Join with a free account for more service, or become a member for full access to exclusives and extra support of WorldSupporter >>
TentamenTests bij An Introduction to Contemporary Work Psychology van Peeters e.a. - 1e druk
- Wat houdt arbeidspsychologie in en hoe is dit studiegebied ontstaan? - TentamenTests 1
- Welke onderzoeksmethoden worden gebruikt in de arbeidspsychologie? - TentamenTests 2
- Welke job design modellen zijn er? - TentamenTests 3
- Wat zijn de huidige theoretische perspectieven in de arbeidspsychologie? - TentamenTests 4
- Hoe meet je werklast? - TentamenTests 5
- Wat zijn de gevolgen van kwalitatieve eisen op het werk? - TentamenTests 6
- TentamenTickets per hoofdstuk bij de 1e druk van An Introduction to Contemporary Work Psychology van Peeters et al. - Hoofdstuk 1 t/m 6
- Meer TentamenTests & Tentamentickets - Hoofdstuk 7 t/m 19 (Exclusief voor wie volledige online toegang heeft)
Wat houdt arbeidspsychologie in en hoe is dit studiegebied ontstaan? - TentamenTests 1
Meerkeuzevragen bij hoofdstuk 1
MC vraag 1
De grootste sector is de…
Agrarische sector
Dienstverleningssector
Quartaire sector (niet-commerciële dienstverlening)
Overheidssector
MC vraag 2
De drie kenmerken van werk zijn dat het… is.
Doelgericht, commercieel, en in ruil voor iets anders
Doelgericht, georganiseerd, en uitdagend
Doelgericht, gecoördineerd, en in ruil voor iets anders
Intensief, georganiseerd, en in ruil voor iets anders
MC vraag 3
Arbeidspsychologie focust op
Duurzame prestatie
Het onderhouden van gezondheid en welzijn
Zowel a als b
Geen van allen
MC vraag 4
Juist of onjuist:
I Arbeidspsychologie is eenzijdig in de zin van dat het zich meer richt op de hoge status arbeiders die bij de etnische meerderheid horen in ontwikkelde landen.
II Frederick Taylor is bekend vanwege het starten van de human relations movement.
I is juist, II is onjuist
I is onjuist, II is juist
I en II zijn allebei juist
I en II zijn allebei onjuist
MC vraag 5
Wat is het vaak uiteindelijke doel van een arbeidspsychologische taakanalyse?
Het maximaliseren van taakprestatie
Het begrijpen van de taak
Het nut van een taak bepalen
Werknemersbetrokkenheid bevorderen
Antwoorden Meerkeuzevragen bij hoofdstuk 1
MC vraag 1
B. Dienstverleningssector. Het is wereldwijd ook de snelstgroeiende sector.
MC vraag 2
C. Doelgericht, gecoördineerd, en in ruil voor iets anders. Zie de definitie van werk.
MC vraag 3
C. Zowel a als b, Duurzame prestatie en Het onderhouden van gezondheid en welzijn.
MC vraag 4
A. I is juist, II is onjuist. Taylor’s ideeën werden juist minder populair door het opkomen van deze beweging.
MC vraag 5
A. Het maximaliseren van taakprestatie. Men moet hiervoor wel de taak begrijpen, maar het uiteindelijk doel is bijna altijd het maximaliseren van taakprestatie of het verhogen van de veiligheid.
Welke onderzoeksmethoden worden gebruikt in de arbeidspsychologie? - TentamenTests 2
Meerkeuzevragen bij hoofdstuk 2
MC vraag 1
Adriana en Koos doen een onderzoek naar informaliteit binnen organisaties. Ze gebruiken een ratioschaal waarmee ze meten op hoeveel werkdagen per jaar werknemers in een t-shirt van een metalband naar het werk komen. Als ze hun onderzoek vergelijken met de resultaten van een eerder onderzoek naar informaliteit, komen ze erachter dat metalshirts misschien toch geen goeie meting vormen. Op basis waarvan zijn ze tot deze conclusie gekomen?
