ten behoeve van het funderingsherstel van de Laurentiuskerk.
De Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) regelt de zorg voor mensen met een beperking. Medische zorg als zodanig valt niet onder deze wet, wél zaken als thuiszorg en hulpmiddelen. Burgers kunnen op grond van de Wmo passende hulp krijgen, zoals bijvoorbeeld een rolstoel, hulp in de huishouding of een traplift. Bijzonder aan de Wmo is dat de wet een informele werkwijze oplegt aan de gemeente.
Lees de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 21 maart 2018 (JB 2018/94), inclusief de bijbehorende annotatie, te vinden op Blackboard. Zoek ook wat achtergrondinformatie op over de Wmo. Beantwoord vervolgens de navolgende vragen.
Vraag 2a
Schets in eigen woorden wat er feitelijk in deze zaak speelt en welke rechtsvraag de CRvB moet beantwoorden.
Vraag 2b
Waarom voert het college van B en W aan dat de brief van 30 december 2014 geen besluit betreft? Hoe oordeelt de CRvB hierover?
Vraag 2c
Waarom is het volgens de annotator billijk dat de bestuursrechter de brief van 30 september 2014 wél aanmerkt als besluit?
Vraag 2d
De annotator, een bestuursrechtjurist, lijkt nogal kritisch te zijn over ‘de dejuridisering’ die aan de Wmo ten grondslag ligt. Hij constateert (voor zichzelf) dat veronachtzaming van zorgvuldige juridische ijkpunten in abstacto (regels) en in concreto (beschikkingen) nogal ‘in’ is onder bestuurders.
Welke argumenten kunt u voor en tegen de door de annotator geconstateerde ‘dejuridisering’ bedenken?
Stel: u bent lid van het docententeam van dit vak. In die hoedanigheid heeft u deze week van de vakcoördinator het navolgende e-mailbericht ontvangen:
“Beste ….,
Op 31 januari 2020 vindt de eindtoets van ons prachtige vak plaats! Die toets zal ten minste toch ook een vraag moeten bevatten over het ‘besluit-begrip’, in brede zin. Nu zat ik zojuist een hele leuke uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven van 28 december 2016 (ECLI:NL:CBB:2016:405) te lezen. Dat is best een ingewikkelde zaak, die wellicht inhoudelijk wat verder gaat dan we van studenten mogen vragen. Maar er zitten ook een paar leuke ingewikkelde dingen in met betrekking tot het besluit-begrip.
Zie jij gelegenheid om even twee concept tentamenvragen over dat onderwerp te maken aan de hand van deze uitspraak? De bedoeling is dat de studenten tijdens de toets de uitspraak bij de hand hebben. Het moet dus niet zozeer een toepassingsvraag zijn, maar meer een vraag met een wat abstractere insteek. Zie jij gelegenheid mij die vragen, inclusief een standaardantwoord, deze week toe te sturen?
Met groet,
Geertje Creijghton-Sluyk”
Na het lezen van de uitspraak komt u tot de conclusie dat het inhoudelijk inderdaad een taaie zaak is. Twee leuke concept-tentamenvragen, inclusief standaardantwoord, laten zich op basis van die uitspraak wel verzinnen…..
Elementen besluitbegrip ex. art. 1:3 Awb: Schriftelijke beslissing, bestuursorgaan, publiekrechtelijke rechtshandeling. Aangezien hier gaat om een mondelinge mededeling kan er geen sprake meer zijn van een besluit. Dit betekent dat er geen beroep bij bestuursrechter mogelijk is.
Elementen besluitbegrip ex. art. 1:3 Awb: Schriftelijke beslissing, bestuursorgaan, publiekrechtelijke rechtshandeling. Aangezien hier gaat om een mondelinge mededeling kan er geen sprake meer zijn van een besluit. Dit betekent dat er geen beroep bij bestuursrechter mogelijk is. De gemeente is krachtens publiekrecht ingesteld ex. art. 2:1 lid 1 BW. Tevens is de gemeenteraad een orgaan van de gemeente ex. art. 6 Gemw. De gemeenteraad is dus een a-bestuursorgaan op grond van art. 1:1 lid 1 Awb. Er is sprake van een rechtshandeling, omdat de wijziging van het bestemmingsplan de rechten en plichten wijzigt. De kerk krijgt nu namelijk ook een horecabestemming. Dit is tevens publiekrechtelijk, omdat de gemeenteraad bevoegd is om bestemmingsplannen te wijzigen. Dit staat in art. 3:2 WRO. Dit betekent dat er een beroep bij de bestuursrechter kan worden ingesteld.