Inhoudsvaliditeit
Constructvaliditeit
Interne validiteit
Interne betrouwbaarheid
MC vraag 2
Jeroen doet onderzoek binnen een voordeelsupermarkt. De caissières binnen de supermarkt klagen over de hoogte van de stoelen, de hoogte zou volgens de caissières niet makkelijk verstelbaar zijn. Het management van de supermarkt heeft echter juist voor deze stoelen gekozen omdat ze op veel verschillende manieren versteld kunnen worden, wat fijn zou zijn voor het personeel. Jeroens hypothese is dat de caissières een andere houding tegenover het management zouden aannemen als ze de beweegredenen van het management zouden begrijpen. Wat is het meest geschikte onderzoeksontwerp?
Veldonderzoek
Quasi-experiment
Interview
Focusgroep
Observatiestudie
Experience sampling
MC vraag 3
Marijke haalt een postbezorgingsbedrijf over, ze mag een onderzoek uitvoeren onder de duizenden werknemers die het bedrijf heeft. Ze wil de mate meten waarin werknemers zich gespannen voelen bij het bezorgen van grote pakketjes met een busje. Wat voor meetschaal gebruikt Marijke?
Nominaal
Ordinaal
Interval
Ratio
MC vraag 4
Halima voert voor een onderzoek interviews uit binnen een organisatie, waarbij ze van tevoren de onderwerpen heeft bedacht waar ze het over wil hebben, maar nog niet de exacte vragen die ze zal stellen. Wat voor interview is dit?
Gestructureerd interview
Semi-gestructureerd interview
Ongestructureerd interview
MC vraag 5
Aan welke voorwaarden van een onderzoeksontwerp voldoet veldonderzoek?
Precisie en existentieel realisme
Precisie en generaliseerbaarheid
Existentieel realisme en generaliseerbaarheid
Antwoorden Meerkeuzevragen bij hoofdstuk 2
MC vraag 1
B. Constructvaliditeit.
MC vraag 2
D. Focusgroep.
MC vraag 3
C. Interval. De scores die Marijke gebruikt, zijn bijvoorbeeld 1 (volledig ontspannen), 2 (redelijk ontspannen), 3 (neutraal), 4 (redelijk gespannen) en 5 (erg gespannen).
MC vraag 4
B. Semi-gestructureerd interview.
MC vraag 5
A. Precisie en existentieel realisme.
Welke job design modellen zijn er? - TentamenTests 3
Meerkeuzevragen bij hoofdstuk 3
MC vraag 1
Match de focus met de juiste modellen:
Demand-Control-Support-Model
Job Characteristics Model
Vitamin Model
Effort-Reward Imbalance Model
Mentale gezondheid
Gezondheid
Motivatie
Sociologische factoren
MC vraag 2
Welk model onderscheidt zich door middel van een formule waarmee berekend kan worden hoe goed een bedrijf scoort en tegelijk laat zien waar nog ruimte voor verbetering is?
JCM
DCSM
VM
ERI
MC vraag 3
Wat zegt de strain hypothesis van de DCSM over werkeisen?
De negatieve effecten van werkeisen kunnen geneutraliseerd worden door positieve effecten uit andere aspecten.
Bij de optimale baan zijn ook de werkeisen hoog.
Hoge werkeisen geven stress.
Alle bovenstaande
MC vraag 4
Een archivaris in een rustige bibliotheek brengt het grootste deel van zijn dagen door met het terugplaatsen en ordenen van boeken. Hij ervaart weinig werkdruk en draagt voornamelijk zelf de verantwoordelijkheid voor zijn taken. In welke categorie van de DCSM valt dit werk?
Passief
Lage spanning
Hoge spanning
Actief
MC vraag 5
Welke onderstaande principe(s) komt/komen niet overeen met de principes van STST?
Werknemers moeten betrokken zijn bij de ontwikkeling van de middelen die zij moeten gebruiken
Werktaken moeten veel vrijheid voor de werknemers overlaten, zij moeten niet teveel gebonden zijn door regels.
Werknemers moeten zich focussen op één vakgebied zodat zij zich hierin diepgaand kunnen specialiseren.
Wanneer een werknemer meer verantwoordelijkheid krijgt, hoort hier ook een gepaste beloning bij.
Open vragen bij hoofdstuk 3
Open vraag 1
Wat zijn de drie manieren waarop werknemers volgens het ERI-model beloond worden?
Antwoorden Meerkeuzevragen bij hoofdstuk 3
MC vraag 1
A - III; B - I; C- II; D - IV.
- Demand-Control-Support-Model - III. Motivatie
- Job Characteristics Model - I. Mentale gezondheid
- Vitamin Model - II. Gezondheid
- Effort-Reward Imbalance Model - IV. Sociologische factoren
MC vraag 2
A. JCM
MC vraag 3
D. Alle bovenstaande. Werkeisen geven stress, maar deze kunnen verholpen worden door bijvoorbeeld sociale steun. Lage werkeisen leiden tot verveling, daarom bestaat de optimale baan uit hoge werkeisen (in balans met positieve effecten).
MC vraag 4
B. Lage spanning. De archivaris heeft veel autonomie en lage werkeisen.
MC vraag 5
C. Werknemers moeten zich focussen op één vakgebied zodat zij zich hierin diepgaand kunnen specialiseren. STST stimuleert juist het aanleren en gebruiken van meerdere vaardigheden.
Antwoordsuggesties Open vragen bij hoofdstuk 3
Open vraag 1
Geld (loon), waardering (respect, status, steun), en zekerheid of carrièremogelijkheden (baanzekerheid, vooruitzicht op promotie of opslag).
Wat zijn de huidige theoretische perspectieven in de arbeidspsychologie? - TentamenTests 4
Meerkeuzevragen bij hoofdstuk 4
MC vraag 1
Wat is volgens het balans- of activatieverbeteringsmechanisme de optimale groeiomgeving?
Lage eisen, lage resources
Lage eisen, hoge resources
Hoge eisen, lage resources
Hoge eisen, hoge resources
MC vraag 2
Welk onderstaand voorbeeld is volgens het triple-match principe geen optimale verhouding?
Emotionele steun van collega’s als resource om met lastige klanten om te gaan
Een heftruck om zware pallets te verplaatsen
Leuke collega’s als resource om een quotum voor aantal gevulde vakken in een supermarkt te halen
Een rekenmachine om een berekening uit te voeren
MC vraag 3
Juist of onjuist:
I Volgens het triple-match principe helpt steun van je leidinggevende niet als resource voor fysiek werk.
II De beste manier van herstellen buiten werk om is volgens het DISC-R model het zogenaamde detachment van werk.
I is juist, II is onjuist
I is onjuist, II is juist
I en II zijn allebei juist
I en II zijn allebei onjuist
Open vragen bij hoofdstuk 4
Open vraag 1
Zet in de juiste volgorde van lage specificiteit naar hoge specificiteit.
Theoretische modellen - middle-range theorieën - meta-paradigma’s - grootse theorieën
Open vraag 2
Waarin onderscheidt het DISC model zich?
Antwoorden Meerkeuzevragen bij hoofdstuk 4
MC vraag 1
D. Hoge eisen, hoge resources. Vereiste hierbij is wel dat de eisen niet te overweldigend zijn en de resources kunnen compenseren voor de hoge eisen.
MC vraag 2
C. Leuke collega’s als resource om een quotum voor aantal gevulde vakken in een supermarkt te halen. Hierbij komt de resource niet overeen met de eis en de uitkomst, de resource (leuke collega’s) is namelijk emotioneel terwijl de eis fysiek is. Alle andere voorbeelden zijn a) emotioneel, b) fysiek, en c) cognitief matchend.
MC vraag 3
B. I is onjuist, II is juist. I is onjuist omdat, hoewel het TMP stelt dat de resources het effectiefst zijn wanneer ze matchen met de eis en de uitkomst, het TMP niet uitsluit dat niet-matchende resources ook kunnen helpen. Ze zijn alleen minder effectief.
Antwoordsuggesties Open vragen bij hoofdstuk 4
Open vraag 1
Meta-paradigma’s - grootse theorieën – middle-range theorieën - theoretische modellen
Open vraag 2
De meeste theorieën in het DISC model waren al enige tijd bekend, maar het DISC model onderscheidt zich door alles samen te voegen en zo het uitgebreidste model te worden.
Hoe meet je werklast? - TentamenTests 5
Meerkeuzevragen bij hoofdstuk 5
MC vraag 1
Welke van de onderstaande eisen is niet kwantitatief?