Elementen besluitbegrip ex. art. 1:3 Awb: Schriftelijke beslissing, bestuursorgaan, publiekrechtelijke rechtshandeling. Er is geen sprake van een beslissing, omdat het hier gaat om een voornemen. Dit betekent dat er geen beroep bij de bestuursrechter kan worden ingesteld.
Elementen besluitbegrip ex. art. 1:3 Awb: Schriftelijke beslissing, bestuursorgaan, publiekrechtelijke rechtshandeling. Er is hier sprake van een schriftelijke beslissing. Er is hier sprake van mandaat namens de minister. De minister is een orgaan van de rechtspersoon de Staat art. 2:1 BW. Uit art. 42 Gw blijkt dat de minister orgaan zijn van de Staat. Er is dus sprake van een bestuursorgaan. Er is hier tevens sprake van een rechtshandeling, omdat de boete de rechten en plichten van Kees zal veranderen. Kees krijgt namelijk een boete naar aanleiding van zijn verantwoordelijkheid voor een arbeidsongeval die hij zal moeten betalen. De boete is tevens publiekrechtelijk van aard, dat is terug te vinden in art. 33 van de Arbeidsomstandighedenwet. Dit betekent dat beroep bij de bestuursrechter open staat.
Elementen besluitbegrip ex. art. 1:3 Awb: Schriftelijke beslissing, bestuursorgaan, publiekrechtelijke rechtshandeling. Er is sprake van een schriftelijke beslissing, tevens is er sprake van een a-bestuursorgaan ex art. 1:1 lid 1 Awb jo. art. 2:1 lid 1 BW jo. art. 6 PW. Er is geen sprake van een rechtshandeling, omdat er geen reactie is gekomen. Kees kreeg nog geen subsidie en die krijgt hij nu nog steeds niet. Zijn rechtspositie is nog niet veranderd. In art. 6:2 Awb is echter bepaald dat voor de toepassing van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep worden met een besluit gelijkgesteld: b) het niet tijdig nemen van een besluit. Dit betekent dat hier toch sprake is van een rechtshandeling. Of de rechtshandeling ook publiekrechtelijk is, kan niet uit de casus worden afgeleid nu het hier gaat om een subsidie. Er is hier wel sprake van een beschikking, waardoor beroep bij de bestuursrechter in ieder geval mogelijk is.
Betrokkene kreeg huishoudelijke hulp naar omvang 3 uur. Hiervoor krijg zij een persoonsgebonden budget (pgb). Appellant deelt vervolgens dat betrokkene niet langer in aanmerking komt voor pgb en zelf huishoudelijke hulp moet gaan inkopen. Betrokkene heeft bezwaar gemaakt tegen het niet langer verkrijgen van pgb. Appellant heeft het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard, omdat de brief van 30 december volgens hen geen besluit is art. 1:3 Awb doordat het niet is gericht op een rechtsgevolg.
De rechtsvraag is of de brief van 30 december een besluit is ex. art. 1:3 Awb.
B&W voert aan dat de brief geen besluit in de zin van art. 1:3 Awb is, omdat het enkel informatief van aard was. De brief zou geen veranderingen teweeg hebben gebracht. Betrokkene had zelf een aanvraag voor pgb kunnen indienen.
CRvB oordeelt dat de brief van 30 december is wel een besluit in de zin van art. 1:3 Awb. De brief wijzigt namelijk wel de rechtsverhouding tussen partijen en is daarmee wel gericht op het tot stand brengen van een rechtsgevolg.
De annotator merkt op dat het begrip van besluit volgens de CRvB rekkelijk is. De annotator sluit zich wel aan bij dit oordeel. Deze duiding rechtvaardigt de totale context van nogal vage communicatie.
Negatief hieraan is bijvoorbeeld te problemen met het legaliteitsbeginsel. Positief is het bieden van meer rechtsbescherming.
In dit arrest is het Europese recht van toepassing. Er moet worden gezocht naar de wettelijke grondslag betreffende de bevoegdheid van de minister. Verzin zelf oefententamenvragen.
Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
In deze bundel komen de werkgroepopdrachten en de antwoorden van het vak bestuursrecht. Als eerst staan alle opdrachten omschreven en vervolgens alle antwoorden.
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
Main summaries home pages:
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourisme & Sports
Main study fields NL:
JoHo can really use your help! Check out the various student jobs here that match your studies, improve your competencies, strengthen your CV and contribute to a more tolerant world
1886 |
Add new contribution