Overwerken
Op hoge snelheid werken
Een quotum halen om genoeg loon te verdienen
Begrijpen welke processen vereist zijn om een doel te halen
MC vraag 2
Welke organisatorische factoren zijn intern, en welke zijn extern?
Kassamedewerkers mogen niet minder dan het wettelijk minimumloon krijgen
Het management geeft veel vrijheid aan de werknemers
De directeur verkoopt het bedrijf aan een concurrent
Door een tekort aan geschikte sollicitanten is het management gedwongen om een ondergekwalificeerde werknemer aan te nemen
MC vraag 3
De Yerkes-Dodson wet geeft de gevolgen van werkdruk op de korte termijn weer. Wat voor vorm neemt deze curve aan?
Regressief
Omgekeerde U vorm
Stijgend lineair
V vorm
MC vraag 4
Juist of onjuist:
I Werkacties kunnen niet in vergelijkbare units opgedeeld worden
II Besluitvorming op basis van data van objectief gemeten werkdruk gebruikt geen persoonlijk aspect
I is juist, II is onjuist
I is onjuist, II is juist
I en II zijn allebei juist
I en II zijn allebei onjuist
MC vraag 5
Welke van de onderstaande aanpakken is niet gefocust op de persoon, maar op het werk?
Een sollicitatie
Een werkspecifieke training
Een promotie
Een taak aanpassen aan de werknemer
Antwoorden Meerkeuzevragen bij hoofdstuk 5
MC vraag 1
D. Begrijpen welke processen vereist zijn om een doel te halen. Dit is een kwalitatieve eis.
MC vraag 2
Kassamedewerkers mogen niet minder dan het wettelijk minimumloon krijgen - extern
Het management geeft veel vrijheid aan de werknemers - intern
De directeur verkoopt het bedrijf aan een concurrent - intern
Door een tekort aan geschikte sollicitanten is het management gedwongen om een ondergekwalificeerde werknemer aan te nemen - extern
MC vraag 3
B. Omgekeerde U vorm.
MC vraag 4
A. I is juist, II is onjuist. II is onjuist, want alle beslissingen worden op basis genomen van een gemiddelde of ideale werknemer, dit is een persoonlijk aspect.
MC vraag 5
D. Een taak aanpassen aan de werknemer. Dit is het enige element waarbij het werk wordt aangepast op de persoon in plaats van andersom.
Wat zijn de gevolgen van kwalitatieve eisen op het werk? - TentamenTests 6
Meerkeuzevragen bij hoofdstuk 6
MC vraag 1
Bepaal welke onderstaande eisen uitdagend zijn en welke hinderlijk zijn:
Het internet op Henks computer ligt er weer uit, nu moet hij opnieuw naar de ICT-afdeling voor hulp.
Een klant bij de McDonald’s doet moeilijk omdat het lang duurt voordat zijn burger klaar is.
Tim moet een belangrijke potentiële klant overtuigen, als hem dit lukt staat hij in een goed blaadje bij zijn baas.
Een winkelmanager van een winkel in een aangrenzende stad is opeens ziek. Maria moet nu twee winkels tegelijk managen. Dat is dubbel zoveel werk, maar hierdoor kan ze aan de area manager tonen dat ze tot meer in staat is.
Peter moet met verouderde apparatuur werken waardoor zijn taken het uiterste van zijn capaciteiten vergen.
MC vraag 2
Juist of onjuist?
I Zowel hinderlijke als uitdagende eisen zijn stressvol
II Uitdagende eisen hebben zowel positieve als negatieve aspecten, waardoor niet gesteld kan worden dat uitdagende eisen ‘goed’ zijn en geen probleem vormen.
I is juist, II is onjuist
I is onjuist, II is juist
I en II zijn allebei juist
I en II zijn allebei onjuist
MC vraag 3
Aline moet een financiele balans opmaken in een programma dat ze niet onder de knie heeft. Dit is een…
Kwantitatieve onderbelasting
Kwantitatieve overbelasting
Kwalitatieve onderbelasting
Kwalitatieve overbelasting
MC vraag 4
Wanneer de ene leidinggevende zegt dat hij liever heeft dat de taak op tijd voltooid is dan dat het supernetjes is, terwijl de andere leidinggevende hoge kwaliteit voorop zet hoe lang het ook duurt, dan spreken we van een…
Role conflict
Intra-sender conflict
Person-role conflict
Inter-sender conflict
MC vraag 5
Wanneer een Starbucks-medewerker zichzelf opvrolijkt om aan de emotionele eisen van de koffieketen te voldoen, heet dit…
Surface acting
Deep acting
Automatische emotieregulatie
Emotiedeviatie
MC vraag 6
Onderzoek naar dissonante emoties bewees dat medewerkers die dissonante emoties vertoonden een … bloeddruk en hartslag hadden dan medewerkers die hun ware emoties toonden.
Hogere
Lagere
Gelijke
Antwoorden Meerkeuzevragen bij hoofdstuk 6
MC vraag 1
A - hinderlijk; B - hinderlijk; C - uitdagend; D - uitdagend; E - hinderlijk.
Het internet op Henks computer ligt er weer uit, nu moet hij opnieuw naar de ICT-afdeling voor hulp. - Hinderlijk
Een klant bij de McDonald’s doet moeilijk omdat het lang duurt voordat zijn burger klaar is. - Hinderlijk
Tim moet een belangrijke potentiële klant overtuigen, als hem dit lukt staat hij in een goed blaadje bij zijn baas. - Uitdagend
Een winkelmanager van een winkel in een aangrenzende stad is opeens ziek. Maria moet nu twee winkels tegelijk managen. Dat is dubbel zoveel werk, maar hierdoor kan ze aan de area manager tonen dat ze tot meer in staat is. - Uitdagend
Peter moet met verouderde apparatuur werken waardoor zijn taken het uiterste van zijn capaciteiten vergen. - Hinderlijk
Onthoud: uitdagende eisen zijn potentieel belonend en bieden mogelijkheid tot persoonlijke groei. Hinderlijke eisen maken het (onnodig) moeilijker om doelen te bereiken en belemmeren persoonlijke groei.
MC vraag 2
C. I en II zijn allebei juist. De mogelijke beloning van uitdagende eisen zorgt dat mensen de stressfactoren eerder accepteren. Maar ook uitdagende eisen veroorzaken stress, wat een negatief effect op gezondheid en welzijn heeft.
MC vraag 3
D. Kwalitatieve overbelasting. De taak overstijgt de vaardigheden van Aline.
MC vraag 4
B. Intra-sender conflict.
MC vraag 5
B. Deep acting. Ze reguleert niet alleen haar uitstraling, maar de emotie zelf.
MC vraag 6
A. Hogere. Negatieve en dissonante emoties worden bovendien geassocieerd met lagere gezondheid, lagere werktevredenheid, en verminderde prestatie.
TentamenTickets per hoofdstuk bij de 1e druk van An Introduction to Contemporary Work Psychology van Peeters et al. - Hoofdstuk 1 t/m 6
Wat houdt arbeidspsychologie in en hoe is dit studiegebied ontstaan? - TentamenTickets 1
De Hawthorne-experimenten zijn vooral bekend om het Hawthorne-effect; het effect van een interventie op een onderzocht persoon dat uitsluitend te wijten is aan het feit dat deze persoon aan een onderzoek meedoet. Het belang van de Hawthorne-experimenten is echter groter dan dat. Deze experimenten waren een van de eersten in het onderzoeken van het verband tussen motivatie, voldoening en productiviteit. Belangrijk in de context van arbeidspsychologie is de conclusie dat de motivatie hoger is in teamverband.
Als je meer wilt weten over de theorie van Frederick Taylor, dan is Principles of Scientific Management een interessant boek om te lezen. Taylor weet zijn theorie goed uiteen te zetten. Er zijn meerdere theorieën die tegenwicht kunnen bieden en je stimuleren om kritisch na te denken over bewegingen zoals het taylorisme, bijvoorbeeld de schrijfsels van Karl Marx over vervreemding.
Welke onderzoeksmethoden worden gebruikt in de arbeidspsychologie? - TentamenTickets 2
Als onderzoeksmethoden en meetschalen verplichte stof zijn voor een tentamen, zorg dan dat je in ieder geval bij verschillende praktische problemen kan zeggen wat voor meetschaal van toepassing is (nominaal, ordinaal, interval of ratio). Dit is een voor de hand liggende tentamenvraag voor docenten.
Als je een nomologisch netwerk een moeilijk begrip vindt, stel je dan een mindmap voor, waarin op een whiteboard verschillende associaties zijn uitgetekend. Een nomologisch netwerk komt ongeveer op hetzelfde neer.
McGrath wordt soms neergezet als een negatieve wetenschapsfilosoof. Hij beweerde dat een onderzoeksontwerp het zwaartepunt legt op precisie, existentieel realisme of generaliseerbaarheid en dat daarmee twee van deze drie aspecten worden verwaarloosd en onderzoek altijd gebrekkig is. Bepaal voor jezelf in hoeverre je het eens bent met McGrath en in hoeverre je zijn visie negatief of onconstructief vindt.
Welke job design modellen zijn er? - TentamenTickets 3
Dit is geen uitputtende lijst van job design modellen, er zijn er nog meer. Een model dat hier bijvoorbeeld niet behandeld wordt, is het Michigan Model.
Als je de modellen lastig vindt om te begrijpen of onthouden, zowel als ze uitgelegd worden in tekst als door grafieken, neem dan een kijkje op YouTube, daar worden onder andere het JCM en DCSM uitgelegd in filmpjes.
Wat zijn de huidige theoretische perspectieven in de arbeidspsychologie? - TentamenTickets 4
De focus ligt in deze tekst op twee theoretische modellen van bepaalde onderzoekers, maar de huidige arbeidspsychologie en de toepassing ervan in job design is natuurlijk veel breder dan dat. Voor de algemene tendensen in de huidige arbeidspsychologie en nog weinig of niet onderzochte elementen van werk, zijn gerichte boeken geschikter.
Kennis van de soorten verbanden tussen variabelen kan helpen om theoretische modellen op een dieper niveau te begrijpen. Voor meer schematische weergaven en een uitgebreidere uitleg van verschillende soorten verbanden, zie (de samenvatting van) hoofdstuk 10 van Statistics for the social sciences, Agresti.
Hoe meet je werklast? - TentamenTickets 5
Zowel in het Nederlands als in het Engels is er geen universeel gebruikte standaardterm die kwantitatieve werkgerelateerde eisen aanduidt. In het Engels wordt vaak gesproken over quantitative job demands, in het Nederlands over werklast of werkbelasting.
Voor onderzoeken naar werklast zijn vaak kwantitatieve onderzoeksmethoden nodig. Soms wordt het effect van een enkele variabele gemeten, maar soms het effect van meerdere variabelen. Houd hier rekening mee als je verder wilt in onderzoek in de arbeids- en organisatiepsychologie.
Wat zijn de gevolgen van kwalitatieve eisen op het werk? - TentamenTickets 6
Zorg dat je het verschil tussen kwantitatieve en kwalitatieve eisen, onderbelasting en overbelasting goed snapt en aan kunt wijzen in praktische situaties.
In het onderzoek naar emoties en stress is Richard Lazarus een pionier geweest, onder andere met zijn theorieën over coping en appraisal. Als je meer wilt lezen over dit onderzoeksgebied, dan is het werk van Lazarus een goeie plek om te beginnen.
Meer TentamenTests & Tentamentickets - Hoofdstuk 7 t/m 19 (Exclusief voor wie volledige online toegang heeft)
- Ben je aangesloten bij JoHo, log dan in en lees hieronder verder voor de vragen en tentamentickets bij hoofdstuk 7 t/m 19
- Nog niet aangesloten, sluit je dan eerst hier aan.
Tentamens: oude tentamens voor Arbeids- en organisatiepsychologie, oefenmateriaal en tentamentips
- TentamenTests bij An Introduction to Contemporary Work Psychology van Peeters e.a. - 1e druk
- TentamenTests bij Groepsdynamica: Theorie en vaardigheden van Johnson en Johnson - 11e druk - Exclusive
- TentamenTests bij Images of Organization van Morgan
- TentamenTests bij de 2e druk van Organizational Behavior van Neck et al.
- TentamenTests bij de 9e druk van Organizational Behavior: Emerging Knowledge. Global Reality van McShane & Von Glinow
- Begrippenlijst bij Organizational Behaviour van McShane en Von Glinow
- TentamenTests bij de 6e druk van Understanding and Managing Organizational Behavior - George & Jones
- TentamenTests bij Work in the 21st Century: An Introduction to Industrial and Organizational Psychology van Conte en Landy - 6e druk
- Tentamens: startpagina voor oude tentamens en tentamentips per vak bij psychologie en gedrag
Work for WorldSupporter?
Volunteering: WorldSupporter moderators and Summary Supporters
Volunteering: Share your summaries or study notes
Student jobs: Part-time work as study assistant in Leiden

Contributions: posts
Spotlight: topics
Tentamens: oude tentamens voor Arbeids- en organisatiepsychologie, oefenmateriaal en tentamentips
Oude tentamens voor Arbeids- en organisatiepsychologie, oefenmateriaal en tentamentips
Online access to all summaries, study notes en practice exams
- Check out: Register with JoHo WorldSupporter: starting page (EN)
- Check out: Aanmelden bij JoHo WorldSupporter - startpagina (NL)
How and why use WorldSupporter.org for your summaries and study assistance?
- For free use of many of the summaries and study aids provided or collected by your fellow students.
- For free use of many of the lecture and study group notes, exam questions and practice questions.
- For use of all exclusive summaries and study assistance for those who are member with JoHo WorldSupporter with online access
- For compiling your own materials and contributions with relevant study help
- For sharing and finding relevant and interesting summaries, documents, notes, blogs, tips, videos, discussions, activities, recipes, side jobs and more.
Using and finding summaries, notes and practice exams on JoHo WorldSupporter
There are several ways to navigate the large amount of summaries, study notes en practice exams on JoHo WorldSupporter.
- Use the summaries home pages for your study or field of study
- Use the check and search pages for summaries and study aids by field of study, subject or faculty
- Use and follow your (study) organization
- by using your own student organization as a starting point, and continuing to follow it, easily discover which study materials are relevant to you
- this option is only available through partner organizations
- Check or follow authors or other WorldSupporters
- Use the menu above each page to go to the main theme pages for summaries
- Theme pages can be found for international studies as well as Dutch studies
Do you want to share your summaries with JoHo WorldSupporter and its visitors?
- Check out: Why and how to add a WorldSupporter contributions
- JoHo members: JoHo WorldSupporter members can share content directly and have access to all content: Join JoHo and become a JoHo member
- Non-members: When you are not a member you do not have full access, but if you want to share your own content with others you can fill out the contact form
Quicklinks to fields of study for summaries and study assistance
Main summaries home pages:
- Business organization and economics - Communication and marketing -International relations and international organizations - IT, logistics and technology - Law and administration - Leisure, sports and tourism - Medicine and healthcare - Pedagogy and educational science - Psychology and behavioral sciences - Society, culture and arts - Statistics and research
- Summaries: the best textbooks summarized per field of study
- Summaries: the best scientific articles summarized per field of study
- Summaries: the best definitions, descriptions and lists of terms per field of study
- Exams: home page for exams, exam tips and study tips
Main study fields:
Business organization and economics, Communication & Marketing, Education & Pedagogic Sciences, International Relations and Politics, IT and Technology, Law & Administration, Medicine & Health Care, Nature & Environmental Sciences, Psychology and behavioral sciences, Science and academic Research, Society & Culture, Tourism & Sports
Main study fields NL:
- Studies: Bedrijfskunde en economie, communicatie en marketing, geneeskunde en gezondheidszorg, internationale studies en betrekkingen, IT, Logistiek en technologie, maatschappij, cultuur en sociale studies, pedagogiek en onderwijskunde, rechten en bestuurskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en SPSS
- Studie instellingen: Maatschappij: ISW in Utrecht - Pedagogiek: Groningen, Leiden, Utrecht - Psychologie: Amsterdam, Leiden, Nijmegen, Twente, Utrecht - Recht: Arresten en jurisprudentie, Groningen, Leiden








Add new contribution